Nog voor het koude weer ook nog maar enigszins de kans had om mijn mogelijke plannen te verkloten, had ik geaccepteerd dat mijn zaterdag – alweer – zou bestaan uit niets doen. De reden? Een dikke kater, een paar kotsjes. Een dag verloren, zoals zovele.
Helemaal anders dan mijn nutteloze, anekdotische zaterdag, zijn er ook mensen voor wie de impact van alcohol zo hevig is dat het alles om hen heen kan vernielen. Alcohol – of ethanol – is een van de meest gevaarlijke drugs, en we weten dat van een verslaving afraken verschrikkelijk moeilijk is. Maar wat als je je ouders hulpeloos ziet worstelen met een verslaving? Volgens psychiater en medisch directeur van het Epsylon Centrum in Brussel, Caroline Depuydt hebben zo’n 10 tot 20% van kinderen uit geïndustrialiseerde landen last van de alcoholverslaving van op z’n minst een van hun ouders.
Videos by VICE
Dr. Depuydt heeft tijdens haar professionele carrière al heel veel patiënten gehad die tijdens hun jeugd ouders hadden met een alcoholverslaving hadden. Ze vertelt dat wanneer alcohol een deel gaat uitmaken van de familiedynamiek, kinderen meer last kunnen hebben van – verbaal of fysiek – geweld of verwaarlozing, waardoor ze voor zichzelf moeten gaan zorgen en soms zelfs moeten instaan voor hun eigen opvoeding. De ernst van de gevolgen hangt natuurlijk af van de situatie binnen het gezin en hoe zwaar de ouder(s) in gebruik zijn, maar in het algemeen voelen de kinderen zich eenzaam tijdens het opgroeien.
Caroline Depuydt voegt ook toe dat kinderen van alcoholmisbruik vier keer zo gevoelig zijn om later zelf ook alcoholist te worden in vergelijking met andere kinderen. Naast genetische aanleg (die voor zo’n 35 tot 40% meetelt), heeft de gezinsomgeving een invloed op denkbeelden en draagt die gedragspatronen over die kunnen leiden tot de ontwikkeling van een min of meer ernstige verslaving.
Zephyr, Camille en Ingrid – nu ergens tussen de 23 en 50 – zagen hun ouders beetje bij beetje dieper zakken in de drank. Alledrie leggen ze uit hoe deze verslaving een zware impact heeft (gehad) op de relatie met hun gezin maar ook op hun persoonlijkheid.
Zéphyr* (23)
Ik heb heel mijn leven samengewoond met mijn moeder en kleine zusje. Je zou kunnen zeggen dat ik een vrolijke jeugd had, tot op een bepaalde leeftijd, toch. Mijn vader is altijd al de impulsieve persoon geweest in ons gezin. Toen ik klein was, was dat geweldig, hij was altijd de persoon die me zou vragen: “vind je heteluchtballonnen leuk? Ja? Allez, dan gaan we morgen in de lucht!” Toen ik 12 of 13 was probeerde hij te stoppen met roken. In het begin koos hij voor eten in plaats van een pak sigaretten, daarna alcohol. Hij begon steeds meer te drinken, en vaker.
Als tiener, rond mijn 15de, zag ik niet meteen dat het een probleem was. Ik vond hem gewoon ambetant na zijn tweede fles wijn. Hij was agressief en gemeen. Ik zag hem nuchter voor zo’n 25 minuten in de ochtend, en dan, wanneer hij thuiskwam van zijn werk rond 6u ‘s avonds, had hij tegen 7u al een hele fles op. Tijdens het eten zou hij aan zijn tweede beginnen en tegen 8u30 was die ook op. Al snel aten we niet meer samen in de avond, want er kwam altijd geruzie of geween over domme shit van. Vanaf dan zijn mijn zus ik en ons beginnen afzonderen. We waren zo weinig mogelijk thuis. Ikzelf zocht mijn toevlucht in games. Iedere keer als ik thuiskwam van school ging ik eten en dan gamen.
Toen ik 18 werd, liep het helemaal uit de hand. Hij was zijn weg helemaal kwijt. Op een dag zei hij iets in de aard van “ik trap het af, als ik me hier settel, ga ik mijn leven verliezen, als ik hier blijf.” Uiteindelijk bleef hij nog vier maand bij ons. Hij was iedere keer straalbezopen, dat deed hij in het donker, stilletjes. We hebben geen enkele keer met elkaar gepraat tijdens die hele periode. De enige interactie die we wel hadden was om elkaar uit te kafferen. Hij dronk toen zo’n 2 of 3 flessen per dag. Het was ook nutteloos om met hem te praten na 8 uur ‘s avonds, hij herinnerde zich er niets van de volgende dag. Op een bepaald moment is hij naar een specialist geweest, maar vanaf dat die hem zei dat hij naar een afkickkliniek zou moeten gaan, veranderde hij van gedachten. Hij ging zelfs naar een psycholoog die hem kalmerende middelen voorschreef. Hij mixte zijn drank met zijn pillen, daar stopte hij dan weer mee want dat “verpestte het plezier”. Ik vond het beter zo.
“Ik vind het gewoon vreselijk om te zien dat hij niet beseft dat hij in een gat leeft, een andere wereld.”
Op een dag vertrok hij echt. Toen was dat toch een beetje een opluchting, maar hij heeft nog steeds een zekere greep op ons. Af en toe stuurt hij me rare mails. Soms zijn het verontschuldigingen en een “ik hou van je, zoon,” soms is het “je hebt mijn leven verpest” en andere beledigingen. Voor hem waren de laatste vier maanden dat hij thuis was een probleem, maar in feite was de helft van mijn leven een probleem. Toen hij weg was heb ik hem nog een paar keer gezien, maar ik gaf het al snel op. Ik zag in dat ik probeerde vast te houden aan iets die er niet meer was. Ik heb het opgegeven.
Ik ben lang boos geweest op hem. Maar het had meer een negatieve invloed op mijn leven. Je kunt een alcoholist niet redden. Je kunt ofwel weggaan of blijven, maar het doet hoe dan ook pijn. Ik vind het gewoon vreselijk om te zien dat hij niet beseft dat hij in een gat leeft, een andere wereld. Ik zeg vaak tegen mezelf dat de geweldige vader die ik ooit had er niet meer is. Nu is het gewoon een klootzak die ons kwaad maakt en ons leven verzuurt.
Ik denk dat de alcoholverslaving van mijn vader zeker een invloed heeft gehad op de vorming van mijn persoonlijkheid. Ik moet voorzichtig zijn, zeg ik tegen mezelf, zodat ik niet zoals hem word. Het heeft zeker ook mijn zelfzekerheid beïnvloed. Het feit dat hij me behandelt als stront, dat hij me uitscheldt, dat heeft zeker een rol gespeeld. Ik heb daar een enorm probleem mee, hoewel ik nooit heb nagedacht over hoezeer. Misschien ben ik te bang om dat in te zien. Daarnaast is alles wel oké, ik kan gewoon geen rode wijn meer ruiken, ik walg er van. Bij mijn zus had het zeker meer impact. Mijn moeder heeft ook enorm geleden eronder, ik probeer er zoveel mogelijk te zijn om haar te steunen. Het is moeilijk na zoiets je gezin terug op te bouwen.
Camille* (23)
Toen ik klein was, woonde ik in een groot huis met mijn ouders en kleine broertje. Ik heb mijn vader nooit nuchter gekend. Hij is al een alcoholist sinds de middelbare school en is sindsdien nog nooit gestopt met drinken. Op de – enorm beperkte – momenten waarop ik hem water zie drinken, denk ik bij mezelf “dat is niet normaal.” Ik denk dat hij de reden is waarom ik weet hoe ik weet hoe ik een blikje moet openen tijdens het rijden, op verschillende manieren. Mijn pa zegt altijd dat hij beter kan rijden als hij zat is dan een nuchtere, jonge bestuurder. Het is gek hoe onoverwonnen alcoholist zich voelen. Hij heeft altijd al veel gedronken, dus je merkt het ook niet dat hij constant dronken is. Ik herinner me wel de ene keer dat hij op mijn broertje was gevallen omdat hij zo bezopen was. Dat heeft me toch wel getraumatiseerd omdat ik toen besefte dat hij helemaal geen controle had over zijn probleem.
Ik heb mijn vader lang gehaat. Zijn prioriteiten waren zijn werk en drank. Wij kwamen op de tweede plek. Ik denk dat hij me zelfs niet echt heeft opgevoed, hij gaf me gewoon geld. Na zijn werk kwam hij thuis om 7u ‘s avonds, dan ging hij eten en in de veranda zitten om te roken en zuipen. Vandaag haat ik hem niet meer, ik veracht hem wel nog steeds. Hij weet dat hij een probleem heeft, het kan hem niet schelen en dat vertelt hij ons ook heel oprecht. Ik ben er zeker van dat hij later nog problemen zal krijgen met zijn gezondheid en dat ik en m’n broer zullen moeten zorgen voor een levenloze plant van een man.
Toen ik 12 was zijn mijn ouders gescheiden. Mijn moeder verliet hem door zijn alcoholverslaving die onhandelbaar werd. En na hun scheiding viel ze ook in de drank. In het begin was dat een klein drankje tijdens het koken, en daarna twee, drie, en zo verder. Classic. Toen ze moest zorgen voor mij en mijn broer viel dat nog mee, want ze had verantwoordelijkheden. Nu is dat helemaal anders. Ze kan eigenlijk helemaal niet tegen de drank, het is veel problematischer dan mijn vader. Na een paar glazen wijn is ze verstomd en verstaat ze niets meer van wat er gezegd wordt.
“Ik leef echt met de constante angst om zelf een alcoholist te worden.”
Er was een periode dat ze redelijk hevig dronk, en elke dag. Er waren momenten waarop ze met de auto ging om sigaretten en zo bezopen was dat ze niet eens recht kon wandelen. Ik herinner me ook nog dat ze een keer gekotst had op zichzelf tijdens het rijden, iets wat we pas ontdekt hadden de volgende dag toen we de kots zagen in de auto. Nu heeft ze leren haar grenzen te stellen en drinkt ze maar een paar avonden per week. Ze heeft al specialisten om hulp gevraagd maar tot nu toe heeft er niets echt geholpen. Maar ze probeert het op z’n minst, niet zoals mijn pa.
Alcohol heeft heel wat geweld het huis binnengebracht. Mijn stiefvader komt zot van mijn moeder’s verslaving. Ik heb eens een ambulance moeten bellen omdat hij haar een stoot had gegeven waarbij ze gevallen was omdat ze zo zat was. Soms kwam ik beneden ‘s ochtends en dacht ik dat we beroofd waren, maar het was gewoon mijn moeder die gek kwam omdat ze niet mocht drinken van mijn stiefvader en ze dan ‘s nachts met elkaar hadden gevochten. Ik ben vaak degene die de situatie moet oplossen en tussenkomen in hun problemen.
Dit alcoholprobleem binnen mijn familie heeft nog altijd invloed op mijn leven. Ik leef echt met de constante angst om zelf een alcoholist te worden. Ik heb zeker zelf al bepaalde verslaving ontwikkeld zoals met wiet of suiker, maar ik ben erin geslaagd dat te stoppen omdat ik schrik had toen ik de mogelijke gevolgen ervan kende. Soms, tijdens periodes dat ik vaak – een beetje te veel – feestte, stopte ik volledig met drinken, zomaar. En dan voor drie maanden lang, om te voorkomen dat ik verslaafd zou raken. Vandaag zijn mijn ouders echt een mentale last. Ik ben al voorbereid op de dag dat iemand me belt om te vertellen dat mijn moeder omgekomen is in een auto-ongeval of dat mijn vader kanker heeft en terminaal is.
Ingrid (50)
Mijn ouders zijn uit elkaar gegaan toen ik een jaar en een maand oud was. De scheiding was enorm moeilijk. Ik woonde grotendeels bij mijn moeder en om de twee weken ging ik in het weekend naar het huis van mijn vader. Toen ik bij mijn moeder was, zag ik ze elke dag drinken samen met mijn stiefvader. Eerst was het iets drinken met vrienden, daarna gewoon met z’n tweeën. Alcohol werd al snel een vaste aankoop bij de boodschappen. Ik zag de kartonnen rode wijn binnenkomen, ik kan me zelfs niet herinneren hoeveel het er waren. Het duurde eventjes tegen dat ik doorhad dat er een probleem was. Tegelijkertijd leefde er ook bepaalde sfeer: er werd eigenlijk gewoon altijd geroepen, luid gepraat, het was precies commedia dell’arte bij mij thuis. Ik kon niet zeggen of dat door de drank kwam of niet. Op mijn 16de begon ik de ontkenning achter me te laten en probeerde met de situatie te lachen, maar ik kreeg daar zo’n grove reactie op dat ik wist dat ik mijn mond moest houden.
Mijn stiefvader was 18 jaar ouder dan mijn moeder, dus ging hij eerder op pensioen. Zijn nieuwe routine was om snel iets binnen te kappen om 11u ‘s ochtends. Toen mijn moeder op pensioen ging, ging het alleen maar bergaf. De brandweer belde me om 3u in de nacht om te vertellen dat ze in het ziekenhuis lagen, dat ze van de trap waren gevallen, niet uit het bad raakten… Ik kon er niet tegen dat mijn nachten onderbroken werden, mijn moeder was echt de grenzen aan het opzoeken. Ik kwam er redelijk agressief van. Op een bepaald moment zou ik haar echt een klap verkocht hebben.
Toen ik zelf moeder werd en mijn kinderen aan haar toevertrouwde, was dat een kantelpunt. Op een dag waren mijn zoon en dochter mee op reis met mijn moeder en stiefvader. Ze waren verstoppertje aan het spelen en ik vond mijn zoontje terug in een kast vlak naast een open raam, op de 8ste verdieping van een gebouw. Ze zeiden simpelweg: “maar er is overal gevaar.” Toen besefte ik dat ik niet het probleem was. Ik herinner me ook hoe mijn moeder alle kliekjes van de glazen op tafel van het kerstdiner opdronk. Een keer had mijn zoon in een stoel gezeten achter dat zij erin had gezeten, ze had erin gepist. Ik zie nog steeds zijn natte broek zo voor me.
“Ik was enorm kwaad, en lang ook. Ik denk dat dat hielp om niet triest te zijn erover.”
In 2013 stierf mijn stiefvader, en alles werd alleen nog maar erger. Ik herinner me nog hoe mijn kinderen me belden – ik liet ze af en toe nog bij mijn moeder toen – om te vertellen dat ze oma niet op hun verjaardagsfeestje wilden. Ze was gevallen en de salontafel gebroken. Toen ik belde om te vragen of alles oké was, vertelde mijn dochter dat “oma al uren ligt te slapen op de zetel.” Ze biechtte onlangs ook op dat haar grootmoeder eens de snelweg verkeerd had opgereden en aan de kant van de weg was gevallen met haar en haar broer op de achterbank. Mijn moeder ontkende dat volledig. Op een dag besloot ik dat ik mijn kinderen niet meer bij haar zou laten. Ze was boos dat ik haar niet meer met hen alleen durfde te laten, en zei dat ik ze tegen haar op zette. Maar ze zei ook dat ik ze kon houden, mijn “klote kinderen.” Ze had vlekken op haar huid, haar haren helemaal in de war, ze zag eruit alsof ze hallucineerde. Het was mijn mama niet meer, ik vermeed haar.
Ik denk dat het haar drankprobleem was, en haar angst om beoordeeld te worden, dat ons uit elkaar deed groeien. We konden niet meer eerlijk zijn met elkaar. Ik oordeelde niet over haar, ik heb gewoon mijn grenzen beginnen stellen. Ze is in 2016 overleden. Ik ben ervan overtuigd dat ze zelfmoord heeft gepleegd met alcohol, ze wou bij mijn stiefvader zijn. Ik was er eerst erg boos om. Het is verschrikkelijk om iemand zo te zien, beetje bij beetje, wegzakken. Ik was enorm kwaad, en lang ook. Ik denk dat dat hielp om niet triest te zijn erover. Ondertussen heb ik er mijn vrede mee gemaakt, ik kan me mijn moeder – de vrouw die ze was voor ze dronk – niet meer herinneren.
Ik heb geluk dat ik niet verleid wordt door alcohol. Ik kan ook helemaal niet goed tegen drank en ben nog maar twee of drie keer dronken geweest. De laatste keer was ik drie dagen lang ziek van een avond uit, en mijn kinderen doen me er graag aan terugdenken. Ik probeer ook zoveel mogelijk mensen die teveel drinken te vermijden, niemand rondom me doet dat. Mijn man drinkt ook niet. Met mijn kinderen proberen we zo eerlijk mogelijk te zijn: Ik heb liever dat ze me alles vertellen over hun avondjes uit, zelfs als het niet altijd even mooi is, in plaats van dingen te verzwijgen. Ze weten dat ze ons alles kunnen vertellen. En dan zeg ik tegen mezelf dat dit het voorrecht van de jeugd is – als het duurt, dat is iets anders. Daarnaast denk ik ook dat alcoholverslavingen een kwestie zijn van slecht geluk, proberen je problemen te ontlopen met alcohol.
*Aliassen. De betrokkenen willen niet herkend worden en hun geliefden beschermen.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.