Kort na de ochtendtraining meldt Serginho Greene zich in de businesslounge van het Mandemakers stadion van RKC Waalwijk. Trainingspak aan, papieren voor de trainerscursus onder de arm. Het Brabantse stadje is weer zijn thuisbasis. Zeven seizoenen lang heeft de 35-jarige Amsterdammer in het buitenland gespeeld, maar sinds 2016 is hij terug bij zijn oude club RKC.
Na zijn vertrek uit Nederland in 2010 is Greene bijna altijd onder de radar gebleven, zelden geeft hij een interview. Ook al moet hij tijdens zijn avonturen in Bulgarije, Servië, Cyprus en India de mooiste en gekste dingen hebben meegemaak. Greene leeft het liefst in de anonimiteit. Nu hij waarschijnlijk bezig is aan zijn laatste weken als profvoetballer, zocht VICE Sports hem nog snel op in Brabant en sprak hem over zijn terughoudendheid met interviews, de comeback in Nederland en zijn nieuwe hobby door Florent Malouda.
Videos by VICE
VICE Sports: Ha Serginho, waar zijn je dreadlocks gebleven?
Serginho Greene: Voordat ik naar Bulgarije ging, liet ik het bijna iedere week door een vaste dame doen. Zij draaide het haar dan. In het buitenland moest ik dat zelf doen, maar ze waren zo groot dat het te veel werk werd. Om de drie dagen speelden we wel een wedstrijd, we reisden veel. Het was te veel gedoe. In de zomer ben ik naar de kapper gegaan en heb ik alles eraf laten halen. Nu houd ik het zelf bij of ga ik naar de kapper.
Vanaf 2010 tot en met 2016 heb je in het buitenland gespeeld. Hoe is het om terug in Nederland te zijn?
Het weer valt tegen, man. Het is te koud hier. Wat dat betreft ben ik in India en vooral op Cyprus verwend geraakt. Ik ben daar echt van het strand gaan houden. Vroeger had ik dat helemaal niet, maar nu mis ik het. Op Cyprus ging ik met mijn vriendin en kinderen bijna iedere dag naar het strand. Lekker ergens een hapje eten, de kinderen konden een beetje rondrennen. Met het team gingen we ook bijna iedere week wel barbecueën op het strand. Het was heerlijk.
Waarom wil je na al die avonturen nog in de eerste divisie voetballen?
In eerste instantie leek het me wel mooi om terug te gaan naar India, maar toen vroeg RKC of ik ze wilde helpen met mijn ervaring. De club heeft in het verleden ook veel voor mij betekend. RKC is de basis van mijn carrière. Hier mocht ik als jonge speler fouten maken in wedstrijden, maar bleef ik wel spelen. Ik heb hier enorm veel geleerd.
In Nederland blijven was persoonlijk ook de beste optie. Ik kon daardoor mijn familie weer meer zien, dichtbij mijn twee kinderen zijn. Nederland is voor hen een stabiele plek. Ze zitten nu in een cruciale leeftijd, 5 en 8. De oudste ging op Cyprus al naar een internationale school. Daar is het ritme heel anders. De school begon al om 7 uur, ’s middags gingen we naar het strand. Door de taal en het ritme was het omschakelen in Nederland. Daarom wil ik ze nu een vaste plek geven.
Hoe lang ga je nog door als profvoetballer?
Mijn gevoel zegt nu dat ik ermee stop als we niet promoveren.
Maar jullie staan een-na-laatste.
Wie weet pakken we nog een periodetitel. Je moet er altijd in geloven. Misschien ga ik nog door als er iets heel moois komt uit het buitenland. Als de randzaken allemaal uitstekend geregeld zijn.
Je bedoelt bijvoorbeeld de zandbak?
Als het kan, zou ik daar sowieso naartoe gaan. Maar het is ook leuk om eens iets anders te gaan doen.
Ik las dat je samen met een vriend, Geoffrey Verwey, een kledingzaak hebt in Amsterdam. Is dat iets voor na je carrière?
Nee, het is meer zijn ding. Hij is creatief en heeft verstand van mode. Ik ondersteun hem een beetje. Verder probeer ik me wel voor te bereiden op het leven na mijn carrière. Ik doe nu een trainerscursus en zou graag iets met het ontwikkelen van spelers blijven doen. Maar wat precies bij me past, weet ik nog niet. Ik wil ook niet alles vertellen wat ik doe, sommige dingen houd ik liever voor me. Niet iedereen hoeft alles van mij te weten.
Waarom ben je zo terughoudend?
Ik zie het nut er niet van in om alles over mezelf te vertellen. We hadden hier van mij niet hoeven zitten. Ik doe gewoon dingen die ik leuk vind, maar wil niet opvallen. Mijn leven is goed zo. Ik probeer er te zijn voor de mensen om me heen, die zijn belangrijk voor me.
Waarom geef je dan toch dit interview?
Soms is het wel goed om te doen. Het blijft een deel van mijn vak en het is niet zo dat ik er een hekel aan heb.
Ik begreep wel dat je niet vaak ingaat op interviewverzoeken.
Maar dat heeft ook nog met iets anders te maken. Hoe vaak lees je wel niet van die interviews waarin iemand alleen maar dingen zegt die tien voetballers daarvoor ook al gezegd hebben? Maar heel soms lees ik echt leuke interviews. Zoals laatst met Nigel de Jong, die vertelde in ELF over zijn reis door Amerika en over Oranje. Hij vond dat er te snel verjongd werd bij het Nederlands team. Dat vind ik leuk om te lezen, jongens die echt wat te vertellen hebben en het ook kunnen zeggen. Hij heeft toch dingen gezien en in Oranje gespeeld. Dat is toch anders dan als ik iets zeg?
Jij hebt vast ook genoeg dingen gezien, in landen als Bulgarije en Servië bijvoorbeeld.
Ik heb ook wel genoeg dingen meegemaakt (Greene moest bijvoorbeeld lang wachten op salaris uit Servië, red.), maar ik heb geen behoefte om daar van alles over te vertellen. Het is goed zo. Niemand hoeft te weten wat ik precies allemaal doe. Dat zeg ik eigenlijk alleen maar tegen een paar vrienden en familie. En misschien weten een paar jongens op de club het hier. Ik post daarom ook bijna nooit iets op social media. Soms zet ik er iets op, maar vaak wis ik het weer. De behoefte om heel actief te zijn op social media heb ik gewoon niet.
(Greene scrolt door zijn Instagram. Foto’s en filmpjes passeren.)
Waar zit ik nou naar te kijken, dit is toch allemaal niks bijzonders? Iedereen moet lekker zijn eigen ding doen, hoor. Of dat nou een selfie is of je staat jezelf te filmen, maar dat soort dingen zijn niets voor mij. Ik houd ook online van privacy. Je zal mij bijvoorbeeld niet zo snel privédingen zien plaatsen.
Misschien is het iets van een andere generatie?
Ik heb er in ieder geval geen behoefte aan en geen tijd voor. Voordat je het weet zit je zo tien minuten op Instagram. En wat heb je dan gedaan in die tijd? Je zit eigenlijk gewoon niks te doen. Dat is zonde, man. Ik kan wel betere dingen bedenken die ik kan doen in die tijd. Ik besteed dan liever meer tijd en aandacht aan mijn naasten.
Ik las laatst het verhaal van jullie met Dwight Tiendalli. Hij vertelde over de opvoeding van zijn kinderen en dat zij helemaal geen mobiele telefoon nodig hebben op zo’n jonge leeftijd. Die mening deel ik wel. Natuurlijk moet je wel meegaan met de tijd, ze moeten wel weten wat een mobiel is. Maar ze hebben er toch geen nodig?
Ik zag op je Instagram wel een opvallende foto, een met een gitaar. Ben je gitarist?
Dat komt door Florent Malouda. Ik speelde samen met hem in India en heb toen van hem een kleine elektrische gitaar gekregen. We zaten veel op hotelkamers en hij had zo’n gitaar. Zo is het een beetje gekomen. Er waren weken dat we van wedstrijd naar wedstrijd vlogen, dan waren we zo twee tot drie weken weg. Dan nam ik wel meer spullen mee. Een boek, een PlayStation, maar dus ook die gitaar. Toen ik terugkwam in Nederland ben ik wat lessen gaan volgen. Ik kan inmiddels wat nummers spelen, van Bob Marley en John Legend bijvoorbeeld. Maar ik moet eigenlijk weer meer oefenen.
Hoe was het voetbal in India?
Het is echt één grote show. Voor iedere wedstrijd is er vuurwerk, mensen juichen en schreeuwen de hele tijd en de media probeert het enorm te hypen. Het was mooi om met grote spelers als Florent Malouda en John Arne Riise te spelen, Roberto Carlos was mijn coach. Hij was vroeger mijn idool, voor bijna iedereen met wie ik ben opgegroeid. Ze waren allemaal heel relaxt. Weet je, op een gegeven moment wordt het ook wel normaal dat ze je teamgenoten en coach zijn. Zij zijn ook maar gewoon mensen, moeten ook iedere dag eten.
Je hebt ook nog in Bulgarije en Servië gespeeld. Wat hebben die buitenlandse avonturen je gebracht?
In ieder geval spreek ik een paar talen. In Bulgarije en Servië kunnen ze echt geen woord Engels. Ik wil niet zeggen dat ik probleemloos het journaal kan volgen in die landen, maar ik kan wel wat verstaan. Ook al heb ik maar een half jaar in Servië gespeeld, ik moest de taal wel leren.
Het was ook mooi om verschillende culturen te ontdekken. In het begin lijken die mensen in Servië en Bulgarije heel nors, maar na een tijdje werd ik zomaar door de buren uitgenodigd om te komen eten. In die cultuur doen ze veel meer dingen samen. Wel ga je als voetballer vooral om met teamgenoten, die leven toch in hetzelfde ritme. Ik had minder contact met mensen buiten het voetbal. Ik was wel geschokt toen ik hoorde dat normale hardwerkende mensen in dat soort landen ongeveer 300 à 400 euro per maand verdienen. En dat op drie uurtjes vliegen hier vandaan.
Als je stopt als prof, ga je dan nog wel verder in het amateurvoetbal?
Ik wil wel afbouwen, dat is beter voor je lichaam hè. Maar ik wil sowieso wel de rest van mijn leven blijven voetballen. Zelfs in een vriendenteam op een heel laag niveau lijkt me leuk. Ik houd gewoon ontzettend veel van voetbal. Ik speel hier echt niet alleen om de club te helpen, ook omdat ik het zo ontzettend mooi vind. Ik haal nog altijd hetzelfde plezier uit het spelletje als toen ik een klein kind was.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.