Muziek

Stephen Morris van Joy Division: “We hebben nooit de kans gekregen om die derde kloteplaat te maken.”

Van alle verhalen die zijn blijven hangen uit de rock- en popgeschiedenis, is het hoofdstuk van Joy Division zeker het meest gelezen. Niet alleen is de tragedie van de te vroege zelfmoord van Ian Curtis een van de beroemdste voorbeelden van een verloren genie, maar het tijdperk van Factory Records en de Haçienda – een vroegere nachtclub in Manchester – geven de verhalen minstens zo veel karakter als de band zelf. Het is de samenloop van incidenten, omstandigheden en muziek die voor jarenlange vertellingen, samenzweringstheorieën en zelfs grafroven hebben gezorgd.

De documentaire Joy Division uit 2007 beleefde vorige week zijn première op de Engelse televisie. Voor fans is de film een uitgelezen kans om achter details en ontbrekende stukjes van de puzzel te komen die de band heeft achter gelaten. Maar voor de betrokkenen zelf – de band, hun familie en vrienden – ligt het iets ingewikkelder: kijken naar de gesprekken en intriges kunnen voor hen vervreemdend werken, alsof een deel van hun leven zomaar lijkt te verdwijnen in een legendarische geschiedenis.

Videos by VICE

We spraken met Stephen Morris, drummer van zowel Joy Division als New Order, en vroegen hoe dat voelt. Morris is verre van somber over het verleden – hij herinnerde zijn band als een blije groep mensen die gewoon maar wat deed zonder over de toekomst na te denken. Hij kijkt positief en met plezier terug op de begindagen van de band. Maar hij geeft toe dat het ook lastig kan zijn wanneer moeilijke vragen altijd maar blijven hangen, en herinneringen en het echte verhaal door elkaar beginnen te lopen.

Noisey: Hoi Stephen. Afgezien van de voor de hand liggende dingen, waarom denk je dat mensen zo gefascineerd blijven door het verhaal van Joy Division?
Stephen Morris:
Omdat het onbevredigend is, niet af. Ik denk dat het komt doordat we nooit de kans hebben gekregen om dat derde kutalbum te maken. We zijn voor altijd bevroren in de tijd, als een vonk van genialiteit. Als we het verneukt hadden, een derde album hadden uitgebracht, uit elkaar gegaan waren en een Ian een acteur geworden was, dan had het een natuurlijke afloop gehad en was alles anders geweest. Je kunt je fantasie gebruiken voor het verhaal van Joy Division – er is veel ruimte om de lege plekken in te vullen en daardoor blijven mensen er door geobsedeerd.

Hoe is het om een hoofdstuk van je leven te zien veranderen in een mythe, door films en documentaires?
Het blijft maar doorgaan! Telkens als ik het verhaal weer hoor of vertel, lijkt het op de een of andere manier alsof het minder waar wordt. Als je even rust neemt, zoals ik de laatste tijd geprobeerd heb te doen, en je dingen in de juiste volgorde probeert te herinneren, heeft de volgorde in je hoofd totaal geen relatie met de gedocumenteerde feiten.

Het is gek hoe we van onze herinneringen een verhaal maken.
Dat gebeurt! Het is heel gek hoe dat gaat. Je denkt: ik zou zweren dat er zich dingen hebben afgespeeld in dit gebouw, en dan realiseer je je dat het gebouw pas gebouwd is in 1980, dus dat die dingen kunnen daar helemaal niet gebeurd kunnen zijn.

Vind je het fijn om er meer bij betrokken te zijn? In deze documentaire ben je het zelf die het verhaal vertelt.
We kenden schrijver Jon Savage erg goed. Hij wist de juiste vragen te stellen omdat hij er destijds bij was, en dat werkte best wel goed. Het was totaal anders dan Control en 24 Hour Party People. Dat waren gedramatiseerde films, dit is wat er echt gebeurde – of tenminste, wat echt gebeurde voor zover we ons konden herinneren. Ik denk dat ik best verdrietig zou worden als ik de documentaire nu zou kijken. Het was een van de laatste dingen die Tony Wilson deed, en Annik Honore (vriendin van Ian Curtis) is ook onlangs overleden. Het is dus goed dat hun gedachten zijn vastgelegd in deze documentaire.


(beeld via)

Kijk je met weemoed terug op de begindagen, toen jullie nog een band waren die niemand kende?
Nou, onze oefenruimte was een ijskoude, oude molen, en dat was het enige wat we konden krijgen. Maar toen we begonnen met muziek maken was het fantastisch. We waren er volledig door geobsedeerd. Joy Division bestond alleen als we met z’n allen waren, dat was de enige manier waarop we het konden doen. Toen we begonnen hadden we niet eens een taperecorder, de muziek bestond alleen binnen het collectief, het was allemaal in ons hoofd.

Maar als jullie niks opnamen, kregen jullie dan niet telkens onenigheid over hoe het nummer zou moeten gaan?
O ja, dat gebeurde de hele tijd. In principe vertrouwden we op Ian, want hij was de enige die iets opschreef. Op een dag bladerde ik door zijn boek met teksten, en kwam ik aantekeningen tegen die we er eerder in hadden gemaakt, bijvoorbeeld ‘key change’. Niemand van ons wist wat een key change was, we wisten alleen dat het een muzikaal ding was.

In de documentaire zeggen een hoop mensen dat jullie niet wisten waar jullie mee bezig waren.
Dat is waar. Helemaal waar. Het is grappig – voor het jubileum dat er aankomt ben ik weer veel albums aan het luisteren, en ik herinner me dat we destijds tegen elkaar riepen dat we “echt niet ongelukkig” waren, en “echt niet depressief. Nu hoor ik de platen weer en denk ik: hoe de fuck konden we denken dat we iets anders waren dan ongelukkig en depressief? Mensen hadden het er wel over, hoe duister onze muziek was, maar wij dachten echt dat we gewoon een paar vrolijke gasten waren. Op de een of andere manier stonden we niet in contact met wat we aan het produceren waren.


(foto via)

Is het lastig om sommige verhalen weer op te halen, vooral die over de mensen die er niet meer zijn?
Nogmaals, het is gek hoe dat werkt. De dingen waarvan je denkt dat het geen probleem zal zijn om over te praten, blijken vaak het lastigst. De feiten zijn geen probleem, maar als ik begin na te denken over wat ik die dag aan het doen was, wat ik dacht toen het gebeurde, dan wordt het allemaal een beetje vreemd. Hoe vaker mensen het verhaal vertellen, hoe meer ik ervan vervreemd raak. Maar als ik de link leg naar iets wat echt met mij gebeurde, dan wordt het moeilijk.

Wat vind je ervan dat mensen het huis van Ian Curtis in Macclesfield willen kopen om er een museum van te maken?
Ik ben het ermee eens dat Macclesfield iets zou kunnen betekenen – er komen hier veel mensen vanwege Joy Division. Maar het idee om iets met het huis van Ian te doen, voelt verkeerd, een beetje macaber. Ik wil die morbide obsessie niet aanmoedigen. Niemand van ons was zo. Het klinkt misschien gek als je naar onze muziek luistert, maar zo waren we niet.