Waarom ons beeld van slachtoffers van partnergeweld anders moet

Tessel

In dit artikel worden expliciete scènes van geweld beschreven.

Naroepen, tietenknijpen of ongewenst een foto van een pik ontvangen. Die situaties worden vaak afgedaan als grapje, iets dat er een beetje bijhoort, of als grijs gebied. Ondertussen heeft 53 procent van de vrouwen weleens (seksuele) grensoverschrijding meegemaakt. Hoe grijs is dat grijze gebied eigenlijk? Waar ligt de grens, en voor wie? Wat zijn de gevolgen op lange termijn? En kan het ook anders? In onze campagne “Grijs is de Grens” zoeken we het uit.

Videos by VICE

Tessel ten Zweege (21) is feminist, oprichter van Pisswife Zine en organisator van Women’s March. In 2018 had ze vier maanden een relatie met een jongen die haar zowel mentaal als fysiek mishandelde. Daarover schreef ze haar scriptie en maakte ze een documentaire, te zien op 7 maart tijdens de Bad Feminist Talks in de Melkweg in Amsterdam. In de film spreekt ze mede-slachtoffers over hun ervaringen, maar ook over hoe de beeldvorming van slachtoffers, door de media, politie en maatschappij, anders moet. Want dat beeld dat we hebben van slachtoffers is helemaal niet volledig, volgens haar.

We spraken Tessel over partnergeweld, en dat het niet alleen maar om schoppen en slaan gaat, dat ook ‘sterke vrouwen’ slachtoffer kunnen zijn en waarom er in dit soort relaties geen sprake is van liefde.

VICE: Hoi Tessel! Waarom heet je film Dat zou jij nooit toelaten?
Tessel ten Zweege: Daar hoort een verhaal bij. Ik was uit geweest met mijn ex en een vriendin en we waren dronken. Mijn ex werd na een slok op agressief en akelig. De volgende ochtend – die vriendin was blijven slapen – liep ik met haar naar de lift. Ze zei: “Wat deed hij vervelend gisteravond. Als ik niet beter zou weten dan zou ik denken dat hij je iets aandoet, of mishandelt.” Ik schrok me dood, ik was nog totaal in de ontkenningsfase en had het nog aan niemand verteld. Daarna zei ze: “Maar ik weet ook dat jij dat nooit zou toelaten.” Ze zegt eigenlijk: ik verwacht niet dat dit jou overkomt, want jij bent een zelfstandige, sterke vrouw. Maar ik heb geleerd dat het iedereen kan overkomen, niet alleen de meest kwetsbare vrouwen in de samenleving. We hebben een bekrompen beeld van slachtofferschap, en daar gaat mijn film ook over.

Wat bedoel je precies?
Het beeld van slachtoffers van partnergeweld is vaak dat het vrouwen zijn die financieel afhankelijk zijn, een laag inkomen hebben of uit een gebroken gezin komen. Maar slachtofferschap is veel breder dan dat: een op de vijf vrouwen in Nederland heeft te maken gehad met partnergeweld, en in Europese context is het percentage in Nederland hoger dan in landen als Italië, Spanje of Polen. Een van de vrouwen die ik heb geïnterviewd voor mijn documentaire was een getrouwde vrouw met een hoog inkomen die in een rijke buurt woonde en mishandeld werd. Pas maanden later besefte ze in welke situatie ze zat, omdat ze er eerst de woorden niet voor kon vinden: het beeld wat ze had van slachtoffers – kwetsbare vrouwen met een laag inkomen – rijmde niet met wie zij is.

Wat is het gevolg van dat stereotiepe beeld van slachtoffers?
Aan de ene kant is het voor vrouwen die financieel onafhankelijker zijn makkelijker om weg te gaan bij een partner. Maar aan de andere kant zorgt dat onvolledige beeld van slachtoffers, zoals ook bij mij, voor schaamte en ontkenning. Ik dacht: dit kan niet. Niemand verwacht dit van mij. Ik ben toch een onafhankelijke vrouw? Ik kan toch gewoon weggaan? Ik heb toch een goed vangnet? Maar daardoor gaf ik mezelf alleen maar meer de schuld, en werd ik alleen maar stiller.

In je film wilde je verhalen over expliciet geweld vermijden. Waarom?
Ik vind dat veel boeken, films en documentaires heel sensationeel vertellen over partnergeweld. Het gaat vaak over slaan en schoppen, maar ik vind het ook belangrijk om het te hebben over de slachtoffers en hun binnenwereld, en dat partnergeweld ook gaat over psychisch geweld: manipulatie en machtsspelletjes.

Mijn ex probeerde bijvoorbeeld vaak te verhinderen dat ik kon bijslapen, iets wat ik ook van andere slachtoffers hoorde. Hij gooide dan water over me heen, schudde me wakker, of dreigde met zelfmoord. Hij isoleerde me van mijn vrienden, loog en zat hele dagen thuis. Een keer was ik aan het douchen met de deur op slot, want douchen was voor mij een van de weinige momenten dat ik even uit de situatie was. Toen zag ik opeens het slotje bewegen, en was hij met een mesje het slot aan het openmaken. Dan deed hij verder niks, maar dan wilde hij gewoon even laten weten dat hij schijt had aan mijn privéruimte.

Even terug naar die zin: dat zou jij nooit toelaten. Wat was jouw eerste reactie, toen ze dat zei?
Ik lachte het een beetje weg, maar ondertussen schaamde ik me enorm. Ik dacht: ja, ze heeft gelijk, wat voor zwakkeling ben ik, dat ik dit toelaat. En daarna ben ik er heel lang nog stil over gebleven, want ik dacht ook: oké, niemand verwacht dit van mij, dus als ik dat zeg, gaan mensen me dan ook geloven? Ik was heel bang dat niemand me zou geloven.

Je hield in een schriftje bij welke leugens je tegen wie had verteld, om maar te verzwijgen wat er echt aan de hand was.
Ik had vaak huilbuien, en als ik dan gehuild had, had ik dikke ogen. Mensen begonnen vragen te stellen en dan zei ik: ik ben gewoon heel moe, of ik heb slecht geslapen. Ik had ook blauwe plekken, maar die kon ik wel bedekken. Een keer gingen we uit, we waren op weg naar De School, in Amsterdam. We stonden op de metro te wachten en ik begon opeens te huilen. Ik kon echt niet meer, ik wilde gewoon slapen. Hij werd daar heel boos over. Schreeuwen, ruzie, en toen we de metro terug naar huis namen, kwam-ie heel dichtbij met zijn gezicht. Hij beet me in mijn neus, tot bloedens toe. Er stonden tandafdrukken in. Er zaten wel andere mensen in de metro maar die hadden echt zoiets van: eh, oké? En ik dacht vooral: hoe ga ik dit nou weer uitleggen aan mensen?

We hadden bedacht dat ik tegen mijn vriendengroep in Utrecht zou zeggen dat ik in de glasscherven was geduwd door een groepje vechtende jongens in een kroeg in Amsterdam. Tegen mijn vriendengroep in Amsterdam kon ik dat niet zeggen, want met wie was ik dan in die kroeg? En straks gaan ze daar iets over zeggen tegen elkaar, of vragen stellen. Dus tegen hen zei ik dat ik in Utrecht in de glasscherven was gevallen. Ik heb in een boekje alle leugens bijgehouden, tegen wie ik wat had gezegd en of zij elkaar binnenkort tegen zouden komen. Ik bekeek zelfs per persoon wat een plausibele leugen zou kunnen zijn. Heel vreemd gedrag. Liegen is niet oké, maar toch had ik het gevoel dat ik dat moest doen.

Waarom schopte je hem niet gewoon je huis uit en waarom deed je geen aangifte?
Ja, achteraf gezien had ik het ook eerder moeten uitmaken, inderdaad. Maar ik schaamde me, was bang en kon pas maanden later inzien wat er nou eigenlijk allemaal was gebeurd. Als ik tegen hem zei dat ik zijn gedrag moeilijk vond, werd hij boos of fysiek. Dat maakte het lastig om er iets aan te doen, want hij was groter en sterker dan ik. Ik durfde er op een gegeven moment gewoon niks meer van te zeggen, en hoopte dat het snel voorbij zou gaan, een soort overlevingsmechanisme. En aangifte, daar had ik eerlijk gezegd nog niet eens over nagedacht. Als je middenin zo’n ongezonde relatie zit, is het heel moeilijk om gelijk over te gaan op actie, om al die momenten te gaan herbeleven bij de politie. Vooral als iemand bij je inwoont, welke smoes verzin je dan? En wat als hij erachter komt?

1583425190944-6058FA4C-4358-4D92-ABD4-DAEF40F562E2

Het besef dat het echt niet in de haak was, dat kwam bij jou eigenlijk pas toen het voorbij was?
Ja, ik wist ongeveer wel dat wat ik meemaakte verkeerd was. Maar bijvoorbeeld: we hebben weleens seks gehad terwijl ik had gezegd dat ik dat niet wilde. Op het moment zelf besefte ik niet dat het verkrachting was, dat kwam pas later. Of die voorbeelden die ik net noemde, over water gooien in mijn gezicht. Ik vond dat toen natuurlijk heel kut en vervelend, maar pas later besefte ik dat het mishandeling was.

Ik las in een interview met Folia dat er bij jou ook wrijving was tussen feminist zijn en slachtoffer. Welke invloed had dat? Leverde dat alleen maar meer schaamte op, of bood dat ook soelaas?
Ik dacht: hoe kan ik mezelf nou feminist noemen? Ik was bezig met Pisswife, en allerlei strijdbare stukken aan het schrijven over het feminisme, en dan ging ik weer naar huis om gemanipuleerd en geslagen te worden. Maar er naderhand zo open over zijn had ik nooit gedurfd als ik niet zo’n veilige, feministische omgeving had. Nadat ik mijn eerste artikel erover had gepubliceerd kreeg ik heel veel berichten van mensen op Instagram en Facebook, van: ik heb hetzelfde meegemaakt, ik snap dat je het zo lang hebt verzwegen, ik schaam me er ook voor. Dat heeft wel mijn ogen geopend over de omvang van het probleem.

In Trouw stond vorig jaar nog een overzicht van alle femicides in 2018 in Nederland. 33 vrouwen werden gedood door hun partner of ex-partner. Driekwart van alle moorden op vrouwen, dat jaar.
Dat artikel heet Slachtoffers van de liefde. Ik vind dat een vervelende titel. Er is in dat soort relaties helemaal geen sprake van liefde. Het gaat om macht. Ik heb heel veel nagedacht over waarom mijn partner deed wat hij deed. Ik denk dat het te maken heeft met masculien zijn, en daaraan willen voldoen. Het ging niet goed met hem, hij had geen baan, voelde zich machteloos, had een slechte band met zijn ouders, privéproblemen. Ik denk dat hij, door mij te domineren, toch een gevoel van controle kreeg. Maar er was geen sprake van liefde, ook niet van mijn kant. Ik zat niet lekker in mijn vel toen ik hem ontmoette, was bang en klampte me vast.

Dat het afgedaan wordt in de media als iets wat met liefde te maken heeft of in de privésferen gebeurt is kwalijk?
Ja, want zo wordt het snel goedgepraat. De boodschap is dan: het is een daad uit liefde, dus niet zó erg. En: het is iets in de privésfeer, dus iets waar je je maar niet mee moet bemoeien.

Is dat een grijs gebied van partnergeweld, denk je?
Ja, maar ik denk ook dat er een grijs gebied is in dat gewelddadige relaties niet beginnen met een klap, maar dat het langzaamaan daar naartoe werkt. Zelfvertrouwen krenken is bijvoorbeeld een tactiek van mishandelende partners om ervoor te zorgen dat je bij ze blijft. Mijn ex-partner zei dingen als: “Kun je niet even wat make-up op doen, want je ziet eruit als een peuter.” Ik vond dat natuurlijk niet leuk, maar hij zei dan: “Ik mag toch zeggen wat ik vind, jij mag ook zeggen wat jij leuker vindt bij mij.” En dan begin je aan jezelf te twijfelen, want je denkt ook: ja, hij mag ook zeggen wat-ie vindt, inderdaad. Ook dit is een grijs gebied: want het is niet gewelddadig of een superduidelijk voorbeeld van mishandeling, er is geen duidelijke grens.

1583425215007-200B7010-2BF5-4791-82D8-CCC43F30A041

Zijn er dingen die je tegenkwam tijdens het maken van je film en je onderzoek waar je van opkeek?
Dat alle officiële rapporten die over partnergeweld gaan spreken over schattingen, omdat het overgrote deel van de slachtoffers geen aangifte doet en het nooit vertelt. Nederland scoort relatief hoog in Europa, qua femicide. Dat vind ik schokkend, dat het zoveel voorkomt, maar tegelijkertijd een beetje links wordt laten liggen.

Hoe kan dat anders?
Het beeld over slachtofferschap moet anders. Als er breder begrip is voor het feit dat het iedereen kan overkomen zijn vrouwen misschien minder bang om naar voren te treden en te zeggen: ik ben slachtoffer. Media, films en series zijn verantwoordelijk voor die beeldvorming. Een breder begrip helpt de politie en het juridische systeem ook om slachtoffers die niet voldoen aan de stereotypes te geloven en te erkennen. We zouden bovendien wat meer respect kunnen hebben voor het emotionele aspect. Het is vaak niet haalbaar voor slachtoffers van partnergeweld om zomaar aangifte te doen en in alle rust de gebeurtenissen op te gaan noemen aan een politieagent, want het is een traumatische ervaring, je bent bang, en je weet dingen vaak ook niet helder meer.

Maar ook moet de gedachte anders dat het een probleem is van ‘de privésferen’. Voorbeeld: in 2016 werd een vrouw vermoord door haar vriend met een strafblad, ze hadden vaak ruzie, er was vaak geschreeuw. Hij heeft haar doodgestoken, en de buren appten elkaar: “Daar gaan we weer.” Mensen denken gewoon: kut voor ze, kut dat wij er last van hebben, maar die ruzies zijn niet ons probleem. Als het op zo’n grote schaal gebeurt, in Nederland, zo’n ogenschijnlijk gelijkwaardig land, dan kun je eigenlijk niet meer zeggen: “Oh, wat kut dat hun relatie zo kut is.” Het is een nationaal probleem.

Heb je zelf te maken met partnergeweld? Neem dan contact op met Slachtofferhulp.