Muziek

Waarom jonge en oude rapfans op moeten houden over de generatiekloof in hiphop


Foto via Twitter

Een tijdje terug ging er een meme rond onder rapliefhebbers op Twitter, met een foto van vier jonge rappers en daarbij de tekst: ‘No one over 30 can name all 4 of those niggas w/o Google’. De rappers in kwestie waren Lil Yachty, Lil Uzi Vert, 21 Savage en Playboi Carti – een aantal van hen zijn sinds begin dit jaar heel populair geworden.

Videos by VICE

Yatchy, met zijn rode dreads, bracht een maand geleden geleden zijn debuut mixtape Lil Boat uit, die inmiddels ruim een miljoen keer beluisterd is op SoundCloud. Zijn collega Uzi, ook met vrolijk gekleurd kapsel, kwam in december met LUV Is RAGE, en het door Don Cannon geproduceerde Top is al ruim vier miljoen keer beluisterd. Sommige twitteraars vonden het dom dat rapliefhebbers niet alle vier de namen wisten, anderen waren juist trots dat ze geen flauw benul hadden. Het idee dat rapfans gebonden zijn aan – of zich juist verwijderd moeten voelen van – de muziek uit de tijd waarin ze zelf ter wereld kwamen en opgroeiden, is een hinderlijke aanname onder hiphopfans die luisteraars uit elkaar drijft, terwijl ze juist hard met elkaar zouden moeten kunnen chillen.

Afgelopen herfst zei de veelgeprezen rapper Vince Staples in Time Magazine dat hij de nineties overrated vindt. Hiermee haalde hij zich direct de haat van fans, artiesten en schrijvers op de hals die waren geschokt dat iemand als hij zulke dingen durfde te zeggen over een tijdperk dat wordt gezien als het hoogtepunt van de hiphop. Young Thug zei in 2015 al iets soortgelijk in GQ: “Jay Z heeft een paar van de meest vette lyrics ooit, maar zijn cd zou ik nooit kopen, gewoon vanwege mijn leeftijd en zijn leeftijd.” Kort geleden nog zat Uzi bij radio Hot ’97, in de ochtendshow van Ebro, de bakermat van de New Yorkse rap, en daar werd hem gevraagd om te improviseren. Hij weigerde dat te doen op “zulke oude beats”. Keer op keer worden fans kwaad door de respectloze houding van de nieuwe generatie tegenover klassiekers, en daardoor is het de laatste tijd vooral in de hiphop-blogwereld geen gezellige boel.

Hiphop bestaat bij de gratie van jeugdige rebellie, en de mainstream gaat gewoon mee met wat er op dat moment nieuw is. Aangezien de nieuwe hiphopnorm steeds verder verwijderd raakt van de jams in het park waar het allemaal ooit mee begon, wordt het geruzie over ‘waar het heen moet en wie dat bepaalt’ steeds heftiger.

Fans zetten het oorspronkelijke karakter van de oervaders die prat gingen op tekst en de directe stijl en het pijnlijk realistische daarin, tegenover de metaforen en het moralisme wat later zijn intrede deed. De helden uit de zelfverklaarde Gouden Eeuw die ondanks de wiet nog overeind zijn blijven staan, moesten kiezen tussen meegaan met hun tijd of achterblijven in de nobele maar gedoemde oppositie. Voor elke Jay Z die zich aanpast is er een grootmeester als KRS-One, voor elke veelzijdige Jadakiss is er een onvermurwbare Lord Jamar. Het recept voor een succesvolle rapper is logischerwijs niet alleen ontzettend goed zijn, maar ook de geschiedenis van het vak kennen en er eerbied voor hebben. “Respect is iets essentieels, maakt niet uit wat voor succes je hebt,” zei Jadakiss tegen ons toen we hem vroegen over de uitspraken van Vince.

Het is boeiend om een rapper te zien die een balans vindt tussen oud en nieuw: de laatste vijf jaar van de carrière van Kendrick Lamar zijn een masterclass in het observeren en subtiel omver werpen van West Coast-hiphopstijl. Maar veel pogingen van de afgelopen tien jaar om de klassieke hiphopvlam warm te houden, lijken gevaarlijk veel op tributes die niets nieuws brengen. Kijk bijvoorbeeld naar de persoonlijke campagne van herrieschopper Troy Ave om “het gevoel terug te krijgen” van New Yorkse hiphop als dominant geluid – en zijn spartelende creativiteit en commerciële levensvatbaarheid – om te zien wat er gebeurt wanneer rap geprezen wordt om de verzameling van herinneringen, in plaats van om individualiteit. Hoewel hij tegenwoordig eigen dingen maakt, klonk Rapper Your Old Droog uit Brooklyn zo ongelofelijk veel als Nas op zijn EP uit 2014, dat er een interview in de New Yorker aan te pas moest komen om complottheorieën te ontkrachten dat hij toch echt Nas niet is.

Een compleet idiote karaktertrek die alle mensen ter wereld delen is dat iedereen uit de grond van zijn hart gelooft dat zijn of haar jeugd absoluut de allerbeste tijd ooit was voor iemand om in te leven. We nemen de kunst en cultuur van onze vroegere jaren de rest van ons leven mee als ‘die goeie ouwe tijd’ – een referentiekader waar de toekomst te allen tijde aan gemeten wordt. Er is niks mis met je generatie steunen, het is een troostend kameraadschap voor jou en anderen zoals jij, die jullie voor het leven verbindt. Gedeelde ervaringen helpen ons door de moeilijkheden heen die ons nou eenmaal overkomen omdat we samen met zeven miljard anderen de planeet moeten delen in de tijd dat we hier zijn. Het verbindt ons. Het houdt cultuur levend. Maar wat kan verbinden, kan ook verdelen.

Wanneer de tijd voorbij gaat en het leven verandert en de ontwikkelingen vooruit gaan, kunnen we dat wat we kennen en waar we ons comfortabel bij voelen gebruiken als schild tegen al het vreemde en nieuwe; of dit nou in politiek, kunst, technologie of muziek is. Vooral in muziek gebeurt dit. De seksuele kracht van rock ’n roll was een doorn in het oog van de meer welgemanierde big band-generatie; punk sloeg rock aan gort, en disco maakte soul soepel alsof het een kauwgompje was. Hiphop hakte alles in stukjes, flikkerde het in een wok en maakte er een roerbakschotel van. Elke vernieuwing en verandering liet mensen achter die niet mee durfde in een nieuwere cultuur. De koelbloedige fan durft het aan en ziet voordelen, maar degenen die krampachtig vasthouden aan oude gewoontes blijven achter op een comfortabel maar saai eiland, waar de golven van de toekomst richting het vaste land rollen.

Het is narcistisch om te zeggen dat helden van toen beter waren dan die van nu – de jeugd heeft immers de tijd niet gekend waarin jouw kampioen groot is geworden. Uiteindelijk streven ze allemaal hetzelfde na: van het bestaande afwijken en iets ombuigen tot iets nieuws, eigens en unieks. Het is ook narcistisch om te denken dat er niets te leren valt van het verleden. Kennis en de kunst van het rappen afkijken bij mensen die het hiphopwiel hebben uitgevonden, is geen nadoenerij of blokkade in de weg naar succes. Iedereen is schuldig aan jeugdige brutaliteit en iedereen heeft lopen stuntelen in zichzelf iets eigen maken. Het zou goed zijn voor iedereen om leeftijd buiten beschouwing te laten, net als levenservaring die er wel of niet is, en te proberen een keer door de ogen van de ander te kijken.