Sport

Waarom Go Ahead-thuis voor Feyenoord de wedstrijd van het jaar is

Het is nog niet eens zo lang geleden dat John Guidetti tegen Ajax met een hattrick een Klassieker won, in Rotterdam weliswaar. Ik herinner me een ontlading die zijn weerga niet kende. De jonge Zweedse spits krijgt precies dat weekend voor eeuwig een tik van de molen in zijn bovenkamer. De Kuip staat na de wedstrijd nog lang na te deinen. Er wordt gefeest alsof de kampioensschaal gevierd wordt. Op een moment van zwakte vormt zich tijdens de ereronde een soort minipolonaise op het veld. Jordy Clasie zit juichend op de schouders van Guyon Fernandez (Wie? Ja precies.)

Ineens klinkt door alle speakers de stem van aanvoerder Ron Vlaar. Bruno Martins Indi wijst naar de zijkant van het veld, waar de aanvoerder in zijn eentje met de microfoon in zijn handen staat. Vlaar zingt als een ontketende Bokito. De rest van de spelers beginnen ter hoogte van een van de twee goals uitbundig te dansen. De media smullen, het publiek ontploft.

Videos by VICE

“COME ON!” roept Ron Vlaar onophoudelijk. Het doet me nog het meest denken aan de veldslagen van Lord of the Rings, waar de zoveelste gevallen koning zichzelf met de laatste resten van zijn ooit zo beangstigende en vermaarde leger, schreeuwend van trots, in de zwaarden van het orkleger van Sauron stort, dat zonder al te veel moeite zijn zwaarden oppoetst, de harnassen afklopt en doorgaat met de alledaagse beslommeringen. Als ik achteraf het filmpje terugkijk, durf ik te zeggen dat ik het zelfs bijna gênant vind. Met moeite kijk ik het fragment af.

Feyenoord verliest dat jaar van AZ, ADO, Groningen, NEC, VVV en PSV – en speelt zeven wedstrijden gelijk. Het seizoen eindigt op de tweede plek, op zes punten en vierentwintig doelpunten achterstand, achter Ajax, dat alweer kampioen wordt.

Feyenoord-uit was voor Ajax niet de wedstrijd van het jaar – hooguit een te nemen hobbel in de richting van het kampioenschap. “Goed,” werd er in Rotterdam voorzichtig gezegd, “we zijn dan geen kampioen geworden, maar we hebben wél van Ajax gewonnen.” De tweede plek wordt gevierd, de overwinning wordt gekoesterd. Ook de jaren daarna blijft de Klassieker dé wedstrijd van het jaar. Een wedstrijd die overigens bij Feyenoorders – en absoluut, ik heb me er ook aan bezondigd – vele malen meer leeft dan bij de Ajacieden.

Dit jaar staat Feyenoord, met nog zes wedstrijden te spelen, met een comfortabele marge bovenaan. In het café kijk ik naar de Klassieker, met een aantal vrienden. Eén van de vrienden draagt een Ajax-sjaal, maar allemaal juichen ze uitzinnig als Lasse Schöne al na een paar minuten de 1-0 binnenschiet. Als ook de 2-0 valt, slaan de vrienden elkaar juichend op de schouder. Ik krijg een sms’je binnen: “WZAWZDB” staat er alleen. Eén iemand noemt het Leidseplein. Ze kijken met een schuin oog naar mij, en reageren een beetje beteuterd als ik mijn schouders ophaal.

“Oh! Oh! Sorry, Neggers! Maar Ajax gaat dit gewoon winnen hoor! Ha! AJAX! AJAX!”

“Dat sluit ik niet uit, jongens,” mompel ik, terwijl ik een slok bier neem.

“Ha! Het gaat toch nog helemaal mis! Ze choken! Ajax wordt kampioen!”

Ik kijk naar de vriend met de Ajax-sjaal. Hij doet me denken aan Ron Vlaar, met de stadionmicrofoon in zijn handen, gillend van geluk, na de overwinning in eigen huis. Dan glimlach ik naar hem.

Natuurlijk is het mooi, de cultus rondom de Klassieker. En natuurlijk had Feyenoord er goed aan gedaan om de wedstrijd te winnen. Om het gat bijna onoverbrugbaar te maken. Maar, zou je denken, de werkelijkheid is dit: zonder Kongolo, Vilhena, Jörgensen en Elia, en met een half fitte Karsdorp is het gewoon te mager voor Ajax-uit.

Eigenlijk is die gedachte onzin, want het is eigenlijk elk jaar te mager, uit bij Ajax. Of Feyenoord nu beter speelt, slechter speelt, Ajax bij de strot grijpt of door Ajax bij de strot gegrepen wordt: een zeperd lijkt haast onafwendbaar te zijn. Je kunt hem incalculeren. En als ik het gezicht van Giovanni van Bronckhorst zag na de wedstrijd, dan had hij dat ook gedaan. Niks aan de hand mensen, rustig doorlopen, leek hij te denken.

In mei 1999 verloor Feyenoord met 6-0 van Ajax. Doelpunten van Wamberto, Jari Litmanen en Shota Arveladze. Ik vraag me af hoeveel mensen zich die wedstrijd van het jaar nog kunnen herinneren, in Amsterdam en in Rotterdam. Feyenoord was net een week eerder kampioen geworden. Het legioen was nog dronken, en met een beetje geluk Kees van Wonderen en Jean-Paul van Gastel ook nog. De 6-0 was een formaliteit. Een onprettige onderbreking van het feestgedruis. De wedstrijd ervoor, tegen NAC, díe was belangrijk geweest.

De Klassieker was afgelopen weekend een spannende wedstrijd, een mooi affiche. Twee rivaliserende clubs met een grote geschiedenis. Heerlijk om eens goed voor te gaan zitten. Maar komende woensdagavond, thuis tegen Go Ahead, en die vijf die erna nog komen: dát worden de wedstrijden van het jaar.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.