De laatste stap om Pokémon Go te begraven is gezet


Pokejunks in een park. Foto via Wikimedia

De afgelopen zomer zal de geschiedenis in gaan als ‘de zomer van Pokémon Go’. Dat klinkt verschrikkelijk – en dat is het ook wel – maar als je bijvoorbeeld bedenkt dat de zomer van 2006 voor altijd bekend zal staan als de zomer waarin we met z’n allen besloten dat Boten Anna een lekker nummer was, valt het best mee. Het ding is alleen dat de zomer zo langzamerhand wel echt voorbij is.

Dus moet het met dat Pokémonnen ook maar eens afgelopen zijn. Dat vindt de gemeente Den Haag althans, zo lieten ze deze week weten. Den Haag wil af van de overlast van Pokémonspelers op Kijkduin, die soms met duizenden tegelijk op het duin staan om de virtuele beestjes te vangen. Dat moeten ze in principe natuurlijk lekker zelf weten, maar het is vervelend voor omwonenden dat al die aspirant-Ash-Ketchums voor overlast zorgen. Ze laten afval achter en plassen op plekken waar dat niet mag. Hoge nood, daar had die Ash nou nooit last van.

Videos by VICE

Om de overlast tegen te gaan spant de gemeente nu een rechtszaak aan tegen Niantic, de maker van Pokémon Go. De quote hieronder komt uit de Volkskrant van gisteren.

De gemeente eist in het kort geding dat de Pokémon helemaal verdwijnen uit Natura 2000, het beschermde natuurgebied dat Kijkduin omringt, zo bevestigt een woordvoerder van VVD-wethouder Boudewijn Revis. Daarnaast mogen de virtuele monstertjes zich tussen 23.00 uur en 7.00 uur niet meer op en rond het Deltaplein begeven.

Dit is er dus aan de hand. De afgelopen eeuwen hebben we een land opgebouwd, met een politiek stelsel en een rechterlijke macht. We hebben oorlogen en watersnoodrampen overleefd. De rijke geschiedenis van ons land heeft ons gebracht tot dit punt, 30 september 2016, de dag dat een wethouder aan een krant bevestigt dat de gemeente een rechtszaak aanspant om een gebiedsverbod op te leggen aan beestjes DIE NIET BESTAAN. Het is wachten tot de eerste Pokémon bij Pauw mag aanschuiven om uit te leggen dat het allemaal niet hun schuld is, maar die van ‘de maatschappij’.

Stel je even voor dat je de rechter bent die deze zaak moet behandelen: je studeert eerst vier jaar rechten, volgt daarna een speciale opleiding tot rechter, en krijgt vervolgens een teleurstelling van jewelste te verwerken als je erachter komt dat je als rechter in Nederland helemaal niet zo’n leuk pruikje mag dragen. En als je die domper te boven bent, moet je je buigen over vraagstukken als “mogen Pokémon zich tussen 23.00 uur en 7.00 uur op en rond het Deltaplein te Kijkduin begeven?” Als je eenmaal uitgezucht bent, besef je dat dit waarschijnlijk de spannendste zaak is die je dit jaar wordt toebedeeld.

Goed, ik denk dat deze rechtszaak een prachtig hoogte- of dieptepunt is om Pokémon Go definitief als klaar te beschouwen. En dat is mooi, want daarmee kunnen we ook terugblikken. Want het was heus wel eventjes leuk, maar vooral ook vaak niet.

Vraag het maar aan al die kinderen die afgelopen zomer werden beroofd van hun telefoons, terwijl ze druk op zoek waren naar een in de struiken verstopte Snorlax. Ook bij deze Pokémonberovingen kan je de Pokémon zelf natuurlijk niet alle schuld in de spreekwoordelijke schoenen schuiven (ooit een Pokémon met schoenen aan gezien?), maar het helpt niet als je 11 bent en de hele dag met een iPhone van een paar honderd euro in je hand over straat loopt, door donkere steegjes omdat daar een hele bijzondere Flibbidoo of zeer zeldzame Quibbledib of whatever zit.

(Hm, bij navraag bij een Pokemon-nerd-collega blijkt de Pokèmon ‘MrMime‘ schoenen te dragen, en Pokémon ‘Hitmonchan‘ ook. Oké, nvm.)

Zoals bij alle leuke dingen in het leven werd Pokémon Go al snel een magneet voor allemaal enge figuren. We zullen de vieze mannen die op groepen kinderen afkomen, bijvoorbeeld om ze ongevraagd hun pik te laten zien, niet gaan missen. We kunnen ook best zonder groepen jongeren die elkaar het ziekenhuis in trappen omdat de één de gym van de ander heeft overgenomen. Het is dan wel weer aardig dat kinderen die Pokémon spelen af en toe een lijk vinden, want lijken horen in principe niet in de openbare ruimte, maar het is misschien een beetje luguber om wat ooit begon als een leuk spelletje nu in te zetten als instrument om dooie bejaarden uit een vijver te vissen.

Misschien is het goed om het einde van de zomer als moment te gebruiken om definitief te kappen met Pokèmon Go spelen tijdens het rijden, en al helemaal als je een bus aan het besturen bent. Ik had hier bijna een lans gebroken voor Saoedi Arabië, waar je de bak in draait als je een Charmander probeert te vangen (ik deed dit toch maar niet toen ik me bedacht dat het in dat land ook verboden is om homo te zijn of auto te rijden als je vrouw bent).

Los van de uitkomst, is de rechtszaak die de gemeente Den Haag heeft aangespannen een gebeurtenis waar we over vijftig jaar waarschijnlijk weemoedig aan terug zullen denken. ‘2016, het jaar waarin rechters zich bogen over de kwestie van een gebiedsverbod voor niet bestaande fictiebeesten.’ Overigens kan ik me ook voorstellen dat rechters zich over vijftig jaar juist alleen nog maar bezighouden met het oplossen van zaken over virtuele dieren, moorden en overhellende boomtakken, dus misschien is het in dat opzicht een minder verbazingwekkende gebeurtenis dan het nu lijkt. Hoe dan ook, laten we de Pokémon Go-hype definitief als historie beschouwen, zodat we ons weer bezig kunnen houden met belangrijke dingen, zoals het bestrijden van straatroof, geweld, potloodventers en mensen die niet opletten achter het stuur.