Voor wie het nog niet wist: er is een psychedelische hype gaande. Onderzoeken naar geestverruimende middelen als ketamine en LSD tonen veelbelovende resultaten tegen psychische stoornissen als PTSS of depressie. Voor het eerst in decennia verschijnen psychedelica positief in mainstream media en zelfs de Nederlandse overheid trekt de portemonnee voor onderzoek.
Het is dan ook niet gek dat er enorm veel belangstelling was voor de Interdisciplinaire Conferentie voor Psychedelisch Onderzoek (ICPR), eind september in de Philharmonie in Haarlem. De allerknapste koppen in de psychedelische onderzoekswereld kwamen hier samen. Ook ik nam er een kijkje, en ik sprak met organisator Joost Breeksema. Verrassend genoeg wil hij deze nieuwe psychedelica-hype niet omarmen, maar juist temperen.
Videos by VICE
Als ik de ontvangstzaal van de conferentie binnenkom zie ik Breeksema – gekleed in pak en happysocks – daar met een brede lach op zijn gezicht staan. Naast organisator van ICPR is hij directeur van OPEN, de Nederlandse stichting die zich inzet voor wetenschappelijk onderzoek naar psychedelica. Hij is op elk moment omringd is door enthousiaste therapeuten, studenten psychologie, neurowetenschappers en anderen die graag met hem een praatje willen maken. We moeten ons interview dan ook opschuiven naar een later moment op de dag. “Dan maar even na de lunch.”
Tussen de elfhonderd aanwezigen – een gezonde mix van jong en oud, man en vrouw – lopen een aantal psychedelische pioniers rond: onderzoekers met een bijna mythische status binnen de wereld van psychedelica. Van de PhD-farmacoloog David Nichols (77) die worstelt met zijn Powerpoint-presentatie (“My slides took too much LSD!”) tot de 79-jarige neuroloog Amanda Feilding die met een staande ovatie wordt ontvangen in de middelgrote zaal. Nadat Feilding in de jaren zestig een flinke dosis LSD nam raakte ze geïntrigeerd door het stofje (“the queen of psychedelics”, noemt ze het) en begon ze met haar onderzoek naar psychedelica en het menselijke bewustzijn. Met haar Beckley Foundation haalde ze miljoenen op voor psychedelisch onderzoek.
Ondanks dat haar gezondheid te wensen over laat – ze strompelde het podium op en heeft moeite met praten – presenteert Feilding vol passie haar nieuw gestarte onderzoeken. Een daarvan gaat over het microdoseren van LSD bij ouderen met dementie. Op het scherm verschijnt een foto van een 97-jarige dame met een afwezige blik. “Toen ik haar zag was ze een kasplantje; ze leek zich amper bewust van de omgeving om haar heen,” zegt Feilding. Op de volgende dia zien we de vrouw lachen. “Na een kleine dosis LSD was ze er volledig bij. Ze praatte met ons en lachte weer.”
In dezelfde zaal spreekt ook David Nutt, hoogleraar neuropsychofarmacologie en hoofd van de onderzoeken bij het Imperial College in Londen. Hij laat scans zien van hersenactiviteit bij een brein aan de LSD, waarbij hersendelen die normaal niet met elkaar communiceren, dat opeens wel gaan doen en verbindingen aangaan die ook na de trip blijven. Het opent mogelijkheden om ons brein te veranderen op een positieve manier, stelt Nutt. “Na vijftig jaar War on Drugs en censuur hebben we eindelijk de kans om terug te vechten.”
Dat de medische wereld zich steeds meer buigt over therapie met psychedelica is niet gek. Wereldwijd is er een grote groep mensen die niet gebaat is bij bestaande therapieën voor hun mentale stoornis. Alleen al in Nederland is dit een groep tussen de 300.000 en 450.000 mensen.
Neem een van de onderzoeken georganiseerd door de Amerikaanse stichting MAPS onder veteranen met hardnekkige PTSS. Maar liefst 67 procent van hen was na de studie van hun symptomen af. Geen flashbacks, terugkerende nachtmerries, woedeuitbarstingen en zelfmoordgedachtes meer. De ‘knuffeldrug’ maakt gevoelens van zelfliefde los, waar PTSS vaak zorgt voor zelfwalging. En doordat het stofje angst doet afnemen kunnen patiënten makkelijker het trauma confronteren. “Het gaf me mijn leven terug,” zei een van de veteranen uit de studie. De studies zijn in Amerika zijn zó succesvol dat de eerste mdma-klinieken in de VS volgend jaar hun deuren zullen openen.
Maar ook Nederland staat niet stil. Over drie jaar zouden we ook hier de eerste mdma-klinieken voor patiënten met PTSS kunnen hebben. En terwijl mdma de eerste geestverruimende drug wordt die door therapeuten gebruikt zal worden, lopen ook naar andere psychedelica veelbelovende onderzoeken. Van Maastricht tot Groningen.
Zo veelbelovend, dat het zelfs de interesse van politiek Den Haag wekt. Zo verklaarde minister Ernst Kuipers (D66) van Volksgezondheid dat Nederland een ‘voortrekkersrol’ moet gaan spelen in het onderzoek naar psychedelica geassisteerde psychotherapie. Om dat te stimuleren stelde hij voor het Onderzoeksprogramma GGZ 35 miljoen euro beschikbaar, een pot die mede is bestemd voor psychedelisch onderzoek.
Ook is de Staatscommissie MDMA tot leven geroepen die het Ministerie van Volksgezondheid zal adviseren over de voor- en nadelen van medicinaal gebruik van de stof. Met de lange wachttijden in de GGZ en een gebrek aan nieuwe middelen snakt de medische wereld naar een nieuwe hoop. Gaat Nederland die voortrekkersrol innemen als het gaat om therapeutische onderzoek naar psychedelica?
“Dat is onze ambitie wel,” zegt Breeksema na de lunchpauze, zittend op een bank achter de schermen van de Philharmonie. Naast directeur van OPEN is Breeksema ook onderzoeker bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), waar hij onderzoek doet naar patiëntenervaringen bij studies naar psychedelische behandelmethoden.
“Ik zie patiënten die twintig-dertig jaar lang depressief zijn of een ernstig trauma hebben. Als je die kan helpen met een interventie, ja, daar kan niemand toch tegen zijn? Wetenschappelijk onderzoek helpt hier enorm bij. Tegelijkertijd weten steeds meer mensen ons te vinden: ‘Mijn familielid is ernstig ziek, suïcidaal en depressief. Hij zit in de knoop. Kunnen jullie helpen? Ik heb gezien dat het goed werkt.’”
“Maar dat laatste weten we helemaal niet. Ja, tot nu toe zijn de resultaten veelbelovend. Maar wat er nu gebeurt zijn allemaal kleine onderzoeken. Dertig patiënten hier, zestig patiënten daar. Eigenlijk wil je weten wat er gebeurt onder een brede patiëntenpopulatie; mensen met meerdere aandoeningen en een soms complexe leefsituatie. Daar is grootschalig onderzoek voor nodig zodat we in één keer kunnen weten: voor wie werkt psychedelica-geassisteerde therapie wel, en voor wie niet? Wat zijn de risico’s? Als we dat voor elkaar krijgen – en dat duurt vijf tot tien jaar – denk ik dat we een voorloper in heel de wereld gaan zijn.”
Hoe willen jullie dat precies bereiken?
Als blijkt dat deze therapieën op grote schaal werken is de vraag: hoe zorg je dat je deze behandelingen, die écht anders zijn dan je standaard praattherapie of dagelijks antidepressiva nemen, inbouwt in de GGZ? Therapie met psychedelica is echt iets intens waarbij mensen de hele dag aanwezig moeten zijn. Niet alleen de patiënt, maar vaak ook een therapeutenduo. Welke ruimtes gaan we gebruiken? Hoe gaan we therapeuten trainen en ze superviseren? Hoe gaan we instellingen certificeren? Daarom zijn we bezig met het opbouwen van een consortium met alle betrokken partijen: UMC’s, GGZ-instellingen, beroepsverenigingen van therapeuten, de verzekeraars en natuurlijk het ministerie.
Is er een kantelpunt bereikt, nu ook de overheid interesse toont in de medische inzet van psychedelica?
Ja, het helpt dat Kuipers een D66-minister is. Die worden bij voorbaat al niet getriggerd door het woord DRUGS. Maar uiteindelijk denk ik dat dit thema politiek neutraal zou moeten zijn. Het gaat nou eenmaal om behandelingen die patiënten moeten helpen die niet reageren op alle gangbare behandelingen. Dan heb je heel erg een ministerie nodig dat dat belang ook inziet. Het is fijn om die bevestiging te krijgen: ons onderzoek is relevant.
De wetenschap is dus het belangrijkste wapen om deze middelen uit de taboesfeer te trekken?
Deels wel. Het zit ‘m niet alleen in de wetenschap, maar ook in goede, gebalanceerde communicatie. Neem het voorbeeld van paddo’s. Die werden in 2008 verboden ondanks wetenschappelijk onderzoek van het CAM, wat onderdeel is van het RIVM. Uit het onderzoek bleek dat paddenstoelen met psilocybine [red: werkzame stof in trippaddestoelen] relatief ongevaarlijk zijn. Met een uitzondering voor weekendtoeristen in Amsterdam.
Daar had onze toenmalige burgemeester Cohen een oplossing voor: mensen die bij een smartshop komen moeten drie dagen wachten voor ze de paddo’s kunnen kopen. Tijdens die bedenktijd zouden ze zich kunnen informeren. Dan heb je de voornaamste risicogroep al afgedekt: de Ryanair-toerist. En ondanks dit idee en het wetenschappelijke onderzoek had de toenmalige minister paddo’s verboden. Dan zie je dat wetenschappelijk onderzoek niet genoeg is.
De boodschap kunnen overbrengen is net zo belangrijk.
Precies. Hoe je de boodschap brengt en de framing van psychedelica speelt daarin een rol.
Wat voor rol heeft Stichting OPEN gespeeld in het brengen van die boodschap?
Nou, dat is wel grappig. De afgelopen jaren begin ik bij mezelf te merken dat ik degene ben die het enthousiasme tempert. Toen wij begonnen was niemand hierin geïnteresseerd. [Net op dat moment klinkt er applaus uit de zaal achter ons.] Ja serieus, haha. We moesten mensen overtuigen. Medewerkers van universiteiten die zeiden: laten we een lezing geven of een gastcollege organiseren over psychedelica in de gezondheidszorg. Het kostte echt veel moeite om dat voor elkaar te krijgen. Nu zie je overal in de mediaverhalen over psychedelica als wondermiddel. Het is een hype.
Kan je een voorbeeld noemen?
Kijk naar de Netflix-serie How to Change Your Mind van Michael Pollan over succesverhalen van psychedelica-geassisteerde therapie. Daar heb je een heel mooi verhaal van iemand met ernstige dwangklachten die psilocybine toegediend krijgt. Die persoon maakt dan een hele mooie, symbolische ervaring mee waarin die een boom wordt, vervolgens een zaadje en als zaadje helemaal in de grond verdwijnt. Het is een aanrader, echt een ontroerend verhaal.
Maar als dat het enige verhaal is dat je de wereld in helpt, is dat ook de enige boodschap die overkomt bij mensen. En als je daar geen ander verhaal tegenover zet van iemand die het wél moeilijk heeft gehad tijdens de onderzoeken, of iemand die niet van zijn klachten af kwam… Ja, dan geef je geen volledige boodschap. Ik vond het een goed gemaakte documentaire, maar niet gebalanceerd genoeg om de hype een beetje de kop in te drukken.
Wat is het gevaar van de hype rondom psychedelica?
Dat mensen gaan denken: Oh, ik heb ook ernstige klachten. Ik moet gewoon truffels nemen want daar zit psilocybine in. Maar het is heel nadrukkelijk een middel dat psychologische processen versterkt of naar de voorgrond brengt. Daar heb je zorgvuldige begeleiding bij nodig. Getrainde mensen die je helpen voorbereiden en ook nazorg leveren. Heb je dat niet, dan loop je het risico dat mensen zelf gaan experimenteren zonder daarop voorbereid te zijn. Dan kan je bestaande symptomen zelfs verergeren of getraumatiseerd raken.
Is er genoeg zelfkritiek binnen de onderzoekswereld naar psychedelica?
Ja en nee. Sommigen zitten nog te veel in de flow van ‘we moeten vooral zorgen dat er geen negatieve verhalen over psychedelica komen. We moeten laten zien dat het veilig is en positief.’ Maar ik denk dat we dat punt allang gepasseerd zijn. Er zijn ook duistere kanten aan deze middelen en dat laten zien is belangrijk. In een recente publicatie werden een paar prominente wetenschappers inhoudelijk bekritiseerd en hun respons kwam neer op: ‘We doen al vijftien jaar dit onderzoek, hoe durf je ons te bekritiseren?!’ Heel erg op de man af dus. Dat zijn nou eenmaal menselijke tendensen die je hier ook hebt. Maar omdat psychedelisch onderzoek bijna veertig jaar lang een taboe was is het extra belangrijk om zo zuiver mogelijk te zijn. Zelfkritiek hoort daar ook bij.
Breeksema kijkt op zijn horloge –“Shit, ik moet over drie minuten Paul Stamets introduceren!”– en schiet van de bank af. Een gelegenheid om weer rond te dwarrelen over de conferentie, waar de kritische blik van Breeksema terug te zien is in het programma.
Zo zet hij PhD-onderzoeker David Yaden in de grote zaal neer, die op groot scherm bombastische koppen van nieuwsartikelen laat zien: ‘The Psychedelic miracle’ en ‘LSD: a wonder drug once again?’. Dat de hype bestaat is niet gek, stelt Yaden. Na decennia ‘superscepticisme’ is er immers eindelijk ruimte voor positief nieuws over psychedelica. En de resultaten zijn veelbelovend. “Maar laten we daar niet in doorslaan. Het is tijd om de hype-bubbel te laten barsten.”
Als die bubbel barst kunnen misstanden ook openlijk besproken worden. Zo kwam een geval van seksueel misbruik tijdens een van de mdma-onderzoeken in Canada aan het licht. MAPS zou als organisator van de onderzoeken dit geval onder de mat hebben geschoven. En dus nodigde Breeksema in een panel over misstanden binnen psychedelisch onderzoek Corine de Boer uit, de Chief Medical Officer van MAPS:
“Sinds dit geval hebben we onze gedragscodes verbeterd. Onze therapeuten doorgaan rigoureuze trainingen en er zijn meldingsmechanismes voor wantoestanden.” Een van de deelnemers aan het onderzoek, Pedram Dara, reageert uit het publiek: “Waarom zeg je niet gewoon dat jullie de fout in zijn gegaan? Why don’t you own it?’ In iets andere woorden herhaalt De Boer haar eerste antwoord. Op de eerste rij kijkt Breeksema gepijnigd toe. Na het panel ploft hij weer neer bij de backstage.
Hoe vond je dat de Chief Medical Officer van MAPS omging met de kritiek?
Heel corporate. Het was een beetje pijnlijk om te zien. Enigszins shockerend ook dat er geen persoonlijk antwoord uit kon komen. Dit gaat over seksueel misbruik. Zeg gewoon dat je het verkeerd hebt gedaan en dat je beter had kunnen reageren. Nu dacht iedereen in de zaal: bullshit!
Het siert een beweging juist als donkere zaken worden besproken.
Misbruik in een therapeutische setting is helaas niets nieuws. Maar psychedelica maken mensen extra kwetsbaar dus daar moet je extra voorzichtig mee zijn. En als het dan fout gaat; help het slachtoffer! En heb het erover! Daarom ook die paneldiscussie.
Terug naar Nederland. Ook hier kunnen we over drie jaar de eerste mdma-kliniek voor mensen met PTSS verwachten. Waar gaat dat zijn?
Bij het psychotraumacentrum ARQ [red: in Diemen]. Zij hebben zestien therapeuten die in Amerika getraind zijn voor deze therapievorm. Dat is een organisatie waar de meeste expertise zit bij het behandelen van complexe PTSS. In Nederland hebben we nog geen andere locaties waar therapeuten getraind zijn voor behandelingen met mdma.
Trainingen, onderzoeken, testlocaties… Als Nederland die voortrekkersrol wil halen werd tijdens de conferentie het benodigde bedrag van 150 miljoen euro genoemd. Waar willen jullie dat vandaan halen?
We hopen bij overheidsfondsen aan te kloppen zoals het Groeifonds (Wobke en Wiebesfonds), dat in leven is geroepen om bedrijvigheid in Nederland te stimuleren. Onderzoek naar de therapeutische potentie van psychedelica past daar volgens ons goed tussen. Als dat niet lukt moeten we kijken of het lukt om investeerders aan te trekken.
Grootkapitaal ontmoet psychedelica dus. Wat zijn daar de gevaren van?
Je kan erop rekenen dat een investeerder andere belangen en waarden heeft. Ik kan me goed voorstellen dat die een behandeling zo kort mogelijk wil houden om de kosten te drukken. Natuurlijk is dat ook belangrijk, anders gaat een zorgverzekeraar het niet vergoeden. Maar patiëntenbelangen moeten centraal blijven staan. We halen het geld het liefst niet uit de private sector, maar we moeten er rekening mee houden dat dit misschien nodig zal zijn.
Hoe zit het met legalisering van middelen als mdma, LSD en ketamine voor recreatief gebruik? Is dat ook een van jullie doelen?
Nee, dat niet. Ik vind dat mensen niet een ernstige stoornis moeten hebben om mdma te mogen gebruiken, maar tegelijkertijd vind ik het niet slim om het recreatieve en medicinale gebruik van deze stoffen in dezelfde discussie te vermengen. Voor ons blijft de prioriteit om kritisch onderzoek naar deze middelen in goede banen te leiden.