Sport

Waarom Sebastien “Le Cannibale” Sansoni met een lach en een traan terugdenkt aan Vitesse

Sansoni

Met Sébastien Sansoni (42) kwam in de zomer van 2006 een voormalig wereldkampioen en Europees kampioen naar Vitesse. Een paar jaar eerder won hij met Frankrijk het EK en WK beachvoetbal in een team met Eric Cantona. Als veldspeler had Sansoni geen indrukwekkend cv, maar bij Vitesse werd hij heel snel geliefd en in 2008 uitgeroepen tot Speler van het Jaar.

Zijn populariteit bij Vitesse-fans nam toe door zijn temperament en strijdlust in de Gelderse derby’s tegen NEC, zoals toen hij in februari 2007 hapte in de neus van Roy Beerens. Die actie leverde hem de bijnaam Le Cannibale op. Na drie jaar verliet Sansoni Vitesse en sindsdien werd er weinig van hem vernomen. Ik besloot hem te bellen om erachter te komen hoe zijn leven er nu uitziet, en hoe hij terugkijkt op zijn tijd in Nederland.

Videos by VICE

VICE: Sébastien, het is inmiddels elf jaar geleden sinds je Vitesse verliet. Hoe gaat het nu met je?
Sébastien Sansoni: Ja, heel goed. Ik woon met mijn vrouw en twee zoons van negen en veertien in een plaatsje tussen Marseille en Aix-en-Provence. Ik ben niet meer actief in de voetbalwereld. Ik zit in het vastgoed, heb geïnvesteerd in appartementen. In de zomer was het trouwens apart dat de stranden en badplaatsen hier bijna verlaten waren. Normaal horen we daar ook Nederlanders. Hopelijk kunnen jullie volgend jaar weer komen.

Spreek je nog een beetje Nederlands?
Poeh… nee, man. Een paar woordjes. Soms pik ik weer wat op als ik met Jan Streuer bel. Hij haalde me naar Vitesse en is nu directeur bij FC Twente. Wanneer Jan in Zuid-Frankrijk is, zoeken we elkaar op. De taal was moeilijk, maar Nederland was top. Als bij jullie iets vaker de zon zou schijnen, dan was Nederland echt het beste land op de wereld. Ik woonde in Giesbeek, vlak bij Arnhem, aan een plas met strandjes. Geweldig, zeker als de zon erbij kwam. Mijn vrouw en kinderen voelden zich er ook thuis. Onze oudste zoon is in Frankrijk geboren, maar ging met tien dagen al mee naar de GelreDome.

Copyright-ProShots-93198.jpg
Sansoni in 2006 bij Vitesse. (Foto: Proshots)

Hoe kijk je terug op jouw jaren bij Vitesse?
Dat was mijn beste periode als profvoetballer. Ik had een apart carrièreverloop en ging zelfs een paar keer van een profclub naar de amateurs, en weer terug het profvoetbal in. Ik speelde bij kleine clubs in Frankrijk, Zwitserland en Griekenland voordat ik naar Vitesse kwam en had ups en downs. Op cruciale momenten maakte ik niet altijd de beste keuzes, botste met iemand of had gewoon pech. Gelukkig zag Streuer het wel in mij zitten. Ik was 28 jaar en voelde mij voor het eerst echt op mijn plek bij een profclub. Als ik bij mijn eerdere clubs zo stabiel had gespeeld als bij Vitesse, had ik veel meer uit mijn carrière kunnen halen.

Waardoor viel alles op z’n plek in Arnhem?
Dat kwam ook door mijn band met trainer Aad de Mos. Hij had veel vertrouwen in mij en sprak Frans. Hij deelde zijn ervaringen uit zijn tijd bij clubs als Ajax, PSV en Mechelen. Dat hij mij vaak liet spelen, maakte van De Mos een toptrainer voor mij, haha. Ik heb in de verdediging, op het middenveld en achter de spits gespeeld. We hadden een prima selectie en maakten het de topclubs lastig. Vooral thuis tegen Ajax waren we sterk. Met De Mos wonnen we met 4-2 van Ajax en later onder Theo Bos met 4-1.

Die 4-2 was de wedstrijd waarin De Mos voor de neus van Henk ten Cate huppelend over het veld ging.
Ja, klopt. Hij rende rond alsof we de Champions League hadden gewonnen. Als ik daaraan denk, schiet ik weer in de lach. We stonden bij rust 0-2 achter. Die wedstrijd was de mooiste in mijn Vitesse-tijd.

De derby’s tegen NEC waren ook memorabel. In een van die derby’s hapte je naar Roy Beerens’ neus en na een andere derby werd je geschorst vanwege spugen naar een tegenstander. Hoe kijk je daar nu op terug?
Dat was niet goed, hè. Stomme acties. Af en toe was ik een beetje gek. Dat is ook het temperament dat ik heb meegekregen als jongen uit Marseille. Wij hebben veel meer pit en vuur dan Fransen uit andere delen van het land. Wij hebben meer Zuid-Amerikaans bloed. Maar wat betreft Beerens: ik beet hem niet, hè. Bij Luis Suarez zag je later tandafdrukken in de huid bij Otman Bakkal en Giorgio Chiellini. Ik kan me voorstellen dat Beerens schrok, maar hij heeft zijn neus nog, haha. Al reageerde hij alsof zijn neus eraf was. Vanaf toen werd ik Le Cannibale. Mijn vrouw was er niet trots op. Ik liet me ook meeslepen door die verdediger van NEC met die lange haren…

Bedoel je Patrick Pothuizen?
Ja, die ja. A really bad guy, really bad. Op het veld bedoel ik dan. Ik ken hem niet daarbuiten. Ik had een overtreding gemaakt en die Pothuizen kwam op mij af alsof ik iemand had vermoord. Hij schold me voor van alles uit. Fuck off to France, dat soort dingen. Daarna kwam er nog een speler van NEC en vervolgens stond Beerens voor mijn neus en riep ook wat. Toen knapte er iets bij mij. Ik had niet die bijtbeweging moeten maken, maar achteraf had ik Pothuizen nog graag een dreun willen geven.

Hoe was het om als Monsieur Cannibale door het leven te gaan?
Er werd ook veel om gelachen. Zeker op de club. De Mos riep wel eens bij de lunch: “Jongens pas op voor je neus, daar is Sébastien!” Abubakari Yakubu maakte er ook geintjes over. Soms ben ik benieuwd hoe het met hem en andere jongens gaat. 

Sorry man, dan heb ik erg slecht nieuws. Yakubu is drie jaar geleden overleden in een ziekenhuis in Ghana.
Wat? Nee, dat meen je niet. Hoe dan?

Hij zou al langere tijd ziek zijn geweest, maar verder is er niet veel over naar buiten gebracht.
Man, ik ben in shock. Ik zet even de auto aan de kant. Nee, nee, nee.

[Sansoni laat een stilte vallen]
Yakubu was the sun in our team, altijd vrolijk. Ik kan dit niet geloven. Sorry man.

Je hoeft je niet te excuseren. Ik kan me voorstellen dat je schrikt van zo’n bericht.
Yakubu was een geweldige gozer. Echt geweldig. Goed, ik zal mezelf proberen te herpakken. Laten we doorgaan. Waar waren we gebleven?

Is goed Sebastien. Hoe was jouw band met de supporters van Vitesse?
Ik had een heel goede band met hen. Ik ben ook heel trots op de verkiezing tot Speler van het Jaar in 2008. Als ik in het centrum van Arnhem liep, riepen de fans vaak: hé Cannibale! Al werd ik niet overal herkend. Op kerstavond 2008, na de 4-2 zege op Ajax, wilde ik met vrienden en familie een kroeg in om wat te drinken. Aan de deur werden we geweigerd. Ik weet niet meer waarom. Toevallig zag mijn toenmalige kapster ons staan en zei: “Kom mee, ik weet een kroeg waar jullie welkom zijn.” We liepen achter haar aan en kwamen uit bij ander café. Toen de deur openging, zagen we tientallen Vitesse-supporters. We hadden een geweldige avond: drank van het huis en ik werd dansend op de bar als een superster toegezongen. Mijn familie en vrienden dachten toen even dat ik de koning van Arnhem was. Met een aantal supporters zijn we nog naar het café gegaan waar ik niet binnenkwam en die man bij de deur maakte zijn excuses aan mij. Vanaf toen was ik daar ook welkom, haha.

Nadat De Mos opstapte, kwam Hans Westerhof in de zomer van 2008. Met hem had je geen beste band, hè?
Ik denk met heel veel plezier terug aan alles en iedereen bij Vitesse, behalve aan die man. Dat begon al vlak na zijn komst. Veel spelers hadden een eigen kleding- en schoensponsor. Dan kreeg je soms een pakketje van Adidas, Nike of Lotto, zoals ik. Iemand had zo’n pakketje van Adidas gekregen, maar kon die nergens vinden na een training — ook niet toen wij hielpen met zoeken. Toen kwam Westerhof, boos: “Niemand gaat weg voordat we die doos hebben gevonden. Desnoods laat ik iedereen de deuren van zijn auto openen.” Hij leek een politieman. Hij dacht serieus dat iemand van ons die doos had gestolen. Later bleek dat iemand van de club ’m per ongeluk ergens anders had neergezet. Het respect voor Westerhof verdween snel en veel jongens hadden geen vertrouwen meer in hem. En ik zeker niet meer, na die crazy persconferentie na een verloren wedstrijd tegen AZ.

Wat gebeurde daar?
We verloren van AZ en ik stond met Civard Sprockel achterin. Op de persconferentie na de wedstrijd zat Westerhof naast Louis van Gaal. Ze hadden hun zegje gedaan bij de media en praatten onderling nog na. Ze hadden niet door dat de microfoon nog open stond. Toen zei Westerhof tegen Van Gaal dat hij had verloren door zijn shit defence, door Civard en mij. Hij vond ons shit, zei hij. Journalisten hoorden dat en legden het toen bij mij neer. Ik was witheet. Ik vind het niet eens erg dat Westerhof mij shit vond spelen, maar wel dat hij dat op die manier zei en niet recht in mijn gezicht. Hoe kun je na zo’n opmerking nog samenwerken? Hij vermoordde Civard en mij als voetballers. Maar Westerhof hield het niet lang vol bij Vitesse. De komst van Theo Bos voelde als een verademing. Bos was eerlijk en oprecht. We wonnen onder hem nog in Alkmaar van AZ in hun kampioenswedstrijd. De bloemen en flessen champagne stonden al klaar langs het veld.

Copyright-ProShots-168796.jpg
Sansoni in 2008 in duel met Kenneth Perez. (Foto: Proshots)

Je had het, buiten de tijd met Westerhof, heel goed naar je zin bij Vitesse. Waarom ging je dan toch weg in de zomer van 2009?
We waren al even in gesprek over een nieuw contract. Ik kwam er alleen niet uit met Marc van Hintum, die Jan Streuer had opgevolgd. Ik dacht na mijn tijd bij Vitesse als transfervrije speler interessant te zijn voor clubs in een mooie grote competitie. Daarop heb ik me op verkeken. Ik ging naar een club in Rusland en vervolgens naar Israël. Daar heb ik ook mooie momenten beleefd, maar achteraf had ik moeten verlengen bij Vitesse. Mijn tijd bij Vitesse was de mooiste tijd van mijn carrière, samen met de periode waarin we het WK en EK Beachvoetbal wonnen met Frankrijk.

Het is inmiddels ook vijftien jaar geleden dat je wereldkampioen werd. Hoe kijk je daarop terug?
Het WK was op de Copacabana in Rio de Janeiro. Dat we uitgerekend daar wonnen was prachtig. Bij Brazilië deed Romario mee. Cantona was speler/coach bij ons. Hij was een grote meneer, maar voor ons was hij gewoon Eric. One of the guys. Oprecht en eerlijk. Ik houd daarvan. Ik speel soms nog beachvoetbal, maar met mijn knie kan het bijna niet meer. Ik volg het voetbal nog wel. Ik kom na de coronatijd graag weer eens naar Arnhem. Dan geef ik een rondje in dat supporterscafé, haha. 

Naast onze geschreven verhalen en video’s hebben we nu ook een podcast: De Wereld van VICE Sports. De afleveringen zijn hier te luisteren bij Apple of hier op Spotify: