Vlak nadat reactor 3 van kerncentrale Fukushima ontplofte, werd kernenergie doodverklaard. Japan zelf stopte er meteen mee, Duitsland zweerde het volledig af en ook veel andere landen liepen door hun veiligheidsplannen heen en dachten: moeten we dit wel willen?
Het antwoord op die vraag is – drie jaar later – een schouderophalende “ja, op zich eigenlijk wel.” Vorige maand kwam in Japan het Basic Energy Plan uit, waarin de regering van minister-president Shinzo Abe terugkwam op eerdere beloftes om kernenergie vaarwel te zeggen. Het plan sust en tut-tut-tut nog een beetje aan de randjes, maar waar het op neerkomt is dat Japan gewoon weer voor kernenergie kiest. Niks einde van een tijdperk. Het plan noemt kernenergie “de fundering” van het Japanse energiebeleid.
Videos by VICE
Japan kan ook bijna niet anders. Het zit niet zoals de Verenigde Staten op een door God gegeven gasbel of een door Allah gezonden zee van olie. Het is een vulkanische eilandengroep waar rijstkorrels het ontzettend goed doen, maar waar verder weinig uit de grond te halen valt. (Dat gebrek was ooit overigens ook de aanleiding voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific, maar dat terzijde.) Natuurlijk zeiden de Japanners na Fukushima dat ze niks meer te maken wilden hebben met kernenergie, maar nu noemt minister-president Abe die opvatting “onverantwoordelijk voor een grondstofarm land”.
De rest van de wereld gaat ondertussen ook verder waar het gebleven was. Amerika is bezig om zijn oudste kernreactors te sluiten, maar bouwt er moderne voor terug. Zuid-Korea (nummer vijf op de kernenergiehitparade) heeft de ambitie iets naar beneden bijgesteld: vóór Fukushima wilde het 41 procent van alle energie uit het splijten van atomen halen, nu nog maar 29 procent. Ik kan nog wel even doorgaan zo, maar het komt erop neer dat de ambities op de korte termijn naar beneden zijn bijgesteld, maar dat de opmars van kernenergie in essentie gewoon doorgaat.
Dan de uitzonderingen die de regel bevestigen: Duitsland, België en Zwitserland. Die stoppen ermee, hoewel het onduidelijk is wanneer en hoe precies. Bovendien zijn er landen die geen kerncentrales hebben en ze ook niet willen: Oostenrijk, Denemarken, Israel en Nieuw-Zeeland, bijvoorbeeld.
Wie heeft en wil kernenergie? Alleen rood en zwart zeggen ‘nee’. Japan ligt grotendeels stil, maar start nu weer op. Via Wiki Commons.
Nederland moddert gewoon door. Wij hebben één echte werkzame kerncentrale, die bij Borssele in Zeeland. Die blijft nog tot 2033 open. Er is nog een plan om een tweede centrale te bouwen, maar dat staat voorlopig in de ijskast. Niet omdat wij met z’n alleen tegen kernenergie zijn, maar omdat de internationale energieprijzen te laag liggen, zo stellen energiebedrijven Delta en RWE. Een kerncentrale bouwen kost namelijk vrij veel geld en dat willen ze wel terugverdienen. De verwachting is dat ze in 2015 weer eens gaan kijken hoe de vlag erbij hangt.
De bezwaren tegen kernenergie zijn duidelijk: het restproduct is radioactief afval waar we nog steeds geen echte oplossing voor hebben. Het andere probleem is dat als het bij een kerncentrale misgaat, het echt goed misgaat. In het geval van Japan is een groot gebied onbewoonbaar geworden en stroomt radioactief water de zee in. Een vreselijke ramp, hoewel zelfs Greenpeace zegt dat de apocalyptische scenario’s wat overdreven zijn. “Zo nu en dan wordt er nog wel eens een vis gevangen die een hoeveelheid straling heeft boven de toegestane hoeveelheid.” Met de vissen met drie ogen lijkt het dus mee te vallen.
En daarmee komen we bij de reden waarom kernenergie nog steeds niet ten dode is opgeschreven: het is een beter alternatief dan het verbranden van kolen en gas. Dat laatste zorgt voor het broeikaseffect, vergiftigt de grond, verwoest op grote schaal ecosystemen en zorgt over dertig jaar voor ingrijpende geopolitieke verschuivingen omdat het dan op begint te raken. Kernenergie heeft grote risico’s, maar ook geen van al die nadelen als het veilig gebeurt en er een permanente oplossing wordt gevonden voor kernafval.
De tegenstanders zeggen dan: sla kernenergie over en ga meteen over op wind- en zonne-energie. Een nobel idee, alleen kleven daar weer heel eigen nadelen aan. Ze lijken nog steeds de meest ideale en duurzame vorm van energie, maar in de huidige vorm zijn ze nog te duur en niet toereikend. Er komt misschien ooit wel een dag dat wind- en zonne-energie het eindelijk winnen van zelfs kernenergie, maar die dag is nog niet vandaag.
Vandaag gaat het namelijk om een einde maken aan vuile, veel te goedkope centrales. Een kilowatt stroom kost in een kerncentrale 5.429 dollar en in een kolencentrale tussen de 2880 en 3700 dollar – afhankelijk van welke techniek er wordt gebruikt. Kiezen voor kernenergie zou dus niet per definitie een goedkopere keuze zijn, maar wel een meer milieuvriendelijke keuze. En dan maar billen bij elkaar en hopen dat iedereen de veiligheidsmaatregelen netjes naleeft en openheid geeft over de conditie van centrales.
Hoe past de nucleaire top in Nederland in dit verhaal? Overheden zijn bang voor twee dingen. Ten eerste dat er landen zijn die inderdaad de veiligheidsregels niet goed naleven en ten tweede dat het radioactieve materiaal in de verkeerde handen valt. Terroristen zouden een vuile bom (wat niet hetzelfde is als een kernbom) kunnen maken met dat materiaal, waardoor bijvoorbeeld een plein in Rotterdam radioactief besmet zou kunnen worden. Zo’n vaart lijkt het niet te lopen, maar het is fijn dat er mensen zijn die erover nadenken.
Dit is de derde top over dit onderwerp. Na het einde van de top moet er een raamwerk liggen waardoor al het nucleaire materiaal ter wereld volgens vaste afspraken wordt behandeld. Bovendien moet het ervoor zorgen dat bedrijven en overheden zich bewust zijn van de gevaren van kernenergie. Als dat wordt behaald, is het alleen maar weer een extra stapje in de opmars van atoomstroom.