Toen ik hoorde dat regisseur Spike Lee zijn debuutfilm She’s Gotta Have It opnieuw zou uitbrengen als Netflix-serie, was ik zowel blij als bang.
De film gaat over de eigenzinnige, zwarte kunstenaar Nola Darling (gespeeld door Tracey Camilla Johns) en drie mannelijke personages die proberen Nola voor zich te winnen – de vriendelijke Jamie Overstreet, het zelfingenomen model Greer Childs, en de bijna cartoonachtige fietsbezorger Mars Blackmon. In ieder van hen ziet Nola bepaalde eigenschappen terug die ze verlangt in een man, maar ze weigert om zich aan een van hen te binden. Onafhankelijkheid is voor haar belangrijker.
Videos by VICE
De originele versie van She’s Gotta Have It heeft me gevormd tot wie ik ben. Ik zag de film voor het eerst als student, in de periode dat ik zelf nog aan het uitzoeken was wat ik nou vond van romantiek en relaties. Mijn voorkeur ging uit naar niet-monogame liefde en ik waardeerde Nola’s keuze om zich niet te laten bezitten door een man (ondanks haar kortstondige moment van zelfbenoemde zwakte met Jamie). Maar ondanks dat ik ernaar uit had gekeken om te zien hoe de film herschreven werd voor een nieuwe generatie zwarte vrouwen, die nu op hun eigen manier moeten dealen met patriarchale verwachtingen in deze tijd van datingapps, voelde deze update nog steeds gedateerd.
Je zou kunnen zeggen dat Lee als regisseur een probleem heeft wanneer het gaat over de karakters van (zwarte) vrouwen, met name rondom onderwerpen als seks en zeggenschap over hun eigen seksualiteit. Zoals Teresa Wiltz het verwoordt, laat Lee consequent eenzijdige vrouwelijke personages zien die niet dezelfde dynamiek krijgen als hun mannelijke tegenspelers.
Ze verwijst naar de conservatieve heilige/zondige dichotomie van de vrouwelijke personages in Do The Right Thing uit 1989, die ook terugkomt in Mo’ Betta Blues uit 1990; en de ‘achterbakse verleidster’ die hij inzet in He Got Game uit 1998. In Spike Lee: That’s My Story and I’m Sticking to It (Lee’s geautoriseerde biografie) bekritiseert zijn vrouw, Tonya Lewis Lee, de oppervlakkigheid van de vrouwelijke personages in Girl 6, een film van Lee uit 1996 over een ‘aspirant-actrice-wordt-callgirl’. Filmcritici (vooral witte mannen, maar desalniettemin relevant) kraakten de film af en waren het met haar eens, en schreven dat Lee herhaaldelijk faalde in het representeren van de ervaringen van vrouwen.
In een interview uit 2000 met de New York Times vertelt Rosie Perez over de beruchte naaktscène in Do the Right Thing, waarin Lee haar grenzen volledig overschreed toen hij ijsblokjes op haar tepels legde. Rosies gezicht werd uit het shot gesneden omdat ze moest huilen.
She’s Gotta Have It, Lee’s eerste speelfilm, eindigt met een nare scène waarin Nola wordt verkracht door Jamie, die tijdens de daad “who’s pussy is this?” snauwt, alsof hij haar straft voor het feit dat ze weigert voor hem te kiezen. De Amerikaanse schrijver bell hooks schreef over deze scène in Reel to Real: Race, Sex and Class in the Movies: “Wanneer Nola op de vraag reageert met “yours”, is het voor iedereen die net is gevallen voor het beeld van haar als seksueel bevrijde vrouw lastig om niet teleurgesteld te zijn over zowel haar personage als over de film.”
Vanaf het begin was ik dus sceptisch: hoe zou een door Lee geregisseerd en uitgevoerd project over diezelfde vrouw – in het bijzonder nadat het mislukteom in de film Chi-raq uit 2015 een goede representatie van gender neer te zetten – het gaan doen?
Ondanks dat ik veel meer gemeen heb met ‘2017 Nola’ dan ‘1986 Nola’, voelt haar Netflix-karakter verrassend leeg. De manier waarop de ervaringen van een zwarte vrouw in de serie worden gepresenteerd voelt vaak gekunsteld aan: een gefabriceerd vrouw-zijn dat bruist van humor en complexiteit, maar dat dusdanig is gecureerd dat het geheel kunstmatig aanvoelt en vrijwel geen eigen persoonlijkheid lijkt te bevatten. De manier waarop Nola haar aversie tegen monogamie uit door zichzelf te identificeren als “sekspositief, polyamoreus en panseksueel” voelt eerder kinderachtig dan zelfverzekerd (en dat ligt niet zozeer aan DeWanda Wise’ vertolking van de rol, maar eerder aan het script en de productie die haar personage hebben gevormd). Er zijn momenten in de serie waarin het onduidelijk is of Nola’s verhaal bedoeld is als een viering van de autonomie van de zwarte vrouw, zoals in het origineel, of als een overdreven waarschuwend verhaal over een jong, zwart vrouwelijk product van het Tumblr-tijdperk dat haar politieke visies op commando kan afreageren.
De nieuwe Nola voelt als een omhulsel waar Lee de delen uit Nola’s leven in kwijt kon die hij eigenlijk in de originele film had willen stoppen – haar schilderijen, haar niet-romantische relaties, en hoe ze haar leven lijdt buiten haar aanbidders om – samengeperst in een geüpdatete omgeving. Het resultaat is een personage dat onecht aanvoelt en constant geforceerd, overdreven Gilmore Girls-achtig grappig is (inclusief Lee’s knikje naar zichzelf in een dialoog over Denzel Washington die een Oscar misliep voor Malcolm X), dat los staat van realistische ervaringen en gesprekken.
In een recent Rolling Stone-artikel komen de tegenstrijdige bedoelingen naar voren die Lee had bij het reproduceren van de film, of beter gezegd, zijn pogingen om het universum van Nola ‘uit te breiden’. Hij beschrijft hoe de omstandigheden op sociaal en seksueel vlak veranderd zijn sinds 1986: “Men vindt het tegenwoordig minder schokkend als een vrouw seksuele relaties heeft met drie verschillende mannen dan in de tijd dat de film uitkwam.” En toch wordt Nola keer op keer geconfronteerd met een constant onbegrip door haar drie jaloerse aanbidders, die maar niet lijken te begrijpen waarom ze zich niet aan hen wil binden.
“Nola is een sterke vrouw, en mannen houden van sterke vrouwen,” vertelt Lee in het interview. Maar de serie draait verder volledig om de pogingen van de mannen om Nola voor zich te winnen: iets waarvan ze allemaal vinden dat zij er recht op hebben.
Zelfs wanneer Lee het bij het juiste eind lijkt te hebben, ondermijnt hij zichzelf uiteindelijk toch. (Als je de serie nog niet afgekeken hebt, moet je hier misschien stoppen met lezen in verband met spoilers).
Als Nola een ‘piemelpauze’ inlast (of, “radicale zelfzorg’, zoals ze het zelf noemt) – een pauze die ik niet los kan zien van een reactie van Lee uit 2015 waarin hij zegt dat een “seksstaking echt kan werken op universiteitscampussen waar seksuele intimidatie of verkrachting plaatsvindt” – rent ze in de armen van queervrouw en voormalig liefde Opal Gilstrap. In het origineel is Opal afgebeeld als een roofzuchtige lesbienne die haar kans afwacht om de heteroflexibele Nola te bespringen. In dat opzicht is deze versie zeker een verbetering.
Opal wordt afgebeeld als de verantwoordelijke die Nola zal redden uit benarde situaties; ze is emotioneel volwassen en zal van Nola houden zoals ze wil dat er van haar gehouden wordt.
Maar als het er op aankomt om een echte verbintenis aan te gaan met Opal of haar dochter, verschuilt Nola zich achter haar heteronormatieve script en polyamoreuze principes. Dit benadrukt echter alleen maar opnieuw het stigma dat er heerst rondom de vermeende besluiteloosheid van biseksuele vrouwen en het schadelijke idee dat we vrouwen uiteindelijk altijd zullen verlaten voor mannen. Door Nola’s biseksualiteit in diskrediet te brengen, leert ze niet wat het betekent lief te hebben en te helen, maar wordt ze een hebzuchtige panseksueel die bereid is om iedereen die op haar pad is te gebruiken en te consumeren.
Daarnaast is, zoals Evette Dionne mooi omschrijft, Nola’s zogenaamde polyamorie eigenlijk een op regels gebaseerde afwezigheid van grenzen, egocentrisme en/of onzekerheid en zelfs een angst voor zichzelf: ze beantwoordt een telefoontje van een andere partner terwijl ze in bed ligt met Jamie, ze is bang om te kwetsbaar te zijn met Opal, en ze weigert in haar kunst op een eerlijke en emotionele manier te reflecteren op haar leven.
Gedurende de hele serie worden vrouwen afgebeeld als inherent immoreel, iets dat voortdurend elke vorm van empowerment van de zwarte vrouwelijke rollen ondermijnt. En het laten vallen van Opal, een van de echt serieuze liefdeskandidaten, is daar slechts een voorbeeld van.
Het wordt nog erger in de ongemakkelijke subplot van Nola’s vriendin Shemekka (gespeeld door Chyna Layne) die geobsedeerd is door bilvergrotingen. Er schuilt zeker een waarheid in dat verhaal, namelijk de druk die veel zwarte vrouwen voelen om te voldoen aan de schoonheidsidealen van een vol figuur – onzekerheden over platte billen is hier onderdeel van (ik ben er nog steeds niet overheen dat iemand me zes of zeven jaar geleden ‘langrug’ noemde). Maar om de fysieke en emotionele pech van Shemekka’s billen en borsten te gebruiken als een soort gimmick is een goedkope manier om mensen iets te leren over natuurlijke schoonheid en de bijna onvermijdelijke gevolgen van plastisch chirurgie. De weergave waar Lee voor kiest is een droom voor het patriarchaat.
Een recent stuk van journalist Ernest Owens herinnert ons eraan dat, ondanks een schrijversteam vol zwarte vrouwen (waaronder Eisa Davis, Lynn Nottage, Radha Blank en Joie Lee), deze serie eigenlijk gewoon een persoonlijke project is van Lee. Een project dat bijna aanvoelt als een poging om de tragisch anti-feministische verkrachtingsscène in het origineel goed te maken. Lee “eist het verhaal op” schrijft Owens in The Grio, waarin hij vertelt dat Lee erop stond dat hij acht van de tien afleveringen zelf zou regisseren, hoewel hij er slechts twee schreef.
Gezien het duidelijke onvermogen van Lee om zich volledig in te leven in de belangrijke vrouwen van de show, is het een schande dat hij niet bereid was om de leidinggevende teugels over te dragen. “Vanaf het begin wist ik dat ik alle tien de afleveringen wilde regisseren,” zegt Lee in het Rolling Stone-interview. “Dit is mijn baby – mijn eerste kind. Als iemand het gaat verpesten, ben ik het en niemand anders.” En zo ging het precies.
Uiteindelijk gaat She’s Gotta Have It niet echt over de vrouwen die Nola Darling moet vertegenwoordigen. Het is Spike Lee’s eerbetoon aan zichzelf.