Identiteit

Om meer te leren houden van mijn eigen vulva ging ik kutcakejes versieren

kutcakejes

Zoals zoveel vrouwen ben ik weleens onzeker over mijn vulva, bijvoorbeeld over of alles er wel uitziet zoals het ‘hoort’ en of het allemaal wel werkt zoals het moet. Tijdens een biologieles zei mijn leraar dat het een goed idee was om een keer met een spiegel op onderzoek uit te gaan, wat ik dan ook deed, maar of het ‘normaal’ was wat ik zag wist ik niet. Veel vergelijkingsmateriaal had ik niet.

Toen ontdekte ik de wereld van porno, maar in plaats van ervan te genieten begon ik mezelf te vergelijken met de actrices. Inmiddels weet ik dat de strakgetrokken pornopoes verantwoordelijk kan worden gehouden voor (een deel van de) chirurgische schaamlipcorrecties, die in 2016 wereldwijd zijn gestegen met 45 procent.

Videos by VICE

Om te ontkomen aan onrealistische schoonheidsidealen, kies ik voor de aanpak van de Body Positivity Movement, waarin vrouwen leren dat hun lijf gewoon goed is zoals het is. Uit onderzoek is gebleken dat je door naar veel verschillende vulva’s te kijken, zekerder kan worden over die van jezelf.

Maar hoe leer je van je vulva te houden als je haar maar zo weinig ziet?

Het liefst zou ik een gipsen mal maken en op mijn schoorsteenmantel zetten, maar dat lijkt me niet goed voor de zuurgraad en de bacteriehuishouding van mijn vagijn. Een namaakmodel in een cupcake is wellicht een wat toegankelijker idee, dus dat ging ik doen bij De Kutzaak.

Vijf jaar geleden besloten Catherine Coumou en Frouke Russchen om samen met een groep zelfbenoemde ‘kutexperts’ workshops te gaan geven, voor “de ultieme kutervaring op jouw feestje.” Misschien niet de meest geschikte plek om serieus te werken aan zelfliefde, denk ik als ik dat lees op hun website. Het beeld dat ik voor me zie is van een groep jolige vrouwen die het vrouwelijk geslachtsdeel shamen met grapjes en eetbare glitters.

Met het idee dat dit een problematisch avondje vagijn-boetseren kan worden, stap ik het bruine café tegenover Amsterdam Centraal binnen. Er staat een lange tafel klaar met deegrollers, drukvormpjes en allerlei soorten mesjes en stompjes. Van Catherine, die de avond begeleid, krijgen we een glaasje “honderd procent organisch en ambachtelijk kutvocht” aangeboden, een port-achtige drank. Op het etiket staat ‘cumulerend in een trillende afdronk’. Mijn smaakpapillen komen op gang, net als mijn creativiteit, en ineens krijg ik enorm veel zin om deze avond op een taboe-doorbrekende manier over mijn geslacht te praten.

De groep bestaat uit zeven vrouwen en een man. Catherine opent de workshop door ons een brief aan ‘De Kut’ te laten schrijven. Op de achtergrond speelt muziek en na een tijdje hoor ik tot mijn schrik welk nummer het is: Rape Me, van Nirvana. “Normaal beginnen we juist met Oh Kut van Herman Brood en Jules Deelder. Dit is niet onze muziek!” roept Catherine.

Catherine voorziet ons van informatie over de vulva, bijvoorbeeld dat de clitoris in 1947 werd verwijderd uit het boek Gray’s Anatomy, het medisch naslagwerk voor artsen, dat de clitoris twee keer meer zenuwuiteinden heeft dan de eikel (namelijk achtduizend), en dat in Oeganda lange schaamlippen juist mooi worden gevonden of expres worden uitgerekt. Er ontstaat een discussie over schaamlipcorrecties en wat we ervan vinden. Onzin, is de gezamenlijke conclusie, en ik pak vol goede moed een vanillecakeje uit de mand.

Catherine noemt de vulva steevast een kut of een kutje, en ik besluit dat ook maar te doen voor de rest van de avond. Toch vind ik het een negatieve ondertoon hebben, en ik vraag aan Catherine hoe ze denkt dat dat komt. “Kut is een van de meest gebruikte scheldwoorden in Nederland. Dat is belachelijk en niet bevorderlijk voor je eigen gevoel over je kut. We proberen hier dan ook een nieuwe dimensie te geven aan het woord.”

De cursist tegenover mij zegt dat ze op haar werk bij de kindertelefoon, kinderen leert om gewoon ‘kut’, ‘lul’ en ‘neuken’ te zeggen als ze daar vragen over hebben. Later op de avond, als we het hebben over de manier waarop we het liefst naar ons geslachtsdeel refereren, blijkt dat veel vrouwen toch de voorkeur geven aan wat zachtere termen: flamoesje, schelpje, vayayay, punani en ‘poort naar de hemel’ krijgen veel punten. Door op deze symbolische manier over mijn eigen vulva na te denken, voelt het bijna niet meer als een lichaamsdeel maar als een soort vriendin, en ik weet niet in hoeverre ik het eens ben met die vergelijking. Het voelt alsof we alles proberen om maar niet te denken aan het vleselijke ervan, omdat dat nog steeds taboe is.

Drie anderen vrouwen maken ook hun eigen vulva na. Een van hen is verloskundige en wilde eigenlijk een boom maken, maar er is geen groene fondant. “Ik heb de workshop al een paar keer gedaan, en in mijn vorige kutcake had ik zelfs het gehele orgaan van de clitoris verwerkt, nog onder de buitenste schaamlippen. Nu ga ik voor iets heel anders.” Dat de clitoris niet alleen een klein knopje van buiten is, maar het grootste gedeelte binnenin zit, weet ik zelf pas een paar maanden.

Ik leg een platgerold stuk fondant over mijn cakeje en maak met een boortje een gat voor de vagina. Het gat is relatief groot, zo’n drie centimeter breed. Om me heen zie ik meer mensen schrikken, en het gat snel weer wat dicht maken met fondant. Toch is de gemiddelde vagina op haar breedst ook zo’n drie centimeter, dus laat ik de mijn gat maar voor wat het is. Tijdens het boetseren van mijn schaamlippen, merk ik dat ik niet goed voor me kan zien hoe het ook alweer zit. Waar komen de lippen samen, en waar gaan zo over in de rest van de huid? Catherine heeft voor deze momenten spiegeltjes op tafel gelegd, maar ik kijk het toch af van het anatomische voorbeeldmodel dat op tafel ligt – de wc in het café is nog geen vierkante meter groot.

Met een scherp en puntig instrument prik ik mijn plasgaatje, dat mij eigenlijk ook nooit in het echt is opgevallen. Terwijl ik nadenk over welke cakedecoratie toepasselijk is voor mijn clitoris, moet ik denken aan de keer dat een Engelsman, die ik ontmoette toen ik op reis was, mij leerde dat vingeren in het Engels soms ‘flicking the bean’ wordt genoemd. Ik kies een dieprode jellybean uit en druk ‘m zacht maar stevig (nooit te hard drukken) bovenin mijn cakeje. Met een kwast strijk ik suikerwater over mijn vulva, waardoor het geheel er eng realistisch uit begint te zien. De verloskundige is onder de indruk en noemt het “anatomisch echt”. Een beetje trots op mijn creatie leg ik de laatste hand aan de nog wat losliggende onderkant. Maar wat is realistisch, vraag ik me af. Zijn de vulva’s die naast mij worden gemaakt minder echt?

Tegen het eind van de avond doen we nog een quiz waarin we leren dat vrouwen in de jaren vijftig chemische schoonmaakmiddelen gebruikten om de geur van hun vulva te bestrijden, en het gebruikten als anti-conceptiemiddel. Wat dat betreft is er veel verbeterd. De winnaar van de quiz krijgt een certificaat met ‘Ultieme Kutexpert’ mee naar huis. Ik ben dat niet, maar dat geeft niks – mijn doel voor de avond, meer leren houden van mijn vulva, is gelukt.

Mijn kutcake wordt verpakt in een doosje, en ik weet al wat ik ermee ga doen. Mijn vriend is de volgende dag jarig, en ik kan me geen persoonlijker cadeau bedenken dan mijn eigen geslacht, waar hij ook nog eens zijn tanden in mag zetten.