Galeriehouder Wouter van Herwaarden wil stiekem heel graag iemands muze worden. Om erachter te komen hoe je dat in hemelsnaam voor elkaar krijgt, gaat hij op bezoek bij verschillende kunstenaars en hun muze, waarvan hij niet alleen de verhalen verzamelt, maar ook hun wijze raad.
Tussen de weilanden in een afgelegen boerderij bij Schiedam wonen twee paradijsvogels: kunstenaar Sven Signe den Hartogh (25) en uitbater van een veganistische lunchroom Nina van der Meer (26). De ondergetatoeëerde Sven maakt naar eigen zeggen kunstwerken uit noodzaak, het is de enige manier waarop hij zijn gevoelens kan uiten. En aangezien er geen sterker gevoel is dan de liefde, is Nina een van zijn voornaamste onderwerpen. Hij noemt haar zijn muze.
Videos by VICE
Ik ben benieuwd wat Nina zo bijzonder maakt dat Sven haar zo verafgoodt, dus ik zoek het stel op. Misschien kunnen ze me helpen om een stap dichterbij mijn doel te komen.
Na een tropische storm te hebben getrotseerd, kom ik aan bij de boerderij van het stel. Hun huiskamer staat vol met Christusbeelden, occulte symbolen, kleden, tapijten en objecten uit de Japanse mangacultuur. Een kat en een hond vragen vrolijk om mijn aandacht. Het ruikt er naar wierook en we drinken thee.
Creators: Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Sven Signe den Hartogh: Ik zag haar op Facebook en dacht: dat ziet er mooi uit, die voeg ik gewoon toe. Ik was toen pas zeventien. Ik kom uit een dorp waar weinig ruimdenkende mensen wonen, daardoor voel ik me altijd heel erg aangetrokken door mensen die anders zijn. Nina zag er bijzonder alternatief uit door haar haardracht, piercings en tatoeages. Ik begon haar te volgen via internet en een paar jaar daarna zijn we gaan praten en daten. Inmiddels zijn we vier jaar samen.
Was Nina eerst je vriendin of eerst je muze?
Sven: Dat viel een beetje samen. Toen wij net met elkaar gingen, begon ik ook net met fotograferen. Mijn werk rustte toen heel erg op onze relatie. Nina was mijn eerste vriendin en ik was bang haar te verliezen. Door mijn kunstwerken kon ik steeds laten zien dat ik echt van haar hield.
Nina: In het begin had hij minder modellen om mee te werken. Nu is mijn invloed op zijn werk minder direct geworden. In het begin wilde Sven me constant fotograferen of een gedicht voordragen dat hij over me had geschreven. Dat was soms wel een beetje veel van het goede.
Was jij ook bang Sven kwijt te raken?
Nina: Ik was altijd wat relaxter, maar ik kreeg natuurlijk ook heel veel bevestiging. Dus ik hoefde me niet echt zorgen te maken, haha.
Wilde je haar zo vaak zien om kunst over haar te maken?
Sven: Onder andere, maar ik ben ook gewoon heel afhankelijk ingesteld. In het begin was dat heel erg. Als Nina een uur niet reageerde op mijn berichtjes dacht ik meteen: oh god, volgens mij vindt ze het niet meer nice. Ik was enorm onzeker.
Wat maakt Nina zo bijzonder?
Sven: Nina is heel erg eigen, ze heeft haar eigen visie op het leven. Ik bewonder hoe zachtaardig ze is en hoe ze kan genieten van kleine dingen, zoals de wisseling van de seizoenen of groeiende planten. Daarnaast is ze heel erg aantrekkelijk en interessant om te fotograferen. Haar uiterlijk heeft iets mystieks, door haar mooie diepe ogen die iets spits toelopen. Ik denk aan haar als een soort Egyptische god.
Is het eigenlijk leuk om een muze te zijn?
Nina: Het is een eer en een groot compliment. Door zijn kunstwerken voel ik zijn liefde heel sterk, en dat is fijn. Maar in het begin vond ik het ook heel confronterend om voor Sven te poseren. Ik had dat nog nooit gedaan. Als iemand foto’s van je maakt geeft dat weer hoe diegene je ziet, en Sven ziet mij heel anders dan hoe ik mijzelf zie. Dat is natuurlijk heel normaal, we zien onszelf altijd anders dan hoe iemand anders ons ziet, maar ik vond het in het begin moeilijk daarmee om te gaan.
Hoe zien de kunstwerken over Nina eruit?
Sven: Het belangrijkste project is het boek Letters to the moon, een verzameling gebundelde werken in poëzie en fotografie. Het is een ode aan onze relatie. Het zijn analoge foto’s in een rauwe en cinematische stijl die ik door de tijd heen van ons maakte en waar ik gedichten bij heb gemaakt. In het boek noem ik Nina een kind van de maan, om haar een mystiek podium te geven. De gedichten zijn berichten van mij aan de maan en dus aan Nina.
En hoe beïnvloedt ze je andere werk?
Sven: Mijn kunst valt samen met een zoektocht naar mezelf. Kunst maken is voor mij een noodzaak, als ik iets zie of voel moet ik dat vastleggen. Ik ben helaas best wel egoïstisch ingesteld, waardoor ik er tot zekere hoogte vooral in geïnteresseerd ben om mijn eigen verhaal te vertellen. Omdat Nina ook zo’n belangrijk deel van mijn leven uitmaakt, was het dus ook logisch dat zij een grote rol in mijn kunst zou spelen.
En wat nou als je haar nooit had ontmoet?
Sven: Dan was mijn kunst heel anders geweest. De ene keer werk ik met verf, waarbij ik met mijn handen een doek, object of bestaande foto met verf bewerk – dat zijn een soort performances. Andere werken zijn juist weer heel verstilde en intieme zelfportretten in zwart-witfotografie. De kunst volgt mijn gevoel en kan dus alles zijn, maar toch herken je dat ik het heb gemaakt.
Waarom wonen jullie eigenlijk zo afgelegen?
Sven: We woonden eerst in het centrum van Delft, maar dat werd voor mij te druk. Ik kan niet goed tegen veel mensen en prikkels, dus ik wilde al langer de stad uit. Toen kwam deze boerderij voorbij en hebben we heel impulsief gezegd: dit doen we.
Heb je je tatoeages ook in een opwelling laten zetten, Sven?
Sven: Toen ik begon met tatoeages nemen was ik net zeventien, en gestopt met school omdat ik me daar opgesloten voelde. Het besluit om te stoppen gaf me zoveel vrijheid, ik voelde me ontdaan van de schoolse hiërarchie. Alles kon opeens en dat uitte ik door me anders te gaan kleden en tatoeages en piercings te nemen. Ik zei toen altijd dat ik het deed omdat ik het mooi vond, en ik vind het ook nog steeds mooi. Maar als ik erover nadenk, was mijn angstaanjagende uiterlijk misschien ook een manier om mijn onzekerheid te verbergen.
Nina, ik wil ook iemands muze worden. Heb je nog een speciale tip?
Nina: Haha, gewoon voor de camera gaan staan en het doen. Of ook een vriend vinden die foto’s maakt van alles wat je doet.