In de documentaire Oproerkraaiers onderzoekt Sunny Bergman hedendaags activisme, en waarom activisten vaak worden gezien als irritante oproerkraaiers – terwijl ze juist strijden voor hun idealen. Om antwoorden te vinden volgt ze een jaar lang allerhande activisten: boeren, feministen, klimaat- en dierenactivisten en mensen die zich inzetten voor Black Lives Matter.
Een van de mensen die Bergman portretteert is de doorgewinterde activist Frank van der Linden. Hoe luider hij werd, hoe dieper hij in de problemen kwam, hoe meer hij slachtoffer werd van zijn strijd voor de goede zaak. Hij ontving doodsbedreigingen van extreemrechts. En nadat zijn huisadres bekend werd, spanden zijn buren een rechtszaak aan, omdat ze vreesden voor hun eigen veiligheid. Hij raakte dakloos. “De prijs die je betaalt voor activisme is heel erg hoog,” zegt hij in de documentaire.
Videos by VICE
Maar van der Linden geeft niet op. Hij staat nog altijd met zijn megafoon voor het gemeentehuis om aandacht te vragen voor het groeiende probleem van dak- en thuislozen, of het kantoor van Booking.com om ze te vertellen dat ze hun belasting netjes moeten betalen.
Ik vroeg een aantal jonge activisten die zich inzetten voor een betere wereld hoe het is om zo’n hoge prijs te betalen, hoe ze zich niet laten kisten en of ze nog advies hebben voor activisten in spé.
Vanavond is Oproerkraaiers te zien op de beeldbuis om 20.25 bij VPRO op NPO2 en online te zien via 2doc.nl.
Robin Bruisje (26)
Ik zet me in voor klimaatrechtvaardigheid. Ik richt me vooral op de kledingindustrie, omdat daar alles samenkomt: vervuiling, verwoesting van natuur, schending van mensenrechten, en de uitbuiting van miljoenen mensen.
Ik zit bij de actiegroep Extinction Rebellion. In september blokkeerden we De Zuidas: het financiële hart van ons land dat investeringen doet in fossiele bedrijven. Toen ik na de blokkade op Instagram keek, zag ik honderden berichten en doodsverwensingen. Mensen stuurden dingen als: “Vieze linkse teef, ik hoop dat je van die blokkade afdondert, en kijk uit waar je loopt, anders word je aangereden.” Ook had ik 20.000 nepvolgers erbij, dat kan iemand blijkbaar voor je kopen. Heel intimiderend. Ik heb iedereen verwijderd en geblokkeerd. Later bleek dat een presentator van PowNews mij had gefilmd en getagd in zijn Instagramstories met de tekst: “De opperklimaatgekkie is weer aan het werk hoor.”
Ik was bang, voelde me kwetsbaar en moest huilen van de stress. Ik deel veel op Instagram. Als iemand z’n best doet kunnen ze achterhalen waar ik ben. Je weet niet waartoe iemand in staat is en dat maakte me paranoïde. Een dag na die Instagrampost belde een bezorger aan en toen dacht ik: wtf, is het een van die mensen? Maar goed, ik leef nog steeds.
Nadat ik alles had verwijderd en geblokkeerd, twijfelde ik alsnog om mijn Instagram te verwijderen. Maar nee, mensen die mij intimideren hopen dat ik stop en dat ga ik niet doen. Gelukkig kreeg ik veel steun nadat ik had gedeeld wat me was overkomen. Of ik mezelf als oproerkraaier zie? Soms wel, ik bedoel, ik plak me met lijm vast in winkels van grote fashionketens en ik blokkeer wegen. Maar ik ben niet alleen maar onrust en chaos aan het creëren. Ik voer juist ook heel vredig actie. Ik geef bijvoorbeeld gratis kledingreparatieworkshops op straat.
Mijn tip als je activist wil worden: oefen je verhaal bij mensen in je omgeving. Ik heb lang als kapper gewerkt, en had het vaak met klanten over de planeet en de kledingindustrie. Daardoor kon ik mijn verhaal op een heldere manier uitleggen aan mensen op straat of aan de pers. Vaak hebben mensen het verhaal goed in hun hoofd of hart, maar je boodschap overbrengen is ook een kunst.
Nanoah Struik (20)
Het is frustrerend dat ik van de wereld een betere plek wil maken, maar dat ik daardoor met zoveel haat te maken krijg. Activisme heeft vaker niet dan wel effect. Maar niets doen is geen optie.
Ik wil genderdiversiteit onder de aandacht brengen. Ik vind het belangrijk dat de wereld weet dat er meer is dan alleen ‘man’ en ‘vrouw’. Het verspreiden van die kennis doe ik met posts op Instagram.
Mijn activisme gaat altijd gepaard met een negatieve shitload aan reacties. Dat gaat soms heel ver. Op Instagram schelden mensen me de huid vol, wensen me dood. Ik krijg vaak berichten dat ik gestenigd moet worden, dat ik mezelf van kant moet maken en dat ik naar een inrichting moet. Afgelopen zomer kreeg ik een bericht van iemand, die zei dat-ie mijn moeders keel zou doorsnijden. Ik heb aangifte gedaan. Toen ik uitlegde aan de politie dat ik non-binair ben en daardoor met veel haat te maken krijg, kreeg ik een discussie met de agent. Hij vond dat non-binair zijn niet bestond. Hij zei: “Ja, maar je hebt gewoon een piemel of een vagina.” Dat was geen prettige ervaring, maar ik ben alsnog blij dat ik aangifte heb gedaan. De jongen die mij het dreigement stuurde bleek 15 te zijn en moest een excuusbrief schrijven.
Tuurlijk raken de berichten me soms, ik ben ook maar een mens. Leuk is anders, en soms twijfel ik ook aan mezelf: ben ik dan echt gek? Maar de haatreacties bevestigen dat het nodig is dat ik me uitspreek. Ik weet waarvoor ik het doe: ik wil een betere wereld voor mijn broertje van zes.
Activisme moet je vooral op je eigen manier doen. Het is belangrijk dat mensen weten dat je activisme ook kan en mag veranderen. Dat is iets waar ik veel over nadenk: ik kom best wel boos op Instagram over, ik ben ook boos, maar ik vraag me af of ik op die manier de meeste mensen bereik.
Sophie Heesen (21)
Ik ben raadslid van de PvdA in Gouda. Ik probeer mensen die in armoede leven te helpen. Daarom zorg ik ervoor dat kinderen van ouders met weinig geld, gratis of voor een klein bedrag huiswerkbegeleiding kunnen krijgen. Ook ben ik feminist, ik vind bijvoorbeeld dat mensen die in armoede leven recht hebben op gratis tampons en maandverband. Ik zet me bovendien in voor lhbti’ers. Dat laatste vond ik altijd al belangrijk, omdat ik zag hoe er soms negatief werd gereageerd op lhbti’ers die uit de kast kwamen. Mijn broer had bijvoorbeeld te maken met discriminatie. Nu hij er niet meer is, ben ik me gaan verdiepen in activisme en rechtvaardigheid.
Het valt soms moeilijk te rijmen dat ik strijd voor een betere wereld, maar op sociale media reacties krijg dat ik een zwakzinnige moron ben. De prijs die je betaalt voor activisme is heel hoog, omdat de reacties je persoonlijk raken.
Op mijn achttiende ging ik de politiek en dat maakte me een mikpunt. Haat ontvang ik vooral uit de extreemrechtse hoek en gaat er vaak over dat ik een jonge vrouw ben. Op social media zie ik bijvoorbeeld reacties die gaan over mijn borsten. Ik krijg berichten over hoe slecht ik het wel niet doe, dat ik beter kan stoppen omdat mijn werk toch niet helpt. Ik ontvang weleens dreigementen. Zo stuurde iemand: we moeten nú afspreken, want ik wil dat je naar me luistert, anders kom ik je opzoeken. Ik had geen idee waarvoor diegene wilde afspreken, maar ik vond het heel intimiderend en heb het gelijk gemeld bij de politie.
Jonge vrouwen in de politiek hebben het niet makkelijk. Maar ik hoop niet dat het vrouwen weerhoudt om politiek actief te worden. Tegen jonge activistische vrouwen wil ik zeggen: zoek mensen die dezelfde boodschap uitdragen, dan sta je sterker in je schoenen. Inmiddels weet ik hoe ik ermee moet omgaan. Als iemand een nare reactie plaatst, zeg ik: keer bakje koffie doen? Meestal reageren ze dan niet meer. Wat ze ook doen, ik blijf de straat opzoeken om voor anderen op te komen.
Rebekka Timmer (21)
Ik strijd tegen racisme, ben feminist en streef naar gelijkwaardigheid en economische rechtvaardigheid.
Ik ben actief lid van de politieke partij BIJ1 en krijg daardoor regelmatig grove beledigingen naar mijn hoofd geslingerd. Toen ik raadslid was in Hilversum sprak ik me uit in raadsvergaderingen, op social media en in opiniestukken over mensen die we in Nederland vereren en als held zien. Ik vroeg me af waarom er straatnamen zijn vernoemd naar mensen zoals VOC-gouverneur JP Coen, terwijl hij afschuwelijke dingen heeft gedaan en mensen heeft vermoord. Ik kreeg heftige reacties op social media, via de mail, en zelfs via de telefoon. Ik werd vergeleken met nsb’ers en benoemd tot “Haatheks van Hilversum”. Ook schreven mensen dingen als: “Je moet genageld worden aan een schip en teruggebracht worden naar je eigen land.” Op straat werd ik bijna aangereden door iemand die riep dat ik “moest worden opgesloten in een psychiatrische inrichting.” Toen dat gebeurde, dacht ik wel: what the fuck just happened. Ik ben weleens bang dat iemand me echt iets aan zal doen.
Ik heb vaker aangifte gedaan, maar daar is nooit iets mee gedaan. Ik heb het gevoel dat die aangiftes ergens onderin een la belanden − de overheid zou online haat beter moeten bestrijden. In het begin vond ik de reacties heel heftig. Inmiddels weet ik dat ik het kan verwachten, maar het went niet. Ik probeer ze niet te lezen. Ik heb een filter ingesteld op m’n sociale media zodat nare berichten worden weggegooid. Haat probeer ik te zien als onderdeel van de strijd. Ik rammel aan de structuren van een ongelijkwaardige en onrechtvaardige samenleving, en dat vinden mensen met macht vervelend. Als zij zich geraakt voelen, doen wij iets goed. Haters willen met hun haat mijn strijd ondermijnen en dat laat ik niet toe.
Aan mensen die activist willen worden: gewoon doen. Hoe? Ga eens naar een demonstratie. Iedereen is nodig om actie te voeren. Hoe meer mensen, hoe meer kracht. En ja, er komt shit, en ja activisme eist een hoge tol. Dat is zwaar maar we zijn de wereld aan het veranderen. Activisme heeft nut. Neem Zwarte Piet als voorbeeld: we zijn er bijna.