Sport

We spraken Edgar Davids over mode, fotografie en surrealisme

Foto's door Sanne Zurne.

Voor sommige voetballers bestaat alleen de bal en verder niets. Maar Edgar Davids, de ex-topvoetballer van onder andere Ajax, Juventus en Barcelona, dompelt zich overal in onder, als het hem maar kan verbazen. Zijn wereld draait nu niet meer om voetbal, maar om kunst, literatuur, fotografie en mode.

“Je kan niet altijd op gympen lopen toch,” zegt hij. Ik kijk naar mijn eigen voeten: witte gympen. Hij lacht: “Ja, maar niet élke dag vriend.” Ik knik, ik lach en ik probeer te bedenken wanneer ik voor het laatst geen gympen aan had. Het was lang geleden.

Videos by VICE

Ik spreek Davids in een kamer in het Amsterdamse Parkhotel, waar hij meteen vanuit het vliegveld naartoe is gekomen. Hij is te laat, want de koffer kwam maar niet van de bagageband. Toch is zijn humeur onbedorven.

De aanleiding van ons gesprek is een paar schoenen. Voor Eureka Shoes ontwierp hij namelijk een paar voor mannen en een voor vrouwen, The Ultra – stevige stappers die een beetje lijken op een luxe bergschoen. Uiteindelijk spraken we vooral over mode, fotografie en surrealisme.

VICE Sports: Ha Edgar, je ontwerpt nu zelf schoenen. Hoe is dat zo gekomen?
Edgar Davids: Ze vroegen me en dit merk heeft nogal een goede naam. Het leek me leuk en ik had meteen iets in gedachten. Klassiek maar in een nieuw jasje – tijdloos. Het is een heel interessant proces, schoenen ontwerpen. Van de tekentafel tot aan de fabriek ben ik er steeds helemaal bij betrokken geweest.

Hoe lang loop je nu al mee in de mode?
Met mijn eigen merk Monta ben ik zo’n zestien jaar geleden begonnen. Op een zeker moment ben ik me er echt in gaan verdiepen. Ik woonde toen in Londen en bij het Central Saint Martins ben ik een opleiding gaan volgen. Als ik iets doe, dan wil ik er ook meteen alles over weten, dus ik leerde concepten bedenken, tekenen, alles over materialen – dat soort dingen. Ik zal nooit zoveel weten als gasten die er echt jaren en jaren voor gestudeerd hebben, maar genoeg om te weten waar ik het over heb.

Hoe vonden de studenten het dat ze ineens met een wereldberoemde voetballer in de les zaten?
Het is een hele andere wereld. Ze kijken niet zo of ze weten het niet eens. Voetbal is oké maar de meesten daar zijn gewoon helemaal into fashion. Dat is ook wel cool.

En bevrijdend voor jou?
Het maakt me niet zoveel uit man. Ik hou gewoon van andere dingen leren en verrast worden. Neem mannensilhouetten: kleding voor mannen is altijd vrij algemeen. Maar als je daarbinnen toch met iets nieuws kan komen, dan ben ik onder de indruk. Dat is vakmanschap. Net zoals ik onder de indruk ben van een weergaloze solo van Messi of Cristiano Ronaldo die boven iedereen uittorent bij een kopgoal. Als iemand iets doet wat ik nooit had kunnen bedenken, kan ik alleen maar zeggen: zó! Daar zoek ik naar, het kunnen verrassen binnen de spelregels. Het is allemaal kunst, creativiteit in de puurste vorm.

1530781545539-Edgar-Davids-1-c-Sanne-Zurne
Foto’s door Sanne Zurne

Over kunst gesproken: je bent een verzamelaar met een liefde voor surrealisme. Wat vind je daar zo goed aan?
Het is heel simpel. Ik vind het mooi als mensen een hele nieuwe wereld kunnen creëren. Het idee dat je iets in je hoofd hebt wat niet conform de realiteit is en dat zo kunnen uiten, dat vind ik een exceptionele kwaliteit. Ik hou van het moment dat je totaal verrast wordt. Dat heb ik ook met literatuur. Ik hou van lezen en soms zie ik een zin waarbij ik alleen maar kan denken: fuck, hoe heeft-ie dit zo bij elkaar weten te brengen? Wauw.

Welke schrijvers vind je goed?
Oh, dat zijn er zoveel. Het hangt van m’n mood af. Maar ik ga van Kafka naar Emerson. En Charles Bukowski, dat rauwe. Lekker direct. Neem nou Het Postkantoor. Dat gaat dus alleen maar over een postkantoor en toch blijft het interessant. Stel je voor dat je zo kan schrijven.

Maak je zelf ook dingen?
Ik ben de laatste tijd vooral bezig met fotografie. Waar ik ook naartoe ga, ik heb vrijwel altijd mijn camera bij me. Nu zit hij in m’n tas. In principe is het gewoon voor mezelf, om mijn journey vast te leggen. Ik reis heel veel, ik maak zoveel mee. Een paar weken geleden was ik nog in een vluchtelingenkamp in Jordanië. Dat soort momenten wil ik vastleggen.

Zijn het goede foto’s?
Nou ja, het klinkt blasé maar ik ben er zelf wel tevreden over. Maar ik heb vrienden die professioneel fotograaf zijn en die laat ik weleens wat zien waarvan ik denk dat het iets is, en dan reageren ze met: “Ja… oké.” Haha, ze zijn blunt, snap je? Maar ik hou ervan om het te doen.

Terug naar mode. Wat voor rol speelt dat in je dagelijkse leven?
Het werkt zo: pas als je ergens in geïnteresseerd bent, dan zie je het. Als ik bijvoorbeeld tegen jou zeg: denk eens aan een Fiat Punto. Die zie je nooit tot je erop gaat letten, en dan zie je ze ineens overal. Zo is het ook met mode voor mij. Nu apprecieer ik dingen die ik vroeger nooit had herkend. Maar ik vind het ook mooi dat mensen er onbewust mee bezig zijn.

Je bedoelt dat iedereen met mode bezig is want iedereen kleedt zich aan?
Ja dat. Je hebt mensen die gewoon wat aantrekken en daar blij mee zijn, dat is ook oké.

Wat is het moment geweest dat je het ging zien? Was dat tijdens je periode in Italië?
Nee daarvoor al, bij Ajax. Je weet hoe dat gaat in de kleedkamer; je bent toch de hele tijd naar elkaar aan het kijken. Maar in Italië kwam ik wel in aanraking met een bepaalde manier van kleden: strakke broek, overhemd, pullover – simpel maar netjes. En dat doen ze dan ook gewoon in het stadion hè, zelfs als ze in de harde kern staan. Ik had wel teamgenoten die dat stijltje tot in de perfectie hadden uitgevoerd. Dat ik naar ze keek en alleen maar kon denken: góh! Het is niet mijn stijl maar ik snap hem. En dat is het ook met kunst: het waarderen van andere stijlen dan de jouwe.

Deed het iets met de hiërarchie in de kleedkamer, of je goed gekleed was?
Bij de hiërarchie gaat het toch meer om persoonlijkheid. Maar er waren wel ongeschreven regels. Bij Juventus was het de norm dat je degelijke sokken droeg. Als iemand gekleurde sokken aanhad, werden de tenen eraf geknipt. Dat is kleedkamerhumor. En als iemand iets geks had, dan werd dat even pontificaal in de kleedkamer gehangen, of door iemand anders aangetrokken.

Bij jou ook?
Nee hoor, bijna nooit.

Als internationals nu bij Huis ter Duin aankomen heeft het soms iets weg van een modeshow. Spelers worden zelfs beoordeeld op wat ze aanhebben dan. Wat vind je daarvan?
Ik vind het dope man. Daarvoor is het toch? Je kleedt je naar je persoonlijkheid. En als dat heel extravagant is, waarom niet? Ik vond het fantastisch toen Depay met die hoed en die sjaal kwam. Ik vroeg me wel af: heeft ie het nou van mij? Want twee jaar geleden had ik ook al zoiets aan, beïnvloed door oude Westerns. Mensen die dat niet snappen gaan zeuren, dat kan, maar je moet iemand niet afrekenen op hoe hij zich uit met zijn kleding. Als hij zich er comfortabel in voelt, is het oké. Je ziet nu wel echt dat voetballers hun stempel drukken op de modewereld.

Zijn mode en voetbal aan het vervlechten?
Eigenlijk is dat altijd zo geweest, maar het is zichtbaarder geworden omdat je voetballers nu de hele dag ziet op social media. Dat heeft nogal wat impact.

En je hebt als voetballer op het veld maar weinig ruimte om iets van jezelf te laten zien, je zit nu eenmaal vast aan je tenue.
Nee, wow wacht. Moet je eens opletten op hoeveel verschillende manieren mensen hun tenue kunnen dragen. Echt, daar kun je versteld van staan. De broek hoog optrekken of juist op half twaalf, shirt in je broek, uit je broek, voorkant erin en achter los. Richard Witschge en ik hadden vaak alles erin en dan voorin los, Hugo Sanchez van Real Madrid had die hele korte broekjes en Thierry Henry droeg zijn sokken over z’n knieën. Nee vriend, het lijkt zo. Het is een uniform maar niet uniform.

Heb je toen je om medische redenen de bril bent gaan dragen op een bepaald moment ook de fashionpotentie ervan ingezien? Het is inmiddels iconisch voor je geworden.
Voetbal jij?

Zeker.
Dan moet je de volgende keer eens proberen om met een bril op te voetballen en me vertellen hoe dat was. Geloof me, het is veel moeilijker. Of die bril mij cool stond of niet, het bleef een praktisch ding. Ik had gewoon de keuze: stoppen of doorgaan met een bril op. En alles was functioneel. De kleur van die glazen bijvoorbeeld, die was zo oranje omdat dat goed werkte voor het contrast van de witte bal op het groen van het gras. Met voetbal was ik juist degene die op alle dingetjes ging letten, de 0,0001 procent waarin je het verschil kan maken. De bril was noodzaak, geen fashion.

1530781567519-Edgar-Davids-4-c-Sanne-Zurne
“Een voetbaltenue is een uniform, maar het is niet uniform.”

Je bent inmiddels niet meer de enige voetballer met een modemerk.
Ze zijn allemaal welkom. Mijn motto is ‘I don’t hate, I congratulate’. Maar ik zeg wel altijd tegen die boys dat als je nog aan het voetballen bent, focus je dan honderd procent daarop. De druk is enorm dus je kunt geen afleiding gebruiken. Je moet je omringen met mensen die er verstand van hebben. Als je ergens geen verstand van hebt, klinkt iedereen verstandig. Daarom ben ik die studie gaan doen, nu kan ik meepraten. Zeker in het begin bij Monta ben ik wel een paar cowboys tegengekomen. Mannen met praatjes die met losse flodders schieten, maar niks voor elkaar krijgen. Weg ermee man.

Is de modewereld net zo hard als de voetbalwereld?
Net zo hard als elke wereld waar veel geld in omgaat, elke wereld die sexy is. Je hebt altijd opportunisten.

In de modewereld zijn er wel de nodige misstanden. Neem je daar je verantwoordelijkheid in?
Bedoel je de arbeidsomstandigheden? Het probleem daarbij is vaak dat er geen contact is tussen de CEO’s en topmanagers van merken en fabrieken. Maar ik ga naar die fabrieken toe. En dan kaart ik het aan, maar met Amsterdamse humor. “Hee jongens, jullie hebben niet daaronder nog een paar kindertjes verstopt hè?”. Dat is lachen maar ondertussen check ik het wel effe. Ik moet het wel gezegd hebben, want natuurlijk is het belangrijk om dat aan de kaak te stellen.

Wat voor rol speelt voetbal momenteel in je leven?
Ik doe nu een stage bij Al-Ahli in Dubai. Ik vind het spelletje nog steeds leuk, en het ontwikkelt zich mooi. Er is veel winst te halen in hoe we trainen, in wat er nu gevraagd wordt van spelers. Het is steeds fysieker geworden. Christiano Ronaldo is op dat gebied uniek, echt een atleet. Hij is vrijwel nooit geblesseerd en speelt bijna elke wedstrijd.

Kijk je nog veel voetbal?
Af en toe nog weleens, maar ik volg het niet op de voet. Dat heb ik eigenlijk nooit gedaan. Ik ga over het algemeen liever naar de opening van een toffe galerie dan naar een wedstrijd. Daar word ik eerder verrast.

Maar je hebt dus nog wel de ambitie om trainer te worden?
Ik wil me ontwikkelen in heel veel dingen, maar ik wil me ook niet beperken. Ik heb veel passies, veel dingen die ik tof vind. Die wil ik allemaal doen.

Zijn er dan nog andere werelden waarin je jezelf ziet bewegen?
Oh, zoveel werelden. Als het maar met passie en creativiteit gaat. Het belangrijkste is dat ik mezelf ergens in kan verliezen, dan kost het geen moeite. Ik rol gewoon van het ene naar het andere. Met het project Streetpro vangen we bijvoorbeeld jongens op die dreigen buiten de maatschappij te vallen. Hun probleem is vaak dat ze hun passie niet weten. Onze taak is dan om ze die te laten ontdekken. Want voor mezelf heb ik gemerkt dat passie de beste drijfveer is.

Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.