In het Oost-Afrikaanse land Oeganda is homo zijn geen pretje – om niet te zeggen levensgevaarlijk. Op homoseksualiteit staan zware gevangenisstraffen, en het komt niet zelden voor dat de bevolking het heft in eigen hand neemt, en homo’s en lesbiennes vermoord worden. De bekendste onder hen was homorechtenactivist David Kato, die in januari van 2011 met een hamer werd doodgeslagen in zijn eigen huis. In 2010 publiceerde het Oegandese roddelblad Rolling Stone de adressen en portretten van ongeveer honderd Oegandese homo’s en lesbiennes, waarbij opgeroepen werd deze mensen op te hangen. Een aantal jaar later, in februari 2014, deed het dagblad Red Pepper precies hetzelfde, dit keer met maar liefst tweehonderd namen.
Alhoewel de Oegandese LHBTI-gemeenschap de laatste jaren in opkomst is (in augustus van 2015 werd er zelfs een Gay Pride georganiseerd), zijn er nog steeds erg weinig mensen die uit de kast durven te komen. Steeds meer mensen kiezen ervoor om Oeganda te ontvluchten, voor hun eigen veiligheid. Zo ook Shailyn* van twintig, die ik leerde kennen via een Oegandese man die in Nederland woont. Ze verblijft sinds oktober 2015 in Nederland. Ik zocht haar op in het azc waar ze op dit moment verblijft.
Als ik aankom bij het azc staat Shailyn ons al op te wachten, en zegt ons gedag. Ze komt intelligent en ingetogen over en je zou haar snel een stuk ouder inschatten dan ze is. Ze begint te vertellen over haar jeugd in Oeganda, over hoe ze zonder haar vader is opgegroeid, die overleed toen zij nog maar twee was. “Na zijn dood is mijn moeder opnieuw getrouwd, en heeft ze met haar nieuwe man nog drie kinderen gekregen. Samen met hen woonde ik in Kyengera [een stadje vlakbij de hoofdstad Kampala].”
Toen Shailyn veertien was, kreeg ze voor het eerst gevoelens voor een meisje dat bij haar op school zat en al snel kregen ze een geheime relatie. Op hun christelijke middelbare school werd seksuele voorlichting gegeven, waarbij homoseksualiteit als ‘seksueel misbruik’ werd geclassificeerd. De relatie met haar ex-vriendinnetje hield uiteindelijk geen stand, maar Shailyn was inmiddels zeker van haar seksuele geaardheid: ze was lesbisch. “Natuurlijk was ik na al die indoctrinatie gaan geloven dat er iets mis was met me,” vertelt ze. “Maar dat homoseksualiteit seksueel misbruik zou zijn – daar twijfelde ik eigenlijk altijd al aan. Mijn vriendinnen op school begrepen ook niet waarom ik nooit in jongens geïnteresseerd was. Ik heb toen maar verzonnen dat ik thuis een vriend had zitten, die zij nog niet ontmoet hadden.”
Door haar gevoelens worstelde Shailyn ook met haar geloof. “In de Bijbel staat dat homoseksualiteit verboden is, maar ook dat de mens naar het perfecte evenbeeld van God geschapen is en dat hij van ons houdt om wie we zijn,” zegt ze. “Op die manier kon ik, ondanks alles, een soort van vrede met mezelf hebben.” Toch heeft ze nooit overwogen zelf uit de kast te komen tegenover haar moeder. “Ik wist dat ze het niet zou begrijpen, ” zegt ze. Uiteindelijk kwam haar moeder er zelf achter, nadat ze een keer Shailyns telefoon opnam toen haar vriendinnetje belde, met wie ze op dat moment al drie jaar samen was. “Mijn vriendin dacht dat ík de telefoon opnam – en begon toen op zo’n manier te praten dat mijn moeder gelijk doorhad dat we niet zomaar alleen vriendinnen waren. Ze was zo vreselijk boos en teleurgesteld, ik zag de walging in haar ogen. Ze gooide me zonder pardon het huis uit.”
Shailyns vriendin nam haar vervolgens in huis, in een wijk van Kampala die Busega heet, maar dat was slechts een tijdelijke oplossing. “Mijn moeder zou er waarschijnlijk al snel achter komen waar ik was, en om heel eerlijk te zijn wist ik niet waar ze toe in staat was.” Omwille van Shailyns veiligheid werd ze uiteindelijk ondergebracht bij een kennis van haar vriendin: “Daar zat ik een tijdje. Ik vond een leuk baantje in een internetcafé, in een buurt van Kampala waar ik vrij anoniem was.”
Videos by VICE
Shailyn was ongeveer een maand werkzaam bij het internetcafé, toen de onvermijdelijke hel losbrak. Ze vertelt: “Het was een dinsdag, en ik was aan het werk. Ik zat achter mijn bureau en was intieme foto’s van m’n vriendinnetje en mij van mijn telefoon naar een USB-stick aan het overzetten, omdat ik dacht dat dat veiliger zou zijn. Een klant had mijn hulp nodig, en ik ben diegene gaan helpen zonder de geopende foto’s op mijn computer weg te klikken.” Op dat moment kwam Shailyns baas onverwachts binnen, die normaal gesproken nooit op dinsdag aanwezig was. Hij wierp een blik op haar computer en had meteen door wat er aan de hand was.
“Hij begon moord en brand te schreeuwen en binnen een mum van tijd was ik omringd door alle mensen die op dat moment in het internetcafé aanwezig waren. Ze sloegen en schopten me. Ook mensen uit de buurt begonnen zich ermee te bemoeien.” Na een tijdje arriveerde de politie, die Shailyn meenam naar het bureau, waar ze haar verklaring aflegde.
“Iedereen weet dat ook de Oegandese politie homoseksualiteit niet tolereert, maar ik had toch gehoopt – misschien tegen beter weten in – dat zij me zouden beschermen.” Ze werd overgebracht naar de gevangenis in de buurt van Mukono, vlakbij de hoofdstad. Zachtjes huilend vertelt ze: “Iedere nacht lieten de gevangenisbewakers mannelijke gevangenen naar binnen, om mij te verkrachten. Ze dachten me zo te kunnen ‘bekeren’, zodat ik zou inzien wat ik miste. [In Oeganda zijn lesbische vrouwen vaak het slachtoffer van ‘corrigerende verkrachtingen’.] Uiteindelijk zat ik drie weken opgesloten, maar het voelt nog steeds alsof ik jarenlang in die cel heb gezeten.”
Na drie weken kwam een onbekende man Shailyn ophalen. “Er werd totaal geen uitleg gegeven, maar ik moest hem volgen. Later, toen we onderweg waren, begreep ik wat er aan de hand was.” Haar vriendin bleek de gevangenisbewakers omgekocht te hebben. Ze werd teruggebracht naar het huis van de kennis van haar vriendin, waar ze eerder gezeten had. Shailyn besloot dat het tijd was om Oeganda te verlaten. “Die vrouw bij wie ik in huis zat had veel connecties, en zij vond uiteindelijk iemand die me wilde helpen met het aanvragen van een visum. Ook regelde ze een paspoort voor me. Ze bracht me naar de Duitse ambassade in Kampala, waar mijn vingerafdrukken werden afgenomen.” Omdat Shailyn er zeker van was dat ze nergens in Oeganda meer veilig was, was het geen optie om via Entebbe [waar het internationale vliegveld van Oeganda ligt] het land te verlaten.
Daarom besloot ze, samen met haar vriendin, met de bus de grens met buurland Kenia over te steken. Eenmaal in Kenia ontmoette ze Jessica, wederom een kennis van haar vriendin. Shailyn legt uit: “Mijn vriendin en die vrouw, Jessica – die ik tot daarvoor nooit ontmoet had – hadden onderling alles geregeld voor mijn vertrek uit Kenia; ik volgde Jessica alleen maar en stelde geen vragen. Mijn vriendin en ik hebben vervolgens afscheid van elkaar genomen, toen we nog in Kenia waren: Jessica zou met me meegaan naar Europa. Ik dacht dat we naar Duitsland gingen, maar eenmaal in het vliegtuig hoorde ik dat we naar Amsterdam zouden gaan.”
Aangekomen op Schiphol, in oktober van 2015, nam Jessica weer de leiding. Shailyn vertelt: “Nog steeds weet ik niet helemaal hoe Jessica alles op Schiphol geregeld heeft. In ieder geval werd ik daar niet vastgehouden, en werd ik in Amsterdam naar het huis van een onbekende vrouw toegebracht.” Jessica vertrok daarna meteen weer, maar beloofde Shailyn dat ze snel terug zou komen. Dat gebeurde echter niet. “Die vrouw bij wie ik in huis zat kende ik niet. Na drie dagen sloot ze me op in een kamertje.” Opnieuw kreeg Shailyn te maken met seksueel geweld: “Een maand lang liet die vrouw allerlei mannen bij me in die kamer. Ze dreigde me te vermoorden, als ik het zou wagen weg te lopen.” Ik vraag haar naar de rol van haar vriendin in dit verhaal. “Mijn vriendin was degene met de contacten, zij heeft direct en indirect alles geregeld. Ik weet niet of zij betrokken was in het hele complot. Misschien heeft ze wel geld ontvangen, voor al die mannen die me hebben misbruikt.”
Na een maand werd Shailyn ziek, en de onbekende vrouw die haar al die weken opgesloten had, beloofde haar naar het ziekenhuis te brengen. In plaats daarvan dumpte ze Shailyn op straat. Ze was radeloos: ze kende niemand in Amsterdam en besloot de politie te bellen, door wie ze naar een opvanghuis voor misbruikte en mishandelde vrouwen werd gebracht. “Daar bleef ik een paar maanden, en daarna werd ik naar het azc in Ter Apel gebracht. Ik ben maar drie dagen in Ter Apel gebleven, en toen ben ik uiteindelijk in dit azc [de plek wilde ze liever niet openbaar maken] terecht gekomen.”
Shailyn heeft momenteel met niemand in Oeganda nog contact. Omdat ze nog steeds niet weet of haar vriendin betrokken was bij het complot, heeft ze haar nog niet aan durven spreken sinds ze uit Kenia vertrokken is. “Ik durf die confrontatie nog niet aan te gaan… Ik ben nu eigenlijk moed aan het verzamelen, en ik hoop dat ik haar binnenkort eens op kan bellen.” Hetzelfde geldt voor haar moeder: “Mijn moeder heeft niet meer met me gepraat sinds ze me uit huis heeft gegooid, maar ik blijf hopen dat ze er uiteindelijk achter komt dat ze fout zat.”
Het leven in het azc is “een uitdaging, maar wel oké. Ik probeer het te nemen zoals het komt.” Vanwege haar eigen veiligheid weet niemand hier dat ze lesbisch is, en dat wil ze graag zo houden. Ze laat me zien waar ze woont: “In het azc woon ik samen in deze wooncontainer met drie vrouwen uit Eritrea. Ik kan het prima met ze vinden, ze maken weinig rommel en we maken, wanneer we de goede ingrediënten kunnen vinden, Eritrese of Oegandese gerechten klaar in ons keukentje. Mijn leven zit momenteel vol veranderingen en ik moet me daar gewoon aan aanpassen. Ik woon nu op een plek die lang onwennig aanvoelde, al ben ik ook heel dankbaar dat ik hier mag zijn – en ik ben nog nooit eerder zo ver bij m’n familie vandaan geweest.” Binnenkort staat haar gesprek met de IND ingepland, waarover ze zegt: “Via via heb ik gehoord dat je daar moet bewijzen dat je wel echt gay bent, al zie ik dat nog niet echt voor me. Moet ik intieme foto’s of zo laten zien? Ik hoop van niet. Dat zijn toch mijn privézaken?”
Ik vraag haar hoe ze haar leven in Nederland op de lange termijn voor zich ziet, waarop ze meteen vol vertrouwen antwoordt: “Ik wil doen wat jullie bij VICE doen. Ik wil journalist worden. Dat is altijd mijn droom geweest, en ik leg me er niet bij neer totdat dat gelukt is. Maar het belangrijkste is dat ik me veilig voel. Natuurlijk kan ik hier, in het azc, nog steeds niet helemaal mezelf zijn, maar als ik hier ooit weg ben, hoop ik in volledige vrijheid te kunnen leven – het liefst in Amsterdam. Dat is de eerste Nederlandse stad waar ik voor langere tijd gezeten heb, en ik voelde me daar echt op m’n gemak.”
* Shailyns naam is omwille van haar veiligheid gefingeerd. Haar echte naam is bij de redactie bekend.