Twee Londense clubs strijden om de titel, en er spelen nog vier andere teams uit de hoofdstad in de Premier League. De drie topclubs uit het noordoosten zijn al gedegradeerd of moeten tevreden zijn met handhaving, terwijl de regio vroeger een broedplaats was voor topspelers als Clough, Paisley, Gascoigne en Shearer.
Het noordoosten ademt voetbal. Geen enkele regio heeft meer passie voor het spelletje. Bovendien weten de fans uit dat deel van het land als geen ander wat het woord passie precies betekent. Het van origine Latijnse woord betekent ‘oneindig lijden’ en ‘ondraaglijke pijn’ – iets wat de noordoostelijke supporters als geen ander hebben ervaren.
Videos by VICE
Sunderland is het beste voorbeeld. Ze staan eenzaam onderaan en zijn intussen gedegradeerd. Een jarenlang wanbeleid is ze fataal geworden. Vijftig kilometer verderop is de sfeer er niet beter op. Middlesbrough heeft degradatie ook niet kunnen voorkomen. Voor Hull City is dit lot nog niet bezegeld, maar het lijkt erop dat zij volgend seizoen ook niet meer op het hoogste niveau actief zijn. Als deze jojoclub het ook niet redt, komen alle degradanten uit hetzelfde hoekje van het Britse eiland.
De grootste club uit de regio is Newcastle United. Die speelt niet eens op het hoogste niveau. Hoewel ze net kampioen zijn geworden in de Championship, staat de club nog lang niet op de plek waar het twintig jaar geleden stond. De laatste tien jaar zijn ze twee keer gedegradeerd, terwijl de club aan het einde van de vorige eeuw nog meestreed om het kampioenschap.
Dat was in dezelfde periode dat Juninho aan zijn avontuur in Middlesbrough begon, wat uiteindelijk zorgde voor een van de grootste Britse voetbalsprookjes uit de recente geschiedenis. Twee jaar later eindigde Sunderland op een verdienstelijke zevende plaats in de Premier League, terwijl spits Kevin Philips met 31 doelpunten topscorer van de competitie werd en de Gouden Bal won.
Tegenwoordig zijn de supporters van deze clubs radeloos en geïrriteerd. Hull lijkt op het veld de verwachtingen nog wel waar te maken, maar de supporters richten hun woede op de eigenaren van de club, die aan de naam van de club wilden sleutelen. En als er al enige chemie was tussen de fans van Newcastle en hun eigenaar Mike Ashley, is die verdwenen sinds Ashley het stadion misbruikt om zijn supermarktketen aan te prijzen. In Sunderland hebben ze de afgelopen jaren een fascistaangenomen, een kindermisbruiker beschermd en hun manager een vrouw zien intimideren. Dit gebeurde allemaal onder de ogen van eigenaar Ellis Short, maar hij lijkt niet veel interesse te hebben in zijn club en liet het allemaal voor wat het was.
De gevolgen zijn desastreus. Twee weken geleden noemde een Sunderland-blogger het bestuur “medeplichtig aan de teloorgang van iets groots, de verwoesting van iets puurs.” Voormalig doelman David Preece schreef in zijn column dat “de degradatie niet het frustrerendste is voor de fans, maar de desinteresse bij het bestuur: dat is de grootste bedreiging voor de club en de stad.”
Dezelfde desinteresse zorgde voor de ineenstorting van Newcastle United, met de degradatie van vorig seizoen als gevolg. Bij Hull City is het noemen van desinteresse ook onvermijdelijk als je het over het bestuur hebt. Duizenden supporters dreigen hun liefde voor de club te verliezen en zijn het zat om behandeld te worden als klanten die geld binnenbrengen.
Middlesbrough is de uitzondering als het om bestuurlijke desinteresse gaat. Voorzitter Steve Gibson is gul, alert en een graag geziene gast bij de harde kern. Ondanks dat speelt Boro volgend jaar toch op het tweede niveau. Het voetbal in het Britse noordoosten staat er beroerd op.
“Het gaat niet alleen maar om de positie op de ranglijst,” zegt journalist George Caulkin, die zich al sinds 1998 bezighoudt met voetbal in die regio. “Veel mensen zijn het gewend om deze clubs te zien pendelen tussen de Premier League en de lagere divisies. Maar wat nu gebeurt is anders. De clubs streefden altijd naar prijzen. Er werden slechte beslissingen gemaakt, waardoor de passie nu weg is. De clubs lijken minder competitief dan voorheen en dat komt door het beleid.”
Net als de staat van het voetbal lijkt de regionale economie ook te verzwakken. Het noordoosten was vroeger het industriële hart van Groot-Brittannië. Kolenmijnen waren verspreid over de regio, terwijl Middlesbrough synoniem was voor ijzer- en staalproductie. Sunderland was bekend om de scheepsbouw en Hull om de visserij.
Globalisering en automatisering hebben ervoor gezorgd dat deze industrieën in hoog tempo zijn gereduceerd of zelfs verdwenen. Het economische verlies in het noorden ging gepaard met een boost voor het zuidelijke deel van het eiland. Vooral Londen is een broedplaats geworden voor afgestudeerden, ondernemers, immigranten en investeerders. Als mensen naar Londen blijven trekken zullen daar de mogelijkheden steeds groter worden.
Londen krijgt een abnormale monopoliepositie. Zoals een journalist al omschreef: “De elite bevindt zich op één plek. Londen is de financiële, culturele en politieke hoofdstad van Groot-Brittannië. Wat New York, Los Angeles en Washington samen zijn voor de VS, is Londen voor Engeland.”
De dominantie van Londen gaat ten koste van andere delen van Groot-Brittannië, vooral het noordoosten. Er wonen in Londen nu 900 duizend meer mensen dan in 2011, terwijl Middlesbrough en Sunderland zijn gekrompen. Een kwart van alle afgestudeerden heeft binnen zes maanden werk in de hoofdstad, terwijl datzelfde percentage van de beroepsbevolking in het noordoosten werkloos is.
Het idee dat het noordoosten een verlaten gebied is, is niet nieuw. “Mijn generatie is opgegroeid in een tijd waarin mijnwerkers in opstand kwamen, en ik denk niet dat onze generatie dat snel vergeet,” zegt Caulkin. “Het gevoel om achtergesteld te worden door de overheid heerst bij ons.”
Om tussen deze factoren en de wanprestaties van de lokale clubs een verband te zien lijkt vergezocht. Bovendien is het hedendaagse voetbal geglobaliseerd in een door de markt beheerste wereld. Je zou dus denken dat de welvaart van een club niet afhangt van de supporters of haar stad, maar toch kan die achterban op een indirecte manier van groot economisch belang zijn. Sunderland staat al twee jaar te koop, en clubeigenaar Ellis Short heeft nog steeds geen passende koper gevonden, terwijl clubs als Fulham, Brentford, Watford, Reading en QPR in de afgelopen periode zijn overgenomen door een nieuwe eigenaar. Dit kan geen toeval meer zijn.
Roy Keane zei al eens over zijn periode als coach van Sunderland dat “spelers naar Londense clubs vertrekken, omdat het Londen is. Niets meer dan dat.” Dit zei hij tien jaar geleden en sindsdien is het alleen maar verergerd. Een columnist stelde al eens voor om de trainingslocatie van Newcastle te verhuizen naar Londen om aantrekkelijker te worden voor voetballers.
De selecties van de clubs uit het noordoosten zijn hierdoor anders samengesteld dan die van hun Londense concurrenten. Sunderland heeft vooral Britten in de selectie, Middlesbrough bestaat voornamelijk uit voetbalavonturiers van mid-twintig, terwijl Hull hun seizoen begon met slechts dertien fitte selectiespelers. Ondertussen beschikken hun concurrenten over gerespecteerde internationals als Christian Benteke, André Ayew en Jack Wilshere. Daarnaast kon Watford een buitenspeler van Juventus aantrekken en West Ham versterkte zich met een back van Real Madrid. Er spelen natuurlijk meer factoren mee bij de aantrekkingskracht van een club, maar de ligging lijkt een buitenproportionele invloed te hebben.
“Een scheiding tussen het noorden en zuiden wordt zichtbaar in het Engelse voetbal,” schreef Gary Neville in 2013. Dat klopt op zich wel, maar het is niet zo zwart-wit als Neville doet vermoeden. Manchester en Liverpool redden zich wel, met hun welvarende voorsteden, eigenzinnige media en toeristische trekpleisters.
De aantrekkingskracht op spelers is slechts een klein deel van het probleem. De Olympische Spelen van 2012, waar veel publiek geld mee gemoeid was, zorgden voor een injectie voor de Londense infrastructuur op het gebied van sport. West Ham speelt nu zelfs in het immense Olympisch Stadion, dat plaats biedt aan 80 duizend toeschouwers. De club kocht het voor een schijntje en haalde daarmee voordeel uit haar geografische ligging. Het epicentrum van het Britse voetbal bevindt zich op een stuk grond langs de snelweg in Zuid-Londen. Die 25 vierkante kilometer heeft 14 procent van alle Britse spelers in de Premier League voortgebracht.
Op het WK van 1990 waren de spelers uit de noordoostelijke regio cruciaal voor de Engelse selectie. Bryan Robson, Paul Gascoigne, Peter Beardsley en Chris Waddle waren onderdeel van de selectie van Bobby Robson, terwijl Jordan Henderson en Fraser Foster tijdens het afgelopen EK de enige spelers uit de regio waren.
Het is niet alleen maar treurigheid. In Newcastle is de sfeer positief, maar dat is “een iets andere club”, aldus Caulkin. “Benitez heeft ambitie en wilskracht teruggebracht – het streven om de beste te willen zijn, het romantische idee om als club echt iets uit te stralen.” Bovendien heeft Newcastle de snelst groeiende economie van Noord-Engeland, op Manchester na. Ook in Sunderland en Hull zijn er plannen om in de komende decennia veel te investeren in cultuur, ondernemers en de bouw. Het zijn kleine stappen die ervoor moeten zorgen dat de regio weer mee kan dingen met Londen, maar de voetbalclubs plukken de vruchten er nog niet van.
Wanbeleid is slechts één reden van de beroerde staat van de clubs uit de regio. Er was inderdaad sprake van desinteresse bij de eigenaren van de clubs, maar de verwaarlozing die de regio heeft ondergaan is misschien wel desastreuzer geweest. Toen die verwaarlozing uiteindelijk de resultaten beïnvloedde werd de schuld gelegd bij de spelers, managers en eigenaren. Vaak terecht, maar het voetbal in het noordoosten wordt vooral kapot gemaakt door een stad, die vijfhonderd kilometer zuidelijker ligt.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.