“Mad Jack” helemaal rechts op de foto, met zijn zwaard in zijn hand. Foto via WikiCommons
Het eerste dat het nazigarnizoen op het Noorse eiland Vågsøyhoorde toen op 27 December 1941 het derde Britse commandobataljon aanmeerde was het schelle geluid van een doedelzak. Eén van de commando’s stond op de voorkant van het landingsvaartuig terwijl hij uitkeek over het dreigende slagveld. Hij speelde het krijgslied “March of the Cameron Men”. Na aangemeerd te zijn sprong de soldaat uit het schip, gooide een granaat naar de Duitsers, trok een zwaard en stortte zich schreeuwend in de strijd.
Videos by VICE
Deze maniakale, agressieve soldaat was de 35-jarige luitenant-kolonel John Malcolm Thorpe Fleming Churchill, en deze stunt tijdens Operatie Archery was nauwelijks de meest bizarre of levensbedreigende actie van zijn leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleefde ‘Mad Jack’, zoals hij ook wel werd genoemd, verschillende ontploffingen, ontsnapte hij uit meerdere gevangenkampen, nam hij met alleen zijn zwaard in één aanval meer dan veertig Duitsers gevangen en zette in 1940 ook nog de laatste gedocumenteerde moord met een boog op zijn naam. En dat zijn nog maar een paar hoogtepuntjes van zijn oorlogs-CV.
Voor oorlogjunkies en liefhebbers van dit soort waaghalzerij zijn de heldendaden van Mad Jack de belichaming van de militaire romantiek. Dankzij uitspraken als “Een officier die zonder een zwaard bij zich te dragen een gevecht ingaat, is niet correct gekleed,” en “Ik ben van mening dat als je iets maar duidelijk en hard genoeg tegen een Duitser zegt, en je zijn meerdere bent, hij uiteindelijk ‘jawohl’ zal jammeren en enthousiast en effectief zal doen waar je om hebt gevraagd,” lijkt hij rechtstreeks uit een ouderwets jongensboek te komen. De Royal Norwegian Explorers Club vond hem een dusdanig toonbeeld van kracht en uithoudingsvermogen dat in een in maart uitgebracht boek door de club benoemd werd tot een van de grootste avonturiers aller tijden.
Foto via Wikimedia Commons
Er is niet veel bekend over Churchills jeugd, behalve dat hij in 1926 op twintigjarige leeftijd afstudeerde aan Sandhurst, de voornaamste Koninklijke Militaire Academie van Groot-Brittannië. Vervolgens werd hij verscheept naar Birma, waar hij zijn tijd voornamelijk spendeerde met motorrijden. Waarschijnlijk verveeld door de langdurige vredesperiode verliet Churchill in 1936 tijdelijk het leger, en werd hij krantenredacteur in Nairobi. Ook werkte hij als model en speelde hij bijrollen in films als The Thief of Baghdad en A Yank at Oxford, waarin hij doedelzak speelde en met pijl en boog schoot. Tegen het einde van de jaren dertig had hij zo’n passie voor de doedelzak opgevat dat hij tweede werd bij een militaire doedelzakcompetitie in 1938. Dat feit zorgde nog voor enige opschudding, want het kon toch niet zo zijn dat een Engelsman zo veel Schotten had verslagen. Een jaar later leverden zijn boogschutterkwaliteiten hem een plekje op als een van de Britse deelnemers aan het wereldkampioenschap boogschieten in Oslo.
Tegen de tijd dat de nazi’s Polen waren binnengevallen en een oorlog onvermijdelijk werd, haastte Churchill zich naar het slagveld. Hij haalde zijn handboog voor het eerst tevoorschijn tijdens de Slag om Duinkerke in 1940. Daar hield hij zich bezig met het zetten van vallen, deed mee aan invallen en stond hij bekend om zijn ongekende moed. Hij overleefde zelf een treffer van een machinegeweer. Toen hij Duitse troepen zag oprukken vanaf een klein nabijgelegen dorpje, zette Churchill de aanval in door een van de nazisergeanten neer te schieten met een pijl voorzien van weerhaken. Die pijl werd al snel gevolgd door een barrage aan kogels van zijn collega’s.
Een jaar later, in 1941, trad Churchill toe tot de toen net opgerichte Britse commando’s, met wie hij ook die eerder genoemde schreeuwende Scandinavische aanval inzette. Nadat hij zonder ook maar een schrammetje was teruggekeerd van het slagveld, liet een Britse bommenexpert per ongeluk een bom naast Mad Jack ontploffen, waardoor er scherven van de fles wijn die hij aan het drinken was in zijn voorhoofd werden geblazen. Hij was gelukkig al weer snel de oude en nam in 1943 deel aan de bevrijding van Italië. Op een nacht sloop hij samen met een korporaal langs verschillende Duitse wachtposten en verraste de nazi’s met zijn Claymore. Aan het einde van deze avond had hij 42 Duitsers gevangengenomen en niet veel later werd hij onderscheiden met de Orde van Voorname Dienst.
In 1944 werd Churchill naar Joegoslavië gestuurd om de troepen van Josip Broz Tito te ondersteunen. Onder zijn leiding vond er een frontale aanval plaats op een sterk verdedigde toren op het eiland Brač. Churchill nam zelf de leiding in de charge en ontweek talloze kogels en mortieren – hij was de enige van de zeven aanvallende commando’s die de toren wist te bereiken. In de toren wist hij in zijn eentje al zijn tegenstanders te verslaan en kwam na precies al zijn kogels gelost te hebben als enige overlevende uit de strijd. In dezelfde toren stond hij later op zijn doedelzak te spelen toen de Duitsers hem er met een granaat uitbliezen. Uit respect voor Churchill negeerden de nazi’s die hem gevangen hadden genomen hun orders om hem dood te schieten – het hielp waarschijnlijk ook dat ze dachten dat hij familie was van Winston Churchill. Hij werd naar Berlijn gestuurd, waar hij verhoord zou worden. Daar bleek al gauw dat hij niet beschikte over waardevolle informatie, en nadat hij een prullenbak in de fik had gezet werd hij overgeplaatst naar het concentratiekamp Sachenhausen.
Hij wist vrijwel onmiddellijk uit het kamp te ontsnappen door onder het prikkeldraad door te kruipen, waarna hij ongeveer 200 kilometer door vijandig gebied richting de Baltische zee is gelopen. Enkele kilometers van de kust werd hij opgepakt en in een ander kamp geplaatst – dit keer in Italië. Daar wist hij – het zal inmiddels niemand meer verbazen – in 1945 ook uit te ontsnappen. Hij glipte weg tijdens een stroomstoring en liep ongeveer 150 kilometer door de bezette gebieden. Op een gestolen pannetje kookte hij groenten die hij “bevrijd had” van de door nazi’s gecontroleerde akkers. Dat ging zo door, totdat hij in Verona een Amerikaans regiment ervan wist te overtuigen dat hij een Brits officier was.
Hoewel zijn wapentuig wellicht een beetje gedateerd was, deed het nog uitstekende dienst op het slagveld. “Zowel de longbow als zijn zwaard waren allebei extreem effectief in de juiste omstandigheden,” vertelt de Britse wapenhistoricus Mike Loades. “Beide zorgden voor verminking of de dood.” Gebaseerd op de verhalen over Churchill schat Loades in dat hij een lichtgewicht boog gebruikte met een spankracht van ongeveer 18 kilo – dat valt nogal in het niet bij de bogen met een spankracht van 45 kilo uit de middeleeuwen en de bogen met een spankracht van 81 kilo die er tegenwoordig gebruikt worden. Maar Loades merkt wel op dat “de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog geen harnas droegen en dus een stuk zachter waren als doelwit dan ridders in de middeleeuwen. Een echt zware boog zou dus ook helemaal niet nodig zijn geweest.” Churchills wapen was uiterst dodelijk, en maakte bovendien geen geluid als het afgevuurd werd.
Maar het is niet waarschijnlijk dat Churchill zijn boog gebruikte omdat hij zo graag stilletjes ten strijde trok. Hij stond erom bekend dat hij tijdens zijn charges op de vijand woest met zijn zwaard zwaaide en luidkeels “Commando!” brulde. Loades stelt dat deze bravoure gebruikt werd als tactiek om de vijand angst in te boezemen – krankzinnigheid maakt een aanval altijd nog net wat griezeliger. Die tactiek is natuurlijk maar even echt effectief, en het meezeulen van een zwaard kan iemand vertragen bij een aanval en maakt bewegen er in het algemeen ook niet echt gemakkelijker op. “Het type oorlogsvoering tijdens de Tweede Wereldoorlog betekende dat soldaten vooral veel kropen, op hun buik lagen en zichzelf in een goede beschutte positie moesten wringen,” vertelde Loades. “Het gekletter van een zwaard was in die situaties niet echt gewenst. Daarom lijkt [Churchills] pleidooi voor het dragen van een zwaard tijdens moderne oorlogsvoering me vooral geromantiseerde aanstellerij.”
Loades erkent en bewondert de moed van Churchill zeker, maar zijn overleven heeft waarschijnlijk net zo veel te maken gehad met zijn krankzinnigheid als met zijn vaardigheden en weerbaarheid. De Schotse doedelzakspeler Bill Millin – wiens beeld vereeuwigd is in The Longest Day als hij doedelzak staat te spelen op de stranden van Normandië – heeft een aantal Duitsers ontmoet die beweren dat ze Churchill op de stranden hebben gezien. Ze vertelden dat ze niet op hem schoten omdat ze dachten dat de man compleet gestoord was. De verhalen over Mad Jack draaien misschien wel evenveel om medelijden en verwarring als om intimidatie en angst.
Maar er zit ook een duister randje aan de verhalen over de heldendaden van Churchill. Zijn laatste woorden aan het eind van de door hem zo geliefde oorlog waren: “Als die Yanks zich er niet mee hadden bemoeid, dan hadden we deze oorlog nog makkelijk tien jaar kunnen laten duren.” Loades merkt terecht op dat dit soort uitspraken een aanwijzing zijn dat zijn krankzinnigheid niet alleen tot moed en bravoure leidde.
De licht psychopathische trekjes die Churchill tijdens de oorlog had vertoond, wist hij in de jaren na de oorlog in elk geval goed te onderdrukken. Maar dat betekende zeker niet dat hij zich de rest van zijn leven niet meer in allerlei avonturen stortte. Hij dook nog even in Birma op en begon op ongeveer veertigjarige leeftijd aan een training om parachutist te worden. Zijn nieuwe avonturen waren een stuk minder bloederig dan voorheen, en soms beging hij nog geweldloze heldendaden. Die keer dat hij afreisde naar Palestina, bijvoorbeeld, daar een medisch konvooi beschermde en honderden Joodse doktoren wist te evacueren uit het geweld dat gepaard ging bij de oprichting van Israël. Jaren later nam hij compleet afstand van het strijdtoneel en verhuisde hij naar Australië, waar hij werkte als instructeur in luchtafweer en een nieuwe hobby begon te beoefenen: surfen. Later verhuisde hij terug naar Engeland waar hij zijn eigen surfboards ontwierp, op de anderhalve meter hoge golven van de getijdenschommeling in de rivier de Severn surfte en een kantoorbaantje had bij het leger. Toen hij in 1959 met pensioen ging had hij genoeg van zijn wilde haren verloren en besteedde hij de laatste 37 jaar van zijn leven aan het samen met zijn vrouw afzeilen van de Thames, het besturen van op afstand bestuurbare oorlogsschepen en het krijgen van kinderen. Of hij in zijn verbazingwekkend kalme laatste jaren ooit nog eens zijn boog en zwaard tevoorschijn heeft gehaald om wat oude tijden te herbeleven is niet bekend.