Identiteit

Ik kreeg een rondleiding langs de homoseksuele dieren van Artis

Tijdens Pride 2018 lees je bij ons extra veel verhalen over mensen (en dieren) van het hele lhbt+-spectrum. Klik hier voor alle artikelen van Onder de gaydar.

De Pride staat weer eens voor de deur, en dat betekent ook groot feest voor de lhbt+-gemeenschap in Artis. Want heteronormativiteit kan, net als sommige mensen, sommige dieren effe hartstikke aan hun reet roesten.

Die trots van het homo-zijn wordt in de dierentuin gevierd met de speciale rondleiding ‘Homoseksualiteit in het dierenrijk’, waarbij een bioloog je alle queerimals van Artis laat zien. Dat is niet alleen leuk, maar ook leerzaam, want er wordt een hoop informatie gegeven over de functie van homoseksualiteit in de natuur.

Videos by VICE

Omdat homoseksualiteit en dieren twee dingen zijn waar mijn hart razendsnel van gaat kloppen, mailde ik Artis met de vraag of ik aanstaande zondag aanwezig mocht zijn. Dat mocht, en de gewiekste PR-machine van Artis bood me zelfs een vervroegde persoonlijke rondleiding aan, verzorgd door huisbioloog Jasper. Nou, dat laat ik me natuurlijk geen tweede keer zeggen.

Ik word voorgesteld aan bioloog Jasper, zonder twijfel de meest charismatische man van Artis. Hij begint me uit te leggen dat er in het dierenrijk 1500 verschillende diersoorten homoseksueel gedrag vertonen en dat er wel degelijk homoseksualiteit bestaat – daarmee bedoelt hij dat sommige dieren ervoor kiezen om een relatie aan te gaan met hetzelfde geslacht. En hij vertelt dat Artis het belangrijk vindt om hier aandacht aan te besteden, om voor eens en altijd korte metten te maken met de gedachte dat homoseksueel gedrag ‘onnatuurlijk’ zou zijn, of een foutje van de natuur. “Het wordt in de natuur juist aangemoedigd,” zegt hij.

Hij neemt me allereerst mee naar de Japanse makaken, en vertelt me dat homoseksualiteit, net zoals bij veel andere aapsoorten, een sociale functie heeft. Als er bijvoorbeeld een conflict is geweest binnen de groep, dan wordt het weer goedgemaakt met een flink potje homoseks, vooral tussen de vrouwtjes – maar liefst 78 procent van de vrouwelijke Japanse makaken wippen met elkaar. Jasper legt uit dat homoseks bij apen ook gebruikt wordt als een manier om hallo te zeggen, en om te laten zien wie de baas is. Ongeveer 9 procent van de vrouwelijke makaken is uitsluitend lesbie, en blijft in het paarseizoen ook bij haar vriendinnetje. Buiten het paarseizoen hebben ze seks met iedereen, en zelfs 56 procent van de vrouwelijke Japanse makaken zijn biseksueel, vertelt Jasper.

Japanse makaakvrouw, vast op zoek naar een ander vrouwtje om eens even flink hallo tegen te zeggen. Foto door Rebecca Camphens.

We lopen ondertussen richting de flamingo’s. “Bij flamingo’s zijn er veel stelletjes van hetzelfde geslacht, en in de natuur is wel 25 procent van de flamingo’s homoseksueel,” zegt hij. En wat wel grappig is, volgens Jasper, is dat de mannen allebei nestenbouwers zijn. “Dus af en toe zie je een nest dat twee keer zo groot is en dan weet je: dat zijn twee mannetjes geweest.”

Ik vraag hem of de dierenhomo’s en lesbies dezelfde voortplantingsdrang hebben als hetero’s, want het is voor hen natuurlijk onmogelijk om baby’s te maken. Misschien voelen ze die drang dan ook niet? Maar dat is wel zo, want “dat heeft te maken met instinct”, vertelt Jasper. “Het is hormonaal bepaald. Op een gegeven moment gaan ze puberen en komt er een piek in geslachtshormonen, die het dier aanzet om paargedrag, of interesse in een ander te tonen.” Hij vervolgt: “Alles in principe hetzelfde bij een man-vrouwkoppel, behalve het leggen van een ei.”

Ik vraag me af hoe homovogels in hemelsnaam aan een ei komen.

“Ze kraken het nest van een ander, of ze pikken een ei en broeden het zelf uit,” vertelt Jasper. “En bij zoogdieren,” vervolgt hij, “is het zo dat dieren vaak een polyamoreuze relatie voor een seizoen aangaan. Dat betekent dat het homostel er even een vrouw of man bijneemt, om voort te planten.” Er is een polyamoreus triootje in Artis, maar dat is wel een vogelsoort, namelijk een mannelijk homoseksueel pinguïnkoppel, dat er in het paringsseizoen een vrouwdier bijneemt om een ei te leggen. Vervolgens broeden ze het ei met zijn drieën uit, en “kibbelen ze over wie de volgende is die op het ei mag.”

Flamingo’s. Homo’s en hetero’s. Foto door Rebecca Camphens.

Als we richting de olifanten lopen, heb ik het nog een keertje met Jasper over voortplanting. Want: heterostellen hebben best een goede reden om bij elkaar te zijn en blijven, evolutionair gezien, want zij zijn in staat om zichzelf voort te planten – het ultieme doel van het leven, zou je kunnen zeggen. Maar sommige stellen met een andere seksualiteit dan hetero – hoewel ze die voortplantingsdrang wel voelen, maar dat niet zomaar lukt – blijven toch bij elkaar. Zou er dan sprake kunnen zijn van echte dierenliefde?

“We denken van wel”, zegt Jasper. “Maar dit zijn natuurlijk aannames, want we kunnen het ze niet vragen,” vervolgt hij.

We zijn inmiddels aangekomen bij de olifanten en Jasper vertelt over het tweelingenonderzoek van Dick Swaab, waarin staat dat er genetische aanleg is voor homoseksualiteit. Eeneiige tweelingen zijn namelijk vaker allebei homo dan twee broers die niet uit hetzelfde eitje komen. En de hypothalamus, het orgaan in je brein dat liefdes- en seksuele gevoelens veroorzaakt, is twee keer zo groot bij homoseksuele mannen. Dat geldt ook voor schapen. “En die dingen zouden een oorzaak kunnen zijn voor homoseksualiteit,” zegt Jasper.

Dit olifantje leert spelenderwijs hoe hij moet krikken met een vrouwtje, door op zijn vrienden te springen. Foto door Rebecca Camphens.

Ik vraag Jasper hoe dat dan de aantrekkingskracht van mannen tot mannen verklaart, maar dat weet hij niet precies. “Maar wat we wel weten”, zegt hij, “is dat het bij schapen precies hetzelfde werkt.” “Homoseksuele jongens komen relatief meer voor bij zeer vruchtbare moeders. Dat hebben we gezien bij mensen, maar ook bij schapen. Dus dat gen zou er ook iets mee te maken kunnen hebben. Maar de grote biologische vraag is uiteindelijk: als homoparen zelden hun genen doorgeven – nageslacht is voor hen een stuk moeilijker en zeldzamer -, hoe blijft dat gen dan in hemelsnaam bestaan?”

Ik ben nog even met stomheid geslagen door dit mysterieuze biologische vraagstuk, maar Jasper begint alweer met zijn volgende verhaal. Olifanten, ditmaal. “Olifanten vertonen voornamelijk homoseksueel gedrag om te oefenen. De vagina van de vrouw is namelijk een ingewikkelde S-vorm, en olifanten zijn behoorlijk zwaar, dus dat is een heel gedoe.” Ik vraag me af of ze dan ook de anus gebruiken, zoals bij mensen. En, worden ze dan ook opgewonden van elkaar? “De meeste dieren raken elkaars genetaliën niet direct aan, behalve vrouwelijke flamingo’s,” zegt hij. “En of ze opgewonden worden, dat weten we niet. Dat geeft eigenlijk alleen maar aan hoe weinig er nog bekend is.”

We sjokken naar het bekendste homokoppel van de dierentuin: een stelletje vale gieren. Deze gieren hebben samen een ei uitgebroed, en opgevoed, wat nogal bijzonder is – vooral in een dierentuin. Maar voordat we daar zijn, keuvelen Jasper en ik nog even over homofobie in het dierenrijk. “Eigenlijk gebeurt juist het tegenovergestelde,” vertelt hij. “Bij gorilla’s bijvoorbeeld, wordt het gedrag juist aangemoedigd door het alfamannetje. De andere mannelijke apen kunnen hun seksuele behoeften kwijt op elkaar, zodat het alfamannetje de vrouwtjes kan bevruchten.”

Giertje. Foto door Rebecca Camphens.

Jasper en ik kijken een tijdje naar het stelletje homogieren en hun kuiken en ik voel mijn hart smelten richting mijn tenen. Een prima begin van de Pride, als je het mij vraagt.