​Mensen met een depressie praten over het moment dat ze wisten dat er iets mis was


Foto via

We horen vaak dat we over onze problemen moeten praten. Mensen zeggen dat gedeelde smart halve smart is. Daarbij rekenen ze alleen buiten het feit dat het soms moeilijk is om je te realiseren dat je überhaupt een probleem hebt. Er vervolgens over praten is pas de volgende stap.

Afgelopen week was het in Australië de week van de geestelijke gezondheid. Voor die gelegenheid verzamelde de actiegroep Headspace de verhalen van veel jonge mensen, die over hun ervaringen met depressie praatten. We grepen de gelegenheid om een paar van hen te vragen naar het moment dat ze merkten dat er iets niet klopte, en vroegen hoe ze de stap zetten om hun problemen met anderen te delen.

Videos by VICE

Charlie, 22

VICE: Hoi Charlie, vertel eens over je ervaringen met je geestelijke gezondheid.
Charlie: Ik begon voor het eerst te worstelen met mijn geestelijke gezondheid rond mijn negentiende. Ik was net verhuisd en begon aan een studie aan de universiteit van Queensland. Toen ik naar een andere staat verhuisde, kwam er heel veel tegelijk op me af. Daar kwamen ook nog een paar grote veranderingen in mijn leven bij.

Wat voor veranderingen waren dat?
Ik had vooral problemen met angstaanvallen en dwangneuroses. Ik had daar al bijna twee jaar last van, en rond dat punt begon ik me depressief te voelen. Ik begon me steeds meer terug te trekken; zelf zo erg dat ik stopte met studeren. Ik kan me herinneren dat ik elke ochtend opstond voordat ik naar de universiteit ging, en dat ik dan hoopte dat die angstige en intense gedachtes weg zouden zijn. Elke ochtend werd ik wakker, en waren die gedachten er nog steeds. Daar werd ik echt moedeloos van. Eerlijk gezegd vind ik het nog steeds moeilijk om over te praten.

Natuurlijk, praat alleen maar over dingen waar je je comfortabel bij voelt.
Mijn problemen begonnen pas een jaar nadat ik uit de kast was gekomen. Dat was een heftige tijd voor me. In die periode veroorzaakte dat een hoop angst, die voortkwam uit een soort schaamte, die mensen weer opmerkten. Je gaat ervanuit dat het een zwakte is om psychische problemen te hebben. Zo voelde dat voor mij in ieder geval. Ik wilde niet dat mijn vrienden me op zo’n manier zouden zien.

Wat was het dieptepunt in die periode?
Ik kan me herinneren dat ik een paniekaanval had tijdens een college op de universiteit. Ik kon mijn aandacht niet meer bij de les houden, maar dacht alleen nog maar aan wat er in mijn hoofd gebeurde. Ik had geen idee wat ik moest doen. Ik liep huilend het klaslokaal uit. Ik wilde niet dat mensen me zo zouden zien. Ik wist toen nog niet wat die gevoelens betekenden of waar ze vandaan kwamen. Ik was echt bang.

Was er een moment waarop je besloot om hulp te zoeken voor je angstaanvallen?
Ik herinner me dat ik mijn zus in tranen opbelde en zei dat ik niet wist wat er met me gebeurde. Ik was heel erg in de war. Het enige dat ze tegen me zei was: “Charlie, wil je met iemand praten?” Als ze dat niet had gezegd denk ik niet dat ik hulp had overwogen.

Waarom niet?
Ik dacht gewoon niet dat mijn problemen daar erg genoeg voor waren. Ik weet nu dat het nooit te vroeg is om hulp te zoeken.

Hoe voel je je sindsdien?
Ik was niet echt vooruitgang aan het boeken, totdat ik terugverhuisde naar Melbourne en psychotherapie nam en medicijnen begon te gebruiken. De eerste keer dat ik op die bank ging liggen en met een psycholoog praatte, zei ze: “Ik werk met zeker tien andere cliënten die in precies dezelfde situatie zaten als jij. Het gaat nu goed met ze, dankzij de juiste hulp.” Ik kan niet eens uitleggen hoe groot mijn opluchting was. Als ik met de persoon die ik drie jaar geleden was kon praten, zou ik hem vertellen hoeveel beter het nu gaat. Dat is belangrijk, omdat ik toen simpelweg niet dacht dat ik me ooit beter zou voelen.



Sara, 25

Hoi Sara, kan je iets over je geestelijke gezondheid vertellen?
Mijn problemen begonnen op de middelbare school, maar waren toen al een tijdje aan het opbouwen. Het duurde een tijdje voordat ik hulp zocht, waardoor mijn problemen op een gegeven moment escaleerden. Ik had momenten waarop ik geen problemen had, maar ze kwamen altijd terug omdat ik er niet goed mee kon omgaan.

Wat ging er in die tijd door je hoofd heen?
Ik sneed mezelf veel toen ik op de middelbare school zat. Ik deed dat ook een keer toen ik in het buitenland was. Het was een verslaving, een soort bevrijding. Ik vertelde het alleen aan niemand. Op de middelbare school werden mensen die zichzelf sneden gezien als ‘aandachtszoekers’. Ik wilde niet dat mensen aandacht aan me besteedden. Daarom verborg ik mijn littekens en leerde ik er nooit goed mee omgaan.

Waar werd je uiteindelijk mee gediagnosticeerd?
Toen ik eindelijk hulp zocht en naar een psycholoog ging, werd ik gediagnosticeerd met depressie, angstaanvallen en stress. Dat ik een diagnose kreeg, was uiteindelijk een grote opluchting, omdat ik de symptomen herkende en daardoor alles in perspectief kon zien.

Wanneer ging het echt mis?
Ik kwam net terug van een tijdje in het buitenland en ik trok weer in bij mijn ouders. Het ging in die tijd helemaal niet goed met me. Mijn realiteit was zo erg vervormd dat ik niet kon communiceren met mijn familie. Ik kon niet functioneren als een normaal mens. Ik moest uiteindelijk het huis uit. Ik kon nergens anders wonen, maar gelukkig kon ik een tijdje bij vrienden logeren.

Waarom moest je het huis uit?
Dat moest gewoon. De ruzies werden zo erg dat ik niet langer in die omgeving kon leven.

Wat voor gedachten had je rond die tijd?
Ik dacht constant dat ik niet genoeg deed of genoeg was. Ik dacht dat ik nergens goed in was. Die gedachten escaleerden tot het punt dat ik mijn kamer niet meer uit durfde. Ik kon niet eens onder woorden brengen wat ik meemaakte. Ik kwam er gewoon niet meer uit. Dat was gevaarlijk.

Was er een moment waarop je besloot om hulp te zoeken?
Als ik één moment moest noemen, zou dat het moment zijn dat ik uit huis ging. Ik zei tegen mezelf dat dit niet het leven was dat ik wilde leiden. Ik had zo veel dromen over wat ik wilde doen, die moest ik gewoon najagen. In plaats van me te richten op grote dingen zoals een baan krijgen of terug naar school te gaan, lette ik op kleinere dingen zoals ‘s ochtends wakker worden of mijn bed opmaken. Dat deed ik ongeveer een maand lang. Ik voegde langzaamaan steeds meer goede gewoontes aan die lijst toe. Ik kan nu wakker worden, ontbijt maken, mijn eigen bed opmaken, naar mijn werk gaan, me voldaan voelen over mijn dag en thuiskomen bij mijn partner in mijn eigen huis. Het is belangrijk om te leren dat er altijd stressvolle situaties zullen zijn. Dat maakt gewoon een deel uit van het leven.



Rachael, 24

Hoi Rachael, kan je me vertellen over wat je hebt meegemaakt?
Ik merkte voor het eerst op dat er iets niet klopte toen ik een jaar of 13 was. Zelfs nadat ik daar openlijk over sprak, rond mijn zestiende, was er nog een paar jaar waarin ik niet wist waar ik de juiste hulp vandaan moest halen. Ik dacht gewoon: oké, ik heb een psychische ziekte. Dit is de rest van mijn leven. Mijn leven gaat hierdoor waardeloos worden.

Wat was de diagnose?
Ik werd gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, maar ik ervoer ook angstaanvallen en depressies. Ik krijg een hoop angstige gevoelens in mijn dagelijkse leven: als ik naar werk ga, als ik ga winkelen, als ik een kaartje voor de bus koop. Ik krijg angstgevoelens waardoor ik lichamelijk ziek word. Ik heb ook manische periodes die een paar maanden doorgaan. Soms zijn ze echt ondraaglijk.

Wanneer kreeg je te horen dat je bipolair bent?
Toen ik zestien was. Dat was ook het moment waarop ik mijn eerste echt heftige depressie kreeg. Ik wil niet te veel in detail treden, maar in januari 2009 probeerde ik voor het eerst zelfmoord te plegen. Gelukkig vonden mijn ouders me, en brachten ze me naar het ziekenhuis. De ochtend daarna praatte ik eindelijk met ze, en zei ik: “Er is echt iets mis met me. Laten we er iets aan proberen te doen.” Daarna ging ik naar de huisarts, en kreeg ik mijn diagnose.

Dat moet moeilijk zijn geweest. Hoe voelde je je?
Ik voelde een vorm van depressie die ik nog nooit eerder had gevoeld. Ik had het gevoel dat het leven nooit beter zou worden – dat dit het hoogst haalbare was voor me. Ik wilde me niet de rest van mijn leven zo ongelukkig voelen.

Was je zelfmoordpoging het dieptepunt van je worsteling met psychische problemen?
Nee, dat was slechts het begin. Ik wist dat ik iets moest doen, omdat ik anders niet verder wilde en kon leven. Ik ging naar een psychiater en haar prognose was behoorlijk slecht. Ze zei tegen me: “Het spijt me, maar je hebt een ernstige psychische stoornis. Je kan niet werken, je kan niet studeren, je zal nooit de baan als modeontwerper hebben waar je altijd al van droomde.” Dat werd een self-fulfilling prophecy in de vijf jaar daarna, toen het steeds slechter met me ging.

Hoe kwam dat?
Ik stopte met school en daarna met m’n beroepsopleiding. Toen ik hoorde dat ik nooit iets nuttigs zou kunnen doen, gaf ik het gewoon op. In de vijf jaar daarna raakte ik erg afhankelijk van alcohol. Mijn dieptepunt was toen ik elke dag aan het drinken was om m’n emoties onder controle te houden. Ik kon gewoon geen toekomst voor me zien die de moeite waard was.

Wanneer besloot om hulp te gaan zoeken?
Ik ging naar een centrum van de hulporganisatie Headspace, en vertelde hen wat er aan de hand was. Het eerste wat een van de artsen tegen me zei, was: “Je moet minder gaan drinken.” Tot op dat punt had ik geen idee dat ik een alcoholist was. Ik hoorde dat en dacht: hoe durft-ie! Dat ben ik helemaal niet! Ik bleef nog twee weken in de ontkenningsfase en dronk in die tijd meer dan ooit. Ik was doodongelukkig in die twee weken, zelfs als ik dronken was.

Hoe ben je daar uiteindelijk uit gekomen?
Aan het einde van die twee weken stond ik in het publiek bij een festival, en besloot ik het aan een van mijn vriendinnen te vertellen. Ze keek me alleen maar aan en zei: “Ik ben zo blij. Kom op. Laten we hulp voor je zoeken.” Ik dacht: wow, dit is helemaal niet zo erg als ik had verwacht. Het moment dat ik het aan haar vertelde, realiseerde ik me dat hoe slecht de situatie ook was, er altijd iemand was die me wilde helpen om het beste van m’n leven te maken. De laatste tijd merk ik dat de periodes waarin ik down ben niet zo slecht meer zijn als vroeger. Ik kan me nog steeds down voelen, maar ik ga wel gewoon naar m’n werk en blijf gewoon productief. En nog belangrijker, ik ga nog steeds op pad en doe dingen met mijn vrienden, en lach met hen.