Waarom rechtse memes de populairste memes zijn

Professor Whitney Phillips, auteur van This Is Why We Can’t Have Nice Things, een boek over trolling, heeft samen met professor Ryan M. Milner een boek over internetcultuur geschreven. The Ambivalent Internet onderzoekt de manier waarop we onszelf online uitdrukken, waarom we dit doen en hoe het uiteindelijk ontvangen wordt. Het boek werd geschreven in de aanloop naar Trumps presidentschap en gaat deels over de ‘memification’ van politiek – een ontwikkeling die moeilijk te vermijden is wanneer een politicus in essentie zelf een meme is.

Ik sprak met Phillips over het boek, racistische memes, wat ze bedoelt als ze het heeft over online ‘ambivalentie’ en of toekomst van het internet inderdaad zo treurig wordt als het lijkt.

Videos by VICE

VICE: Kun je een korte samenvatting geven voor degenen die het boek niet hebben gelezen?
Professor Whitney Phillips: We hebben geprobeerd om te laten zien hoe digitale media je kunnen helpen en kwetsen, samenbrengen en uit elkaar duwen, je aan het lachen kunnen maken en je boos kunnen maken en dit allemaal tegelijkertijd. Vooral omdat het boek werd geschreven terwijl de presidentsverkiezingen aan de gang waren. We wilden aantonen dat alle manieren waarop mensen zichzelf positief, sociaal en democratisch uiten, ook kunnen worden ingezet om democratische participatie juist te dwarsbomen, en het internet op die manier ongastvrij te maken.

Zijn er mogelijkheden om dat probleem te verhelpen?
Er zijn geen simpele oplossingen of antwoorden op deze vragen over vrijheid van meningsuiting, democratische participatie en veiligheidsproblemen. Het zou makkelijker zijn om te kijken wat we eraan kunnen doen als digitale media alleen voor goede doeleinden werden gebruikt, of juist alleen voor negatieve uitlatingen. Maar omdat ze zowel positief als negatief gebruikt kunnen worden is het moeilijker om te bepalen wat een universele ethische reactie zou zijn.

Wat leerde je in de loop van je onderzoek over memes? Hoe worden ze gecreëerd en hoe blijft hun populariteit in stand?
Het is heel moeilijk om te weten waarom iets gemaakt wordt. En dat geldt voor alle informele vormen van expressie. Omdat het, zodra het de handen verlaat van de persoon die iets oorspronkelijk maakt, bijna onmogelijk is om te weten door hoeveel andere handen het gaat. De boodschap wordt namelijk op verschillende plekken vervormd. Het is heel lastig om in te schatten waarom een persoon ervoor kiest om op dat moment iets opnieuw te delen. Het enige wat je kan zeggen over succesvolle internetmemes is dat iets aan de meme blijkbaar weerklank vindt.

Is er daarom zoveel ‘herkenbare’ humor online? Vine was in principe ‘teachers be like’ of een variatie op dat thema.
Ja, de meest succesvolle memes zijn vaak de meest flexibele memes, in de zin dat ze veel verschillende dingen voor veel verschillende mensen kunnen betekenen. Het is een manier om je verbonden te voelen met anderen die dezelfde ervaringen hebben en dat kan heel positief en bevestigend zijn. Maar op die manier verbinden mensen zich ook met racistische memes, omdat het resoneert met hun racistische kijk op de wereld. Ook dit is een voorbeeld van een situatie waarin gezamenlijke betrokkenheid en participatie positief klinken, en vaak is dat ook zo, maar het komt nog steeds veel voor dat het heel negatief is.

Mensen op sites als 4Chan beweren altijd dat hun racistische uitingen een grap zijn, maar anderen beargumenteren juist dat dit idee een dekmantel is voor mensen die geloven in wit nationalisme. Ben je het daarmee eens?
Op bepaalde vlakken ben ik het niet met je oneens, maar ik zou ook willen toevoegen dat vooral op plekken als 4Chan het niet meteen betekent dat mensen ‘echt racisme’ uitdrukken. Ook het soort gebruikers van 4Chan verandert en door de jaren heen heeft 4Chan een heel ander soort gebruiker aangetrokken. Door mijn ervaring met trolling is me duidelijk geworden dat mensen hun grappen niet gebruiken om racisme te rechtvaardigen. Maar echte racisten worden hierdoor wel aangemoedigd op een manier die er daarvoor misschien niet was.

Ik ben het met je eens dat er heel wat ironisch racisme is, wat om veel redenen problematisch is, maar ik denk dat veel ervan gewoon oprecht racisme is dat toevallig binnen een komische context wordt gebracht – in zeer eigen internetstijl. Een van de dingen die het zo lastig maakt, is dat het online niet duidelijk wordt of iemand oprecht is in wat hij of zij zegt, of dat diegene gewoon iemand op de kast probeert te jagen.

We betogen uiteindelijk in het boek dat het irrelevant is of het racisme ironisch is of niet, want het enige wat je kan zien is het online bericht. Het bericht is het enige dat relevant is. Dus de extreemrechtse berichten zijn storend, omdat het niet duidelijk is hoeveel ervan een grap is en hoeveel echt is, dus laten we gewoon kijken naar wat er geuit wordt en ze letterlijk op hun woord geloven.

Waarom denk je dat racistische memes een groter publiek lijken te hebben en zich verder lijken te verspreiden dan hun liberale tegenhangers? 
Ryan en ik hebben hier veel over nagedacht en een deel van het probleem is dat onverdraagzaamheid van nature abstract is. Als je racisme uitdrukt, dan zeg je iets haatdragends over zwarte mensen of Mexicanen en bevestig je altijd dat stereotiepe idee. Dat is wat een intolerant mens is: een persoon die niet in staat is om daadwerkelijk om te gaan met individuen op een zinvolle, meelevende manier. Dus dumpen ze gewoon iedereen in een hokje van bijvoorbeeld ‘Mexicanen zijn verkrachters’, net zoals Trump dat deed. Dat is een makkelijker sentiment om in een meme te stoppen omdat er geen argument of bewering wordt gedaan. Het is gewoon een vaag statement waarin mensen hun eigen haat kwijt kunnen, dus nodigt het uit tot een bepaalde individuele herkenning, juist omdat het niets zegt. Wanneer liberalen of progressieven dat proberen te bevechten, proberen ze vaak die abstractie met specifieke details te bestrijden – specifieke verhalen, specifieke gebeurtenissen – en die lenen zich gewoon niet op dezelfde manier voor een meme. Memes moeten abstract zijn, losgemaakt van specifieke ervaringen zodat meer mensen zich eraan kunnen vasthouden en hun ding ermee kunnen doen. Extreemrechtse expressie is gewoon wat makkelijker om in een meme te veranderen.

“De manieren die we gebruiken om onszelf te bevrijden uit die duisternis zijn uiteindelijk dezelfde manieren die de tegenstander gebruikt om opnieuw de duisternis in te duiken.”

Kan je de betekenis van het woord ambivalentie met betrekking tot dit boek uitleggen?
In de VS wordt ambivalentie vaak gebruikt als synoniem voor ‘meh’ of onverschilligheid. Apathie en ambivalentie worden vaak door elkaar gebruikt, terwijl het woordenboek ambivalentie definieert als ‘toestand van tegenstrijdige gevoelens’. We wilden die term gebruiken om het feit te onderstrepen dat al deze termen die we omschrijven, zoals online memes, verschillende sociale tools en sociale media platforms, tegelijkertijd voor zowel negatieve als positieve doeleinden gebruikt kunnen worden. Het kan goed zijn als mensen het op een sociale manier gebruiken en juist kwalijk als mensen het op een asociale manier gebruiken.

Zelfs dat onderscheid is een probleem, omdat de meest gemene, nare en agressieve trolls op het internet heel sociaal kunnen zijn, maar alleen onder elkaar. Dit onderscheid dat we maken tussen sociaal en asociaal wordt problematisch, dus we wilden een frame gebruiken dat deze moeilijkheid erkent, maar er geen antwoord op kan geven. Dat is wat het mooie is aan het ambivalente frame, dat het niet alles uit kan leggen – je moet alle details invullen om een positie tegenover een bepaalde gebeurtenis in te nemen, omdat je online niet zomaar abstracte, ongefundeerde claims kan maken.

Sta je positief tegenover de toekomst van het internet? Het lijkt alsof het een lastige kant op gaat.
Ik denk niet dat ons perspectief op het internet per se negatief is. Hoewel veel mensen het internet hebben gebruikt om onwaarheden, haat en onverdraagzaamheid te verspreiden en die dingen allemaal fundamenteel verontrustend zijn, gebruiken ook veel mensen digitale media om daar juist tegen in te gaan. Het begrip ambivalentie kan zelfs slaan op het meest basale niveau, bijvoorbeeld of je optimistisch of pessimistisch naar de toekomst kijkt. Het is moeilijk om te veel optimisme op te roepen op dit moment, maar het is zeker niet pessimistisch. Deze tools kunnen op veel manieren gebruikt worden, en tot nu toe hebben negatieve krachten de tools gebruikt op manieren die onwijs succesvol zijn – maar dat betekent niet dat ze dat voor eeuwig zullen zijn.

In feite gaan deze tools precies zijn wat we nodig zullen hebben om tegengas te geven. Trumps overwinning was verschrikkelijk en dat hadden we niet verwacht. We hebben er in het boek ook geen rekening mee gehouden. Maar zelfs daarna vertegenwoordigt het internet gewoon mensen die de wereld aan het ontdekken zijn; soms is het verschrikkelijk en soms niet, maar uiteindelijk hoeft het geen bewijs te zijn dat dingen erger worden – het zijn mensen die mensen zijn op manieren die ze altijd zijn geweest. Af en toe is dat bemoedigend, want het internet heeft godzijdank het menselijk ras niet gecreëerd. We hebben gewoon nieuwe tools die uiteenlopende mogelijkheden hebben en we moeten uitzoeken hoe we ze op de meest positieve manier kunnen gebruiken.

Het is fijn dat je het op zo’n positieve manier bekijkt.
Het is eerder ambivalent dan positief. Er is van alles aan de hand dat verschrikkelijk is en het voelt alsof die krachten op dit moment winnen, maar dat staat niet helemaal vast. De manieren die we gebruiken om onszelf te bevrijden uit die duisternis zijn uiteindelijk dezelfde manieren die de tegenstander gebruikt om opnieuw de duisternis in te duiken. Het gaat uiteindelijk over het herkennen van continuïteit. Er zijn altijd zinvolle manieren van protest en tegengas die we kunnen inzetten.

Democratische participatie en de online klootzakken die het aanmoedigt om haat te zaaien zorgen voor veel spanning. Mensen als Milo Yiannopoulos en Richard Spencer krijgen een platform om hun boodschap te communiceren, maar tegelijkertijd geeft het antifascisten en antiracisten – mensen die deze realiteit niet accepteren – een manier om terug te praten en dat zorgt voor een botsing. Die botsing is ingewikkeld en we zijn nog steeds aan het uitzoeken wat we aan die botsing kunnen doen, en hoe je de idealen van vrijheid van meningsuiting in stand houdt. Vooral wanneer veel gebruikers beweren dat sommige mensen het niet verdienen om onderdeel van het gesprek te zijn.

Bedankt, Whitney