De Amerikaanse staat Alabama heeft een abortuswet aangenomen die vrijwel alle abortussen verbiedt, zelfs als er sprake is van verkrachting of incest. Alleen als er “een serieus risico voor de gezondheid is,” mag een arts een abortus uitvoeren. In andere gevallen riskeren artsen een gevangenisstraf, omdat ze een strafbaar feit hebben gepleegd
47 jaar geleden had je als Amerikaanse vrouw die ongewenst zwanger was weinig opties: je kon, als je het geld ervoor had, het land verlaten en ergens anders een abortus regelen, of je kon een ongereguleerde, clandestiene en potentieel levensbedreigende procedure ondergaan. Een derde optie was het kind ter wereld brengen zonder dat te willen.
Videos by VICE
Het Amerikaanse Hooggerechtshof legaliseerde 47 jaar geleden het constitutionele recht op abortus, en sindsdien heeft de uitspraak in de zaak Roe v. Wade abortus in Amerika veilig en legaal gehouden.
Ik reis al meer dan vier jaar door de VS en naar het buitenland om overal met mensen over hun abortuservaringen te praten. Ik heb bijna driehonderd mensen gesproken. Voordat abortus legaal was, beëindigden slechts dertig van hen een zwangerschap. Hoewel sommigen het geluk hadden om een veilige abortus met een privéarts te regelen – of via een ondergrondse feministische abortusdienst – kregen anderen, vooral arme mensen en mensen van kleur, te maken met onveilige, ongezonde en gevaarlijke omstandigheden.
De vrouwen (en mannen) waar ik mee sprak zijn nu zestig, zeventig of tachtig jaar oud. Ze deelden schokkende verhalen in alle soorten en maten: seksueel geweld tijdens illegale abortussen, hoon van artsen en verpleegsters in ziekenhuizen, wakker worden in je eigen bloed, abortussen met kleerhangers, op straathoeken wachten op vreemdelingen, geblinddoekt naar geheime locaties worden gereden, grimmige hotelkamers en ernstige medische complicaties.
Deze verhalen zijn een herinnering aan de gevaarlijke, soms zelfs dodelijke gevolgen van een verbod op abortussen. Want zoals een vrouw me vertelde: “Vrouwen gingen gewoon dood.” Illegale abortus was riskant, maar ze hadden geen andere keus.
Barbara (77)
Ik had mijn abortus toen ik achttien was – ik was zwanger van een man waar ik niet van hield. Ik vroeg een vriendin of ze me kon helpen en ze gaf me het nummer van een man die abortussen deed. Ik wist niets over hem – dat was toen gewoon zo, je greep elke kans aan om een abortus te krijgen. Ik moest naar een huis in het noorden van de stad. Daar klopte ik aan en een man deed open. Ik wist niet of hij een kok, een dokter of een loodgieter was – ik wist gewoon echt niet wat hij was of wat hij deed.
Ik volgde hem naar de keuken en klom op tafel. Hij onderzocht me, zei dat ik twee maanden zwanger was en dat het 200 dollar zou kosten. Ik was typiste en had niet veel geld – zeker geen 200 dollar. Ik ging huilend terug naar huis en praatte met mijn vriendin. Zij had op de een of andere manier wat pillen voor me. Ik slikte ze en dacht dat ik dood ging, zoveel pijn had ik. Het was vreselijk, het bleef maar pijn doen. Ik bloedde eerst niet, maar na ongeveer vier of vijf dagen kwamen er bloedproppen naar buiten. Het was alsof ik ongelooflijk zwaar ongesteld was. Ik dacht: godzijdank, in de toekomst zal ik voorzichtiger zijn.
Een week lang voelde ik het vanbinnen branden, daarna ging ik naar de huisarts. Die zei dat ik naar het ziekenhuis moest. Daar werd ik naar operatiekamer gereden met een bordje op mijn buik met daarop de tekst ‘onvolledige abortus’. Daardoor kreeg ik heel erg het idee dat ze me zagen als zondaar – het was een katholiek ziekenhuis. Ze opereerden me en redden mijn leven: de arts zei dat als ik nog een dag langer had gewacht, ik dood was gegaan.
“Volgens mij was het een klerenhanger.”
Anoniem (71)
In 1965 woonde ik samen met een getrouwde man, een arts die 23 jaar ouder was dan ik. Ik werd zwanger, ondanks dat ik anticonceptie gebruikte. Er bestond in die tijd geen legale abortus, dus we deden het zelf. Ik was ongeveer zeven weken zwanger. Ik denk dat hij het met een kleerhanger deed. Het was steriel en hij wist wat hij aan het doen was, maar het had gevaarlijk kunnen zijn. Daar dacht ik destijds niet over na. Omdat ik bloedde, moest ik naar de Eerste Hulp. Daar haalden ze een stukje van mijn baarmoeder weg. Ze wisten dat ik zelf een abortus had gepleegd.
Twee jaar ging het goed. Toen werd ik weer zwanger. Deze keer vonden we een arts die de abortus wilde doen – al was het nog steeds illegaal. Mijn vriend reed me naar de kliniek in New York en ik kreeg de abortus.
Ik werd, ondanks anticonceptie, een derde keer zwanger. We konden niemand vinden om de abortus te doen – het was gewoon te laat. Ik ging naar een tehuis voor ongehuwde moeders in Manhattan. Daar waren allemaal andere vrouwen die in dezelfde situatie zaten. Ik heb de baby één keer gezien en daarna ben ik weggegaan uit het ziekenhuis, omdat ik wist dat ik het niet aan zou kunnen om de baby nog een keer te zien – en omdat ik het me op geen enkele manier kon veroorloven om een kind op te voeden. De baby werd ter adoptie aangeboden. Dat was twee weken voordat abortus legaal werd.
“Ik had geluk.”
Wendy (70)
Ik was zeventien toen ik abortus pleegde. Het was 1962. Ik woonde in New York, en mijn vader was op de een of andere manier aan de naam van een dokter gekomen. Het bleek nogal een engerd te zijn, met een griezelig kantoortje. Ik moest meteen op de tafel gaan liggen, want hij wilde een intern onderzoek doen, wat helemaal niet nodig was. Het was allemaal erg naar, dus ik ben weggegaan.
We kregen een andere dokter aanbevolen en deze keer ging mijn moeder mee. Dit kantoor was schoon, en de dokter kwam over als een echte dokter. Ik weet nog dat de procedure erg veel pijn deed. Hij gaf me natriumthiopental, waardoor ik half buiten bewustzijn was. Hij praatte me door de hele procedure heen, en zei dingen als: “Dit is de straf voor je zonden, ik hoop dat je je les geleerd hebt.” Toen het voorbij was heeft m’n moeder me mee naar huis genomen, en was ik in orde. Ik weet nog dat hij gaas in mijn vagina had gestopt tegen het bloeden. De volgende dag trok ik alles eruit: meters en meters aan gaas.
“Ik was suïcidaal. Abortus was illegaal.”
Cathy (69)
Ik was zestien jaar oud en had verkering met een matroos. Eenentwintig was hij. Ik weet nog dat ik moest overgeven in de wc op school en bij mezelf dacht: oh god, alstublieft, ik wil niet zwanger zijn. Maar toen ik naar de dokter ging, vertelde hij me dat ik in verwachting was, en dat ik het aan mijn ouders moest vertellen. Ik had geen idee hoe. Om eerlijk te zijn heb ik toen zelfmoord overwogen. Abortus was illegaal, er was niets dat ik kon doen.
Mijn moeder was… ze was zo boos. Een dag later kwam ze naar me toe: ze had de dokter gebeld, en die had haar een nummer gegeven van iemand die kon helpen. Een paar weken later zei ze dat mijn vader me mee zou nemen voor een abortus. Hij bracht me naar een klein, vervallen motel. De dokter zei tegen mijn vader dat hij weg kon gaan en anderhalf uur later terug kon komen, maar mijn vader zei dat hij me niet alleen zou laten. Er zat een gordijn tussen de keuken en de slaapkamer. Hij trok het gordijn dicht, en mijn vader wachtte daar. Het duurde inderdaad ongeveer anderhalf uur.
Ik ben daarna nog een keer teruggegaan, om er zeker van te zijn dat ik niet overmatig veel bloedde. Deze keer was ik met mijn moeder, die me wel alleen liet met de dokter. Ineens kreeg die dokter – als het überhaupt een dokter was – een stuk meer praatjes. Hij vertelde me dat ik een strak kutje had, terwijl ik daar voor de tweede keer in een week op de keukentafel lag. Ik was zeventien, en had misschien vijf of zes keer seks gehad. Het was verschrikkelijk. Ik kan nog steeds niet geloven dat hij dat zei. Dat is ook een van de redenen waarom abortussen in een echte kliniek thuishoren, en niet op een vergeelde eettafel in een goor motel.
“Ik lag in een plas bloed.”
Judi (62)
Ik heb op mijn zestiende illegaal abortus gepleegd, nadat ik verkracht werd door een kennis van mijn ouders. Ik had een oudere vriend, Dave, die al studeerde. Ik ging naar hem toe en zei dat ik me slecht voelde. Hij zei dat ik misschien zwanger was en dat ik hem wat urine moest geven. Hij zou het dan aan een vriendin geven, die het kon controleren in de universiteitskliniek. Je kon in die tijd niet gewoon even naar de supermarkt voor een zwangerschapstest – je moest daarvoor naar de dokter. Ik woonde in een klein dorp en ik was als de dood dat mijn ouders erachter zouden komen.
De uitkomst van de test was positief. Ik was kapot. Ik wist dat ik dit kind niet wilde hebben. Dave zei dat hij me wilde helpen. Hij gaf me de ID-kaart van z’n vriendin, zodat ik kon doen alsof ik ouder was dan zestien. Ook wist hij het geld voor de abortus bij elkaar te sprokkelen. Ik geloof dat het 250 dollar was.
Dave bracht me naar het appartementencomplex waar de abortus plaats zou vinden, maar hij mocht niet mee naar binnen. Ik was doodsbang, maar dit was mijn enige kans. Ik liep de trap op en klopte op de deur. Er deed een man open met een schort om, een soort slagersschort. Hij vroeg het geld. Ik gaf de 250 dollar en toen stompte hij me in mijn gezicht. Ik verloor mijn bewustzijn, en toen ik wakker werd had ik veel pijn. Ik lag in een plas bloed en die man was verdwenen. Ik raapte mezelf bijeen en viel bijna van de trap af. Dave stond op me te wachten en bracht me naar het ziekenhuis.
Ik had de ID-kaart van zijn vriendin geleend, dus ik moest telkens onthouden dat ik haar naam moest opgeven, en niet mijn eigen naam. Toen ik bij de eerste hulp kwam, wisten ze dat ik een mislukte abortus had ondergaan. Iedereen was kwaad op me, alle verpleegsters waren tegen me aan het schreeuwen dat ik iets slechts had gedaan, en dat ik dood zou gaan. Ze zeiden dat ze me wel zouden helpen, maar dat ze niet blij met me waren. Maar goed, dankzij hen heb ik het wel overleefd.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE US.