Identiteit

Tienerjongens krijgen les in mannelijkheid en grenzen respecteren om seksueel geweld tegen te gaan

Ongeveer de helft van de vrouwen krijgt in haar leven te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat gaat zowel over fysiek als niet-fysiek gedrag, van straatintimidatie tot aanranding en verkrachting. En in veruit de meeste gevallen zijn de daders mannen en de slachtoffers vrouwen.

Over testosteron, mannen en mannelijkheid wordt de laatste decennia veel gediscussieerd, zowel binnen als buiten het feministische debat. De recente SIRE-campagne, waarin werd gevraagd of ‘jongens weer jongens mochten zijn’ zorgde voor een hoop herrie – want wat is écht jongensgedrag? En hoe zit het met de stereotypes van niet mogen huilen en het idee dat je als man altijd maar zin in seks zou moeten hebben? En hoe verhouden die stereotypes over mannen zich tot het feit dat vooral mannen daders zijn van seksueel-geweldplegingen?

Videos by VICE

IMAGINE (Inspiring Male Action on Gender Equality in Europe) houdt zich ook bezig met deze vragen – het project richt zich op het voorkomen van seksuele intimidatie en seksueel geweld tegen vrouwen. Dat doen ze door met jongens van tussen de 12 en 18 jaar te praten over masculiniteit, seksualiteit en gendergelijkheid. In de klas leren ze jongens grenzen aan te geven én te herkennen, en zo hoopt IMAGINE seksueel geweld terug te dringen. Ook meisjes mogen meedoen met de workshop.

Gijs Hablous (24 jaar) is een van de mannen die sinds januari van dit jaar voorlichting geeft op scholen. We spraken hem over mannen onder elkaar, het aangeven van grenzen en jongens die nog steeds bang zijn om voor mietje te worden uitgemaakt.

Broadly: Hé Gijs, hoe was de seksuele voorlichting op jouw eigen school vroeger?

Gijs: Ik kan me ongeveer twee lessen herinneren tijdens biologie, ik geloof in de brugklas. Een ‘gewone’ biologiedocent, die niet gespecialiseerd was in seksualiteit, vertelde ons hoe we zwangerschappen en soa’s konden voorkomen. En we kregen natuurlijk les in hoe we een condoom moesten omdoen. Er werd heel lacherig mee omgegaan. Zaken als seksualiteit en gender kwamen niet aan bod.

En toen dacht je: dit moet beter.
Dat kwam eigenlijk pas later, toen ik me bewust werd van het feit dat ik een witte en hoopgopgeleide cis-man ben – en dus enorm veel privileges heb. Ik wilde graag iets toevoegen op het gebied van gender en seksualiteit, maar wist niet of ik me wel in feministische discussies moest mengen. Ik wilde geen mensen voor het hoofd stoten. Toen hoorde ik van IMAGINE, en ik vond het heel sympathiek dat ze mannen als rolmodellen voor jonge jongens zochten die hen konden voorlichten over het voorkomen van seksueel geweld en intimidatie.

Seksueel geweld en intimidatie, dat is best een zwaar onderwerp voor een groep jongens van 12 tot 18 jaar. Hoe pak je zo’n gesprek aan?
We richten ons op concrete fysieke oefeningen en bespreken die daarna. Zoals de grensoefening, waarbij we twee groepen tegenover elkaar zetten. De ene groep loopt langzaam naar de andere groep toe, en de laatste groep zegt ‘stop’ wanneer ze vinden dat de ander te dichtbij komt. Vervolgens zet de groep toch nog een extra stap naar de anderen toe – en overschrijdt daarmee de aangegeven grens. We laten hiermee zien dat iedereen grenzen heeft, maar dat het soms moeilijk is om te weten wat iemands grens is. Zo leren we hen dat je daar dus over moet praten.

“Veel jongens denken dat het niet hun schuld is wanneer ze te ver gaan, zonder dat een meisje duidelijk nee zegt – want hoe hadden ze het dan überhaupt kunnen weten?”

Hoe reageren die jongens op zulke oefeningen?
Soms wordt er lacherig gereageerd. Er was bijvoorbeeld een jongen die stoer zei dat meisjes alles met hem mogen doen. Daar gaan we dan wel serieus op in: is het mogelijk dat je echt geen grenzen hebt? Ik merk dat het respecteren van grenzen wel echt een lastig thema is: hoe weet je zeker tot hoe ver je mag gaan? Veel jongens denken dat het niet hun schuld is wanneer ze te ver gaan, zonder dat een meisje duidelijk nee zegt – want hoe hadden ze het dan überhaupt kunnen weten?

Hoe moeten ze het dan wel aanpakken, als ze geen slechte intenties hebben?
Meestal komen we op dat gesprek door voorbeelden die jongens uit de klas geven. Een jongen vertelde dat hij een keer een meisje leuk vond. Hij zag haar vaak voorbij komen lopen, dus hij floot en riep iedere keer naar haar. Ze reageerde maar niet, en toen vroeg haar na een tijdje waarom niet. Zij antwoordde dat ze het heel irritant vond dat hij dit deed, terwijl hij op zijn beurt geen idee had hoe je dan met een meisje in gesprek raakte. Pas toen ze het gesprek aangingen, werd het voor hem duidelijk hoe zij zich daarover voelde.

Ik kan me voorstellen dat er in groepsverband soms ‘stoere’ opmerkingen worden gemaakt waar je niets mee kan.
We proberen het altijd te linken aan een situatie die dichtbij de jongens zelf staat. Een van de jongens vond bijvoorbeeld dat, wanneer een meisje een kort rokje droeg, ze er zelf om vroeg om nageroepen te worden. Vervolgens vroeg de vrouwelijke leraar: “Hoe zou je het vinden als mannen mij naroepen, omdat ik hardloop ik een kort broekje?” Of: “Wat zou je ervan vinden als er zo met je zusje werd omgegaan?” Toen besefte hij dat het een kromme redenatie was.

“Een van de jongens vond dat een meisje met een kort rokje er zelf om vroeg om nageroepen te worden. Wij vroegen hem: ‘Wat zou je ervan vinden als er zo met je zusje werd omgegaan?’ Toen besefte hij dat het een kromme redenatie was.”

Waarom richt de workshop zich vooral op jongens?
De meeste daders van seksueel geweld zijn mannen, en vrouwen zijn meestal het slachtoffer – dus je moet het daar wel zoeken. Er valt veel te winnen bij mannen die mannen op hun gedrag aanspreken. Dit zie je bijvoorbeeld al in vriendengroepen die alleen uit mannen bestaan, en de hoeveelheid seksistische grappen die er worden gemaakt. Het zou goed zijn als een of meerdere van die mannen daar iets van durft te zeggen in zulke gevallen.

Heb je dat zelf ook ervaren in je mannelijke vriendengroepen?
Ja, vooral vroeger. Ik voelde me vaak ongemakkelijk als er vrouwonvriendelijke grappen gemaakt werden, die bijdroegen aan bepaalde stereotyperingen. Toch kon ik mijn ongemak niet zo goed plaatsen. Inmiddels zeg ik er wel wat van als er seksistische grappen worden gemaakt over vrouwen, en ik vind dat andere mannen dat ook moeten doen. Als je je er bewust van bent en je doet er niets tegen, dan doe je er net zo goed aan mee.

“Er valt veel te winnen bij mannen die mannen op hun gedrag aanspreken. Dit zie je bijvoorbeeld al in vriendengroepen die alleen uit mannen bestaan, en de hoeveelheid seksistische grappen die er worden gemaakt.”

Merk je dat de jongens in de klas het gevoel hebben dat ze aan een bepaalde, stereotyperende vorm van mannelijkheid moeten voldoen?
Ja. Tot nu toe heb ik wel het idee dat elke keer dat we de workshop geven een paar jongens zich realiseren dat ze bepaald gedrag vertonen – zogenaamd altijd zin willen hebben, stoer moeten doen – omdat dat van hen wordt verwacht. Sissen en fluiten worden in sommige mannelijke groepen als ‘normaal’ gezien, omdat ze denken dat het stoer is. Woorden als ‘mietje’ en ‘homo’ worden vaak op een negatieve manier gebruikt. Als je bijvoorbeeld geen zin hebt in seks dan ben je ‘gay’ – en als je het dan met die jongens over die stereotyperingen hebt, komen ze erachter dat ze er last van hebben.

Heb je het gevoel dat ze het doel van de workshop begrijpen?
Het liefst heb ik natuurlijk dat ze na zo’n workshop overtuigd feminist zijn, en dat we stereotyperingen voor altijd kunnen doorbreken. In de praktijk hebben we meestal maar een paar uur. Het is wel heel bijzonder dat jongens naderhand onderlinge gesprekken hebben over seksualiteit, seks, versieren en relaties – dingen waar ze normaal gesproken niet zo open over zijn. Het zou goed zijn als dit standaard in het onderwijs wordt opgenomen, vanaf jonge leeftijd.

Bedankt, Gijs.