VICE Nederland bestaat 10 jaar, en dat vieren we deze week met een enorm feest. Het leek ons een perfecte aanleiding om mensen die we bewonderen te vragen of zij ook iets te vieren hebben. Zoals Sunny Bergman.
Een van mijn eerste stages liep ik bij documentairemaker Sunny Bergman, die met haar succesvolle film Beperkt Houdbaar (2007) in één klap een publiek persoon was geworden. De film toont aan hoe obsessief we bezig zijn met ons uiterlijk, en hoe we daarin een schoonheidsideaal nastreven dat niet bestaat. Ze kreeg een berg aandacht, lof en kritiek over zich heen, en omdat ze in haar meeste films zelf prominent in beeld is, werd die kritiek heel persoonlijk. Bij de film Zwart als Roet (2014), over het racistische karakter Zwarte Piet, werden mensen nog bozer op haar en tijdens Sinterklaas dat jaar vluchtte ze samen met haar gezin het land uit.
Videos by VICE
Toen ik met haar samenwerkte maakte ze de serie Sunny Side of Sex, een serie over normen en waarden over seks in niet-westerse landen. Op mijn eerste stagedag liepen we samen naar de supermarkt om spullen te kopen voor de lunch, en gelijk merkte ik dat de grappige, activistische en open Sunny uit Beperkt Houdbaar ook zonder camera gewoon bestond. Haar verbazing over seksistische zaken was oprecht, maar eerder genuanceerd dan stellig (“Mensen denken vaak dat ik ergens heel erg tegen ben, maar dat lijkt me heel vermoeiend.”).
De manier waarop ze zichzelf inzet en gebruikt in haar werk – of het nou met haar benen wijd is in de stoel bij een plastisch chirurg in LA die haar vagina becommentarieert (“You need the full works my dear!”), of als demonstrant en arrestant in de zwartepietendiscussie – vind ik bewonderenswaardig en dapper. En effectief, want haar films veroorzaken zowel veel ophef als aanzien.
Ik was benieuwd hoe deze aanpak haar persoonlijke leven beïnvloedt, dus sprak ik met haar over schreeuwende mensen op Facebook, blowen met Lil Kleine en twerken.
VICE: Sunny, we vieren met VICE ons tienjarig bestaan. Heb jij ook iets te vieren?
Sunny Bergman: Ja! Ik voer al een tijdje gesprekken met de directeur van de NPO, samen met een aantal anderen, over meer diversiteit bij de omroepen, en dat gaat de goeie kant op.
Aha, in wat voor zin?
Tijdens de nieuwjaarsreceptie werd al gezegd dat diversiteit voorrang krijgt, maar dat vind ik nog te vrijblijvend – dan is er altijd weer een bezuinigingsronde die belangrijker is, of kijkcijfers die gehaald moeten worden. Het is dan nog steeds geen prioriteit en alleen als je iets prioriteit maakt, kunnen dingen echt veranderen. Het ziet er nu naar uit dat de NPO er echt geld in wil stoppen en het beleidsmatig wil aanpakken.
Maar prioriteit, wat betekent dat eigenlijk? Hoe zorg je ervoor dat er écht meer gekleurde mensen bij de omroepen komen te werken?
Eigenlijk ben ik gewoon voor quota. Als het dan niet goedschiks kan, dan maar onder dwang. Maar dat is een politieke weg: dan moet je een wetsvoorstel indienen. Ik ben niet goed in het politieke spel – ik ben gewend om vrijuit te kunnen spreken, maar als je met allemaal machthebbers aan tafel zit moet je diplomatiek zijn. Dat vind ik ingewikkeld.
Oké, geen quotum dus, maar hoe dan wel?
Het probleem is dat er gedacht wordt dat multiculturaliteit een probleem is, terwijl het een meerwaarde is. Er komen mensen bij met nieuwe perspectieven en inzichten, een heel ander netwerk en dus ook heel veel nieuwe ideeën. Het gaat om een mentaliteitsverandering bij de macht, en uiteindelijk over het doorbreken van die macht.
Hoe probeer jij daar iets aan te doen?
Nou, de VPRO betaalt me om diversiteit te bevorderen, dus ik ben bezig met allerlei projecten. Zo werk ik momenteel samen met Akwasi aan een fictieserie, en met Ama van Dantzig en Lynn Zebeda aan een serie over hoe je de wereld kan verbeteren.
Iets anders. Je persoonlijke facebookposts worden altijd heel veel geliked en bediscussieerd. Is dat naast je films een nieuwe vorm van activisme die je bedrijft?
Ik heb niet zo’n hoge pet op van het nut van online discussies. Zelf doe ik er niet aan mee, ik wakker ze alleen aan. Ik heb niet het idee dat mensen vaak nader tot elkaar komen of elkaar beter begrijpen. Voor mij is het om mezelf te vermaken, voor research of inzicht, of om informatie te verspreiden. Soms komen er wel nieuwe ideeën uit, maar ik vind het zo heftig dat mensen zo snel boos worden op elkaar. Ik ben een enorm watje, dus als mensen onvriendelijke dingen tegen elkaar zeggen vind ik dat heel erg. Vooral als ik die twee allebei ken, en zij elkaar niet, en dat ze dan tegen elkaar gaan schreeuwen – of online schreeuwen, capslocken.
Toen Zwart als Roet uitkwam, in 2014, ben je gevlucht van Facebook.
Ja, en tijdens Sinterklaas zelfs het land uit. Het was heel eng, ik had bij De Wereld Draait Door iets gezegd over de stoomboot en opeens was ik landverrader nummer één. Ik kreeg allemaal dreigementen, enge berichten en zelfs een poederbrief. Een paar weken was ik echt bang, ging ik met een capuchon op lopen en ik dacht er zelfs over om mijn haar te verven. Minister Asscher belde me op om me een hart onder de riem te steken. Dat was grappig, hij ging gelijk heel amicaal met me doen, alsof we matties waren. Ik vroeg aan hem: wat moet ik doen, hoe bedreigend is de situatie? Hij wist het ook niet. Ook de burgemeester belde op, maar toen zat ik in de sauna, dus hij stond op mijn antwoordapparaat. Dat vond ik sympathiek, want hij was ook mijn tegenstander in de rechtszaak over Zwarte Piet bij de intocht. Laatst kwam ik hem tegen op een feestje en hebben we samen sigaretjes gerookt.
Ik vond die post laatst over je vader grappig, dat hij je altijd naar lezingen rijdt en in de auto een joint opsteekt, en dat jij dan moet proberen om niet stoned te worden omdat je nog moet presenteren voor een zaal vol mensen.
Ja, maar die post heb ik weggehaald. Dat was echt heel dom van mij. Mensen werden gelijk heel boos omdat ze het gevaarlijk vonden: blowen achter het stuur. Terwijl ik serieus alleen maar dacht: kijk nou wat gezellig, mijn vader steekt weer een joint op, dit is een grappige foto voor op Facebook. Ook wilde ik niet dat mijn vader met terugwerkende kracht een boete zou krijgen voor rijden onder invloed of zo. Ik ben heel goed van vertrouwen, ik vertel te veel en ben vaak te openhartig. Dus als de politie meeleest: mijn vader blowt nooit als hij moet rijden – het was een gebbetje!
Dat is ook onderdeel van je werk natuurlijk, die persoonlijke stijl. Je hebt er ook succes mee.
Ja, maar het zijn van die domme dingen, zoals met die foto van mijn blowende vader. Dan denk ik: ik ben best wel slim, hoezo leer ik niet, heb ik weer tegen een wildvreemde op de chat van alles gezegd wat ze eventueel tegen me kunnen gebruiken. Ik zeg van alles tegen iedereen en dat is niet handig want ik ben een publiek persoon. Ik weet het wel, maar ik handel er niet naar.
Wat is er veranderd in je carrière in de afgelopen tien jaar?
Facebook heeft wel invloed gekregen op mijn werkleven. Voor research, maar het is ook echt een ding voor het activisme, voor nieuwe netwerken. Je leert mensen makkelijker kennen. Soms droom ik weleens over Facebook.
Dat je iets post en dat mensen het niet liken?
Nee, het is eigenlijk te gênant… Ik droom weleens dat ik een leuke post verzin, maar als ik dan wakker word is-ie niet zo leuk meer.
Ha! Ik droom ook wel eens een goed idee voor een artikel, en dat ik dan in mijn droom denk: wow, écht een goed idee, dat moet ik onthouden voor als ik straks wakker ben.
Ik heb het idee voor mijn eerste documentaire ook gedroomd, en dat toen echt gemaakt.
Zou je ook dingen willen maken waar je eigen leven niet de aanleiding en insteek voor het verhaal is?
Ik weet niet of ik dat leuk zou vinden. Maar ik ga waarschijnlijk een serie maken over opvoeding en daarvoor gebruik ik niet mijn eigen kinderen en persoonlijke verhalen. Dat willen mijn kinderen ook niet – die willen niet eens dat ik een foto van ze online zet. Die zijn geheel tegen de tijdsgeest in totaal niet geïnteresseerd in het verspreiden van zichzelf. Mijn jongste zoon zei laatst: het lijkt me heel erg om beroemd te zijn.
Gek inderdaad, ik dacht dat tieners juist alles online plempen.
Ze hebben best veel schaamte, maar dat is logisch voor pubers. Ze schamen zich soms voor me, omdat ik dingen doe met seks en met Zwarte Piet, en een boek heb geschreven met het woord ‘slet’ erin – dat is allemaal gênant. Ze zeggen: “Kan je niet een natuurfilm maken over leeuwen?” Laatst zei een van de twee: “Mam, ik weet het! Je moet iets over leeuwen doen, maar dan dat de leeuwen uit het zuiden onderdrukt worden door leeuwen uit het noorden, en dat de vrouwtjesleeuwen al het werk moeten doen.”
Haha, misschien iets om te pitchen bij National Geographic?
Mijn kinderen zijn zo moeilijk om indruk op te maken. Laatst was Zwart Licht bij me op bezoek, waar ze echt fan van waren, maar toen ik zei dat Akwasi bij ons thuis was, zeiden ze: “Oké.” Of laatst, toen ik met Lil’ Kleine en mijn vader had gehangen na afloop van RTL Latenight – vonden ze ook totaal niet indrukwekkend.
Vind jij het wel leuk om te blowen met Lil’ Kleine, of sigaretten te roken met de burgemeester? Om beroemd te zijn?
Blowen met Lil’ Kleine is antropologisch interessant, maar het is een speldenprik in je bestaan, het maakt uiteindelijk geen flikker uit. Andere dingen hebben veel meer invloed – ik heb heel veel geleerd in afgelopen drie jaar. Ik was altijd heel erg op het feminisme, en nu op diversiteit. Eigenlijk is die antiracismebeweging veel bruisender en spannender; er gebeurt meer dan in het feminismedebat.
Zeg je nou dat je feminisme saaier vindt dan het antiracismedebat?
Nee, dat zeg ik niet. Maar binnen het feminisme gebeurde minder toen ik er echt actief mee bezig was, het was toen niet echt een beweging. Maar nu misschien wel bij jonge vrouwen?
Ja, zeker wel, en dat is mede dankzij jou, denk ik.
Denk je? Ja, het lijkt wel een leuke tijd nu, voor het feminisme.
Iets anders: ik kwam je vorig jaar wild dansend tegen op een shirt-uit-feest. Ga je veel uit?
Mijn kinderen zijn groter dus ik kan weer makkelijker uit. Ik heb het gevoel dat ik weer opnieuw jong ben; als je kleine kinderen hebt ben je zo moe.
Doe je dat over tien jaar nog steeds?
Misschien wel, ik weet het niet. Laatst had ik het met vrienden over twerken en bubbling – ik hou heel erg van dancehall en van zo dansen, maar ik dacht: komt er een moment dat mensen tegen mij moeten gaan zeggen: “Sunny…
“Dit kan niet meer.”
“… doe normaal, je kan ook niet meer zo gekleed, kom op, ga je nu even gedragen als de vrouw die je bent.” Maar ik voel me ook niet ouder dan jij of zo, behalve dat ik alles over gedoe met kinderen en huizen kopen weet.
Ik denk dat je zelf op een gegeven moment wel voelt dat het niet meer kan.
Dat je dan een beetje sneu in de club staat.
Oei, dat klinkt vrij kut inderdaad.
Je moet geen ‘kut’ zeggen, een kut is niets negatiefs.
Pik. Grapje. Dank Sunny, en ik zie je op het VICE-feest. Daar valt vast wel wat te twerken.