De keuze om iboga te nemen, een hallucinogeen dat wordt gewonnen uit de wortel van de Afrikaanse plant Tabernanthe iboga, was niet makkelijk gemaakt. Het werd me een jaar geleden aangeraden door een vriend, omdat het zou helpen tegen slapeloosheid, blaasontsteking, spiertrekkingen, hartkloppingen en een aantal symptomen waarvan ik denk dat ze met mijn chronische Lyme te maken hebben. Maar omdat ik wist dat het ook hartritmestoornissen kon veroorzaken bij mensen met bestaande aandoeningen, probeerde ik eerst andere behandelmethodes, zoals hyperbare zuurstoftherapie en kambo. Toen ik me na een half jaar nog steeds niet beter voelde, vond ik een iboga-sessie in Mexico die medisch begeleid werd en waar ik een hartfilmpje kon laten maken, zodat ik zeker wist dat ik geen risico zou lopen.
Omdat van iboga wordt verondersteld dat het patronen in je zenuwstelsel kan onderbreken, wordt het weleens gebruikt om drugsverslaafden te helpen om af te kicken. Er is nog weinig onderzoek naar de werking gedaan, maar toen er in 2000 vijf mensen werden onderzocht die aan opioïden of cocaïne verslaafd waren, waren twee daarvan een week na de eerste dosering al clean, en hadden ze ook geen afkickverschijnselen. Sommigen geloven ook dat het op andere manieren helend kan werken, vooral wanneer het aankomt op neurologische aandoeningen.
Videos by VICE
In het begin was ik sceptisch, maar iboga wist de verwachtingen waar te maken. Een week later kon ik mijn dokter namelijk al vertellen dat al mijn symptomen waren verdwenen. “Psychedelica? Waarom zou je dat doen?” vroeg ze. Het was nog vrij lastig om uit te leggen dat ik niet zomaar gezellig met wat vrienden aan de drugs had gezeten.
Toen ik uitlegde dat iboga weleens gebruikt wordt tegen drugsverslavingen en andere gezondheidsproblemen, werd ze nieuwsgierig en ging ze het googelen. Ze vond het indrukwekkend dat het me zo snel had geholpen, al waarschuwde ze me dat de effecten waarschijnlijk niet blijvend zouden zijn. Ik wist niet hoe serieus ik haar advies precies moest nemen, aangezien ze er totaal onbekend mee was.
Het is een probleem waar meer mensen tegenaan lopen die cannabis en psychedelica gebruiken voor medische doeleinden. Ze verwachten advies te krijgen van hun arts, maar in de praktijk gaat het eigenlijk precies andersom, en moeten zij de arts juist bijpraten. “Het kan moeilijk zijn om in te schatten of de bezorgdheid van een dokter over je drugsgebruik legitiem is, of gebaseerd is op zijn eigen beeld ervan,” zegt Valerie McDonnell, een klinisch sociaal werker uit Virginia die met verslaafde vrouwen werkt.
Als je bedenkt dat je door je drugsgebruik risico’s kunt lopen waar je je niet bewust van bent, is het natuurlijk wel belangrijk om dat door de dokter te laten checken. “Het kan best zijn dat de drug die je gebruikt tot klachten leidt waarvan je niet verwacht dat ze door die drug komen,” zegt Colin L. Robinson, een klinisch universitair docent geneeskunde aan de Universiteit van Californië-Los Angeles. “Ik ken situaties waarbij de klachten uiteindelijk gewoon toegeschreven konden worden aan de drug die al die tijd al gebruikt werd.” Mensen die bijvoorbeeld wiet roken kunnen bijvoorbeeld het cannabinoïd-hyperemesissyndroom krijgen, dat vooral tot uiting komt in misselijkheid en kotsneigingen.
Als je open bent over je drugsgebruik, kan je arts niet alleen inschatten in hoeverre dat bijdraagt aan je klachten, maar ook wat er gebeurt als je het combineert met de medicatie die hij of zij je voorschrijft, zegt Robinson. Uiteindelijk helpt dat natuurlijk goed om je klachten beter te begrijpen.
Aan de andere kant kunnen artsen zich misschien niet bewust zijn van de gezondheidsvoordelen van drugsgebruik, en serveren ze het af als probleem. Als je dokter vermoedt dat je een drugsprobleem hebt, kun je nagaan of dat echt zo is door te kijken of je voldoet aan de DSM-5-criteria voor verslavingen, zegt McDonnell. Dat het gebruik je dagelijks leven in sterke mate beïnvloedt bijvoorbeeld, of dat het je veel tijd kost om ervan te herstellen. Als je dokter denkt dat je een drugsprobleem hebt, maar je aan geen enkele van deze criteria voldoet, zit het er dik in dat die gedachte berust op een vooroordeel.
Als je wel aan een aantal van deze criteria voldoet, is het aan de arts om daar begripvol op te reageren. “Het is onze taak om onbevooroordeeld te zijn, naar het totaalplaatje te kijken en een geschikt plan te bedenken,” zegt Robinson. “Ook als je er in eerste instantie misschien niet achter staat, zou een arts zich eerder moeten laten leiden door oprechte bezorgdheid dan zijn eigen vooroordelen.”
Als je arts bezorgd is over je drugsgebruik, heb je het recht om te vragen waar dat vandaan komt, en moeten ze dus kunnen uitleggen hoe de drug die je gebruikt je mogelijk zou kunnen beschadigen. Dat zegt Soyona Rafatjah, die met haar eigen geneeskundige praktijk PrimeHealth gebruikmaakt van alternatieve medicijnen, en in sommige gevallen ook cannabinoïde aanbeveelt. Als je arts niet veel verder komt dan iets als “drugs zijn slecht voor je hersenen”, dan is dat een teken dat ze waarschijnlijk niet helemaal begrijpen waar ze het over hebben.
Hun beoordeling zou ook niet volledig gebaseerd moeten zijn op de vraag of je een recreatieve drug gebruikt — ze zouden er ook op moeten letten hoe je het gebruikt. “Als je dokter geen vragen stelt over hoe vaak en hoe je gebruikt, en simpelweg nee zegt tegen alle mogelijke vormen, zijn ze waarschijnlijk principieel tegen drugs in het algemeen, en snappen ze niet hoe ze het onderscheid moeten maken tussen experimenteren, therapeutisch gebruik en misbruik,” zegt Rafatjah.
“Als je je oncomfortabel voelt tijdens een doktersafspraak, kun je dat natuurlijk gewoon benoemen,” zegt McDonnell. “Als je je dokter al hebt verteld over je drugsgebruik en vervolgens het gevoel krijgt dat hij je veroordeelt, kun je het gesprek stoppen en vragen wat ze verder met die informatie van plan is.”
Zelf heb ik getwijfeld of ik mijn arts wilde vertellen dat ik iboga heb gebruikt, omdat ik al eerder had ervaren dat het niet altijd op waarde wordt geschat. Maar uiteindelijk heb ik het toch verteld, omdat ik wilde dat ze zou weten hoe goed het mij heeft geholpen. Uiteindelijk was ons gesprek ook goed voor mijzelf. Toen ze zei dat mijn symptomen niet voor eeuwig zouden blijven, had ze ook gewoon gelijk. Ook was het nuttig om te weten dat ik niet zomaar mijn andere behandelingen stop moest zetten. Het lijkt me goed als artsen en patiënten vaker zo met elkaar kunnen praten, en ze samen een holistisch behandelplan kunnen verzinnen.
“Als je je arts vertrouwt, ben je ook opener over je symptomen, gedachten, zorgen en de worstelingen met je ziekte,” zegt Robinson. “En je kunt er ook op vertrouwen dat hij of zij je adviseert op basis van zorg en respect. Ze zullen er ook op vertrouwen dat jij de waarheid spreekt, en zij gerespecteerd worden. Daar worden ook zij alleen maar beter van.”