De mannen van Jackass laten hun lichaam al meer dan twintig jaar kapotmaken. Toen hun serie voor het eerst op MTV kwam, waren het nog een stelletje jonge mafkezen, maar tegenwoordig zijn ze van middelbare leeftijd. Johnny Knoxville is 50, Steve-O is 47 en ook Wee Man is alweer 48. Maar in Jackass Forever, het vierde deel van de filmreeks, gedragen ze zich nog even roekeloos als al die jaren geleden.
Knoxville liet voor de zoveelste keer een stier op hem in beuken, met als gevolg een gebroken pols, een gebroken rib, een hersenschudding en een hersenbloeding. Steve-O beschadigde zijn schenen met een dom apparaat dat ze de ‘skateboardguillotine’ noemen. Ehren McGhehey onderwierp zijn ballen aan de klappen van een MMA-zwaargewicht, een Olympische softbalwerper, en een kerel op een springstok.
Videos by VICE
Hoewel het niet opvalt als je de film kijkt, was er altijd wel iemand op de set aanwezig die probeerde te voorkomen dat deze jongens ter plekke zouden sterven. Charlie Grisham heeft die taak op zich genomen, en is de stuntcoördinator van de productie. Na meer dan twee decennia als stuntman te hebben gewerkt – in films als Minority Report, Twilight en The Dark Knight Rises – stopte hij met het uitvoeren van stunts om ze te dirigeren. Dat betekent normaal gesproken dat hij moet voorkomen dat acteurs en stuntartiesten gewond raken. Maar bij Jackass Forever ligt het een stukje ingewikkelder: hij moest alles wat Knoxville en zijn maten deden veiliger maken zonder het écht veilig te maken. “Ze mogen zichzelf in elkaar slaan, maar ze mogen zichzelf niet verminken,” legt hij uit aan VICE. Hij was bijna elke dag op de set en moest continu aanpassingen doorvoeren in de gruwelijke stunts die ze wilden uithalen. Als hij niet op het punt stond een paniekaanval te krijgen, lag hij in een deuk.
Grisham werkt al sinds 2010 samen met de Jackass-crew, toen ze hem inhuurden voor Jackass 3D. Zijn baan is erg complex. Als hij niet ver genoeg gaat in het beschermen van deze jongens, zou hij letterlijk bloed aan zijn handen kunnen hebben. Maar als hij te veel van hun stunts onmogelijk maakt, kan hij de hele film verpesten. Jackass is geen Jackass als er niemand pijn heeft.
We belden Grisham op om erachter te komen hoe hij die balans vindt, maar ook om te horen hoe het was om de wildste scènes uit Jackass Forever van dichtbij mee te maken. Hij vertelt dat wat op de set gebeurde vaak nog gevaarlijker was dan wat er in de film te zien is.
VICE: Hoe ziet jouw gemiddelde dag eruit op de filmset van Jackass?
Charlie Grisham: Ik ben negentig procent van de tijd aanwezig bij wat ze filmen. Ik probeer weg te rennen als hun penissen tevoorschijn komen, maar zelfs als het niet echt een stuntscène is, ben ik erbij. Deze jongens zijn als familie voor me, dus ik doe alles wat ik kan om ervoor te zorgen dat mijn broers niet gewond raken. Maar het is een hele vage lijn. Als ik het extra veilig maak, hadden we het net zo goed niet kunnen filmen, want dan sneuvelt het meteen in de montage. Er zullen verwondingen plaatsvinden, maar we moeten dat beperkt houden. Dat is waar het erg lastig voor mij wordt.
Kun je een stunt afwijzen als je het te gevaarlijk vindt?
Natuurlijk, ik heb dat al eens gedaan. Maar het komt echt héél weinig voor dat ik ergens echt een veto over uitspreek. Ik ben al jaren een fan van Jackass en ik heb vier films met Knoxville geschoten, dus ik snap het concept. Als ze naar me toekomen en zeggen dat ze iets willen doen, zeg ik nooit nee. Ik denk dan aan een manier om het veiliger te doen, zoals: “Wat nou als we de stunt anderhalve meter verschuiven en hij landt op een vuilnisbak in plaats van op het beton?” Als ik nee zeg, heb ik altijd een andere optie in mijn hoofd. Het blijft hun idee en het blijft knettergek. Ik verschuif het alleen een beetje naar rechts of links.
Zijn er stunts geweest die ze wilden doen voor Jackass Forever die jij uiteindelijk afwees?
Nee, maar er waren er een heleboel waarvan ik dacht: o, nee, hoe gaan we dit doen? We hadden op een gegeven moment een soort waterski-jetpack gemaakt en het was echt heel gevaarlijk. Je denkt dan: wat kan er mis gaan? Ze zouden kunnen verdrinken, iemand zou tegen een helling kunnen knallen met tientallen kilometers per uur, maar ook je gezicht eraf scheuren is een optie. Ik vind mezelf behoorlijk veerkrachtig, maar zij doen dingen die ik voor geen goud zou uitvoeren.
Kun je andere voorbeelden geven van gevaarlijke stunts die ze uithaalden, en die jij vervolgens veiliger moest maken?
Stieren maken mij bang. Ik herinner me er eentje die in Jackass Forever voorkwam, en het was de grootste stier die ik ooit heb gezien. Het was een grote, professionele rodeostier. Het was krankzinnig. Ik keek naar Knoxville en ik wist dat hij door de lucht zou gaan vliegen. We moesten de grond zo goed mogelijk verzachten door de aarde in de arena op te graven. Dan heeft hij een centimeter meer zachte aarde om in te landen, wat nog steeds niet echt veel is. Ook moesten we ervoor zorgen dat de ambulance dichtbij kon parkeren. De chauffeur moest precies weten waar hij heen ging. Misschien hadden we zelfs een politie-escorte nodig om hem daarheen te brengen. En als we hem daarheen moesten brengen met een helikopter, waar kon die dan landen?
Je gaat uit van een rampscenario en vanuit daar plan je alles. Je gaat naar de cowboy en de stierenvechter en je zegt: “Hoeveel rodeoclowns hebben we nodig om Knoxville veilig te houden?” Als hij antwoordt dat er drie nodig zijn, dan zeg ik: “Geweldig, dan hebben we er dus vijf nodig.” Want als hij knock-out gaat, wat uiteindelijk ook gebeurde, is hij helemaal hulpeloos daarbinnen met die stier. We hebben daar ook camera’s. Die stieren kunnen over het hek springen als ze dat echt willen, want ze zijn flexibel en sterk. De cameracrew wil steeds dichterbij komen, dichter en dichter, om het perfecte shot te krijgen. Dan maak ik me zorgen over Knoxville én de camera crew. Er is elke keer heel veel tegelijk aan de hand.
Dat was een van de engste dagen die ik ooit heb meegemaakt. Die klap die hij kreeg was krankzinnig. Op de set zag het er nog veel erger uit dan in de film. Ik dacht dat hij misschien dood was. Ik was als eerste bij hem en ik wilde hem vastpakken, want hij was maar een meter of twee, drie van het hek verwijderd. Tegelijkertijd wist ik dat het belangrijk was om hem niet te bewegen. Ik zag hoe hij landde, en ik dacht dat er een grote kans was dat hij zijn nek had gebroken. Dus nu kon ik hem niet verplaatsen, en ik maakte me zorgen om de stier. Hij keek een paar keer naar ons, het wilde meer. Dat is de mentaliteit van zo’n beest: het wilde letterlijk iedereen doden. Niet pijn doen. Niet alleen maar de lucht in schoppen. Deze situatie zal ik nooit meer vergeten.
Waren er andere momenten dat je het even niet meer zag zitten?
Met levende dieren is het altijd gokken. Er zat een beer op het kruis van Ehren. Het lijkt heel grappig, maar als die beer hem begint te verscheuren, kan hij met één ruk zijn hoofd eraf trekken.
Een andere stunt die heel gevaarlijk was, is wanneer ze met muziekinstrumenten marcheren en op een loopband springen. Die loopband ging hard. Ik probeerde uit te zoeken hoe ze konden vallen zonder hun hoofd te beschadigen. Ik kwam erachter dat het niet uitmaakte hoe je viel, je zou altijd een knal op je hoofd krijgen. Het risico op een hersenschudding is groot. Vijf of zes crewleden deden het achter elkaar. Dan moest ik me ook nog zorgen maken over al die instrumenten die door de lucht vlogen met twintig kilometer per uur. Steve-O landde op zijn hoofd en nek. Knoxville kreeg een lichte hersenschudding, want hoe meer hersenschuddingen je krijgt, hoe makkelijker het is om er nog één op te lopen. Ik heb het gevoel dat je hem met een hand op het achterhoofd kan slaan en dat hij dan al een hersenschudding oploopt.
Zijn er buiten Johnny Knoxville nog andere mensen zwaargewond geraakt?
Meestal gebeurde dit bij de middelgrote tot kleine stunts, die er op camera niet uitzien als stunts waar iemand ernstig gewond van kan raken. We waren in een manege, en er was een paard dat Steve-O vooruit trok. Hij stond op ski’s met een ski-touw. We hadden een schans gebouwd, die hooguit een meter hoog was. Hij ging, met behulp van het paard, waterskiën door de modder, de helling op, en aan het einde van de helling hadden we van die grote blauwe vaten neergelegd, ongeveer dertig stuks. Hij zou alle vaten van de helling af skiën. Het zou echt grappig worden. Hij vloog een meter de lucht in. Steve-O is erg athletisch, hij is net een kat. Hij is een van de jongens waar ik me niet te veel zorgen over maak.
Toen bevond hij zich in een oogwenk aan de zijkant van de helling, en daar moest hij of stoppen of ervoor gaan. Ik denk dat hij dacht dat hij het nog kon halen. Hij crashte en gleed op zijn ribben over de houten helling, en toen kwam hij eraf. Hij reikte naar achteren om de klap op te vangen, miste de vaten volledig, raakte de grond en zijn schouder raakte ontwricht. Ik vroeg me af: wat gebeurde er zojuist?
Protesteren de Jackass-jongens weleens als je stunts veiliger wilt maken?
Knoxville en Jeff Tremaine [regisseur van de film, red.] zijn de enige twee die dat doen. Tremaine wil gewoon de beste film ooit maken. Het is moeilijk om hem tot rust te bedaren. Ik zeg dan: “Hé, ik wil Knoxville niet meer dan twintig meter door de lucht zien vliegen.” En Tremaine zegt dan: “Laten we gewoon dertig meter doen. Wat is nou tien meter meer?” En ik heb dan zoiets van: je begrijpt het niet. Op het water vallen van die hoogte, dat voelt als beton. Toen we Knoxville uit het kanon schoten, zeiden ze: “Als we het gaan doen, laten we het dan groots aanpakken.”
Knoxville is erg loyaal naar zijn fans. Hij draagt geen bescherming. Hij zou het kunnen dragen zonder dat iemand het opvalt, maar hij weigert dat te doen. Toen hij door die stier werd bestormd, stond ik erop dat hij bescherming onder zijn smoking droeg. Als die stier je in je ribben raakt, kan het je organen beschadigen. Zelfs onze stierenrijder zei hem dat hij een vest moest dragen. Als ik Knoxville tegenspreek, dan geeft hij me op een gegeven moment een bepaalde blik, en hij zegt dan: “Ik draag dat jasje niet.” Als ik die blik zie en hij zegt het zo, dan kan ik er niets meer aan doen. Dit kan hem doden, maar het is wat het is. De producenten weten het, de studio weet het, iedereen weet het, maar we staan allemaal achter hem.
Het is tien jaar geleden dat deze jongens hun vorige Jackass-film maakten. Hoeveel meer risico nemen ze tegenwoordig, nu ze ouder zijn en hun lichamen kwetsbaarder zijn geworden?
Toen ik jonger was en ik crashte op beton, stuiterde ik er bijna vanaf. Nu ik ouder ben, stuiter ik niet meer. Het is net een plons en het doet maanden pijn. Knoxville en ik zijn even oud. Ik weet dat het z’n tol eist en je herstelt niet altijd. Die stomme kleine blauwe plekken blijven langer zitten.
Volgens mij vraagt iedereen zich af: kunnen deze jongens het nog wel aan? Die kerels zijn oud! Ik had het gevoel dat Knoxville bij die stier dacht: ik zal jou eens laten zien hoe oud ik ben. Het lijkt alsof ze meer te bewijzen hebben nu. En ik heb zoiets van: nee, jongens, jullie hoeven niets te bewijzen. En zij antwoorden dan: “Laten we het naar het volgende niveau tillen.” En dan denk ik: er is geen volgend niveau. Waar zijn we mee bezig?
Heb je nog wel plezier op de set? Of ben je vooral aan het stressen over hun veiligheid?
Ik heb het erg naar mijn zin, tachtig tot negentig procent van de tijd. De Jackass-films zijn zonder twijfel de leukste van alle films waar ik ooit aan heb gewerkt. Tot op de dag van vandaag voelt het als een feestje. Als ik thuiskom, spring ik snel in bed zodat ik de volgende dag weer vroeg kan werken. Maar dan zijn er ook vier, vijf, zes momenten tijdens de film dat ik het niet leuk vind, zoals de dag met de stier. Die dagen zijn heel erg stressvol. Het is moeilijk voor mij, want als stuntcoördinator op een normale set sta ik niet toe dat iemand ook maar een klein schrammetje oploopt. Maar deze jongens doen hun stunts zelf. Het is niet zo dat we alles eerst even testen en weten dat het honderd procent veilig is. Dit is het echte werk. Wanneer ik op andere filmsets werk en een acteur krijgt een kleine blauwe plek, voelt het alsof ik heb gefaald. Maar bij Jackass sturen we een wilde stier op Johnny Knoxville af. Het zijn twee totaal verschillende werelden.
Het is een enorme eer om met deze jongens te werken. Ik was een onwijze fan van ze toen ik opgroeide, en nu zijn die gasten familie voor me. Ik zou bijna alles voor ze doen.