Muziek

Ik nam Jeff Mills mee naar de Amsterdamse sterrenwacht

“Wauw, dit is te gek.” Jeff Mills kijkt vanaf een wankel trappetje door een telescoop naar de zon, nadat het dak zich even eerder met een indrukwekkend lawaai opende. Hij glimlacht. “Ik zie zoveel zonnevlammen. Hoe hoog zijn die?” “Duizenden en duizenden kilometers, waarschijnlijk. Ze kunnen gemakkelijk zo groot zijn als onze hele planeet,” antwoordt vooraanstaand astronoom Lucas Ellerbroek in de sterrenwacht van de Universiteit van Amsterdam aan het Science Park. Mills en zijn vrouw/manager Yoko laten zich rondleiden door Ellerbroek, en zuigen de informatie op als sponzen. Telkens weer stelt Mills vragen en strooit hij met gedetailleerde feiten.

Wie techno-legende Jeff Mills een beetje volgt, weet dat hij een gigantische ruimte-nerd is. Zoals een sciencefictionschrijver de stand van wetenschap probeert te kanaliseren in zijn verhalen, zo probeert Jeff in zijn muziek de laatste ontdekkingen van sterrenkundigen te verwerken. Het afgelopen decennium stond zo’n beetje zijn hele oeuvre in het teken van het heelal. Hij maakte albums over Alpha Centauri en Proxima Centauri, composities rondom astronauten en shows die tijdreizen symboliseren. Na deze ontmoeting zal hij in het Koninklijk Concertgebouw het stuk The Planets opvoeren, geïnspireerd door de gelijknamige compositie van Gustav Holst.

Videos by VICE

Daarom leek het me leuk om de Amsterdamse sterrenkoepel te bezoeken met de technolegende, en dat vond hij ook. Lucas Ellerbroek was al even enthousiast over het idee en haakte aan. De sterrenkundige publiceerde onlangs het boek Planetenjagers, over de zoektocht naar planeten vergelijkbaar met de Aarde, en Mills wilde hem bijzonder graag ontmoeten. “Al van kinds af aan kijk ik naar de sterren,” zegt Mills. “Ik groeide op in Detroit, waar veel teveel licht brandt om naar de sterren te kijken, maar mijn ouders namen me vaak mee op vakantie. Voor mij was het vooruitzicht om met een heldere hemel naar de sterren te kijken iets om maanden enthousiast over te zijn. Ik groeide op met het lezen en verzamelen van stripboeken. Alles van Marvel, en een beetje van DC. Voor mij was dat het allerleukste, en daarna kwamen films en tv-shows. Ik leerde over Alpha Centauri toen ik als kind naar de serie Lost in Space keek. Dat gaat over een team dat probeert om de nabijgelegen ster te bereiken, maar verdwaald raakt. Razend spannend. Zo wist ik al sinds mijn vijfde dankzij een tv-serie over het heelal.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Alle foto’s door Rebecca Camphens

Wat Mills probeert te zeggen: het wetenschappelijke onderzoek van Ellerbroek en zijn collega’s kan soms abstract blijven, en lastig om te verteren “voor leken als ikzelf”. Kunst, muziek en sciencefiction kunnen helpen om zulke zware materie behapbaar te maken en kunnen gedachte-experimenten zijn voor wat de toekomst ons biedt. “En dan kijk ik het allerliefst naar ruimtereizen, planeten en de mogelijke kolonisatie ervan. Ik was op school nooit goed in exacte vakken, maar ik dacht: wat als ik deze ideeën kan vertalen naar elektronische muziek, en de grenzen een beetje kan vervagen? Ik hoop mijn publiek op te voeden, tenminste een beetje.”

We zijn inmiddels van de zonnekoepel naar de sterrenkoepel gelopen, waar Ellerbroek een scala aan video’s laat zien, en met de (gratis te downloaden) app Stellarium door het heelal slentert. “Hé, kijk, daar beweegt iets!” wijst Mills op het scherm. “Ah, een satelliet, zo te zien.” Langzaam maar zeker wordt Mills losser en laconieker: “Ik zou ook thuis op mijn dak wel zo’n telescoop willen hebben. Ja, ik heb wel een kleine telescoop, maar niet zoiets!”

Ellerbroek laat in de app zien welke exoplaneten – planeten in andere sterrenstelsels dan het onze – er al zijn ontdekt. “De eerste werd pas in 1995 ontdekt. Het was de dageraad voor een nieuwe wetenschap: de zoektocht naar planeten zoals de Aarde. Had je al gehoord dat de eerste planeet bij Proxima Centauri is ontdekt? Als we er ooit zouden kunnen komen, is dat de eerste planeet waar we naartoe zouden reizen. Het is zo opwindend.”

Hij wijst op een kleine vlek in het heelal, waar duizenden exoplaneten lijken te zitten. Op dat kleine stukje stond de ruimtetelescoop Kepler vijf jaar gericht, en telkens weer worden daar nieuwe planeten ontdekt. Ellerbroek: “Dit is pas het topje van de ijsberg, hieruit blijkt dat er zeker meer planeten zijn dan sterren. Moet je je voorstellen.” Zoveel planeten, het duizelt me een beetje. Het is nauwelijks voor te stellen. Dat vindt Mills ook. Hij begint een beetje te stamelen. “Wow… eh… wat… Mensen die nog geloven dat er geen leven is buiten de Aarde? Het moet er zijn. Vanuit een sciencefiction-standpunt is het interessant om na te denken: wat zou er vanuit die groep planeten naar ons koekeloeren? En zouden ze gealarmeerd zijn dat wij nu naar hen zoeken? Misschien voelen ze het wel.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Ellerbroek begint enthousiast over de film Contact. “Zodra de aliens daar contact maken met aarde, zenden ze een fragment uit van de eerste radiogolven die wij als mensheid het heelal in stuurden. Het waren opnames van Hitler op de radio. Dat is helemaal geen gekke gedachte, misschien dat er daar nu wel wezens zijn die die radiogolven ontvangen.”

Goed, voordat we naar planeten in andere sterrenstelsels kunnen vertrekken, is het al interessant genoeg om de planeten in ons eigen zonnestelsel te verkennen, vindt Mills. Precies daarover gaat zijn stuk The Planets, waarmee hij vanavond in het Concertgebouw staat. “Ik ben geïnspireerd door Gustav Holst, die honderd jaar geleden al een zevendelige orkestsuite over de planeten maakte. Maar waar hij zich focuste op Griekse mythologie, kijk ik naar de wetenschap, de daadwerkelijke fysieke kenmerken van planeten en hoe je eromheen zou kunnen wentelen. Het is fantasie en sciencefiction, maar wel gevoed door wetenschap. Vlak voordat we debuteerden, werd er water ontdekt op Pluto. Last minute bouwden we dus overeenkomsten tussen de composities van Pluto en die van de Aarde: een melodieus motiefje. Saturnus draait het snelste, dus daarvan is tempo het hoogste, en er zit zelfs een kleine passage met basfluit en hoorn in, die is opgedragen aan de maan Titan. Het oppervlak van Mars is heel abstract, dus dat stuk klinkt heel experimenteel. Als je naar The Planets luistert, moet je een beter begrip van de planeten krijgen.”

Hij heeft er heel wat gesprekken over gehad met Mamoru Mohri, de eerste Japanse astronaut, die in 1992 en 2000 het heelal in werd geschoten. Mills maakte er het stuk Where The Light Ends over, maar verwerkte zijn input in nog veel meer muziekstukken. “Ik vroeg hem hoe het is om de ruimte in te gaan, hoe de zon eruitziet met het blote oog en hoe het is om in de duisternis te verkeren. Maar ook: wat denk je dat het universum is? Ik vertelde hem dat ik het idee had dat het een soort levend lichaam is, een gigantisch organisme waar we allemaal deel van uitmaken. Hij was het ermee eens. We zijn uiteindelijk het product van het heelal, en het allerbelangrijkste in de geschiedenis van de mensheid is het begrijpen waar we = vandaan komen en waar we naartoe gaan. Het is zó belangrijk om die antwoorden te zoeken.”