Mara van Waveren met haar boek lobbyen kun je leren
Foto door Anna Lakmaker, illustratie door Djanlissa Pringels.
Kiezen met VICE 2023

Waarom jij meer politieke macht hebt dan je denkt

Mara van Waveren schreef het boek 'Lobbyen kun je leren' en legt uit waarom je, naast stemmen, óók op de lobbykar zou moeten springen.
Lisa Lotens
Amsterdam, NL
Djanlissa Pringels
illustraties door Djanlissa Pringels
1610711658416-kiezenmetvice3
Op 22 november gaat Nederland naar de stembus. Wij zijn jouw bron van verlichting in de democratische duisternis.

De Nederlandse Geerte Piening werd in 2017 op de bon geslingerd toen ze wildplaste na het uitgaan op het Leidseplein. Ze vocht haar boete aan, want, zo vond ze, het is oneerlijk dat er genoeg plaskrullen zijn in de stad voor mannen, maar niet genoeg openbare toiletten waar ook vrouwen kunnen plassen. Lotte Bouwman eiste in 2020 een luisterend oor van politici en pleitte voor een betere specialistische ggz door wekenlang voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te gaan zitten. Tiener Jeppe bedacht vanuit zijn keet Tienskip, een organisatie die jongeren en politici in Friesland met elkaar in contact brengt, zodat politici beleid nu ook op jongeren kan toespitsen.

Advertentie

Het zijn voorbeelden van jonge mensen die een probleem signaleerden, in actie kwamen en slapende politici wakker schudden. “Allemaal uitstekende burgerlobby’s,” vindt Mara van Waveren, die het boek Lobbyen kun je leren schreef en vijf jaar geleden Lobby Lokaal oprichtte, een stichting die lobbyen toegankelijker wil maken. Ze begeleidt burgers die politieke keuzes willen veranderen, want “ook al lijkt ‘de politiek’ soms een ver-van-je-bed-show – je hebt er wel degelijk invloed op.” Van Waveren legt uit waarom het zin heeft om, naast stemmen, op de lobbykar te springen.

VICE: Ha Mara, ik denk bij lobbyen aan schimmige praktijken, grijze mannen in pak die achter gesloten deuren deals proberen te sluiten met politici. Dat beeld klopt dus niet helemaal?
Mara van Waveren:
Nee, en daarom schreef ik er een boek over. Ik wil de term claimen voor burgers, omdat ik het onzin vind dat lobby vooral is toebedeeld aan bedrijven of grote organisaties. Burgerlobby is aan beleidsmakers en politici uitleggen wat jij belangrijk vindt, om zo invloed uit te oefenen op het beleid. En die lobby is nodig, want anders zouden politici alleen de verhalen horen van die grijze mannen in pak.

Maar de overheid staat nou niet per se te boek als heel toegankelijk.
Onterecht, denk ik, want politici willen juist graag horen wat er speelt, ze zijn immers volksvertegenwoordigers. De mailadressen van raadsleden en Kamerleden zijn openbaar, mail ze met je concrete wens. En je kan, als ervaringsdeskundige, spreken en je mening geven tijdens een gemeenteraad. Daar kan je je voor inschrijven. Als ik politici vertel waar mensen tegenaan lopen, valt het op dat ze vaak zeggen: ‘Zo hebben we er nog niet over nagedacht’, of ‘Dit is nieuwe informatie voor ons, maar goed punt.’ Ze weten het vaak gewoon niet, of hebben niet door dat het een probleem is. 

Advertentie

In je boek noem je het voorbeeld van Geerte Piening, die nadat ze een boete kreeg voor wildplassen lobbyde voor meer openbare toiletten waar ook vrouwen naar de wc kunnen. Wat maakte dat een succesvolle burgerlobby?
Geerte is mijn favoriete verhaal, en eigenlijk een klassiek voorbeeld. Ze kreeg een boete voor ‘s nachts wildplassen, en dacht: eigenlijk is het scheef dat ik ‘s nachts niet gewoon naar een openbare wc kan, terwijl er wel overal plaskrullen staan voor mannen. Daarmee signaleerde ze, vanuit haar persoonlijke ervaring, een gebrek in de maatschappij wat niet op de agenda stond in de politiek. Ze besloot de boete niet te betalen en de zaak aan te vechten, met als groter doel: meer openbare toiletten op straat voor vrouwen. 

Vervolgens had ze bedacht: als ik moet voorkomen, dan wil ik media erbij hebben zodat het probleem onder de aandacht komt. Media-aandacht is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle lobby, want zo creëer je druk voor de politiek om erop te reageren. 

Wildplassende vrouwen is natuurlijk een leuk beeld.
Ja, en het is herkenbaar, want iedereen heeft weleens meegemaakt dat je nodig moet en dat er nergens een wc is. Maar ze verloor de rechtszaak. Daarna werd ze benaderd door de Maag Lever Darm Stichting om de handen ineen te slaan. Blijkbaar was deze organisatie al langer aan het lobbyen voor meer openbare toiletten, omdat sommige mensen met een aandoening zelfs niet naar buiten durven omdat er niet genoeg toiletten zijn.

Advertentie

Geerte werd ook benaderd door een raadslid, die daarna een initatiefvoorstel maakte. Dat voorstel werd aangenomen, waardoor er nu meer openbare toiletten op straat moeten komen. Het heeft zes jaar geduurd, maar het is wel een succesvolle lobby.

Geerte maakte het persoonlijke dus maatschappelijk. Haar lobby werd groter door media-aandacht en omdat organisaties en zelfs een raadslid zich bij haar aansloten. Zo pakte Lotte Bouwman het ook ongeveer aan, ze ging voor het ministerie van VWS zitten om aandacht te vragen voor de lange wachtlijsten in de specialistische zorg. 
Ja, het werkt goed als je kan laten zien dat er veel mensen zijn die last hebben van bepaald beleid. De kracht is het persoonlijke verhaal, dus laten zien hoe beleid iemand beïnvloedt, en laten zien dat het over een grote groep gaat. Politici veranderen het beleid niet omdat één persoon een probleem heeft. Lotte hield een bord vast waarop stond: ‘Er zijn nog 90.000 wachtenden voor u.’ Zo’n statement, of een ludieke actie, werkt goed. Het is wel belangrijk dat je van tevoren Kamerleden mailt om te vertellen waarom je staakt, en dat je aankondigt, bijvoorbeeld op sociale media, dat je dit gaat doen. Zodat er reuring ontstaat. Bovendien is het handig om politici en journalisten te taggen in je berichten. 

Aan de andere kant: mensen die het meest last hebben van bepaald beleid hebben niet altijd de middelen of het netwerk om hun stem te laten horen. Wat kunnen zij doen?
Er zijn mensen die ervan overtuigd zijn dat hun stem ertoe doet, bijvoorbeeld Geerte. Deze mensen maken inderdaad makkelijker de stap dan mensen die niet zoveel vertrouwen hebben in zichzelf. Als je iets echt belangrijk vindt maar je durft niet in je eentje aan de bel te trekken, mail dan een vereniging of organisatie die zich ook druk maakt om jouw onderwerp. Als je je zorgen maakt over wonen, dan kan je je bijvoorbeeld aansluiten bij het Woonprotest. Als je student bent heeft het ook zin je aan te sluiten bij De Landelijke Studentenvakbond. 

Advertentie

Veel mensen gaan naar de stembus, en denken: ik stem op deze partij, dan wordt het voor mij geregeld. Er is weinig vertrouwen in de politiek, en mensen zeggen dat ze zich niet gehoord voelen. Maar eigenlijk kan je dus best invloed uitoefenen, als je maar iets van jezelf laat horen?
Stemmen is maar één ding wat je kan doen om beleid te veranderen. De democratie is een beetje verworden tot eens in de vier jaar stemmen en dan van een afstand kijken en denken: ik vind dat ze het niet goed doen. En dat is zonde. Als we willen dat de democratie behouden en verstevigd wordt, dan moet er van beide kanten betrokkenheid zijn. Dat betekent ook, volgens mij, dat je vaker zegt: ik vind iets over mijn omgeving, of over landelijke wetgeving, en daar ga ik nu voor in actie komen. 

Stel, de rente die je moet betalen over je studieschuld gaat stijgen, en je komt daardoor in de problemen, omdat je ook al een torenhoge huur hebt en een laag loon. Hoe lobby je hierop?
Richt je lobby vooral op partijen die nog kunnen kantelen. De meeste sociale partijen zullen vinden dat er ook iets moet gebeuren met de hoge rentes, dus de macht om iets te veranderen ligt bij de middenpartijen, zoals D66 en CDA. Het is belangrijk om studentenorganisaties te mailen, maar de kracht van burgerlobby is vooral je persoonlijke verhaal delen, dus ik zou mailen en via sociale media vertellen wat het beleid met jou doet, en de politici daarin taggen, maar ook de media, de jongerenafdeling van een partij of politieke socials zoals Politieke Jongeren. Breng jouw verhaal verder dan alleen je eigen cirkel zodat het onder de aandacht komt. 

Je kan bovendien een protest organiseren, of je aansluiten bij het protest van De Landelijke Studentenvakbond, bijvoorbeeld op 25 oktober. Je kan ook een petitie starten bij De Goede Zaak. Daar helpen ze je ook bij. Een petitie is trouwens nuttig, want die kan je officieel aanbieden aan Kamerleden, en dan krijg je ook even spreektijd. 

Ten slotte: kan burgerlobbyen helpen het vertrouwen in de politiek te herstellen?
Ik geef veel lobbytrainingen, en dan merk ik dat mensen gaan voelen dat ze wel degelijk invloed kunnen hebben op hoe hun omgeving eruitziet, en ervan overtuigd raken dat hun verhaal ertoe doet. De belangrijkste eerste stap is dat mensen geloven dat het zin heeft als ze zich mengen in een politieke discussie. En je hoeft niet elke keer zelf een lobby op te starten. Je kan je ook bij een groep aansluiten die al aan het lobbyen is om bepaald beleid te veranderen. Als je bijvoorbeeld wil dat er meer aandacht is voor klimaatbeleid, dan sluit je je aan bij een organisatie als XR.

De politiek is er voor inwoners, maar ze moeten wel iets vinden van hoe de dingen gaan, of het laten weten als ze dingen anders willen. Ik denk dat mensen vaak de waarde van hun stem onderschatten.