Drugs

Het opiumverbod van de Taliban is een enorm probleem voor het Westen geworden

Screenshot 2023-08-29 at 15

Twintig jaar lang heeft het Westen de enorme opiumproductie en smokkelindustrie van Afghanistan als een vijand beschouwd: een kwaadaardige handel die het grootste deel van de wereld van heroïne voorziet, daarmee verslaving en bendevorming heeft gecreëerd, en Afghanistan in een corrupte narcostaat heeft veranderd. Maar nu de leiders van de Taliban om hulp vragen bij het uitroeien van de enorme opiumeconomie realiseert het Westen zich dat de situatie alleen maar erger zou kunnen worden als die vraag om hulp wordt beantwoordt – en er een wereldwijde crisis van sterfte door opiaten zou kunnen worden ontketend. 

Hoe er op het opiumverbod van de Taliban moet worden gereageerd is een multidimensionaal beleidsdilemma met veel potentiële uitkomsten, de een nog slechter dan de ander. Een aanhoudend, door het Westen ondersteund verbod zou in Afghanistan een burgeroorlog en humanitaire nachtmerrie kunnen ontketenen, bovenop een nieuwe migratieramp en een nieuwe golf van fatale drugsoverdoses waar de sterftegetallen in Noord Amerika klein bij zouden afsteken. Als er echter naar een afschaffing van het verbod wordt toegewerkt, zal ‘s werelds grootste heroïne-industrie weer op volle toeren draaien alsof er niks veranderd is. 

Videos by VICE

Het Westen hinkt op twee benen. De VN waarschuwt voor “ernstige en ingrijpende” consequenties als er een heroïnetekort komt, terwijl er miljoenen dollars die ook elders zouden kunnen worden besteed naar Afghaanse boeren gaan om ze te laten stoppen met het verbouwen van de plant die de heroïne produceert. 

Achter gesloten deuren vrezen overheden dat een tekort aan het gewas ervoor zou kunnen zorgen dat internationale smokkelaars de wereldwijde heroïnevoorraden volpompen met de dodelijke stof fentanyl. Er gaan geruchten rond dat de Taliban het verbod als een politieke stunt zouden gebruiken, of zelfs met drugsbendes zouden samenwerken om de prijs van opium omhoog te krikken. 

Nu werkloze families van papaverboeren hun velden verlaten om hun toevlucht te zoeken in Europa, en de sterfgevallen toenemen in gebieden die zich tegen het opiumverbod hebben gekeerd, vertellen experts aan VICE News dat het een beleidsdilemma is dat doorspekt is met intrige en politiek gemanoeuvreer, waarbij degenen die er direct door worden getroffen – wat er ook gebeurt – de armen van de wereld zijn. 

De Afghaanse papaverindustrie – die verantwoordelijk is voor tenminste 80 procent van de heroïne van de wereld – is ontstaan tijdens de oorlog met de Sovjetunie. In de jaren tachtig maakten de binnenvallende Sovjettroepen het Afghaanse landbouwsysteem met de grond gelijk. Als gevolg daarvan waren opiumpapavers een van de weinige gewassen die boeren nog konden telen en verkopen. In de jaren negentig heeft Afghanistan landen als Myanmar in de Gouden Driehoek vervangen als de voornaamste heroïneleverancier van de wereld. De opiumhandel werd een centraal onderdeel van de Afghaanse economie, van boeren wiens voortbestaan van het gewas afhing tot de leiders van het land die enorme provisies kregen door de handel. Naar schatting is de opiumeconomie van het land tussen de 1,6 en 2,5 miljard euro waard, 14 procent van het bbp in Afghanistan bedraagt, en voor zo’n 450.000 banen zorgt. 

In 2001 lanceerde de VS de zogenoemde War on Terror in reactie op de 9/11-aanvallen. De eerste grote zet was een door Amerika geleide invasie van Afghanistan om de jacht te openen op degenen die achter de aanval zaten, Osama bin Laden en al-Qaeda. Daarnaast wilden ze ook de heersende Taliban-overheid, die al-Qaeda onderdak bood, ten val brengen. Het Westen focuste zich ook op de Afghaanse opiumhandel, die als een belangrijke financiële hulpbron voor terrorisme werd gezien.

“De grootste drugsvoorraad in de wereld bevindt zich in Afghanistan, in de handen van de Taliban. Het is een regime dat is gebaseerd op angst, en wordt gefinancierd door de drugshandel,” zei de Britse premier Tony Blair destijds in een toespraak aan de Labour Party Conference. “Negentig procent van de heroïne op de Britse straten is afkomstig uit Afghanistan. De wapens die de Taliban vandaag de dag kopen worden betaald met de levens van jonge Britse mensen, die hun drugs op Britse straten kopen. Dat is nog een onderdeel van hun regime dat we moeten trachten te vernietigen.”

Gek genoeg voerden de Taliban datzelfde jaar een verbod in op de productie van opium, waardoor het een drastische vermindering van 3276 ton in 2000 naar 185 ton in 2001 onderging. In 2002, na de val van de Taliban in december 2001 – die werd bespoedigd door de impopulariteit van het verbod – was de productie van opium weer op het niveau van het jaar 2000. 

GettyImages-57273195.jpg
Een humvee van het Amerikaanse leger passeert een opium-papaverveld in 2006 in Helmand in zuidelijk Afghanistan nadat soldaten die betrokken waren bij de uitroeiing van papaver gewond waren geraakt bij een bomaanslag. Foto: John Moore/Getty Images

Na de val van de Taliban, toen er onder een NAVO-mandaat Britse troepen in Afghanistan gestationeerd stonden, was het aan het VK om de drugsbestrijding in het land te overzien. Maar terwijl de VS en het VK in conflict raken over hoe dit zou moeten gebeuren, stegen de niveaus van opiumproductie naar recordhoogtes van 6700 ton in 2006. Het Witte Huis wilde de handmatige gewasverdelging versnellen door gewassen vanuit de lucht te besproeien, een tactiek die ze ook hadden gebruikt om de cocaplantages in Colombia te bestrijden. Maar de Afghaanse president Hamid Karzai en het VK, die maar al te graag de Afghaanse bevolking voor zich wilden winnen, hadden de voorkeur voor minder vijandige methodes, waaronder algemenere ontwikkelingsprogramma’s zoals hulp bij het telen van alternatieve gewassen en het vinden van werk in de steden, en de plannen van de VS werden achterwege gelaten. 

In zijn boek Cables from Kabul uit 2011 bespot Sir Sherard Cowper-Coles, voormalig Brits ambassadeur in Afghanistan, de pogingen van het Westen om de opiumhandel aan te pakken, zoals een geheim programma uit 2002 om gewassen te besproeien in Nangarhar in oostelijk Afghanistan. Dit was een opdracht van William “Chemical Bill” Wood, de Amerikaanse ambassadeur in Afghanistan, die zijn bijnaam te danken heeft aan zijn gretigheid om cocaplanten in Colombia te besproeien toen hij daar ambassadeur was. Het besproeien van gewassen werd zo gehaat door de Afghanen dat toen het Britse leger in 2006 soldaten naar Helmand stuurde, ze uit zorg voor de reactie pamfletten verspreidden met de tekst “We zijn hier niet om jullie gewassen te vernietigen.” Op een bepaald punt, herinnert Cowper-Coles zich, voerden de Britten een jaar lang een programma van 25 miljoen pond (29,2 miljoen euro) uit om opiumgewassen op te kopen en te vernietigen, iets wat hij als “absurd” beschreef.

Tussen 2002 en 2017 heeft de Amerikaanse overheid 1,46 miljard dollar (1,36 miljard euro) toegewezen aan alternatieve ontwikkelingshulpprojecten, ontworpen om de cultivering van papaver te verminderen door legale economische alternatieven te verbeteren. In de latere jaren 2010 heeft het Amerikaanse tientallen miljoenen dollars uitgegeven aan het opblazen van heroïne- en meth-laboratoria in Afghanistan, hoewel later werd onthuld dat veel van die laboratoria gewoon hutten waren. 

In totaal heeft de VS zo’n 9 miljard dollar (8,4 miljard euro) uitgegeven aan verschillende projecten zoals vervanging van gewassen, uitroeiing van papaver en een anti-drugstaskforce om de stroom van opium die sinds 2002 uit Afghanistan vloeit, in te dammen. In diezelfde periode heeft de VS 144,98 miljard dollar (134.93 miljard euro) uitgegeven om heropbouw en gerelateerde activiteiten in het land te financieren, terwijl het VK 3,5 miljard pond (4 miljard euro) aan hulp uitgaf. Maar in een rapport uit 2019 aan het Amerikaanse Congres werd toegegeven dat de opiumproductie, ondanks al het geld dat werd uitgegeven om Afghanistan minder afhankelijk te maken van de drug, recordniveaus had bereikt. Ook hebben “pogingen tot uitroeiing een minimale impact gehad op het indammen van de cultivering van opiumpapaver”. 

Desalniettemin vestigt het Westen nog steeds al zijn hoop op relatief kleinschalige programma’s om Afghanen van de papaver af te krijgen. Eén VN-programma claimt 8000 families in de provincies Helmand en Kandahar te hebben geholpen met de overstap maken van de opiumhandel naar andere vormen van levensonderhoud zoals kippen houden. 

In augustus 2021 stortte de 20 jaar durende missie van het Westen in Afghanistan ineen toen de Taliban de legers van de door het Westen gesteunde Afghaanse overheid versloeg, Kabul innam en weer aan de macht kwam. In april 2022 voerde Haibatullah Akhundzada, de hoogste leider van de Taliban, een verbod in op de papaverteelt en de opiumhandel, vanwege de schadelijke effecten ervan en omdat het tegen hun Islamitische geloof in ging.

Het verbod kwam op een slecht moment voor papaverboeren. De Afghaanse economie stond sinds de terugkeer van de Taliban op het punt van instorten, en het land leed aan extreme hongersnood. Volgens het Wereldvoedselprogramma heeft meer dan de helft van de bevolking te maken met acute voedselonzekerheid. Bij een exclusief onderzoek in Afghanistan dat vorig jaar door Elise Blanchard voor VICE News werd uitgevoerd werd ontdekt dat boeren zich maar langzaam aan het verbod aanpassen en de handel ondanks het decreet door blijft gaan. 

Maar in juni van dit jaar werd duidelijk dat het verbod voor het nieuwe papaverseizoen grotendeels effectief was geweest, met een “ongekende” daling van 80 procent in opiumproductie. Door de Afghaanse heroïnehandel te beteugelen waren de Taliban er – voorlopig – in geslaagd om te doen wat het Westen met twintig jaar aan drugsbestrijdingsprogramma’s niet heeft kunnen bereiken. 

Screenshot 2023-08-30 at 10.40.16.png
Beelden die de lage hoeveelheden papaver in 2023 laten zien. De teelt verminderde van 129,000 hectare in 2022 naar slechts 740 hectare in 2023. Afbeelding: Alcis

Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat de Afghaanse opiumhandel, met een door AK-47s gehandhaafd verbod van de Taliban en Westers geld om sommige boeren alternatief te ondersteunen, in gevaar is. Europese overheden en wetshandhavingsinstanties dromen al over diens ondergang sinds heroïne-gerelateerde verslaving en bendeactiviteiten de jaren tachtig en negentig teisterden. Maar achter het oude verlangen om de heroïnehandel uit te roeien houdt zich nu ook een angst schuil dat dit de weg vrij zou kunnen maken voor iets veel ergers. 

Mexicaanse kartels begonnen halverwege de jaren 2010 namelijk heroïne in de Noord-Amerikaanse drugsvoorraden te vervangen met fentanyl, een synthetische opiaat die 50 keer zo sterk is, omdat de import en productie ervan goedkoper waren en de handel ervan makkelijk was dan die van heroïne. Fentanyl werd ook gebruikt om neppe opiatenpillen te maken. De toevoeging van fentanyl, aanvankelijk naast en daarna in plaats van heroïne, heeft de dodelijkste crisis van drugsoverdoses in de geschiedenis gecreëerd. In de VS zijn synthetische opiaten, met name fentanyl, bij zo’n 70.000 van de 100.000 jaarlijkse drugsgerelateerde sterfgevallen betrokken. Ook in Canada sterven er steeds meer mensen als gevolg van synthetische opiaten. 

Buiten Noord-Amerika is de aanwezigheid van fentanyl en andere synthetische opiaten in de heroïnemarkt tot nu toe nog relatief klein gebleven. Dit is mogelijk het geval omdat grote leveranciers van mening zijn dat de toevoer van het echte product uit Afghanistan zo overvloedig is dat het niet de moeite waard is om het te vervangen door synthetische drugs zoals fentanyl.

GettyImages-1242410854.jpg
De “Gezichten van Fentanyl”-muur, waarop foto’s te zien zijn van sommige van de 70,000 Amerikanen die jaarlijks door een fentanyloverdosis om het leven komen, bij het hoofdkwartier van de Drug Enforcement Administration (DEA) in Arlington, Virginia in 2022. Foto: Agnes Bun/AFP via Getty Images

Dan nog is het idee van wereldwijde verspreiding van een dodelijke opiatencrisis zoals die in Noord-Amerika bestaat een angstaanjagend idee. Als heroïne op wereldwijd niveau door synthetische opiaten zoals fentanyl wordt vervangen zouden de sterftecijfers van de VS en Canada niks meer voorstellen. Er zijn ongeveer een miljoen heroïnegebruikers in de VS, maar wereldwijd zijn dat er zo’n 30 miljoen, en de meeste van die mensen leven in armoede. 

Zoals Paul Griffiths, wetenschappelijk directeur van het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, eerder dit jaar zei: “Het lijkt raar om dit te zeggen, maar wat betreft synthetische stoffen is de hoge beschikbaarheid van heroïne op dit moment…  zowat een beschermende factor.”

In de afgelopen jaren zijn synthetische opiaten steeds vaker opgedoken in Europa, hoewel het niveau in vergelijking met dat van de VS nog steeds erg laag is. Een wereldwijd heroïnetekort komt steeds dichterbij dankzij de anti-opiumhouding van de Taliban. Men vreest dat een dodelijke wereldwijde verschuiving van heroïne naar fentanyl steeds waarschijnlijker wordt naarmate er meer papaverboerderijen in Afghanistan verdwijnen. Europese overheden zijn nu met recht erg waakzaam voor het geval dat heroïneleveranciers synthetische opiaten aan de voedselketen van drugs toevoegen. 

Een uitgebreid opiumverbod zou op meerdere manieren desastreus kunnen zijn, vertelt David Mansfield, een leidend expert op het gebied van de Afghaanse drugshandel die samenwerkte met satellietbeeldenbedrijf Alcis om de dramatische keldering van papavercultivatie in het laatste jaar bij te houden.

“Dit dilemma heeft drie voorname dimensies. Als de Taliban het verbod de komende jaren aanhouden, dan zouden de consequenties binnen Afghanistan een humanitaire ramp en een flinke stijging in migratie uit het land kunnen veroorzaken,” zegt Mansfield. Mensen die in Afghanistan werkzaam zijn hebben VICE News verteld dat ze steeds meer mensen hebben gezien die uit families van papaverboeren komen die door het verbod getroffen zijn, en bij de zuidwestelijke grens komen opdagen om doorgang naar Europa te zoeken. 

De Taliban hebben te maken gehad met gewapend verzet tegen het verbod in bepaalde gebieden waar papaver wordt geteeld. In de noordoostelijke provincie Badakhshan is de opiumproductie toegenomen, terwijl plaatselijke gemeenschappen in de oostelijke provincie Nangarhar hebben gestreden tegen de pogingen van de Taliban om het verbod te handhaven. Mansfield zegt dat een voortzetting van het verbod zou kunnen leiden tot “politieke instabiliteit en verbrokkeling van de macht”, evenals “verzet tegen het verbod in gebieden waar de overheid historisch gezien nooit sterk aanwezig is geweest”. 

“In realiteit hebben we een relatief stabiele populatie die opiate drugs gebruikt. Willen we deze slapende hond echt wakker maken? Als ze het verbod niet zouden doorzetten, dan verandert er natuurlijk niks en blijft de opiumhandel als vanouds doorgaan. Dit is een heel moeilijk scenario voor beleidsmakers, omdat er gewoon geen goede opties zijn,” zegt Mansfield. 

In een artikel voor Alcis vatte Mansfield het beleidsdilemma in Afghanistan samen: “Zoals het er nu voor staat moeten Westerse overheden hun reactie op het verbod misschien aanpassen aan de hand van de uitkomsten die ze als het minst wenselijk beschouwen. Het is niet mogelijk om voldoende ontwikkelingshulp te bieden om de eventuele terugkeer van papaverteelt tegen te gaan, maar de Taliban onder druk zetten om het verbod aan te houden zou een dramatische toename in emigratie kunnen veroorzaken en het regime in Kabul kunnen destabiliseren. Men zou zomaar kunnen bepalen dat een aanhoudende drugsstroom vanuit Afghanistan de minst slechte uitkomst is.”

In het World Drug Report van dit jaar erkende het VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit de “ernstige” en “ingrijpende” effecten die een serieuze verstoring van de papaver- en heroïnevoorraden op heroïnegebruikers over de hele wereld zou kunnen hebben. Maar tegelijkertijd bleef het ook een aantal alternatieve ontwikkelingsprojecten financieren om de papaverteelt te verminderen. 

GettyImages-1252619818.jpg
Beveiligingspersoneel van de Taliban vernietigt een papaverplantage in de provincie Kandahar, april 2023. Foto: Sanaullah Seiam/AFP via Getty Images

Het kernpunt van dit dilemma is hoe serieus de Taliban zijn over het doorzetten van het verbod. De vraag is voor een deel ook waarom ze dit überhaupt hebben gedaan. Haibatullah Akhundzada, de hoogste leider van de Taliban, heeft waarschijnlijk besloten dat het een goede daad was omdat hij een religieuze fanaat is. Maar Mansfield zegt dat het verbod, ondanks diens religieuze jasje, ook voornamelijk een politieke zet zou kunnen zijn geweest. 

“Er zullen andere leden van de Taliban zijn die iets politiek gewiekster zijn, die misschien hebben gezegd: ‘dit is een goed ding om te doen, omdat we scholen voor meisjes sluiten, dus hiermee kunnen we de internationale gemeenschap goed afleiden; ze denken misschien dat we het slecht doen wat betreft vrouwen, maar ook dat we het goed doen wat betreft drugs’. Ze zien een opiumverbod als een gunst aan de rest van de wereld; ‘de wereld moet zonder verdere voorwaarden betalen en assistentie bieden, zonder het over hun reputatie wat betreft vrouwen en mensenrechten te hebben’.”

Deze strategie zou niet als verrassing komen. Het staat in lijn met hoe de Taliban er bij hun vorige verbod in 2001 over dachten. Mullah Mohammed Hassan Rahmani, de Regionaal Gouverneur voor de Zuidwestelijke Regio, zei destijds: “De Taliban hebben hun hand gespeeld, en de internationale gemeenschap zouden politiek en drugs niet moeten mixen – die is een humanitaire kwestie. Als de internationale gemeenschap controle over drugs in Afghanistan wil, dan moet het politieke en drugsgerelateerde kwesties gescheiden houden. Assistentie in reactie op het verbod zou noch op de korte termijn noch op de lange termijn met politiek te maken moeten hebben.” 

De kans bestaat dat het verbod altijd al als tijdelijke maatregel bedoeld was, een zet van de Taliban om in de gunst te komen bij het Westen en mogelijk hulpgeld te ontvangen, de prijzen van opium omhoog te gooien en vervolgens het verbod terug te draaien en te zeggen dat het Westen niet genoeg hulp bood. Antonio Giustozzi, een senior onderzoeker bij het Royal United Services Institute (RUSI), een denktank voor defensie en veiligheid, zegt dat de Taliban zelfs met heroïnesmokkelaars in contact zouden kunnen zijn geweest om samen te werken voor een verbod. “Het is mogelijk dat de Taliban de grote producenten, de grote heroïnebendes, hebben verzameld en ze van tevoren over het verbod hebben gewaarschuwd zodat ze meer heroïne konden kopen en inslaan, met de garantie dat het verbod na twee of drie jaar opgeheven zou worden, dus in feite dat ze een soort deal met ze hebben gesloten.”

Hij speculeert ook dat het verbod door de Taliban zou kunnen worden gebruikt om regionale leiders hun inkomsten te ontfutselen en daarmee meer macht te krijgen, zeker als de Taliban zelf alternatieve vormen van inkomen kunnen verzinnen. 

Giustozzi claimt dat het verbod voor de Taliban een win-winsituatie zou kunnen zijn. “Ze zouden aanzienlijke vooruitgang kunnen boeken met meer erkenning krijgen van het Westen, plus wat financiële steun, terwijl de prijzen van heroïne door het verbod ook omhoog worden geduwd.”

Maar Mansfield gelooft niet dat het verbod, of het oprecht is of niet, lang vol te houden is. Hij denkt dat de financiële impact op de boeren van Afghanistan, en haar gewapende verzet, veel eerder te voelen zal zijn dan dat de Westerse programma’s voor alternatieve manieren van levensonderhoud enig betekenisvol effect zullen hebben.

Screenshot 2023-08-29 at 17.28.06.png
Een man zit achter zakken met opium voor een winkel in het district Zheray van de provincie Kandahar, in het zuiden van Afghanistan, op 24 april 2022. FOTO: ELISE BLANCHARD

“Je kunt het probleem van de opiumafhankelijkheid van Afghanistan niet op tijd oplossen om het nog nuttig te laten zijn voor de boeren die onder dit verbod lijden,” zegt hij. “Het verbod kan niet worden aangehouden zonder dat het aanzienlijk geweld of emigratie veroorzaakt.”

Mansfield zegt dat het verbod geen onmiddellijk effect zal hebben op de wereldwijde heroïnevoorraden omdat er opiumreserves zijn. Afghaanse opiumboeren produceren al jaren een overschot aan opium en begraven het op hun boerderijen omdat ze weten dat het waarschijnlijk alleen maar waardevoller zal worden, zeker als er ooit een tekort is en de prijzen van opium omhoog schieten. 

“Sommige boeren hebben meer dan 500 kilo in voorraad, in gaten in de grond of in hun huis begraven,” zegt Mansfield. “Toen het verbod vorig jaar werd aangekondigd en het nieuws zich via WhatsApp naar alle boeren verspreidde, gingen de gesprekken alleen maar over het opslaan van je opium. Sommige boeren verkochten hun motor omdat hun vrouw ziek was, of andere huishoudelijke apparaten, in plaats van dat ze hun opiumvoorraden verkochten. Want de motor gaat alleen maar in waarde dalen, terwijl de waarde van opium alleen maar zou stijgen.”

“Opium is goed te bewaren. Misschien langer dan tien jaar. Ik ken mensen die het nog langer hebben bewaard, mits het goed gedroogd en opgeslagen is. Handelaars zullen ook een deel van deze opium in bezit hebben. Als het verbod nog een jaar duurt, zullen zij degenen zijn die zich in de handen wrijven, omdat de prijs van opium alleen maar hoger zal worden.” 

Mansfield zegt dat het verbod op opiumproductie door al deze voorraden mogelijk pas na een jaar of twee enig effect zal hebben op de Europese heroïnevoorraden. Hij zegt dat de recente prijsstijgingen van heroïne in het VK niet per se met het verbod te maken hadden, en dat een marktverschuiving richting synthetische opiaten ongeacht enige daadwerkelijke tekorten zou kunnen plaatsvinden. 

Geen enkele Westelijke overheidsambtenaar zou het hardop durven zeggen, maar de Afghaanse opiumhandel, de bron van het grootste deel van de heroïne op de wereld en daarmee een vloek op de Westerse maatschappij, is een soort noodzakelijk kwaad, een kwaadaardige vriend. Ook al zal het opiumverbod moeilijk aan te houden zijn voor de Taliban, en zou het misschien jaren moeten worden aangehouden om een heroïnetekort te creëren, dan nog is de potentiële toevoeging van synthetische opiaten aan de heroïnevoorraad van de wereld een ramp van zo’n omvang dat het een scenario is dat we niet kunnen negeren. 

De Mexicaanse kartels maakten de keuze om iets te doen dat ondenkbaar is in de wereld van drugs verkopen, namelijk om fentanyl in de heroïnevoorraden te mixen, iets waarvan ze wisten dat het een flink deel van hun Amerikaanse afnemers zou doden. In sommige delen van de VS en Canada is heroïne nu volledig vervangen door fentanyl. Tot op dat punt was “vermoord je klant niet” een standaardregel in de drugsdealersbijbel. Maar het lijkt erop dat de kartelaccountants hebben bedacht dat ze nog steeds een goede omzet konden draaien door goedkope en zeer krachtige fentanyl te verkopen, zelfs als ze daarmee jaarlijks 70.000 van de 1 miljoen Amerikaanse heroïnegebruikers dood maakten – zeker als ze zich uitbreidden door fentanyl in meer sociaal acceptabele opioïde pillen te stoppen. 

De wereldwijde heroïnevoorraad buiten Noord-Amerika zou op meerdere plekken langs aanvoerroutes door drugsbendes kunnen worden versneden. Synthetische opiaten zouden in Afghanistan zelf kunnen worden toegevoegd, waar de laboratoria in staat zijn om opium in straatklare heroïne-hydrochloride te bewerken. Het zou later langs de smokkelroute in Turkije kunnen worden toegevoegd, voordat het naar Europa wordt vervoerd. 

Of drugsorganisaties zouden ervoor kunnen kiezen om heroïne volledig door fentanyl te vervangen, wat overal gedaan kan worden. Koks voor Mexicaanse kartels, die hun vaardigheden van fentanyl maken tijdens de COVID-pandemie hebben verfijnd, werken al met in Nederland gevestigde drugsbendes samen om hier meth te produceren, en er is een kans dat ze ook een nieuw type “Europese heroïne” zouden kunnen gaan maken, waar geen daadwerkelijke heroïne in zou zitten, maar alleen cafeïne en andere fillers met kleine hoeveelheden super sterke synthetische opiaten. Dit zou ongeacht enig heroïnetekort kunnen gebeuren, maar een stijging en uitholling van heroïneprijzen door een aanhoudend opiumverbod zouden de kartels ertoe kunnen aanzetten om samen met Europese criminele organisaties een dergelijk product te gaan produceren.

“Synthetische opiaten zitten duidelijk al in het systeem in Europa en het VK. Niet in grote mate, maar ik weet niet zeker of dat echt iets te maken heeft met wat er in Afghanistan gaande is,” zegt Harry Shapiro, directeur van DrugWise, een liefdadigheidsinstelling voor drugsinformatie, en auteur van Fierce Chemistry: a History of UK Drug Wars.  

“Ik denk dat het meer een kwestie is van smokkelaars en chemici die kijken naar wat er gaande is in de VS en denken, ‘wacht eens even, we kunnen veel meer geld verdienen als we synthetische opiaten gebruiken, wat veel minder moeite zou zijn dan heroïne over 8000 kilometer tussen Afghanistan en Europa verschepen. We kunnen dit in Bulgarije maken, in Nederland, waar je maar wil’.”

“Ik denk dat er een verband zou kunnen zijn tussen het opiumverbod en een opkomst van synthetische opiaten in Europa, maar ik denk dat het waarschijnlijker is dat de gang van zaken in de VS de toekomst van de opiummarkt zou kunnen bepalen.”

“Wat betreft de volksgezondheid, het kost wel wat tijd om aan heroïne verslaafd te raken. Dit klinkt als een nare krantenkop, maar het probleem met fentanyl en al diens soortgenoten is dat  je niet na één hit verslaafd bent, maar dat je, zeker als je het voor het eerst gebruikt, na één hit dood bent. Daarom zie je ook zo’n enorme piek in het aantal drugsoverdoses in de VS; dit spul is godverdomd sterk.”

De Britse overheid houdt scherp toezicht op de bedreiging die synthetische opiaten voor haar naar schatting 300.000 heroïnegebruikers vormt, hoewel dit wordt belemmerd door het feit dat haar diensten om forensisch drugs te testen door bezuinigingen in de afgelopen twintig jaar een flinke klap hebben gekregen. Experts zeggen dat beleidsmakers of overheden die de dodelijke impact van de vervanging van heroïne door fentanyl in Noord-Amerika hebben gezien, er alles aan zouden moeten doen om deze situatie te voorkomen.

Mansfield, die meer dan twintig jaar veldwerk heeft gedaan in Afghanistan en veel van het voornaamste onderzoek over dit onderwerp heeft uitgebracht, waaronder een beoordeling van de Amerikaanse pogingen om drugs te bestrijden in Afghanistan, zegt dat de antwoorden op het opiumdilemma vaak voor de korte termijn en slecht overwogen zijn. 

“Beleidsmakers snapten maar zelden hoe essentieel drugs voor de politieke economie van Afghanistan waren, en hadden daarom ook te weinig moeite gedaan om dat in de algemene inspanningen tot wederopbouw aan te kaarten,” zegt hij. “In plaats daarvan werd er een vorm van drugsbestrijding opgezet, met behulp van beperkte activiteiten, zoals zogenoemde ‘alternatieve vormen van levensonderhoud’, die vaak slecht ontworpen zijn en niet van toepassing zijn op de onderliggende oorzaken van opiumproductie.

Is er een vooruitzicht dat Westerse diplomaten, die bang zijn voor de schim van fentanyl in Europa, in het geheim bezig zijn om het verbod te dwarsbomen?

Giustozzi, de onderzoeker voor RUSI, zegt dat het onwaarschijnlijk is, maar niet onmogelijk.

“Het hoeft niet veel voor te gebeuren om iemand achter de schermen een bepaald soort argumentatie aan te laten moedigen. Er zouden bijvoorbeeld ineens veel onderzoeken gefinancierd kunnen worden naar de negatieve economische impact van het verbod op Afghanistan.”

Ondanks hun retoriek over drugsbestrijding is de Britse overheid zich ervan bewust dat de illegale drugshandel en diens artificieel opgeblazen winsten sommige gemeenschappen niet alleen hebben geholpen om zichzelf te onderhouden, maar ook om uit armoede te ontsnappen. Door het VK gefinancierd onderzoek, waarvoor veldwerk in Afghanistan, Colombia en Myanmar werd uitgevoerd, heeft aangetoond dat de drugshandel, hoewel die zeker destructief en gevaarlijk is, arme gemeenschappen ook kan helpen overleven en gedijen in sommige van de meest instabiele en door oorlog verscheurde gebieden van de wereld. “Men moet uitkijken voor simplistische stellingen van drugs die ‘goed’ of ‘slecht’ zijn voor het verhelpen van armoede,” vertelde Jonathan Goodhand, Professor Conflictstudies aan SOAS University of London, in 2020 aan VICE. Hij beschreef de aanname dat de drugshandel altijd vrede, sociale vooruitgang en overleving in deze regio’s tegenwerkt als “zeer gebrekkig”. 

De mensen die de laatste eeuw bezig zijn geweest om de verspreiding van heroïne en cocaïne te bestrijden zouden geschokt zijn als ze hoorden dat de zwaar verguisde opiumhandel zomaar iets waardevols zou kunnen zijn – een belangrijke verdediging tegen een wereldwijde drugsepidemie die tot miljoenen jaarlijkse sterfgevallen zou kunnen leiden. 

Screenshot 2023-08-29 at 17.22.46.png
Kinderen spelen met een zak opium in het veld waar hun vader papaver oogsten, in het Kajaki-district, in de zuidelijke Afghaanse provincie Helmand, april 2022. FOTO: ELISE BLANCHARD

Maar nu Europa geconfornteerd wordt met het dilemma van hoe zo’n catastrofe het beste kan worden aangepakt en vermeden kan worden, zou het opiumverbod van de Taliban weleens een soort dwaalspoor kunnen zijn. 

Waarschijnlijk houdt het verbod het niet lang vol. Het zou namelijk rampzalig zijn voor honderdduizenden Afghanen, voor het land, en ook voor de Taliban zelf, die hun religieuze principes mogelijk opzij zullen zetten als het verbod ze politiek schaadt en hun macht in gevaar brengt. Misschien wordt de keuze om heroïne in de Europese en Amerikaanse voorraden door synthetische opiaten te vervangen wel gemaakt, ongeacht van wat er in Afghanistan aan de hand is. 

Net als in Noord-Amerika zijn Mexicaanse kartels zoals de Sinaloa hier het grootste gevaar, die er met hun toenemende betrokkenheid in de methproductie in Europa voor zouden kunnen kiezen om de enorme heroïnehandel op het continent op zijn kop te zetten door goedkope fentanyl te gaan maken en aanleveren. 

Hoe dan ook is de wereldwijde opkomst van krachtige, goedkope, in het lab gemaakte synthetische drugs zoals fentanyl, tranq dope, Spice and meth – een onvermijdelijk gevolg van tientallen jaren drugsverbod – en nieuwe en veel gevaarlijkere tegenstanders voor autoriteiten en overheden dat traditionele plantaardige drugs zoals cocaïne, cannabis en heroïne dat zijn. 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE UK.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.