Mijn seksuele voorlichting op de middelbare school ging ongeveer zo: mannen en vrouwen wiepen met elkaar, een condoom is nattig, glibberig en scheurt soms, homo’s bestaan, en die moet je accepteren. Ik stak er op zich best wat van op, maar tegelijkertijd leek deze kennis redelijk ver af te staan van de alledaagse seksuele belevingswereld van mij en mijn klasgenootjes.
Willemijn Krebbekx (31) ziet ongeveer hetzelfde. Ze is antropoloog en promovenda van de Universiteit van Amsterdam, en deed onderzoek naar hoe seksualiteit wordt gevormd op middelbare scholen. Anderhalf jaar lang volgde ze vier klassen met leerlingen van 14 tot 17 jaar, op vier verschillende scholen, zowel binnen als buiten de Randstad. Ze ontdekte dat tieners op school nauwelijks bezig zijn met die gortdroge neukfeiten die ze tijdens seksuele voorlichting om hun oren geslingerd krijgen, en eigenlijk veel meer leren over seksualiteit door elkaar naaktfoto’s te sturen, door verhalen van seksueel actieve vriendjes en vriendinnetjes aan te horen, en door bij elkaar af te tasten of seks wel of niet oké is. Kortom, dagelijkse sociale processen die op school gebeuren.
Videos by VICE
Volgens Willemijn kan het onderwijs hier nog een hoop van leren. Tienerseksualiteit zou veel meer gezien moeten worden als iets sociaals, iets waarin identiteiten worden gevormd, dan iets waarbij je vooral een condoom moet gebruiken. Het is juist belangrijk om over het sociale aspect te praten, vindt ze. Ik belde haar op om haar een paar vragen te stellen.
VICE: Hoi Willemijn, wat wordt er precies overgeslagen tijdens seksuele voorlichting?
Willemijn: Nou, tijdens seksuele voorlichting wordt er behoorlijk gehamerd op feiten, zoals: Hoe doe je een condoom om? Hoe voorkom je een zwangerschap? Hoe werkt de pil? En aan de andere kant wordt jongeren geleerd dat ze individuele keuzes moeten maken en zich niet moet laten gek maken door groepsdruk: je moet aangeven wanneer je er klaar voor bent, wanneer je iets niet wil, wanneer je iets wél wil. Individuele keuzes kunnen maken wordt als vanzelfsprekend gezien.
Maar wat wordt vergeten, volgens mij, is dat seksueel actief zijn en de manier waarop je je seksualiteit vormt van zoveel meer sociale structuren afhangt. Bijvoorbeeld: In hoeverre past iemand in een groep? In hoeverre vinden vrienden het oké dat iemand al met seks bezig is? Wat is mannelijkheid, en vrouwelijkheid? Ben je populair, waar sta je in een bepaalde hiërarchie? Leerlingen zijn niet zomaar een leeg vat waar je zomaar informatie in kan storten, die doen daar van alles mee. En die vinden er meestal zelf al van alles van – dat is wat ik wil laten zien, en waar we van kunnen leren.
Je hebt bijvoorbeeld gekeken naar hoe jongeren omgaan met naaktfoto’s, wat, lijkt me, best een essentieel onderdeel is van het uitdragen van je seksualiteit.
Ja, er was bijvoorbeeld een meisje waarvan een naaktfoto werd doorgestuurd op school. Ik kon het volgen vanaf het moment dat het rondging. Dat meisje kwam ontzettend alleen te staan. De school greep in, en vroeg haar waarom ze het had gedaan. Een paar maanden later sprak ik het meisje, en vertelde me dat die ondervragingen over waarom ze het nou precies had gedaan niet hielpen. “Ik voelde me gewoon heel alleen,” zei ze. Het enige dat ze nodig had was weer bevriend worden met haar vriendinnen, zodat ze niet meer alleen was.
Oei.
Op een andere school gebeurde hetzelfde, maar greep de mentor anders in. Die bood het meisje aan, dat had aangegeven dat ze zich zo aangekeken voelde, om in de pauze met haar vriendinnen te lunchen in een andere ruimte dan de aula, zodat ze zich op haar gemak zou voelen. In beide gevallen leren ze iets anders over seksualiteit.
Wat dan, precies?
Nou, in het eerste geval wordt het meisje verteld dat wanneer je seksueel actief bent er wel iets mis met je moet zijn, en je erachter moet komen wat dat dan is. En in het tweede geval leert het meisje dat ze zich niet hoeft te schamen, of psychisch in de war hoeft te zijn om seksueel actief te zijn.
In de media en politiek wordt sexting (dan heb ik het over het versturen van naaktfoto’s) dikwijls laten zien als een soort onheil dat desastreuze gevolgen kan hebben.
Ik heb het idee dat het iets meer wordt geaccepteerd, maar ik zie nog steeds dat er wel erg veel aandacht is voor de gevallen waarin het misgaat. Wat er in de media wordt laten zien zijn de jongeren die de allerergste gevolgen ervaren, en zich bijvoorbeeld van het leven beroven. En dat is dan het beeld dat blijft hangen. Eén op de acht jongeren heeft weleens een naaktfoto van zichzelf verstuurd. Het is dus eigenlijk best normaal.
Die bombarie is dus niet echt terecht?
We moeten onszelf vooral afvragen: Hoe gaan we hiermee om? Wie is verantwoordelijk als er een foto wordt doorgestuurd, en bij wie leg je de schuld? Zeventig procent van de mensen die aan sexting hadden gedaan, hebben er geen spijt van. Die vonden het leuk, en keken er met plezier op terug.
Soms wordt er misschien een beetje vergeten jongeren te vertellen dat het ook allemaal heel erg leuk is, sexten?
Misschien wel, ja. Als je het aan de jongeren zelf vraagt, vinden ze het leuk en een manier om seksueel actief te zijn. Als je het zo bekijkt, dan zou het wel eens heel erg veilig kunnen zijn, want je kan er niet zwanger van worden, en je kan er geen soa van krijgen. Je moet het natuurlijk niet zomaar naar iedereen doorsturen. Mensen moeten uiteindelijk een bepaalde verantwoordelijkheid voelen, waardoor het niet wordt verspreid. En als het wordt doorgestuurd, dan is het belangrijk dat de schuld komt te liggen bij degene die het heeft rondgestuurd. En niet bij degene die de foto van zichzelf heeft gemaakt.
Je ziet regelmatig dat de meisjes die een foto van zichzelf hebben verstuurd de sigaar zijn.
Juist. Maar het is zelfs zo dat het meisje waarvan de foto’s rondgingen, zelf ook naaktfoto’s had van die jongen. Verspreiden had voor haar geen nut, want zij blijft de schuldige. Dit is een voorbeeld van gegenderde hiërarchie die ook een rol speelt in het vormen van seksualiteit: jongens doen het ook, maar de gevolgen zijn voor hen heel anders. En hier wil ik nog iets over zeggen, namelijk: er wordt vaak beweerd dat digitale foto’s van jezelf nooit meer weggaan, en je voor altijd blijven achtervolgen. Maar wat ik zag, is dat een paar maanden later niemand die foto meer had, omdat mensen van telefoon wisselden, of het simpelweg oud nieuws was.
Dat is misschien ook het chille aan jongeren van nu. In de digitale wereld is alles super vergankelijk, dus zij hebben misschien zoiets van: oké, whatever, volgende hype!
Precies, dat meisje zei me ook een keer: “Oh, begin je daarover? Dat was vorig schooljaar, joh!” Terwijl het pas vier maanden later was. En ze kunnen hun puberteit, en de biologische processen die daaraan vastzitten, ook als excuus gebruiken. Dan zeggen ze bijvoorbeeld: “Een jaar geleden was ik nog in de puberteit, en nu ben ik daar allang uit, dus is het niet erg.”
Je hebt bovendien onderzoek gedaan naar heteronormativiteit op middelbare scholen, en hoe vriendschappen via heteroseksualiteit worden ‘gemaakt’. Wat heb je gezien?
Op scholen ligt de focus, als we het hebben over heteronormativiteit en homoseksualiteit, vaak op seks tussen man en vrouw en het vertellen dat homofobie niet oké is, want je moet mensen accepteren zoals ze echt zijn. En dat is natuurlijk ook zo. Maar wat er gebeurde, als we het hebben over de ontwikkeling van seksualiteit, is dat het moment dat een vriendengroep bij elkaar is, het bij de jongens over meisjes gaat en bij de meisjes over jongens. Als jij daar dan als niet-hetero bij zit, dan wordt het op een gegeven moment veel moeilijker om die vriendschap te onderhouden. Het is dus niet dat ze misschien niet worden geaccepteerd zoals ze zijn, maar het is gewoon een stuk moeilijker voor ze om erbij te horen en over dezelfde dingen te praten. Erbij horen is op de middelbare school hartstikke belangrijk en gebeurt – helaas – nog steeds via heteroseksualiteit.
Wat moet er nog gebeuren om tieners en hun seksualiteit wat beter te begrijpen, volgens jou?
In het onderwijs wordt seksualiteit vaak onderschat. Het gaat natuurlijk niet alleen om met wíe je precies seks hebt of hóe je seks hebt. Het gaat ook om wie je zelf bent, wat voor voorkeuren je hebt en met wie je bevriend bent. Kijk, volwassenen zijn altijd een beetje in de veronderstelling dat jongeren vreselijk impulsief zijn, of geleid worden door hun hormonen, maar ze bespreken juist grondig met elkaar wat ze aantrekken, met wie ze afspreken, wie ze een bericht sturen. Ze zijn continu aan het peilen en hun mening aan het vormen. En daar kunnen we, denk ik, heel goed gebruik van maken door het ook met hen over vriendschappen en sociale structuren te hebben: waarom is heteroseksualiteit ‘normaal’ en waarom is hiervoor geen ‘coming out’ nodig? Wat kun je doen als een vriend van jou homo is, zodat hij of zij niet wordt buitengesloten? Waarom mogen mannen niet huilen? Waarom noemen we een seksueel actieve vrouw een slet?
Dit is misschien iets te vroeg gezegd, maar ik hoop echt dat we door dit soort kritische vragen te stellen de vooroordelen die er zijn op de middelbare school over elkaar iets kunnen verminderen.