Ik tuur een tijdje naar het scherm van mijn telefoon. Via Facetime zie ik een tafel, met daarachter een sponsormuur in het trainingscomplex van Sankt Pauli. Erop staan namen van een groot gokbedrijf, een kledingmerk en een telefoonmaatschappij. De Duitse club profileert zich graag als een club van het volk, maar van een beetje commercie zijn ze er ook niet vies. Dan schuift Ryo Miyaichi glimlachend het beeld in.
“Hello!”, zegt de Japanse voetballer. Miyaichi (27) draagt een trainingspak van Sankt Pauli, want na ons interview moet hij weer aan de bak op het trainingsveld. Hij ziet er met zijn korte zwarte haar en pretogen verder precies zo uit als in zijn tijd bij Feyenoord en FC Twente. Via Facetime spreken we over zijn huurperiodes als speler van Arsenal in Nederland, en zijn zware blessureleed sinds hij in 2015 naar Sankt Pauli vertrok.
Videos by VICE
VICE Sports: Ha Ryodinho, hoe bevalt het leven bij Sankt Pauli?
Ryo Miyaichi: Alles gaat goed hier, na dit gesprek ga ik weer lekker trainen. Hoe gaat het met jou?
Hier gaat ook alles goed. Spreek je nog Nederlands?
Een klein beetje, maar na vier jaar Duitsland spreek ik die taal inmiddels beter. Hamburg is een geweldige stad om te leven. Ik woon in een appartement niet ver van het centrum, op een rustige plek, vlakbij het trainingscomplex. Ik ben vooral blij dat ik nu weer lekker veel kan voetballen.
Toen je na jouw tijd bij FC Twente aankwam bij Sankt Pauli, raakte je meteen zwaar geblesseerd. Wat ging er precies mis?
Ik was heel enthousiast en wilde laten zien wat ik kon, maar in de voorbereiding op het seizoen speelden we een oefenwedstrijd tegen Rayo Vallecano uit Spanje. Ik viel op een knie en dacht eigenlijk dat er niet zoveel aan de hand was. Ik speelde gewoon door, maar kreeg de volgende dag heel erg last van die knie. De dokter vertelde me dat de gewrichtsband in de knie was afgescheurd en ik een operatie nodig had. Ik was in shock. Heel kort na mijn komst naar Sankt Pauli, lag ik er al uit.
Hoe was dat mentaal?
Al voordat ik naar Sankt Pauli kwam had ik enkele blessures gehad, bij Arsenal, Wigan Athletic en FC Twente. Maar deze knieblessure was echt ernstig. Ik was erg verdrietig op dat moment. Er brak een moeilijke tijd voor me aan.
Hoe ving Sankt Pauli je op?
De club heeft me enorm gesteund. Ik was net nieuw in Duitsland, dus ik moest me aanpassen aan een nieuw land terwijl ik geblesseerd was. Gelukkig namen mijn teamgenoten me vaak mee uit eten. Dat hielp om aan de omgeving en de groep te wennen. Het grootste gebaar van de club kwam in 2017, na mijn tweede seizoen bij Sankt Pauli. Ik raakte toen wéér zwaar geblesseerd aan een knie, terwijl mijn contract afliep. Toch verlengde Sankt Pauli mijn contract met een jaar. Ze gaven me nog een kans.
Dat moet een lekker gevoel hebben gegeven.
Dat was een ongelooflijk moment voor mij. Ik had het totaal niet verwacht en was zo blij, dat ik bijna moest huilen. Want als Sankt Pauli me die kans niet had gegeven, had ik nu misschien niet meer op dit niveau gespeeld. Ik ben Sankt Pauli nog steeds enorm dankbaar.
Sankt Pauli is anders dan de meeste voetbalclubs. Het profileert zich sterk als links bolwerk. Wat krijg jij daarvan mee als Japanse speler?
De sfeer in het stadion is totaal anders dan bij de meeste andere clubs. Elke wedstrijd zijn alle supporters erbij, ook bij uitwedstrijden hebben we gekke aantallen supporters, soms wel 10.000. Dan voelt een uitwedstrijd als thuiswedstrijd. Ik zie die regenboogvlaggen en zo ook in het stadion, die is er altijd. Het gaat hier om meer dan alleen voetbal.
Je speelt ook samen met Henk Veerman. Hij liep afgelopen seizoen een zware knieblessure op. Heb je hem een handje kunnen helpen in de revalidatie?
Toen Henk geblesseerd raakte, vertelde ik hem meteen dat ik hetzelfde mee had gemaakt. Ik zei hem dat hij alles aan me kon vragen als hij iets nodig had. “Deze blessure komt goed. Je hoeft je geen zorgen te maken. Ik kan ook weer spelen en rennen”, zei ik tegen hem. We hebben veel gesproken tijdens zijn revalidatie, ook toen hij even in Nederland zat. Maar nu is hij terug, en hij is een superspits. We vertrouwen vol op hem. Misschien is Henk wel nog beter geworden na zijn blessure.
Laten we het hebben over jouw tijd in Nederland. Klopt het dat je hier, voordat je in 2011 door Arsenal aan Feyenoord werd verhuurd, al een paar keer was geweest?
Dat klopt! Toen ik veertien was trainde ik met Feyenoord mee en toen ik zeventien was, ben ik op proef geweest bij Ajax. Ik woonde toen nog in Japan. Van die proefperiode van Ajax weet ik niet veel meer. Ik zou een week meetrainen, maar op de eerste dag raakte ik al geblesseerd, waardoor ik terug moest naar Japan. Van die proefperiode bij Feyenoord herinner me wel heel veel, bijvoorbeeld dat ik met Bruno Martins Indi en Stefan de Vrij had gespeeld. Toen ik vier jaar later door Arsenal aan Feyenoord werd verhuurd, zaten Bruno en Stefan er in het eerste elftal. Ik dacht: “He, deze jongens ken ik van vier jaar geleden!” Ik vroeg Bruno en Stefan of ze mij ook nog herinnerden. “Tuurlijk!”, zeiden ze. Dat was lekker binnenkomen.
Hoe kwam jouw verhuur van Arsenal naar Feyenoord eigenlijk tot stand?
Ik sprak bij Arsenal met manager Arsène Wenger en hij wou dat ik op profniveau aan spelen toe kwam. Feyenoord had het op dat moment best moeilijk en had een versterking nodig. Zij wilden me graag hebben. Dus ik zei: “Waarom niet? Feyenoord is een mooie club.” Eerlijk gezegd verwachtte ik niet eens veel te spelen, omdat Feyenoord een grote club is en ik pas 18 jaar was. Ik was pas net van de middelbare school af in Japan. Maar de trainer, Mario Been, vertrouwde vol op me toen ik bij Feyenoord aankwam. Dat maakte mijn ervaring in de Kuip heel goed.
Met welke spelers ging je goed om bij Feyenoord?
Ik ging veel om met Stefan de Vrij, hij is echt een topgozer. Stefan nam me vaak mee lunchen of uit eten. Hij liet me de stad zien. Ik sprak toen nog nauwelijks Engels, wat communiceren moeilijk maakte. Maar ik heb er alsnog hele goede herinneringen aan overgehouden. Ik vond het geweldig om, net van de middelbare school, in Europa te voetballen, in een fantastisch stadion. De Kuip, ongelooflijk. Elke dag voelde weer als een verrassing.
Hoe was jouw contact met de supporters van Feyenoord?
Ze noemden me al snel Ryodinho, haha. Dat hoorde ik als ik op het veld stond te voetballen, dat maakte me altijd enthousiast. Ik denk dat mijn beste wedstrijd de tweede tegen Heracles was, toen ik mijn eerste doelpunt als profvoetballer scoorde. Alles voelde toen zo goed. De supporters van Feyenoord hebben me daarna altijd gesteund. Ik kan niet anders dan zeggen dat het een geweldig half jaar was voor mij.
De verwachtingen rondom jou waren hoog na jouw geslaagde periode bij Feyenoord. In een Engels artikel werd je zelfs met Lionel Messi vergeleken. Hoe ging je daar mee om?
Ik probeerde me er niks van aan te trekken, ook niet toen verhuurperiodes bij Bolton Wanderers en Wigan Athletic niet helemaal goed uitpakten. Maar bij FC Twente had ik vooral last van de verwachtingen, omdat die in Nederland heel hoog waren na mijn eerdere tijd bij Feyenoord. Ik dacht: ik moet nu meer laten zien om het de mensen te bewijzen. Dat lukte niet, wat voor een jonge speler moeilijk kan zijn. Soms dacht ik misschien te veel na, dan ging ik teveel op mijn eigen acties focussen in plaats van het team. Maar mensen van buitenaf mogen je niet beïnvloeden, dus daar heb ik van geleerd.
Waarom koos je toen eigenlijk voor FC Twente, in plaats van terug te keren naar Feyenoord?
Feyenoord wilde me niet echt hebben, vandaar dat het Twente werd. Ik kende een paar spelers van FC Twente al: Kamohelo Mokotjo en Luc Castaignos van mijn tijd bij Feyenoord, en Kyle Ebecilio van Arsenal. Maar mijn seizoen bij Twente werd een moeilijke tijd. Ik had er vijf maanden uit gelegen met een blessure toen ik aankwam, maar ik begon meteen in de basis in de competitie. Dat ging niet lekker, omdat ik zo lang niet had gespeeld. Ik dacht dat het wel gewoon zou gaan. Maar toen ik op het veld stond, voelde alsof mijn lichaam niet van mezelf was. Ik moest de tijd nemen om er weer wedstrijdfit te worden.
Helaas speelde je dat seizoen uiteindelijk meer met Jong FC Twente dan het eerste elftal.
Klopt, dat was moeilijk, maar om eerlijk te zijn was ik echt niet fit. Het was gewoon nodig dat ik met de jeugd meespeelde om weer in het ritme te komen. Ik neem de club ook niks kwalijk. Alfred Schreuder was een goede trainer voor me. Hij had veel vertrouwen in me, wat ik wilde terugbetalen. Maar dat ging helaas niet door mijn fitheid. Ik herinner me trouwens ook nog dat ik voor het eerst met Hakim Ziyech trainde. Ik dacht: wow, wat een speler is dit, wat doet hij hier? Ik dacht dat hij bij Real Madrid moest spelen. Maar goed, juist omdat het met mij niet zo goed liep bij FC Twente, was ik super gemotiveerd om het daarna te laten zien bij Sankt Pauli.
Het heeft even geduurd, maar nu speel je eindelijk weer volop.
Precies. Ik ben heel blij dat ik hier ben, iedere dag. Zonder blessures.