Europa is een unie, maar ook een rommelige verzameling van landen met elk hun eigen wetten, talen, waarden, drugsbeleid, minimumloon, streekgerechten, en moppen over buurlanden. Je leven kan totaal anders zijn, afhankelijk van aan welke kant van een grens je bent opgegroeid – zelfs binnen de EU. Daarom maakten we de reeks ‘Grenzen van Europa‘, vol verhalen die laten zien welke invloed de landsgrenzen die Europa verdelen en omringen hebben op de levens van de mensen die er wonen.
Lapland – een gebied dat zich uitstrekt over het noorden van Noorwegen, Zweden, Finland en het Russische Kola-schiereiland – is het eeuwenoude thuisland van het inheemse Sami-volk. Hoewel er geen officiële cijfers over bestaan, schat men dat er ongeveer 80.000 tot 100.000 Sami zijn. Het grootste deel van hen leeft tegenwoordig in de grotere steden van Scandinavië, wat ervoor heeft gezorgd dat er binnen deze bevolkingsgroep wel elf verschillende talen worden gesproken.
Videos by VICE
Sinds hun leefgebied halverwege de negentiende eeuw werd opgedeeld in verschillende landen, hebben de Sami het niet makkelijk gehad. In de eeuwen hiervoor konden de van oorsprong nomadische rendierherders zich vrij tussen de vier landen bewegen, maar ineens werden ze tegengehouden door harde grenzen. Sindsdien werden de Sami onderworpen aan stelselmatige discriminatie, en zoals bij zoveel verschillende inheemse groepen van over de hele wereld gebeurt, werd ook hun taal en cultuur onderdrukt en ondermijnd.
Naarmate de Noorse economie zich in de twintigste eeuw begon te ontwikkelen, stak de Noorse overheid veel tijd en moeite in het promoten van haar eigen taal en cultuur boven die van de Sami, wat volgens de Noren een minderwaardig volk was. Zo werden Sami-kinderen in het begin van de twintigste eeuw naar kostscholen gestuurd, waar ze verplicht Noors moesten spreken.
In 1978 brak er een politieke crisis uit nadat de Noorse regering hun plannen had aangekondigd om in een rivier in Finnmark een dam en een krachtcentrale te bouwen. In Finnmark, een gebied in het noorden van Noorwegen, bevond zich op dat moment nog een Sami-dorp waar rendieren werden gehoed en de rivier werd gebruikt voor het vangen van wilde zalm. Bijna tien jaar lang protesteerden de Sami tegen de aanleg van de dam. Tientallen internationale milieugroeperingen steunden de Sami, maar tevergeefs: in 1982 oordeelde het Noorse hooggerechtshof dat de overheid het recht had om door te gaan met de bouw, die vijf jaar later werd voltooid.
Hoewel de beslissing van het hooggerechtshof een gigantische tegenvaller was voor de Sami, zorgde het incident er wel voor dat internationale organisaties onder ogen begonnen te zien hoe slecht de Sami in Noorwegen werden behandeld. Door deze wereldwijde aandacht kwam de Noorse overheid zo onder vuur te liggen, dat ze uiteindelijk niets anders konden dan de relaties tussen de bevolkingsgroepen verbeteren.
Ik ben zelf ook opgegroeid in Noorwegen, maar heb op school nooit iets over deze geschiedenis geleerd. We kregen geschiedenislessen over inheemse Amerikanen en over de Inuit in Groenland, maar we hoorden zelden iets over de Sami in ons eigen land. Ik herinner me nog dat er af en toe iemand van het Sami-volk op televisie verscheen, maar als kind besteedde ik daar eigenlijk amper aandacht aan. Pas naarmate ik ouder werd, groeide mijn nieuwsgierigheid naar de unieke cultuur van de Sami en de spectaculaire landschappen van Lapland.
De cultuur van de Sami wordt nog steeds bedreigd, maar langzaamaan beginnen er dingen te verbeteren. Zo worden de muziek, kunst en taal van de Sami bijvoorbeeld meer vertegenwoordigd in de popcultuur en de politiek. Volgens de mensen waar ik in Lapland mee sprak, zijn Sami tegenwoordig trots op hun achtergrond. Inmiddels is hun cultuur zelfs iets waar anderen graag deel van willen uitmaken. Maar hoe positief deze ontwikkelingen ook mogen zijn, het weegt niet op tegen alle offers die ze door de geschiedenis heen hebben moeten maken.
De cultuur van de Sami bevindt zich nog altijd in een opmerkelijke positie hier in Noorwegen en de rest van Scandinavië. Ik wilde daarom graag meer te weten komen over hoe het is om vandaag de dag een jonge Sami in Noorwegen te zijn. Hoe voelt het om een leven te leiden dat verspreid is over verschillende politieke, nationale en culturele grenzen?
Ik ben onderweg naar Karasjok, een plaats in de Finnmark-provincie. Terwijl ik richting het noorden rijd, besluit ik de auto stil te zetten. Ik stap uit, en kijk vol bewondering naar het landschap vol open velden dat me omringt. Zodra ik uit de auto stap word ik getroffen door de stilte, de magie van het licht en de extreme kou. Een prachtige witte laag bedekt het land zover mijn oog reikt. Als uit het niets verschijnt er ineens een rendier midden op de weg. Het dier loopt rustig om me heen, terwijl er in de heldere hemel een dubbele regenboog oprijst. Het plaatje is zo bizar perfect dat het bijna buitenaards aandoet.
In Karasjok maak ik kennis met Lene Anti. De twintigjarige Lene werkt momenteel als rendierherder voor het bedrijf van haar vader. Ze heeft me uitgenodigd om een paar dagen in haar herdershut in de bergen te verblijven, waar ze samen met haar vriend woont.
Na een uur lang een berg in Karasjok op te hebben gereden, stelt Lene me voor aan haar vriend Matthe Ailo, die ook als rendierherder werkt. Het koppel verblijft momenteel samen in de hut voor een zevendaagse herdersdienst.
Ik ben nogal verbaasd dat ze hier een tv met signaal hebben staan; we zitten immers in een hut zonder stromend water en niet meer elektriciteit dan wat er uit het aggregaat komt. We ploffen neer op de bank en voor even geniet ik van de stilte – iets wat me zelden overkomt waar ik nu woon in Kopenhagen. De stilte wordt verbroken wanneer iemand de tv aanzet en de geluiden van Keeping Up with the Kardashians uit de speakers klinken. Het vormt een interessante soundtrack in combinatie met het prachtige, wilde landschap dat ik zie wanneer ik uit het raam kijk.
Ik vraag het koppel hoe het is om minder dan twintig kilometer bij de Finse grens vandaan te wonen. “We kopen onze boodschappen, benzine en drank vaak in Finland. Daar is het een stuk goedkoper,” vertelt Matthe me. “En we gaan er in het weekend uit, omdat daar het dichtstbijzijnde café is. De meeste mensen daar spreken de Noord-Samische taal, dus je merkt niet echt dat je de grens bent overgestoken.”
Bij een van de twee benzinestations die Karasjok rijk is, maak ik kennis met de zestienjarige Alexander Hætta en de zeventienjarige Egil Stueng. Alexander vertelt me dat hij de grensdeling absoluut kan voelen. “Het is alsof je Noorwegen aan de ene kant hebt en Lapland aan de andere kant,” legt hij uit. “Hoewel het eigenlijk meer voelt alsof Karasjok, Kautokeino en de Tana een beetje op zichzelf staan in vergelijking met de rest van Lapland, aangezien in de rest van de regio bijna niemand Samisch spreekt.” Egil kijkt hem aan en knikt. “Als ik mensen in het zuidelijke deel van Noorwegen ontmoet, vragen ze me soms of we hier nog steeds in tipi’s leven,” lacht hij.
Hoewel ze dit soort onwetendheid niet dagelijks tegenkomen, vertellen ze me wel dat het regelmatig gebeurt. “Ook al denken we dat er in ons land niet langer sprake is van stelselmatige discriminatie, kom je het tot op zekere hoogte nog steeds tegen,” zegt Egil. “Het valt niet op, maar het bestaat wel. Je merkt het bijvoorbeeld in de negatieve toon waarop mensen je aanspreken.”
Ik neem een foto van ze voor het benzinestation. De vrienden nodigen me uit voor een vlug ritje achterop hun sneeuwscooters. We moeten snel zijn, want eigenlijk mogen ze niet rondrijden zonder helm en de politie patrouilleert altijd. Ik spring achterop en we rijden richting de rivier. We rijden zo hard door de vrieskou dat het voelt alsof iemand spelden in mijn wangen slaat wanneer de koude lucht mijn gezicht raakt.
We stoppen in het midden van de bevroren rivier, waar Alexander en Egil me vragen of ik een foto van ze kan nemen. Ik stap af, en de twee rijden in cirkels over het ijs. Voor ik het weet liggen beiden lachend op de grond, met de omgevallen sneeuwscooters naast zich.
Ze komen overeind, en terwijl we in het donker op het ijs staan, vraag ik ze wat ze hier houdt. “Je kunt niet zomaar gaan vissen, skiën, met je sneeuwscooter naar het benzinestation rijden, een rendier zien of je afzonderen van anderen als je in een stad woont,” zegt Egil. “Ik hou van deze plek.”
Scroll naar beneden om meer foto’s van Hedda Rysstad te zien tijdens haar tijd met Sápmi.
Schrijf je in voor onze newsletter, en krijg elke zaterdag onze beste verhalen, video’s en fotoreeksen.
Volg VICE België razendsnel op Instagram.