Hoewel een hoop dingen dit jaar anders zijn aan het Sinterklaasfeest, is veel ook hetzelfde. Nog steeds zijn er gemeentes die vasthouden aan Zwarte Piet. VICE brengt in kaart op welke plekken de pijnlijke karikatuur nog in stand wordt gehouden.
Toen ik nog bij mijn ouders in het grotendeels behouden Twente woonde heb ik Zwarte Piet jarenlang verdedigd. Ondanks mijn zwarte huidskleur was ik, net als iedereen, verblind door traditie. Ik herinner me nog precies het moment dat ik besefte dat ik fout zat. Ik vertelde een vriendin dat Zwarte Piet niet kan refereren aan slavernij en zwarte mensen omdat-ie zwart is door de schoorsteen.
Videos by VICE
Ze keek me aan en zei: “Mop, je krijgt geen afro van door de schoorsteen glijden.” Het kwartje viel. Ik had geen comeback. En hoe meer ik erover leerde, hoe beter ik het begreep.
Bij sommige mensen viel het kwartje eerder dan bij mij, bij anderen later. Voor velen moet dat moment nog komen. Ik vroeg drie jonge mensen hoe zij tot de realisatie kwamen dat Zwarte Piet een racistisch karikatuur is.
Jeroen (23) uit Rotterdam
Rond 2015 hoorde ik voor het eerst over de zwartepietendiscussie. Ik vond het maar gezeik. We leven in een maatschappij waarin iedereen zich snel beledigd voelt — deze discussie was daar ook een voorbeeld van, vond ik. Veel mensen in mijn omgeving namen het niet zo nauw met politieke correctheid. Zo werden er bijvoorbeeld veel grappen gemaakt over mensen van kleur. We vonden de zwartepietendiscussie aanstellerij.
Ik hou van debat, dus ik discussieerde vaak met mensen over dit onderwerp. Ik haalde daarin klassieke argumenten aan als “het is overdreven” en “mensen moeten zich niet zo snel gekwetst voelen”. Ook vond ik de manier waarop er gestreden werd tegen Zwarte Piet, door middel van demonstraties tijdens intochten, onjuist. Ik vond dat het afdeed aan het plezier van de kinderen.
Ik voerde deze discussies niet alleen met witte mensen, maar ook met vrienden van kleur. Zij waren van mening dat Zwarte Piet wel racisme is en vertelden me dat het ze kwetste. Na die gesprekken was ik nog niet helemaal overtuigd, maar wel nieuwsgierig. Ik hou van logica, dus ik ging zelf online onderzoek doen naar redenen waarom mensen Zwarte Piet eigenlijk racisme vinden.
In mijn zoektocht kwam ik oude kinderboeken tegen over Zwarte Piet. In die boeken werd aan Zwarte Piet gerefereerd met het n-woord. Ik vond ook oude afbeeldingen waarin het figuur nog losgekoppelde kettingen aan zijn enkels had hangen. Dat was concreet bewijs voor me dat Zwarte Piet wel naar slavernij verwees. Vanaf toen vond ik de discussie niet meer zo overdreven.
Een paar jaar later had ik pas echt een aha-ervaring. Ik werkte in de deur-aan-deur verkoop en mijn leidinggevende was een zwarte vrouw. Bij één van de huizen waar we samen langsgingen opende een jong kind de deur en riep: “Kijk, het is Zwarte Piet!”. Dat vond ik pijnlijk om te horen. Sindsdien ben ik helemaal omgeslagen.
Ik hou nog steeds van een goede discussie, maar nu sta ik aan de andere kant van het debat. Ik heb zelfs een paar afbeeldingen van de kinderboeken op mijn mobiel opgeslagen. Die kan ik gebruiken wanneer mensen beginnen met het argument dat het om “traditie” gaat.
Mijn eerste reactie op de discussie was vooral defensief. Ik denk dat meer mensen dat zo ervaren. Als er wordt gezegd dat Zwarte Piet racisme is, voelt het voor hen alsof er wordt gezegd dat zijzelf racistisch zijn. Het is de discussie waar ze een probleem mee hebben, niet eens zozeer het idee van een roet- of regenboogpiet. Als iedereen dat nou los kon laten, zouden we razendsnel van Zwarte Piet af zijn. Dat zou een ideale wereld zijn.
Fecho (19) uit Nijmegen
Toen ik klein was, woonde ik in een diverse buurt in Hellevoetsluis. Mijn vader komt uit Venezuela, mijn moeder uit Curaçao. Hoewel zij allebei zwart zijn, deden we mee met Sinterklaas. Het is traditie, dus we dachten er niet eens bij na. Maar als kind had ik al mijn twijfels bij Zwarte Piet. Ik vroeg me af waarom ik niet geschminkt werd, en andere kinderen wel. Ik vond het niet logisch dat de schoorsteen de Pieten zó zwart maakte. En ik werd ook weleens voor Zwarte Piet uitgemaakt, omdat ik donkerder was dan andere kinderen. Ik was natuurlijk een kind, dus echte antwoorden had ik nog niet.
In mijn tienertijd namen de vragen toe: hoe zit het eigenlijk in andere landen? Zwarte Piet is normaal in Nederland, maar in bijvoorbeeld Amerika en Engeland wordt “blackface” als onacceptabel gezien. Waarom doen wij er dan zo nonchalant over?
Rond mijn zestiende zag ik op social media en televisie dat ik niet de enige was die deze vragen stelde. Steeds meer mensen lieten weten dat ze Zwarte Piet racisme vonden. En daarmee viel alles op z’n plaats. Met deze nieuwe informatie ging ik naar mijn familie en vroeg ze wat ze ervan vonden. Ze vonden allemaal dat Zwarte Piet racisme is.
Mijn hele familie is zwart, dus ik zocht bevestiging bij mensen met een andere huidskleur. Mijn witte klasgenoten zagen het racisme niet. Ik kreeg te horen dat we het altijd zo hebben gedaan en dat het traditie is. Maar toen ik het uitlegde aan mijn Turkse, Marokkaanse en Aziatische vrienden, waren ze het met me eens.
Ik woon nu in Nijmegen, waar ik een opleiding in podiumkunsten volg. De zwarte mensen op mijn school zijn op één hand te tellen. De meeste docenten en leerlingen vinden Zwarte Piet geen racisme. Dat zorgt voor ongemakkelijke momenten. We moeten dit jaar bijvoorbeeld als roetveegpieten optreden in pretparken tijdens Sinterklaas, maar ik wil niet in zo’n pietenpak rondlopen. Sommige docenten hebben daar begrip voor, maar sommige ook niet. Ze zijn nu in overleg of ik vrijstelling kan krijgen. Daar hoop ik op, anders haal ik het vak niet.
Ik blijf zoveel mogelijk in gesprek met mensen. Dat kan vermoeiend zijn, vooral met mensen die er niet voor openstaan om te luisteren. Bij sommige mensen lijkt het alsof ik tegen een muur praat. Maar het is belangrijk om het te blijven doen. Door de gesprekken met mijn vrienden beseffen zij ook dat Zwarte Piet racisme is. En zij leggen het dan weer aan hun families uit. Daarom laat ik mijn stem horen. Zowel in het echt als op social media. Al luistert er maar één persoon, het is het waard.
Çanci (26) uit Rotterdam
Ik heb hele vrolijke herinneringen aan Sinterklaas en Zwarte Piet. Toen ik nog in Sinterklaas geloofde, woonde ik in Dordrecht. Omdat het een grote havenstad is, werd de intocht altijd groots gevierd. Ik herinner het me als een leuk en fijn feestje dat ik vierde met mijn ouders en twee broertjes. De Pieten strooiden hun strooigoed en iedereen had het naar z’n zin.
Ik zat op de universiteit toen ik voor het eerst hoorde dat mensen Zwarte Piet racisme vonden. Eerlijk gezegd vond ik het onzin. Zwarte Piet hoorde zwart te zijn, net zoals smurfen blauw horen te zijn. Ik associeerde het niet met mensen met een donkere huidskleur, want ik zag het als een bedacht karakter.
Aanvankelijk vond ik het dus maar gezeur, een kleine minderheid die hard schreeuwde. Tot ik op social media een filmpje voorbij zag komen. In die video schold een zevenjarig jongetje een vijfjarig jongetje uit voor Zwarte Piet. Niet op een leuke, lollige manier zoals kinderen dat soms doen, het was echt gemeen bedoeld. Met die video was er een zaadje geplant. Ik las steeds meer verhalen over de negatieve ervaring die mensen met het Sinterklaasfeest hadden. Ik heb ook veel geleerd van een goede vriendin van me. Zij is zwart en anti-Zwarte Piet. Daardoor besefte ik steeds meer dat ik hier niet meer aan mee wil doen.
Ik ben een van de weinigen in mijn omgeving die tegen Zwarte Piet is. Ik hoor vaak dat mensen bang zijn dat de Nederlandse cultuur stukje bij beetje wordt “aangetast” of “afgebroken”. Ik vind die termen wat extreem. We proberen alleen maar wat liever te zijn tegen elkaar.
Ik denk dat er nog steeds zoveel mensen voor zijn omdat er op social media weinig tegengeluid is. Iedereen zit in een bubbel van mensen met dezelfde meningen. Het is goed dat grote bedrijven zoals Bol.com en Hema nu actief afstand doen van Zwarte Piet. Als je omgeving verandert, verander je vanzelf mee.
Isabel (20) uit Amsterdam
Ik ben opgegroeid in een witte omgeving. Van kleins af aan vierden we Sinterklaas – net als de rest van het land. Het ging mijn familie om het samenzijn en de cadeautjes, niet om de cultuur om Sinterklaas heen. Mijn ouders hebben mij bijvoorbeeld nooit geschminkt, en op school deden we dat eigenlijk ook niet.
Ik weet niet precies waarom, maar ik heb Zwarte Piet nooit leuk gevonden. Als kind vond ik hem intimiderend. Mijn broertje vond Zwarte Piet ook eng. De karikatuur met gek pakje en pikzwarte kleur klopte gewoon niet in mijn hoofd, dus ik bleef er liever uit de buurt. De ouders van vriendinnetjes huurden weleens iemand in om verkleed als Zwarte Piet langs te komen, maar mijn ouders deden dat niet.
Toen ik vijftien was en in de stad naar school ging, kreeg ik een andere vriendengroep. Tussen die vrienden zaten ook mensen van kleur. Zij waren de eersten die mij vertelden dat ze Zwarte Piet eigenlijk helemaal niet zo leuk vonden. Dat ze ermee werden gepest. Dat was de eerste keer dat ik hoorde dat Zwarte Piet als racisme werd ervaren.
Voor een van die vrienden was het heel heftig. Hij werd gepest en in elkaar geslagen omdat hij, volgens die pesters, op Zwarte Piet leek. Bij elke intocht werd hij misselijk van angst, omdat hij het associeerde met het constante gepest. Toen ik dat verhaal hoorde, kon ik er niet meer omheen.
In de jaren daarna ben ik me meer gaan inlezen over racisme en over Zwarte Piet. Ik stelde vragen aan mijn zwarte vrienden en ik las ervaringen op internet. Nu spreek ik me actief uit tegen racisme en tegen Zwarte Piet. Dat is mijn verantwoordelijkheid, vind ik. Het is niet alleen aan mensen van kleur om te vechten tegen racisme. Zij hebben dat al jarenlang gedaan. Het is nu tijd voor witte mensen om de verantwoordelijkheid te nemen en een vuist te maken.