​Ik verveel me als ik niet dronken ben, maar is dat erg?

Pas als ik drie biertjes heb gedronken, beginnen dingen me een beetje iets uit te maken. Als ik het zo zeg klinkt het misschien alsof ik depressief ben, maar dat is niet zo. Het warme gevoel van die drie biertjes geven mijn doordeweekse dagen gewoon net dat beetje glans. Ze geven me een soort nostalgisch gevoel, ze veranderen een ‘situatie’ in een ‘moment’. Sommige mensen dat ze dit gevoel kunnen oproepen met mindfullness of yoga, maar die mensen hebben vast nooit geprobeerd op regelmatige basis te drinken. Drinken is te gek.

Het probleem is dat je aan drinken doodgaat, en het is niet echt cool. Mensen zetten in hun Tinderprofiel niet voor niks dingen als familie, vrienden, eten, gym, lekker lachen, in plaats van altijd een beetje drinken omdat ik het leven niet meer zo leuk vind als toen ik klein was.

Videos by VICE

Het is niet zo dat ik vrienden kwijtraak omdat ik drink, en ik heb ook nooit echt last van katers. Ik sta vroeg op, werk hard, en niemand heeft last van mijn drinkgedrag. Maar toch vraag ik me af of ik niet langzaam kapot ga. Kan ik elke dag drie biertjes drinken – en elk weekend compleet uit de bocht vliegen – en toch lang en gezond leven? En als dat niet zo is, vind ik drinken dan belangrijk genoeg om mijn eigen sterfelijkheid te negeren? Is het niet erg als ik ziek word en dood ga?

Ik ben waarschijnlijk niet de enige met deze zorgen, dus besloot ik op zoek te gaan naar wat antwoorden. Voor ons allemaal.

Ik belde met dokter Amelia Stephens, beschreef mijn drinkgedrag aan haar, en vroeg haar hoeveel jaar ik nog te leven heb. Dat was volgens haar lastig in te schatten maar ze zei wel dat ze – als professional – bezorgd over me was.

“Alcohol is een carcinogeen van de eerste categorie [het hoogste niveau],” zei ze. “Naast de schade die alcohol aan je lever veroorzaakt, vergroot drinken op lange termijn de kans dat je kanker krijgt.”

Dokter Stephens legde uit dat het probleem zit in de manier waarop je lever alcohol omzet in spul dat acetaldehyde heet. Dat spul zit ook in parfum en desinfecterende middelen, en in tumoren. Het is niet verstandig om je lichaam regelmatig bloot te stellen aan een flinke dosis acetaldehyde, hoewel we dat eigenlijk wel doen – alleen noemen we het dan een kater;. “Ik kan je dus niet echt helpen,” waarschuwde dokter Stephens, “maar ik denk dat je wel last kan krijgen van het drinken. Maar je weet het nooit zeker. Het heeft ook veel te maken met je genen.”



Ik kreeg van het gesprek met dokter Stephens vooral zin om een andere expert te raadplegen. Aan de andere kant haalde ze wel mijn favoriete excuus aan – genen. Ik weet niet zeker of dokters het beseffen, maar als ze zeggen dat het “te maken heeft met je genen,” ondermijnen ze een heleboel gezondheidswaarschuwingen. Dat komt doordat ik er in principe vanuit ga dat ik niet ziek word – een bekend psychologisch verschijnsel dat de “optimism bias” wordt genoemd. Het houdt in dat de meeste mensen geloven dat ze minder kans hebben om iets negatiefs te ervaren dan anderen.

Voor mij is dit een belangrijke reden dat ik mijn drinkgedrag niet zo erg vind. Ik denk dan: ik ben langer dan gemiddeld. Daarom ben ik niet zo’n mietje als andere mensen, dus word ik niet ziek. Dat slaat natuurlijk nergens op, maar het voelt wel goed. En dat gevoel is genoeg om te blijven drinken, ondanks het feit dat de medische wetenschap me ongelijk geeft.

Ik ben niet de enige die zo denkt. Overal ter wereld maken mensen een keuze tussen niet zo snel doodgaan en roken, drinken, heroïne of wat dan ook, en kiezen toch voor de optie waar je eerder dood van gaat. Dat is belachelijk, maar die keuze is niet rationeel. We zijn menselijk, en we doen wat goed voelt, niet per se wat goed is.

Ik wilde toch graag een medische expert spreken die wat meer op een level met me zat. Daarom belde ik met Joel Porter, een klinisch psycholoog en verslavingsexpert. Ik vertelde hem dat ik het prettig vind om mezelf te bezatten, en dat ik echt oprecht geloof dat de voordelen opwegen tegen de nadelen – zelfs als ik op een dag word getroffen door een ziekte. Daarna vroeg ik hem hoe hij mijn toekomst inzag.

Verrassend genoeg haalde dokter Porter geen medische redenen aan om te stoppen met drinken.

“Je kunt een deel van de gezondheidsrisico’s verkleinen door veel te bewegen, goed te eten en ervoor te zorgen dat je betekenisvolle relaties hebt in je leven,” zei hij met een prettig Texaans accent. “Veel mensen die ik spreek die veel drinken eten ook slecht.” Volgens Porter hebben mensen met een verslaving vaak nog andere ongezonde gewoontes.

“Weetje, als je besluit dat je wil blijven drinken, kan je een voedingsdeskundige vragen om een dieetplan voor je op te stellen,” zei hij. “Je kan de andere aspecten van je leven eromheen bouwen, maar de meeste alcoholisten doen dat niet.”

Op een gegeven moment raakte ik hier best enthousiast over. Ik zag een gouden, relatief gezonde en constant warmwazige toekomst voor me. Maar Porter waarschuwde me ook. “Wees wel voorzichtig,” zei hij. “Het kan gebeuren dat je afhankelijk raakt op manieren die je niet had voorzien. Dat gebeurt met veel mensen. Ze beginnen te drinken om hun kater van zondag te verdrijven, daarna die van maandag, en zo neemt de drank hun leven over. Je kunt je vrienden verliezen, en dat is dan weer een reden om meer te drinken.

“Als je het lekker vindt om dronken te zijn,” zei hij, “moet je vooral proberen om je tolerantie laag te houden.”