Identiteit

Tijdens de aarsgewei-hype deden mensen niet moeilijk over tattoos

Aarsgewei

In “Van trend naar troep” eren VICE-redacteuren een lifestyle-revolutie die zijn relevantie, terecht of onterecht, is verloren.

De vroege zeroes en de late nineties waren de laatste jaren weer helemaal terug en vogue. De zichtbare string maakte een comeback, bijvoorbeeld bij Hailey Bieber op het Met Gala, en ook tribal-patronen waren te zien in de mode en de beeldende kunst. Toch is de iconische onderrugtattoo, die de kroon was op de string-boven-de-heupbroek combi, vooralsnog geen nieuw leven ingeblazen. Waarom eigenlijk niet? En wat kunnen we leren van het vervlogen succes van dit ‘aarsgewei’?

Videos by VICE

Tattoo Bob in Rotterdam is de oudste tattooshop in Nederland. Bob Moelker opende de shop in 1967 in het Rotterdamse Katendrecht. Ik bel met zijn zoon Ralph, die net zijn eerste tattoos zette toen de onderrugtattoo begin jaren negentig een hype begon te worden. “Dat was een kantelpunt in het tatoeëren. Eerder mochten wij nooit zeggen dat mijn vader Tattoo Bob was, want dat was heel erg fout. Katendrecht was de grootste hoerenwijk van Nederland.” Tattoos werden vooral geassocieerd met sekswerkers, en met de havenarbeiders en zeebonken die bij hen op bezoek gingen. Interessant genoeg was de onderrugtattoo, die later ook wel ‘tramp stamp’ of ‘slettenstempel’ genoemd ging worden, één van de eerste tattoos die maatschappelijk geaccepteerd waren.

“Eerst kwamen de plaatjes, cartoons en indianen, daarna tribals. Door TMF en de voetballers gingen ook ‘normale’ mensen, uit allerlei lagen van de bevolking, een tatoeage zetten.” Britney Spears had bijvoorbeeld een kleine fee boven haar bilnaad – goed te zien in de clip van Stronger – en onder de massa was vooral de tribal op de onderrug populair. “Elke dag moest je daar wel een stuk of twintig, dertig van zetten. We werden er helemaal gek van.”

Ralph had destijds niet verwacht dat de tribal tattoo een voorbijgaande hype zou worden. “Wij dachten: het is tijdloos, omdat het een abstract teken was. Maar dat was niet het geval, het is uit gegaan.” Hij corrigeert zichzelf: “Mensen hebben ze nog steeds, natuurlijk, want als je ze zet gaat het er nooit meer af.” Dat blijkt wel als Ralph voor me rondvraagt in zijn klantenkring. Er komen tientallen reacties van mensen (praktisch alleen maar vrouwen) die rondlopen met een aarsgewei. Van een fraaie lotus waaruit de woorden ‘Live, love, enjoy’ tevoorschijn komen walmen, tot aan een recent gezette ‘Property of my king’ in krulletters.

aarsgewei ofwel trampstamp
De onderrugtattoo van Tryntsje.

Tryntsje (40) heeft een klassieke tribal op haar onderrug. “Maar niet giga groot gelukkig.” Ze was 19 toen ze de tattoo liet zetten. “Ze hadden een boekje, en daar kon je dan doorheen bladeren, en dan zei je: nou, doe die tattoo maar. Ik vond het gewoon heel mooi. Ik heb er eigenlijk niet echt over nagedacht, gewoon laten zetten.” Ze was de tattoo alweer bijna vergeten tot ze het oproepje zag. “Ik dacht: o ja.”

De onderrugtattoo went, ook omdat hij moeilijk te zien is door degene die hem draagt. Ook andere mensen zien haar tattoo niet vaak. “Ik draag ook niet van die korte topjes meer. Maar als hij dan te zien is krijg ik wel reacties. Mensen zeggen soms: o, jij hebt ook zo’n aarsgewei. Het zijn vooral mannen die dat dan altijd zeggen. Heel raar.” Een man die achter haar stond in de sportschool zei er bijvoorbeeld wat van. “Het zijn altijd een beetje negatieve reacties, niet van: goh, wat leuk. Maar het kan me niet schelen wat een ander ervan denkt.” Ze zou nu geen tribal meer laten zetten. “Echt niet mooi, niet mijn ding.” Toch concludeert ze na ons gesprek dat ze hem niet gaat laten weghalen of veranderen, omdat het een herinnering is aan vroeger. “De gabbertijd, dat was mijn tijd.”

aarsgewei ofwel tramp stamp
De onderrugtattoo van Monique toen hij net gezet was.

Ook Monique (50) heeft een erg fraai exemplaar. “Mensen vinden het wel apart, omdat die springende dolfijnen erin zitten. Het is niet alleen maar een tribal.” Monique vindt dolfijnen niet alleen maar mooi: “Het zijn waanzinnig intelligente dieren.” Zij ervaart de reacties die ze krijgt nooit echt als negatief. “Mensen maken wel eens een geintje. Ze kunnen het noemen hoe ze willen: aarsgewei, tramp stamp. Ik moet er altijd wel om lachen.”

Toch drukte de term ‘tramp stamp’ voor veel mensen de emancipatie van de tattoo meteen weer de kop in. De tattoo was haar onschuld verloren. De versierde onderrug die eerst nog gewoon leuk, mooi, en eventueel makkelijk te verbergen was, werd opeens gewantrouwd. Een tattoo op een plek in de erogene zone, daar moest meer achter zitten. Een losse seksuele moraal bijvoorbeeld. Het functionalistische idee van de onderrugtattoo als een uitnodiging tot seks werd een cliché, dat bijvoorbeeld in melige Hollywoodcomedy’s als Wedding Crashers gretig werd uitgebuit.

Feministische opiniemakers proberen sinds een paar jaar hun onderrugtattoos van dit stigma te ontdoen. De onderrugtattoo als tramp stamp bestempelen is volgens hen een patriarchale manier om vrouwen te onderdrukken. Een onderrugtattoo zou juist een manier zijn om de controle over je eigen lichaam op te eisen. Niemand leek zich meer te herinneren dat de onderrugtattoo voor veel mensen gewoon leuk was. Ralph denkt bovendien dat het bimbo-imago ook andere soorten tattoos had kunnen overkomen: “Als heel veel mensen dezelfde tatoeage hebben wordt het al snel goedkoop.”

Tatoeages werden alleen maar populairder na de aarsgewei-hype, maar de onbezonnen spontaniteit was ervan af. De les uit de eerste grote tattootrend was dat mensen, ook jaren later nog, allerlei dingen achter een tattoo konden gaan zoeken. De brave burgers die niet hadden gedurfd om het aarsgewei te omarmen, lachten de pioniers achteraf uit om hun naïviteit. Daarna namen velen van hen zelf een tattoo, maar niet zonder zorgvuldig te hebben nagedacht wat ze ermee wilden communiceren naar anderen toe.

Die voorzichtigheid is tot op de dag van vandaag te zien aan de tattootrends. Ralph zegt dat ze bij Tattoo Bob bijna geen onderrugtattoos meer zetten zoals in de nineties. “Op het moment is het óf heel groot, een complete sleeve, of hele kleine dingetjes, één bij twee centimeter.” Tattoos zijn verworden tot een onderdeel van een volmaakt gecureerde identiteit. De complexe en unieke verstrengeling van rozen, klokken, hartjes en karpers op je volledige bovenbeen laat zien dat je een gelaagde persoonlijkheid hebt, en bovendien dat je de tattoo-lifestyle volledig omarmt. Een laf mini-tattootje geeft je een stoer imago maar je kunt het altijd nog weghalen of wegmoffelen, mocht je er achteraf kritiek op krijgen. Gewoon uit een opwelling ergens beginnen met het opleuken van je huid en zien waar je uitkomt lijkt niet meer aan de orde.

De functionalistische kijk op tattoos was funest voor de onderrugtattoo, maar heeft ook positieve gevolgen gehad. “Ik doe nu veel medische tatoeages, tepelreconstructies enzo,” zegt Ralph. Ook mensen met een wijkende haarlijn kunnen bij hem terecht. “Dat is het meest spectaculaire wat er momenteel gaande is. Ik heb een speciale naald bedacht, mensen uit de hele wereld komen ervoor naar mijn shop. Het is zo’n verschrikkelijke mindfuck, als jij straks naast iemand zit die dat heeft laten doen, dan heb je geen enkel idee.”

Het is mooi dat een tattoo tegenwoordig meer kán zijn dan een tattoo, maar de onderrugtattoo is een monument voor de tijd waarin dat niet hoefde. De onderrugtattoo-mens is de mens die intuïtieve keuzes maakt zonder zich daarbij iets van anderen aan te trekken. De mens die bereid is te lachen om vervelende opmerkingen. De mens die, kortom, durft te leven. Leve het aarsgewei!