Smerige verhalen van studenten die nog niet zo lang op kamers wonen

povesti despre studenti jegosi, viata in studentie jeg

Niet om te generaliseren, maar over het algemeen zijn studenten enorme viespeuken. En dat is begrijpelijk: als het je eindelijk gelukt is om een kamer te vinden, ben je in het begin vaak veel te druk met studeren (en bier drinken) om je te bekommeren om vieze koffiemokken, krokante dekbedovertrekken of het vreemd geurende vocht dat uit de koelkast lekt.

Verantwoordelijkheid nemen voor de toestand van je eigen leefomgeving is iets wat de meeste mensen leren door schade en veel schande. En dat kan tot behoorlijk onsmakelijke situaties leiden. VICE verzamelde een aantal smerige gruwelverhalen over wat er zoal kan gebeuren als je als amper volwassene ineens geconfronteerd wordt met de vrijheid en de verantwoordelijkheid van zelfstandig leven.

Videos by VICE

persoon in rood shirt houdt blauwe trui met larven vast. door seeyousioe

Trui met larven

Toen ik op mijn achttiende op kamers ging, vond ik dat heel gaaf. Maar al snel werd het minder gaaf, ik moest er enorm aan wennen dat ik alles zelf moest doen. Op mijn studie was er een enorm hoge werkdruk, waardoor het me niet lukte om dingen in huis op orde te houden. De afwas begon zich op te hopen, ik verwisselde de vuilniszakken wekenlang niet, en dat terwijl er een hittegolf was. Het kwam tot het punt dat mijn kamer zo’n chaos was, dat er een insectenplaag ontstond. De fruitvliegjes zaten overal. Toen ik onderweg was naar mijn studie, voelde ik iets in mijn nek en trui kriebelen. Ik trok mijn trui uit en er vielen larven uit. Ze waren overal in gekropen, echt heel goor. Die trui had in mijn kamer op de grond gelegen. Ik heb ‘m meteen weggesmeten. Ik besloot toen mijn lessen te skippen en in plaats daarvan naar huis te gaan. Daar heb ik twee dagen achter elkaar schoongemaakt. Een derde van mijn kleding heb ik weggegooid.

Je zou zeggen dat een trui vol larven een goede les zou zijn, maar een paar weken later merkte ik weer dat mijn huis verslonsde. Ik deed de afwas niet en de pannen met etensresten raakten allemaal aangekoekt en beschimmeld. Mijn oplossing: ik gooide de pannen weg en kocht weer nieuwe. Dit heb ik een paar keer gedaan en dat koste best veel geld. Ook kocht ik plastic bordjes om maar geen tijd kwijt te zijn aan afwassen. Een paar weken later ben ik bij mijn ouders gaan wonen en gestopt met mijn studie. Een jaar later ben ik weer op kamers gegaan en en heb ik een studie gekozen die beter bij me paste.

Marijn (25)

Een krioelend welkomstcadeau

Ik was achttien toen ik op kamers ging. Dat betekende dat ik voor mezelf moest gaan zorgen, maar daar had ik nog niet zo over nagedacht. Mijn huisgenoten waren op vakantie, dus de eerste week zette ik geen stap in de gemeenschappelijke keuken. Ik bestelde al mijn eten, want ik wilde alles doen wat thuis niet mocht. Toen ik na een aantal dagen voor het eerst de keuken inliep, stonk het daar behoorlijk. Er waren opvallend veel vliegen, maar ik dacht: ik bekijk dit morgen wel weer.

De volgende dag was de stank nog erger geworden, dus besloot ik te gaan schoonmaken. Toen ik de vuilnisbak open deed, zag ik maden. Het waren er niet een paar, maar duizenden – het krioelde overal. Shit, dacht ik. De hele vuilniszak zat er vol mee, ze kropen ook aan de buitenkant. Het was echt ranzig. Ik wist dat ik alle maden moest uitmoorden om het probleem op te lossen. Gelukkig waren er schoonmaakhandschoenen. Ik zette de vuilnisbak in de gang en goot er kokend water in, maar dat had geen effect. Ik ben uren bezig geweest, met een heet hoofd van de inspanning. Mijn moeder durfde ik niet te bellen, omdat ik net het huis uit was. Ik belde in plaats daarvan de vriend van mijn tweeling. Die durfde de zak gelukkig wel aan te raken en heeft ‘m weggegooid en alles uitgespoeld. Ik wilde nooit meer in de keuken komen en kocht een magnetron voor op mijn kamertje, zodat ik altijd een optie had om daar iets te koken. Mijn huisgenoten had ik toen nog niet eens ontmoet, maar ik was wel een beetje geïrriteerd over de situatie. Inmiddels moet ik erom lachen: het was een soort welkomstcadeautje ter ere van het begin van mijn zelfstandige leven.


Mirte (26) 

zolderkamer met bed nachtkastje stekkerdoos snoeren en een muis. door seeyousioe.

Geen nooduitgang

Ik had een vervelende huisbaas toen ik net op kamers ging. Het was een leuk huis, maar het was slecht onderhouden. In het begin vond ik dat niet zo erg, maar na een tijdje begonnen mijn huisgenoten en ik ons zorgen te maken over het brandgevaar. Overal lagen snoeren, er was geen rookmelder of brandblusser. We hebben onze huisbaas meerdere keren verteld dat we ons daardoor onveilig voelen. We hebben hem wel vijftien keer gebeld, maar er gebeurde niets. Op een gegeven moment heeft een van onze ouders hem opgebeld. Toen we daarna thuiskwamen, hing het hele huis vol met nooduitgangbordjes. De huisbaas had ze ook opgehangen op plekken waar helemaal geen nooduitgang was. Ze waren van plastic en niet verlicht, dus ze hadden geen functie. Het leek wel een grap, alsof we niet serieus werden genomen. 

Ook toen we een muizenplaag hadden wilde hij er niets aan doen. Tientallen muizen zag ik krioelen op het binnenplaatsje, waar mijn kamer aan grensde. Het toppunt was dat er een muis over het bed rende terwijl ik erin lag. Uit al mijn boeken waren stukjes gebeten. Niet lang daarna ben ik naar een ander huis gegaan, het was gewoon te vies. Nu ik erop terugkijk, denk ik: we hadden zelf een muizenbestrijding kunnen bellen. Maar ik vond het de verantwoordelijkheid van de huisbaas, omdat het huis zo slecht onderhouden was.

Shannon (36)



Een vreemde geur

Mijn studentenkamer was ‘schoon’ opgeleverd, maar het was een krot. Er zaten gaten in de muren. Ook was ik niet de meest schone student, vooral in mijn eerste jaar niet. Mijn kleding was niet altijd schoon en stofzuigen deed ik ook niet. Ik miste de prikkel om het zelf te doen, omdat mijn moeder thuis altijd vijf keer per dag mijn kamer schoon maakte. Toen ik jarig was, kwamen huisgenoten op mijn kamer om mijn verjaardag vieren. Ze zeiden dat het vreemd rook, maar ik dacht dat die geur van de knoflook in de hapjes kwam.

Na mijn verjaardag ging ik anderhalve week op vakantie. Toen ik terugkwam viel ik bijna flauw toen ik de deur opendeed. Het stonk zo erg dat ik in paniek raakte. Ik belde een vriendin en vertelde haar dat er iets goed mis was in mijn kamer. Mijn vriendin zei: “We moeten naar binnen, met een mondkap op.” Dus dat deden we. Toen ze een oude rok uit mijn kledingkast trok, schreeuwde ze, omdat-ie veel zwaarder was dan ze had verwacht. Ze gooide de rok op de grond, een houten vloer, en we hoorden ‘pok, pok, pok.’ We hebben een kwartier geschreeuwd. We hoopten nog op een klein muisje, maar er zat een heel vieze, grote, zware rat in – al drie weken dus. Volgens mij hebben we de rok toen verbrand en in de vuilnisbak gegooid. Ik ben naar een andere kamer in het huis gegaan en ben ietsjes beter gaan opruimen. Wel denk dat ik mede door mijn eerste jaar in die kamer een goede weerstand heb gekregen.

Maud (26) 

vrouw leunt op wc-bril met kots. door seeyousiou


Stiekeme kotser

Ik was negentien en woonde in studentenhuis met twaalf mensen. Och, wat hebben zich daar verschrikkelijke taferelen afgespeeld. Ik kan niet zo goed tegen drank, maar destijds dronk ik best veel – dat hoort erbij als student. Op een ochtend nadat ik weer eens te veel gedronken had ging ik op zoek naar melk, omdat ik dacht dat dat tegen katers hielp. Zelf had ik geen melk, dus zette ik het pak van iemand anders aan mijn mond. Op dat moment kwam een huisgenoot de keuken in en zei: “dat is toch niet de melk van 12 september?” Het was oktober. Ik rende naar de wc en kotste alles onder. Ik was ook nog eens te laat voor college, dus ik dacht: ik los dit later wel op. Zonder mijn kots op te ruimen ben ik toen naar college gegaan. Heel lullig van me. Volgens mij heb ik daar toen wel mijn voor excuses aangeboden, en heb ik de wc later alsnog schoongemaakt.

Een tijdje daarna lag er kots in onze wastafel. Er hing een briefje waarop stond: ‘Hannah zeker weer?’ Ik was er heilig van overtuigd dat ik het niet was, en ik weigerde het schoon te maken. Twee jaar later realiseerde ik me dat ik het waarschijnlijk wel was geweest. Als ik er nu op terugkijk, denk ik: hoe heb ik dat kunnen flikken? Ik vind het echt not done van mezelf. 

Hannah (30)