Culture

We spraken over Liza N’ Eliaz met het koppel dat USA Import Records startte

USA IMPORT Anvers disquaire

José Pascual en Frie Verhelst zijn niet bepaald nostalgisch. Nu ze met pensioen zijn, hebben ze echter genoeg redenen om terug te kijken naar hun jongere jaren met een gevoel van trots voor wat ze hebben verwezenlijkt, alsof ze geleefd hebben in een zorgeloze, vrije en gezegende tijd. “De jaren 70 was een tijd waarin alles mogelijk was, met een klein beetje geld kon je al ver geraken,” geeft José toe op een bijna verontschuldigende toon met de gedachte dat jongere generaties diezelfde vrijheid misschien niet ervaren.

Maar dit koppel kan niets doen aan het verstrijken van de tijd: de geliefden kunnen zich verheugen in wat er nu wordt gecreëerd, ze kunnen zeggen dat ze openstaan voor het onbekende, maar met hen praten is nog steeds de beste manier om een hele wereld terug te brengen, met zijn kleuren, zijn details en zijn bijzondere schoonheid; die van gelukkige herinneringen aan een voorbije tijd, van die ontmoetingen die weer in je opkomen als het tijd is om de opwinding samen te vatten.

Videos by VICE

Voor de twee Antwerpenaren liep die schone tijd van de jaren 70 tot 2009, en dat op een enkele plek: USA Import, een platenwinkel gestart in 1973 op de Sint-Jakobsmarkt “met het idee om zo dicht mogelijk te zitten bij de andere platenwinkels, om de nieuwste platen uit Amerika te importeren in de eerste plaats, maar ook uit Engeland”. Aangezien Antwerpen een cosmopolitaanse, Engels-sprekende stad was, “veel meer avant-garde dan Brussel met hun voorliefde voor Franstalige cultuur en muziek”, was het koppel ervan overtuigd dat ze hun stempel konden drukken op de wereld door hun shop. Al sinds ze elkaar leerden kennen aan de Belgische kust, zijn José en Frie nog niet gestopt met vinyls te kopen, het liefst de meer zeldzame.  Ze hadden een grote voorraad, een diepgaande liefde voor muziek, een bereidheid tot alles (José verkocht zijn auto om de winkel te kunnen openen) en een gevoel dat er een niche was om op te vullen. In Luik was er al een platenwinkel genaamd USA Import, dus maakten ze er gebruik van om samen te werken, dezelfde distributieketens te gebruiken en gezamenlijke bestellingen te plaatsen om verzendingskosten te drukken. 

Hoewel ze geen fan waren van regels en traditie, kwamen José en Frie in de business met heel wat ideeën, vastberaden om ze tot leven te brengen. Dus, terwijl de meeste platenwinkels hun klanten aanbieden om een plaat discreet met een koptelefoon te beluisteren, had USA Import een centrale mixing desk, een bar en gigantische speakers aan de muren met de bedoeling het gevoel van een nachtclub te recreëren. “Ons idee was om te zeggen ‘ja, tuurlijk mag je luisteren naar je plaat, maar we gaan het zo luid spelen dat iedereen het kan horen!’. We wilden het enthousiasme van de klanten opwekken.” Dit zorgde ervoor dat het koppel ook niet bleef plakken in een genre of plek. Funk, soul, new wave, electro – USA Import wist er alles van in de jaren 70 en 80. Met als parool een bepaalde vorm van afwijzing: van radiocodes, van redelijkheid, van determinisme.

USA IMPORT 90s © USA IMPORT.jpg

Het moet wel gezegd worden dat de reputatie van USA Import opbouwen niet over enkele weken ging. “In het begin,” vertelt José, “verkocht ik soms een enkele 45rpm per dag… Gelukkig was mijn vrouw een leerkracht en bracht zij dus wel nog geld in het laatje om ons te ondersteunen. Alles wat ik verdiende, herinvesteerde ik om platen te kopen. En met een beetje geluk was Antwerpen een hotspot in de seventies. “Discotheken boekten dj’s uit Londen en kwamen dan naar USA Import om hun nieuwe protegés te voorzien van nieuwe releases.” Hij herinnert zich ook dat “uitbaters destijds gewoon rechtstreeks met hun dj’s kwamen om zelf voor de platen te betalen. Dat hielp ze tegelijk de laatste trends te volgen, vrienden te worden over een glaasje whiskey of gin, maar ook dat wij de laatste nieuwe platen hadden die trendy waren aan de andere kant van de oceaan.” Dat was best een hevige verantwoordelijkheid, een die met veel werk kwam, zoals hevige financiële investeringen: “We vroegen verkopers om via de telefoon met New York naar de nieuwe platen te luisteren. Daardoor liep onze telefoonrekening vaak op tot 2200 euro (in de huidige koers).” In 1977 stopte Frie met lesgeven, een job die uiteindelijk niet samenging met nachtelijke uitstapjes, en startte bij USA Import. Dit was het begin van het familiegevoel dat de twee eigenaren graag wilden creëren. 

In het begin van de jaren 80 begonnen enkele veranderingen plaats te vinden. Eerst hadden ze gehoopt om zo’n 300 kopieën te maken van Why Can’t We Live Together van Mike Anthony, om de 45rpm single aan te bieden aan de vaste klanten. “We wisten helemaal niets van royalties noch hoe we een single moesten verspreiden,” vertelt José. “We waren verward, een beetje dom, maar bovenal wilden we gewoon plezier hebben. We wisten niet dat het een hit zou worden.” Veel later, in de nineties, wilden ze graag de grote zaal in de achterkant van de shop vrijmaken, volledig opgedragen aan gabber en hardcore, om mogelijke conflicten met house fans te vermijden. “Dat werd al snel een ontmoetingsruimte,” vertelt Frie, haar ogen opeens gevuld met verwondering. “Elke woensdag, er was toen geen school, kwamen de gabberfans naar hier en zetten de boel op stelten in de wijk, de omgeving natuurlijk niet zo blij om een massa jongeren op straat te zien rondhangen… Ze waren gewoon aan het dansen, de atmosfeer was leuk maar de politie heeft meerdere keren moeten tussenkomen.” 

Tussen het einde van de jaren 70 en deze periode die José en Frie doet terugdenken aan “de bruisende punkscene”, was er in 1982 het ontstaan van het USA Import platenlabel, wat de twee Antwerpenaren in staat stelde de house, hardcore en new beat trends te volgen maar ook enkele lokale legendes te volgen: Tony McKenzie, de Jamaicaanse eigenaar van een nachtclub in centrum Antwerpen genaamd Liasons D., Confetti’s, Kate B en Liza’N’Eliaz. “In 1989,” vertelt Frie, “had Liza ons een cassette opgestuurd. José en ik wisten onmiddellijk dat dit goud was. Het was brutaal, intens, maar je merkte dat ze naar het conservatorium was geweest, dat ze de instrumenten perfect beheerste. Destijds woonde Liza in Amsterdam, de stad die haar toevlucht had geboden. We vroegen haar om af te spreken in Antwerpen, toen ze kwam en ons vertelde, met haar typische mix van gereserveerdheid en zekerheid: ‘ik ben haar, ik wil niet als ‘hij’ worden aangesproken’.” 

Liza N' Eliaz 2 © Koen Roggen.jpg
Foto: Koen Roggen

Klein detail: Liza werd geboren in Oostende, waar ze bij geboorte het mannelijke geslacht werd toegewezen, in februari 1958. “Ze was een discrete vrouw, wat verklaart waarom er nog zoveel geheimzinnigheid rondom haar persoon leeft vandaag,” gaat Frie verder, duidelijk geraakt door de herinneringen aan haar vriendin. “Dat gezegd zijnde, was ze enorm getalenteerd, heel vrij.” José voegt nog toe dat het “naast onze vriendschap, haar kwaliteiten als muzikant waren die ons toelaten haar te vertrouwen met Provision Records, een onderaanneming van USA Import Records.” 

Liza N’ Eliaz bouwde al snel een reputatie op voor zichzelf. Ze was niet het meest zichtbare figuur op het elektronische circuit, maar ze is ongetwijfeld een van de meest iconische dj’s. Een heel technische ook: je hebt werkelijk talent nodig om 4 draaitafels te spelen op hetzelfde moment om meer dan 400 BPM te bereiken – Jeff Mills en Manu Le Malin, aan wie ze speedcore voorstelde, zullen dit niet snel vergeten. Liza N’ Eliaz was ook een vaste waarde op de podia van midden de jaren 90: van Mayday tot Zurich’s Energy, van Hellraiser in Nederland tot Astropolis in Frankrijk, Liza N’ Eliaz stond op het programma van zoveel plekken die de geboorteplekken van de hardcoregeest zouden worden. En haar producties, die zijn jaar na jaar populairder en moeilijker te bemachtigen. Ze getuigen een know-how die verder gaan dan haar bijnaam “The Queen of Terror”, van elektronische Franse pop (Y’a des nuages) tot synthetische muziek (Blue & Red City). Haar dood als gevolg van lonkanker in Antwerpen op 19 februari 2001, droeg onvermijdelijk bij aan de mythe. 

Hoe dan ook, deze cult zorgde ervoor dat de kinderen van José en Frie een duik namen in de archieven van hun ouders. Een aantal jaren in het begin van de nillies, probeerden Nikolai en Daphné de shop levende te houden, maar digitale technologie had de wereld overgenomen en ertegen vechten was precies zout in de wonde gooien. “Toen Amerikaanse handelaren de deuren sloten en muziek steeds gemakkelijker te vinden was op het internet, besefte ik dat we er niet tegen op konden,” vertelt José. “Als de winkel in New York sloten, dan maakten wij geen kans op overleven.” Zijn observatie is glashelder en zonder excuses. Maar Daphné voegt er graag nog iets aan toe: “In de jaren 2000 was het waarschijnlijk gemakkelijker om een nieuwe winkel uit de grond te stampen dan de overgang van analoog naar digitaal te maken, zoals dat voor ons was… Mensen kwamen met een lijst van albums in plaats van dat ze onze aanbevelingen zochten, ze stonden niet meer open voor nieuwe dingen. We moesten ermee kappen voor we in grote problemen kwamen.” 

In de afgelopen jaren hebben Daphné en Nikolai de tijd genomen om tussen de 2000-tal tracks geproduceerd door USA Import Records te snuisteren om zo het label nieuw leven in te blazen. Tussen de producties die ze beluisteren, waren die van Liza N’ Eliaz een gemakkelijke keuze: “Naast het feit dat ze een producer was, had Liza best een gek verhaal. Daarnaast was ze ook een vriend van de familie: het leek ons een logische keuze om van Initial Gaze onze eerste release te maken.” Hoewel deze EP, samen met twee remixen van de Duitse Toulouse Low Trax, dateert uit 1992, hebben Daphné en Nikolai geen verlangen om nostalgie te verkopen. Als de voormalige klanten van de shop verheugd zijn om Liza N’ Eliaz of Liaisons D. opnieuw uitgegeven te zien door USA Import Records, des te beter. Dat toont dat de band die ze hadden nog niet volledig verloren is, dat de shop toch in het geheugen van de klanten gegrift is. Maar dat is niet noodzakelijk waar de twee naar op zoek zijn. Voor Daphné en Nikolai – die Ascendant Vierge en Casual Gabberz als referentiepunten noemen – met een besef dat een terugkomst van de hardcore aesthetic aan de gang is – draait het allemaal om hun geschiedenis toegankelijk te maken aan de jongere generatie, om een link te leggen met de toekomst en zelfs verschillende generaties rondom de naam van USA Import Records te verzamelen. 

“We weten best wel dat dit label onze huur niet zal betalen,” zegt Daphné. “Al wat we willen is de aanpak van onze ouders verder zetten en tegelijk verdergaan met was Nikolai en ik doen op het Antwerpse radiostation We Are Various: een ontmoetingsplek voorzien, een medium waar muziekenthousiasten samen kunnen praten.” José en Frie hebben helemaal geen reden om nostalgisch te zijn. 

Liza N’ Eliaz’s ‘Initial Gain’ EP is nu uit op USA Import Records.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.