Elke keer kreeg Leonne Stentler weer hetzelfde te horen: alle voetballende vrouwen vallen op vrouwen, kunnen er niks van en de sport is te gevaarlijk voor meisjes. Ze kan niet zo goed tegen die vooroordelen over vrouwenvoetbal. De voormalig speelster van ADO Den Haag, Ajax en Oranje knokt al van jongs af aan tegen de stereotypes.
Laatst schreef Leonne een blog over de ongelijkheid die nog altijd bestaat. Ze is inmiddels gestopt met voetballen op hoog niveau, maar heeft een voetbalkledingmerk (Liona) opgericht speciaal voor vrouwen en is betrokken gebleven bij de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal. Ook zit ze in de vereniging voor ex-internationals van de Oranje Leeuwinnen en de sporterscommissie van NOC*NSF.
Videos by VICE
VICE Sports ontmoette de zeventienvoudig international in Amsterdam om te praten over haar sport.
Ha Leonne, hoe staat het ervoor met het vrouwenvoetbal?
Er is nog een hoop te doen, maar gelukkig gaat het de laatste tien jaar supersnel. Toen ik begon met voetbal, was ik het enige meisje op de club.
Hoe was dat?
Het vaakst hoorde ik dat ik niet kon voetballen, omdat ik een meisje was. Daar heb ik altijd tegen gevochten. Ik werd aan het begin van het seizoen altijd weer in het laagste team gezet, en dan schoof ik in de loop van het seizoen op. Uiteindelijk mocht ik altijd weer met mijn oude teamgenoten spelen in het eerste elftal. Tot het nieuwe seizoen begon.
Hoe reageerden tegenstanders op jou als meisje?
Die begonnen altijd eerst te lachen, maar dan deed ik wat goed, en was het van: ‘o, shit’. Ik speelde uiteindelijk samen met Manon Melis in een jongensteam in de derde divisie, op best hoog niveau. Dat was supertof. Maar vanaf je negentiende mogen jongens en meisjes niet meer samen voetballen, dus moesten Manon en ik opeens naar een damesteam. Dat was heel gezellig, maar het niveau was veel lager. Dat merkte ik ook aan mijn eigen motivatie. Het vrouwenteam trainde ook altijd pas als de mannen klaar waren met trainen. Een bus naar uitwedstrijden zat er voor ons niet in, alleen voor de mannen.
Dat is niet eerlijk.
Toen stond ik er nog niet eens zo bij stil. Dat kwam pas toen de eredivisie voor vrouwen werd opgericht. Toen werd het vrouwenvoetbal serieuzer en begon ik me meer te storen aan de ongelijkheid. Veel clubs die meededen zeiden: “We gaan beginnen met vrouwenvoetbal, omdat we een maatschappelijke rol moeten vervullen.” Toen dacht ik: nee, helemaal niet. Wij zijn gewoon topsporters. Laat ons gewoon topsport bedrijven in plaats van te zeggen dat we een maatschappelijke functie vervullen.
Toen ging je van de amateurs naar ADO Den Haag. Hoe was dat?
Heel cool. We trainden vier of vijf keer in de week, speelden op donderdagavond en trainden ook nog op zondag. Mijn hele leven bestond in een keer uit voetbal. Die droom had ik een beetje laten varen toen ik bij de amateurs in een damesteam moest. Bij ADO was ik in een keer een soort van profvoetballer. Ik ging in een keer ook weer vooruit in mijn voetbalontwikkeling. Het was voor mij de redding.
Je zegt ‘een soort van profvoetballer’. Waarom niet gewoon profvoetballer?
In het begin kregen we onze reiskosten vergoed, maar dat was het. Studeren ernaast kon nog wel, maar het was niet te combineren met een fulltime baan. Mannen krijgen zelfs in de vijfde klasse zondag nog wel eens een vergoeding, maar bij ons moesten we het doen van de reiskosten. We hadden dus niet het gevoel dat we echt prof waren. Bij FC Twente en Ajax hebben de meiden nu goede contracten, zodat ze er echt honderd procent voor kunnen gaan. Maar achteraf ben ik wel blij dat ik gedwongen werd om te blijven studeren, want daar pluk ik nu de vruchten van.
Hoe vond je de reacties van supporters bij ADO en Ajax?
Bij ADO hadden we een leuke vaste groep supporters, die waren superfanatiek. Bij Ajax merkte ik wat de club doet met mensen. Al trek je een pinguin een Ajaxshirt aan, dan nog zijn ze fan. Natuurlijk zitten er ook mensen bij die het minder leuk vinden, maar ik hoef niemand wat op te leggen. Toen ik voor Ajax ging spelen, werd ik ook opeens een stuk serieuzer genomen als voetballer.
O, hoe ging dat?
Als ik op de universiteit zei dat ik in de eredivisie bij ADO Den Haag voetbalde, zeiden ze: “Leuk, maar je moet wel aanwezig zijn hier”. Toen ik bij Ajax speelde, zeiden ze: “O, speel je bij Ajax? Dan ben je wel goed he?” Ik was gewoon dezelfde persoon, met een ander shirt aan. Bizar.
Hoe vond je Ajax als club?
Je loopt daar rond tussen die jeugd, ziet hoe hard ze trainen. Heel inspirerend. Johan Cruijff was bijvoorbeeld echt pro vrouwenvoetbal en Simon Tahamata is echt een fantastische vent. Hij geeft nu elke maandag techniektraining aan Ajax Vrouwen. Maar laatst zat ik met Ajax-scout Hans van der Zee aan een rondetafelgesprek voor een programma. Toen vroeg hij of we het veld voor vrouwen niet kleiner moesten maken, omdat vrouwen het sprinten niet vol konden houden. Heb je er weer zo eentje, dacht ik toen. Als Dafne Schippers de 200 meter sprint, zit hij vast te kijken. Waar heb je het dan over?
Je noemde het vooroordeel al dat alle voetballende vrouwen op vrouwen vallen.
Dat hoor je altijd. ‘O, dan val je op vrouwen.’ ‘O, kijken jullie dan naar elkaar onder de douche?’ Altijd dat soort shit. Het is jammer om dat vooroordeel steeds te horen te krijgen, maar aan de andere kant zijn er ook bovengemiddeld veel lesbische vrouwen in het voetbal. Het is een sport met een veilige omgeving voor andere vormen van seksualiteit, in tegenstelling tot het mannenvoetbal.
Vrouwenvoetbal wordt speltechnisch vaak met mannenvoetbal vergeleken. Op zich logisch, maar jij ergert je daaraan. Waarom?
Vrouwenvoetbal is veel jonger. Het is jarenlang verboden geweest. In Zeeland wilde een groepje vrouwen in de jaren zestig voetballen, dus dat deden ze. De KNVB verbood dat. De vrouwen hebben een interland georganiseerd in West-Duitsland, maar die is gewoon niet de boeken ingegaan als officiële interland, omdat de KNVB dat niet wilde. In de jaren zeventig en tachtig is vrouwenvoetbal vanuit de UEFA en FIFA gestimuleerd. Alsnog was Nederland een van de laatsten. Ze hebben het toegestaan en dat was het. In Duitsland hebben ze er van begin af aan aan gewerkt en dan zie je ook hoe goed ze nu zijn. Zover zijn wij nog niet.
Waarom komt de Nederlandse competitie maar niet van de grond?
Niemand denkt nog in een verdienmodel. Niemand denkt erover na hoe we het vrouwenvoetbal in Nederland zelfvoorzienend kunnen maken. Dat zou een oplossing zijn.
Zou dat komen omdat er nauwelijks vrouwen in de leiding van de KNVB zitten?
Dat weet ik niet. Ik denk dat mannen daar ook prima een oplossing voor kunnen bedenken. In Duitsland hebben ze een sponsor voor de hele competitie, waardoor veel spelers betaald kunnen worden. Daar zenden ze het ook uit. Sponsoren willen op televisie te zien zijn en televisiemaatschappijen willen dat het meer leeft, maar daar hebben we sponsoren voor nodig. Het is een beetje een kip en ei verhaal in Nederland. Iemand moet een stap zetten.
Er wordt vaak geroepen dat mannen alleen naar vrouwenvoetbal kijken als er mooie vrouwen bij zitten.
Ja, seksisme zit in heel veel sporten verwoven. Kijk bijvoorbeeld naar het turnen. De commentator zegt gerust: o jeetje, wat valt ze hard op die mooie ronde kont. Dat zou hij bij een man nooit zeggen. Vrouwen worden van oudsher niet gezien als atleten. Ik denk dat de Olympische Spelen voor veel mensen een soort besefmoment waren. Daar wonnen zoveel meer Nederlandse vrouwen dan mannen. Ik vind de hockeyvrouwen altijd een mooi voorbeeld. Zij worden echt gezien als atleten en dat stralen ze ook uit. Zij presteren al heel lang, dat helpt ook mee. Dat is een beetje het streven voor het vrouwenvoetbal.
Is er in Nederland ook een gebrek aan stimulatie vanuit de ouders voor het vrouwenvoetbal?
Ik kende vroeger veel meisjes die niet mochten voetballen van hun ouders. Die moesten gaan hockeyen of turnen, iets zonder ballen in het gezicht. Gek dat hockey dan wel mocht, met die harde bal. Er zijn nog steeds ouders die zeggen: nee hoor, voetbal is een jongenssport. Als ook die om zijn, dan zijn we er. Maar het gaat al als een olievlek. Ik kwam laatst bij een club voor een clinic. Nou, die halve club bestond uit meisjes! Ik was vroeger altijd de enige. Moest ik zoeken naar een scheidsrechtershokje om me om te kleden. Nu lopen ze soms met honderden op een club.
Ben je er trots op dat je onderdeel bent geweest van die ontwikkeling?
Ja, dat voel ik wel. Bij de vereniging voor ex-internationals zitten ook vrouwen van in de zeventig, van het Wilde Voetbal. Zij hebben echt gevochten in de jaren zestig. Mijn generatie heeft gepioneerd met de eredivisie voor vrouwen. Ik heb gezien hoe het op kleine meisjes van invloed is. Dat ze rolmodellen hebben. Ik was vroeger fan van Jean-Paul van Gastel. Nu zeggen ze gewoon dat ze Tessel Middag willen zijn, omdat zij in Engeland speelt. Dat vind ik supervet.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.