Op een zonnige dinsdagmiddag halverwege december kom ik bij de Ocean Viking aan, in de haven van Livorno. Het 70-meter lange reddingsschip torent boven me uit. Ik word met open armen ontvangen door de crew, die sinds begin december aan boord is en net haar eerste patrouille heeft voltooid. Hierbij hebben ze 26 mensen uit zee gered en veilig aan wal gebracht. De sfeer is uitgelaten. De komende twee weken spendeer ik samen met de crew aan boord, en kijk ik mee hoe het redden van levens op de Middellandse Zee in zijn werk gaat. Een dag later varen we de haven uit en zetten we koers richting het zuiden.
De Middellandse Zee is de dodelijkste migratieroute ter wereld, met in 2023 minstens 2498 slachtoffers. Sinds 2016 vaart de ngo SOS MEDITERRANEE samen met enkele andere ngo’s op deze route tussen Italië, Tunesië en Libië om mensen in nood te redden – eerst met het schip de Aquarius en sinds 2019 met de Ocean Viking. Een deel van de publieke opinie in Europa heeft zich de afgelopen jaren sterk tegen hen gekeerd. Terwijl Italië en Libië veruit het grootste deel van de reddingen zelf doen, nemen de Italiaanse autoriteiten allerlei maatregelen die het werk van de ngo’s moeilijker maken, zoals het onlangs ingevoerde Piantedosi-decreet. Dit decreet verplicht reddings-ngo’s om na één redding onmiddellijk en zonder vertraging naar de toegewezen haven te varen. “Vroeger moesten we soms vijftien dagen wachten voordat Italië ons een haven toewees, maar we konden tenminste wel veel mensen redden”, zegt redder Jerome. “Nu deden we één redding van 26 mensen en moesten we helemaal naar het noorden van Italië varen. En als we niet gehoorzamen, houden ze ons vast.”
Videos by VICE
Een dag aan boord begint met een ochtendmeeting om kwart over acht. Als iedereen zich heeft verzameld geeft Anita, de Search & Rescue-coördinator (SARCO), een briefing. We zullen twee dagen schuilen voor een storm en vervolgens naar de area of operations tussen Italië en Libië varen.
Verder zijn de eerste dagen vooral goed gevuld met meetings en trainingen. Ik krijg een walkietalkie, leer hoe je een man-over-boord-manoeuvre doet en krijg uitleg over hoe de crew zich organiseert als er survivors (overlevers) aan boord zijn. Geredde mensen noemen ze bewust survivors, om geen oordeel te vellen over de reden waarom mensen op dat moment op zee waren. “Volgens het internationaal maritiem recht zijn we verplicht om hulp te bieden, en niet om uit te zoeken wie deze mensen zijn”, vertelt Jerome. “Ik ben een redder, geen rechter. En ik zou een crimineel zijn als ik mensen in nood op zee niet red.”
Op kerstdag doen we een oefening met de rigid-hulled inflatable boat (RHIB), de kleine rubberen boten waarmee reddingen worden uitgevoerd, zodat iedereen zich daarop veilig voelt. “Het is belangrijk dat er bij de redding zelf ook journalisten aanwezig zijn”, legt redder Charlie nadien uit. “Zij kunnen waarnemen wat we hier doen en hoe we te werk gaan.” Redder Mary bevestigt dit: “De zee kan erg wetteloos zijn als er niemand is om in de gaten te houden wat er gebeurt. Wij zien van dichtbij wat de Libische kustwacht doet in internationale wateren. Gesteund door de EU en Italië trekken ze mensen die uit Libië proberen te vluchten weer terug. Dat gaat in tegen internationaal afgesproken regels, en zonder ons en andere ngo’s blijft dat onder de radar.”
SARCO Anita vertelt over het wettelijk kader waarbinnen de ngo opereert: “Er zijn verschillende conventies die bepalen wanneer een boot in nood is. We doen altijd eerst een evaluatie over de staat van de boot en sturen die informatie door naar de bevoegde autoriteiten in Libië, Malta en Italië. Omdat de autoriteiten het ons zo moeilijk maken, willen we er zeker van zijn dat we kunnen bewijzen dat we niets illegaals doen. Daarom houden we alle e-mails, telefoongesprekken en bewijzen goed bij. Elke redding is een strijd. Ik ben een zeevaarder en ik voer mijn plicht uit om mensen op zee te redden. Niet meer, niet minder. Dat ik of de organisatie hiervoor zou worden vervolgd, gaat mijn pet te boven.”
Een dag later komen we aan in het operatiegebied boven Libië. De storm is gaan liggen en het blijft enkele dagen mooi weer. Dit betekent mogelijk veel mensen die proberen te vertrekken. De hele dag komen berichten binnen van open cases, oproepen over boten die hulp nodig hebben. Op de brug, het commandocentrum van het schip, zijn er permanent mensen op bridge-watch. Met verrekijkers turen ze de horizon af. Geregeld komt er door de walkies een bericht en kijkt iedereen nieuwsgierig op. “Bridge, bridge for Charlie, can you please look on starboard side.”
27 december, om 1 uur ’s nachts, wordt iedereen plots wakker gemaakt. De crew haast zich naar de lockers en even later liggen de drie RHIBs in het water. Libische olieboorplatforms spuwen rondom het schip vuur in de lucht. De volle maan verlicht de horizon. De RHIBs varen naar de opgegeven coördinaten en het moederschip volgt op de voet. Anita waarschuwt: “Er is zowel een boot van de Libische kustwacht als een houten boot in nood.” De crew houdt haar hart vast, want de Libische kustwacht is onvoorspelbaar. En daarbij: als ze al bezig zijn met mensen over te laden op hun boot, kan de crew niets meer doen. Dan worden ze terug naar Libië meegenomen en in detentiekampen gestoken die door VN-organisaties al meermaals veroordeeld werden vanwege de inhumane manier waarop gedetineerden daar worden behandeld.
We naderen de houten boot. Mensen zitten dicht opeen. Het is belangrijk om de rust te bewaren, want dit soort boten zijn instabiel en als veel mensen naar dezelfde kant leunen is er een risico op kapseizen. Zodra de crew hen duidelijk maakt dat ze niets met de kustwacht van Libië te maken hebben en dat ze veilig zijn, beginnen mensen elkaar te knuffelen. Iemand steekt zijn handen in de lucht en bedankt God.
Achteraf vertellen enkele survivors dat de Libische kustwacht motorproblemen had, en mogelijks daarom de redding niet uitvoerde. In plaats van deze mensen op hun schip over te laden en terug naar Libië mee te varen, zoals ze normaal gesproken doen, contacteerde de kustwacht nu rechtstreeks de Ocean Viking en vroeg om hulp. Sommige mensen op de houten boot hadden benzine over zichzelf gegoten en dreigden zichzelf in brand te steken als de Libische kustwacht te dichtbij kwam. De angst om teruggetrokken te worden naar een plek waar mensenrechten worden geschonden was groot.
Uiteindelijk brengt de crew 122 mensen veilig aan boord. Ze krijgen medische hulp, kunnen douchen en krijgen iets te eten. Na een lange nacht wordt het rustig op de Ocean Viking. “De redding is officieel pas voorbij als ze naar een veilige plaats zijn gebracht”, legt Jerome uit. “In het centrale Middellandse Zeegebied, voor de kust van Libië en Tunesië waarvan deze mensen vluchten, is Italië de dichtstbijzijnde veilige plaats.”
De Italiaanse autoriteiten wijzen uiteindelijk Bari in het zuiden van Italië toe als veilige haven. Onverwachts maar goed nieuws voor de crew. Sinds de invoering van Piantedosi-decreet wijzen de Italiaanse autoriteiten consequent havens in het noorden van Italië aan, volgens hen om mensen beter te spreiden. De Ocean Viking was hierdoor in 2023 in totaal meer dan twee maanden langer onderweg op zee (21.000 extra kilometers), met extra kosten van 500.000 euro.
Tijdens de bridge-watch ziet iemand van de crew in de voormiddag een nieuw potentieel geval. Na een korte nacht klinkt de radio weer: “All crew, all crew, ready for rescue. Ready for rescue”. Opnieuw een blauwe houten boot in nood, deze keer met twee verdiepingen. Colibri 2, een vliegtuig van ngo Pilotes Volontaires, cirkelt boven ons.
Op de brug van het schip wordt ondertussen stevig onderhandeld tussen het Maritime Rescue Coordination Centre (MRCC) in Rome en de Ocean Viking. Colibri 2 deed de officiële oproep over deze nieuwe boot in nood. De Ocean Viking vroeg vervolgens aan de reddingscentra in Libië, Italië en Malta om over te gaan tot redden. Omdat ze opereren in de Libische Search & Rescue-zone moeten ze de bevoegde coördinatiecentra voor reddingen van die zone informeren. In dit geval is dat Libië zelf, en de naburige reddingscentra van Italië en Malta. Vanuit Rome volgde het bevel om verder te varen. Onder het nieuwe Piantedosi-decreet mag er slechts één redding per keer worden gedaan. SARCO Anita contacteert hen opnieuw en benadrukt dat de boot in nood is, dat ze hun bestemming waarschijnlijk niet zullen bereiken en dat er zwangere vrouwen en kinderen aan boord zijn: “Bevelen jullie ons uitdrukkelijk om deze boot in nood achter te laten?” Uiteindelijk zwichten ze in Rome.
Een tweede redding begint en 106 mensen, waaronder 2 zwangere vrouwen en 17 kinderen, worden in veiligheid gebracht. Tijdens het afladen komt er voor een derde keer in 24 uur tijd een noodoproep binnen, opnieuw van de Colibri 2 van Pilotes Vilontaires. De reddingsboten rukken uit en verdwijnen uit het zicht. Voor Anita is het spannend om de boten niet meer te kunnen zien. Gelukkig is er Colibri 2, die voor radiocontact tussen de RHIBs en het moederschip zorgt. Anita belt Rome en krijgt groen licht om de redding uit te voeren. Volgens de crew is het een klein mirakel dat de autoriteiten drie reddingen op rij toestaan. Niet veel later verschijnen de RHIBs weer aan de horizon, met 16 geredde mensen aan boord.
Op het dek van het schip is het drukte alom. Maar liefst 244 levens zijn gered in de afgelopen 24 uur. Er zijn mensen uit Pakistan en Bangladesh, uit Syrië, Egypte, Eritrea en Zuid-Soedan.
Rond zes uur ‘s avonds komt er voor een vierde keer een noodoproep van een schip in de buurt. Rome laat uitdrukkelijk weten dat we niet van onze koers mogen afwijken. Anita besluit om toch richting het schip te varen, zoals de maritieme wetgeving voorschrijft, totdat ze meer informatie krijgt. Na een tijd blijken de coördinaten een stuk verder te liggen dan gedacht en zet de Ocean Viking weer koers richting Bari. De geschatte aankomsttijd blijft hetzelfde.
Het was een lange nacht en een drukke dag op het schip. Kinderen spelen op het dek met krijt, speelgoed en de walkietalkies van de crew. Mensen tonen op een landkaart welke reis ze achter de rug hebben. Er wordt thee gedronken en gekletst. Tijdens een welkomstspeech word ik aan de groep geredde mensen voorgesteld als de journalist aan boord. De reactie is bijzonder hartelijk: ze leren me woordjes Arabisch, trekken me in de groep om mee te dansen of vertellen graag wat ze allemaal hebben meegemaakt.
De zee is erg vlak. Keah (18), een jongeman uit Zuid-Soedan, komt naast me staan en tuurt voor zich uit. “De zee is zo anders hier”, zegt hij. “De kleur is lichter en het water is rustiger. Toen we vertrokken uit Libië zag het eruit als een spinnenweb van golven. Het was moeilijk om er een weg door te banen. Niemand wist precies hoe de boot bestuurd moest worden of hoe de gps werkte. YouTube was onze hulp.”
Later deelt Keah zijn verhaal met mij. Hij vertelt dat hij op 9-jarige leeftijd met zijn familie van Zuid-Soedan naar Soedan moest vluchten voor de burgeroorlog, en vorig jaar besliste om op eigen houtje via Libië naar Europa te trekken. In Libië werd hij drie maanden lang in een werkkamp gestopt, zegt hij, en daarna werd hij door een Libische bende in elkaar geslagen omdat ze geld van hem wilden. Ze braken zijn kaak met een steen. Ondanks die nare gebeurtenis werkte hij dag en nacht in de bouw, om een smokkelaar te kunnen betalen en Europa te bereiken. “Het was een lange reis en ik heb vreselijke dingen meegemaakt. Niemand op de boot wist zeker of we Italië wel zouden bereiken, maar God gaf ons kracht. Ooit zou ik terug willen gaan om mijn familie weer te zien, en misschien ook om verandering en vrede te brengen in een land waar nu oorlog woedt.”
Het protection team probeert te achterhalen wie van de geredde mensen al familie heeft in Europa, zodat ze eventueel herenigd kunnen worden. Ook verzamelt het team telefoonnummers van hun dierbaren en verwanten. Aan land kan het Rode Kruis dan proberen deze nummers te bellen, met de boodschap dat hun familieleden of vrienden veilig aan boord van de Ocean Viking zijn. De survivors willen vaak meteen hun familie op de hoogte brengen, maar dit is op volle zee niet mogelijk. Even later zorgt een eerste streepje bereik voor drukte op het dek. Groepjes mensen verzamelen rond telefoons, sommigen met tranen van geluk in hun ogen. Ze hebben lang moeten wachten op een berichtje van hun moeder, partner of kinderen.
Wanneer de zon in de zee wegzakt, blijft het levendig op het schip. Bij de rokersruimte begint een groep Syriërs te zingen: iemand zet in, en de anderen volgen. In het mannenverblijf iets verderop beginnen de Bengalezen ook te zingen, op hun eigen manier. Op een djembe geeft iemand het ritme aan. Ook hier zingt iemand voor en bootst de rest zijn woorden na. Soms komt hij ritmisch niet uit en begint de rest te lachen.
Na twee dagen varen zien we de haven van Bari in de verte. “Italy Italy”, wordt er geroepen. Mensen zijn blij dat ze het hebben gehaald, maar ook nerveus voor wat gaat komen. Een boot van de Italiaanse grenspolitie komt langs ons varen en er ontstaat verwarring. Iemand vraagt ongerust om bevestiging dat het niet de Libische kustwacht is. Als ik knik, lacht hij tevreden.
Bij de aankomst aan de kade staat daar een grote delegatie van journalisten, mensen van het Rode Kruis en vooral veel politie. Alle survivors gaan van boord en verdwijnen langzaam maar zeker uit het zicht. Een deel van hen zal asiel aanvragen in Italië, lang moeten wachten en mogelijk moeten terugkeren. Voor anderen is dit slechts het begin van een reis door Europa, naar Brussel of Berlijn of misschien zelfs naar Calais, voor een volgende gevaarlijke oversteek naar Engeland. De reddingscrew komt het niet te weten – ze hebben niet de tijd of de middelen om dat uit te zoeken. Een volgende groep mensen maakt zich waarschijnlijk al klaar om de gevaarlijke oversteek te maken. De crew van de Ocean Viking wil zo snel mogelijk terug op zee.
SARCO Anita en de kapitein spenderen de hele namiddag in het politiekantoor. Ze komen in de avond terug met slecht nieuws. Onder de regels van het Piantedosi-decreet wordt de Ocean Viking voor 20 dagen vastgehouden, omdat ze na de derde redding van hun koers waren afgeweken. “Het is onvoorstelbaar hoe ze er alles aan doen om ons werk te stoppen”, zegt Mary. “Ik kan moeilijk vatten dat er zo’n gebrek aan menselijkheid kan zijn. Dit beleid straft mensen die andere mensen willen helpen. En je ziet het aan alle grenzen in Europa. Dit is niet de oplossing. Als we alleen maar meer muren bouwen, zullen er alleen maar meer doden vallen. Maar ik ben trots dat we er alsnog in slagen om door te zetten, ook al proberen ze ons tegen te houden. Het kost ons heel veel geld en tijd en moeite, maar het houdt ons niet tegen. We moeten onze stem verheffen en luider zijn dan de oppositie, nu meer dan ooit.”
Dit artikel werd gerealiseerd met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.