Na een lange busreis en twintig minuten lopen ben ik eindelijk in Bruinisse, op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland. Om vijf uur begint het Nederlands kampioenschap oestersteken in Brasserie De Vluchthaven.
Ik ben iets te vroeg, maar loop toch het restaurant maar binnen. Zonder dat ik mezelf heb kunnen voorstellen, krijg een drankje aangeboden. Ik ben even bang dat het een stijve bedoening gaat worden, de gemiddelde leeftijd is vijftig. Maar vlak voor de start lopen er ineens toeschouwers van alle soorten, maten en leeftijden naar binnen, en komen er wijn, kratten bier en hapjes tevoorschijn. Er begint een dj te draaien en het lijkt ineens een feestje te worden.
Videos by VICE
Met een biertje en een peuk in zijn handen is D.P. Arkenbout, organisator en eigenaar van De Vluchthaven, nog druk bezig met het regelen van de laatste dingen. Het begin van de wedstrijd loopt een beetje uit, maar dat maakt niemand echt wat uit.
Dertien kandidaten doen vandaag mee aan het NK Oestersteken en de meeste van hen hebben een achtergrond in de horeca of visserij. Voordat de wedstrijd begint, vraag ik het belangrijkste jurylid, jonkheer R. Boddaert, waar hij tijdens het oestersteken op gaat letten.
“Tijdens het jureren let ik op alle mogelijke zaken, maar waar ik de meeste strafpunten voor geef is bloed. Dat krijg je als mensen tijdens het openen van een oester in hun vinger snijden, en dan komt er bloed op de oester. Dat is het allerergste wat er kan gebeuren, en als het gebeurt kun je wat mij betreft stoppen. Verder is het belangrijk dat de oester niet wordt beschadigd, er geen gruis op zit, dat de oester losgestoken is en netjes wordt gepresenteerd op de schaal.”
Jonkheer Boddaert is een chique man. Hij spreekt met dure woorden en vertelt me dat hij een gastronoom is en lid van het Gilde van de Vergulde Oester. Het heeft met oesters niet zoveel te maken, maar een champagneglas hoor je volgens hem altijd te anti-chambreren, dat is een ijsklontje walsen in je glas voordat je er drank in schenkt.
Het NK Oestersteken wordt voor de derde keer in De Vluchthaven georganiseerd. D.P. vertelt me dat de vorige organisatie ermee stopte, en hij zijn kans schoon zag. De wedstrijd is de Nederlandse voorronde voor het wereldkampioenschap oestersteken tijdens het Ierse Galway International Oyster Festival op 26 september.
Al vrij snel wordt duidelijk dat de deftig ogende jury niet representatief is voor het festijn. “Ik was eigenlijk van plan om er een heel festival aan te hangen,” vertelt D.P. me. De meeste festivals rond eten zijn een beetje chique, en de oester heeft ook van die flauwekul om zich heen hangen. Dat zou ik graag willen veranderen.”
Hij heeft een klein appeltje te schillen met de organisatie van een ander NK dat in Limburg wordt gehouden, als voorronde voor een ander WK, in Malmö. Volgens D.P. is het WK in Ierland de enige echte. “De wedstrijd in Galway is 61 jaar oud en volgens mij geldt het recht van de oudste. En kom op: wij zitten direct aan de kust. Het is toch gek dat er een oesterwedstrijd in Limburg wordt gehouden?”
Inmiddels zijn er vier voorrondes voorbij en heeft de jury besloten wie de finalisten zijn. Hoewel de tijd wel wordt gemeten, gaat het er in de wedstrijd niet per se om wie het snelst is, maar worden ze beoordeeld op een combinatie van de dingen die meneer Boddaert eerder noemde. De Nederlands kampioen oestersteken uit 2014, Peter Oreel, heeft de finale opnieuw gehaald, samen met chef-kok Joost Deurloo en Manuella Munick, de eerste vrouwelijke kandidaat.
De finale duurt maar vijf minuten, en de spanning is voelbaar. Iedere kandidaat gebruikt een andere techniek om de oester te openen, zoals de hefboomtechniek of de wriktechniek.
Het eerste jaar dat D.P. het NK organiseerde, kwamen de kandidaten voornamelijk uit de buurt, vertelt hij. Maar tegenwoordig komen ze uit het hele land. “Vorig jaar eindigde de Nederlandse kampioen bij het WK buiten de top tien, dus de deelnemers hebben nog wel een sprintje te trekken als ze de wereldkampioen willen uitdagen.” D.P. vertelt dat hij zelf een keer in Spanje aan een wereldkampioenschap heeft meegedaan. “Dat was gooi- en smijtwerk, maar dat ik slordig was maakte me niet uit, ik wilde gewoon de snelste zijn.”
Dan is de jury klaar met het beoordelen van de finalisten. De muziek gaat uit en de spanning is te snijden. De uiteindelijke winnaar van de drie finalisten wordt uitgeroepen. Het is Joost Deurloo, chef-kok bij restaurant Bru 17, even verderop in het dorp. Hij doet elk jaar mee “voor de gezelligheid”, zegt hij. Omdat het seizoen laat begon, kreeg hij pas de woensdag voor de wedstrijd de eerste oesters in zijn restaurant. “Ik heb er achttien opengemaakt voor de wedstrijd en dacht: ik zie wel waar het schip strandt.”
Als de finale bijna klaar is, en ik me zorgen begin te maken of er nog bussen gaan om naar het vasteland terug te keren, wil ik toch nog iets weten over de oesters zelf. Vindt D.P. Zeeuwse oesters echt de allerbeste? “Nee hoor, de beste oesters komen uit je eigen regio, het gaat erom dat je je eigen regio moet proeven en ervaren. Ierse creuses bijvoorbeeld, eigenlijk een heel simpel oestertje, maar zo ongelofelijk lekker. Maar goed die wil ik alleen maar in Ierland eten en niet hier.”
Dan begint het ‘walking dinner’, en het is een gezellige boel. Kandidaten van de wedstrijd, koks, bediening, fotografen, alles loopt de keuken in en uit. Het eten smaakt me prima. We krijgen het signatuurgerecht van De Vluchthaven voorgeschoteld: een trio van zeevruchten, malse scheermessen van de gril, zoete kokkels, en mosselen. De fotograaf heeft zelfs zijn allereerste oester gegeten.
Als het aan D.P. ligt, organiseert iedereen zijn eigen oestersteekwedstrijd. Misschien dat we dan ook van de deftige flauwekul rond de oester afkomen. Dat kan trouwens prima, vroeger werden oesters ook alleen door arme mensen gegeten. Al is de vraag hoe arm je tegenwoordig werkelijk bent als je een grote schaal oesters binnen handbereik hebt.