We worden doodgegooid met pure, authentieke en nogal specifieke producten. Dingen die mensen met hun blote handen in elkaar zetten. Ambachtelijke, urban stadsfietsen met matte lak bijvoorbeeld, met handige voorrekjes waar je lokale speciaalbieren met fleurige labels, woordgrapjes en koriander in kan zetten. Maar volgens kunstenaar Jelle Slof (27) is het daardoor in de kunstwereld knap lastig om échte ambacht na te streven. Daarom schildert hij liever massaproducten na, zoals toiletartikelen of AH-bonusfolders. Ik kon deze gedachtegang eerlijk gezegd niet helemaal volgen, dus ik ging bij hem langs in zijn atelier om te vragen waar hij dat idee – en die toewijding – vandaan haalt. En of ik misschien nog goede aanbiedingen heb gemist natuurlijk.
Jelle Slof volgt de (kunst)docentenopleiding van ArtEZ en heeft een bijbaan als postbode. Ik tref hem dan ook in vol PostNL-ornaat bij zijn atelier in Nijmegen. Hij legt een stapeltje nieuwe folders op zijn werktafel en ik vraag hem hoe hij op het lumineuze idee kwam om er schilderijen van te maken. “Ik wilde graag mijn bijbaan als postbode op een subtiele manier in mijn schilderwerk stoppen,” vertelt de kunstenaar. “Dit leek me wel een goede manier. Ik heb deze folders namelijk bijna elke dag in mijn handen en er zit veel in. Het geeft bijvoorbeeld een bepaalde tijd in het jaar aan en er zitten allerlei texturen op die interessant zijn om na te schilderen.” Hij pakt er een folder bij waarop potjes HAK staan. “Neem dit potje groenten. Moet je nou kijken naar het landschap. En dan glaswerk met daarachter bruine bonen in een of andere smurrie. Dat is toch geweldig?”
Videos by VICE
Op de academie begon Jelle met het naschilderen van klassieke olieverfschilderijen. Ik vraag hem hoe hij bij potjes bruine bonen is gekomen. “Ik schilderde graag, maar ik vond mijn eigen ideeën nooit zo goed. Daarom besloot ik schilderijen na te maken van gasten die het helemaal begrepen hadden, zoals Van Eijck enzo.” Hij schilderde een tijdje voort totdat hij besefte dat hij alleen maar een berg religieuze schilderijen had nagemaakt.”Die klassieke schilderijen gingen allemaal over god, maar mijn werk ging meer over schilderen zelf. Ik ontdekte dat het dus eigenlijk niet uitmaakte wat ik precies schilderde. Ik kon het net zo goed dichtbij mijzelf houden en iets heel banaals naschilderen. Een potje bruine bonen van de folders die ik bezorg dus.”
Jelle noemt zichzelf een conceptuele ambachtsman, die op een humoristische wijze zijn licht probeert te schijnen op ambacht. Hij vindt namelijk dat ambacht meer een hip stempel is geworden dan dat mensen echt beseffen waar het voor staat. “Ambacht gaat oorspronkelijk over noeste arbeid in een gilde, waar vakmensen bijvoorbeeld met z’n tienen aan een serie fresco’s werkten, waarvan ze allemaal een onderdeel schilderden. Tegenwoordig is dat niet meer aanwezig in de kunst, behalve bij kunstenaars als Koons die zijn werk laat vervaardigen door vakmensen. Maar dat zien we gek genoeg weer niet als ambacht, terwijl dat precies is wat het is. Ik denk dat we ons meer bewust moeten zijn van de termen die we gebruiken.”
Maar in wat voor termen valt hij dan zelf, met zijn folderschilderijen? “Je zou me haast als een eenpersoons gilde kunnen zien,” zegt Jelle. “Ik leg ze op een rijtje en voeg steeds bij elk een nieuwe kleurlaag toe. Of ik schilder de covers van doe-het-zelf-boeken na. Alles wat er in zo’n boek staat is in feite ambacht, en mijn schilderij wordt ook zo opgebouwd, maar mijn werk zelf is meer conceptueel.”
Jelle duikt namelijk pas zijn atelier in als hij enthousiast is over een onderwerp. Bij de boeken waren dat die eigenaardige covers en bij de toiletartikelen was hij erg content over de locatie: “Ik mocht exposeren in een toilet. Een geweldige plek, want de toeschouwer kan geen kant op! Zelf lees ik altijd de verpakking van toiletartikelen als ik mijn mobiel vergeet. Dat leek me een uitstekend onderwerp om na te schilderen en daar krijg ik dan helemaal zin in om mee te beginnen. Bij die folder met shoarma dacht ik: dit wordt echt een luguber schilderij.”
Zo’n werk van een bak shoarma is verrassend meta. Volgens Jelle kijk je namelijk niet alleen naar een object, maar naar iemand die heel lang naar zo’n object heeft lopen kijken. Je vraagt je dus af wat de maker zou denken en je kunt er van alles in zien. Ik vraag hem hoe lang je door kunt gaan met zoiets en hoe hij hoopt dat mensen op zijn werk reageren. “Ik stop ermee als ik er geen zin meer in heb. Dat is flauw, maar zo is het. Misschien ga ik hierna wel brievenbussen en huisnummers naschilderen. Ik zie er in ieder geval een heleboel tijdens mijn werk.” Verder zou hij het tof vinden als iemand zou zeggen als: ‘Hee man. Jouw schilderij? Ik snap het. Het gaat gewoon over schilderen zelf, over hoe banaal de realiteit is en dat het allemaal niet uitmaakt wat je schildert.’ En of hij nou nog goede aanbiedingen heeft gespot in die talloze folders? “Ja, de cola en de chips is in de aanbieding voor 99 cent per zak of pak!”
Meer werk van Jelle zie je op zijn website.