Tech

William Gibson: “Ik had nooit verwacht dat ik in een retro-toekomst zou leven“

Over 32 jaar wordt het 2050, maar hoe ziet onze wereld er dan uit? Tijdens de laatste dagen van 2018 kijken we vooruit – niet naar het komend jaar –, maar echt naar de toekomst. We nemen je mee naar een wereld waar de mens één is met de blockchain, robots voor je demente ouders zorgen en LARP’en de normaalste zaak van de wereld is. Kijk hier voor alle verhalen over 2050.

William Gibson springt steeds losser om met de tijd. Nadat hij cyberpunk bedacht en als eerste de term ‘cyberspace’ gebruikte, stapte Gibson in de jaren nul af van avonturen die ver in de toekomst plaatsvinden. Over het algemeen werd The Peripheral uit 2014 alom gevierd als een terugkeer naar de science fiction, en de kern hiervan bleek de tijd zelf te zijn. Het boek speelde zich namelijk in twee toekomsten af, de een dichtbij en de ander ver weg, en maakte gebruik van inventieve speculaties over het manipuleren van tijd om erachter te komen hoe die twee verbonden waren. Z’n laatste, Archangel, een screenplay-die-graphic-novel werd (gemaakt met Michael St. John Smith en geïllustreerd door Butch Guice) bevat een vergelijkbare constructie. Calamiteiten in het heden worden erin onderzocht via ‘‘gespleten’’ realiteiten en alternatieve tijdlijnen.

Videos by VICE

Gibsons vroege werken – waaronder het legendarische, genre-bepalende Neuromancer – pionierden de kunst van digitale werelden benaderen alsof het fysieke ruimtes zijn. Naar mijn interpretatie onderneemt zijn laatste werk (en dit lijkt evenzeer te gelden voor een werk dat hij nu het aan het voltooien is) een vergelijkbare aanpak met de tijd. Wat als het verloop van tijd en de realiteit die ermee samenhangt, niet zomaar onveranderlijk zijn? Wat als er alternatieve tijdlijnen bezocht en verkend kunnen worden, met de juiste technologieën (en de juiste middelen, aangezien alleen de allerrijksten en wereldregeringen mogelijk toegang ertoe hebben)?

Dit zorgt voor een verder onontgonnen narratief gebied dan cyberspace, dat als thema al een tijd aan het opborrelen was toen Neuromancer er een taal aan toekende. Maar het is ook een interessant instrument om over onze eigen toekomst na te denken, en welke factoren wel of niet van invloed zijn op hoe we daar komen. In het geval van Archangel ligt de focus op nucleaire wapens, een onderwerp dat helaas weer angstaanjagend relevant is geworden. Al deze aspecten kwamen voorbij in het interview dat ik per e-mail hield met Gibson hield en dat voor de continuïteit lichtelijk ge-edit is.

Er volgen enige spoilers, maar dat Archangel opent in 2016 in een wereld waarvan de bevolking vanwege nucleaire vernietiging gedecimeerd is, is dat in ieder geval niet.

MOTHERBOARD: Het is een interessante keuze om de actie te situeren in een alternatief dystopisch heden en dit zeer specifiek te bestempelen als 2016. Dit betaalt zich uit in het einde, maar waarom heb je ervoor gekozen om dit verhaal zich in het heden te laten afspelen?
William Gibson: Iedereen van mijn leeftijd heeft z’n halve leven tot dusverre geleefd met de dagelijkse en erg realistische mogelijkheid van een nucleaire apocalypse. Voor iedereen onder de dertig is dat alleen maar een heel abstract idee. Babyboomers leefden tijdens de Cubacrisis, en sommigen van ons zijn daardoor getraumatiseerd geraakt. Ik weet in ieder geval dat ik dat was. Dus het werk beginnen over een gebombardeerd pax americana gaat niet bepaald over het nu, voor mij. Of beter gezegd, toen we ons screenplay enkele jaren geleden schreven speelde dat nog niet.

Zeker gezien uw sociale media activiteit – u bent een uitgesproken criticus van Trump – is het moeilijk de fysieke catastrofe die hier wordt afgebeeld te scheiden van de politieke catastrofe die zich in 2016 in de VS ontvouwde. Kunnen we op een bepaalde manier deze fictie lezen als een representatie van uw gemoed tijdens het schrijven? Of als een parabel?
De graphic novel is gebaseerd op een script van een paar jaar geleden. Toen ik daaraan begon te werken was Trump als president het laatste wat ik me kon voorstellen. Maar Trumps presidentschap is niet *thematisch* ‘out of place’, in de termen van Amerikaanse cultuur en geschiedenis. Het is alleen nogal *extreem*.

Beeld: Butch Guice

In Archangel is het hedendaagse post-apocalyptische Amerika deels tot stand gebracht door een president-lul-wannabe-dictator, die krachten versterkt in de nasleep van de nucleaire tragedie. Enige actuele lijntjes waar u commentaar op zou willen geven?
Als je kijkt naar Amerikaanse sciencefiction tijdens van de Koude Oorlog, is dat geen ongebruikelijk scenario. Het is eerder een meme. Dit te gebruiken in Archangel voelde als het laten herleven van een Amerikaanse retro-toekomst, want dat is wat het is. Alleen had ik nooit verwacht om nu, op dit moment, te leven in die Amerikaanse retro-toekomst!

Zonder al teveel te willen spoileren, kan gesteld worden dat nucleaire vernietiging in Archangel een rol speelt op een manier die we a) lange tijd niet in fictie gezien hebben – daarin gingen we van een nucleaire holocaust via zombies naar Young Adult-dystopieën, enkele uitzonderingen daargelaten – en b) opeens weer heel vooruitziend en tragisch actueel voelt. Was dit iets waar u – nog voor de nucleaire verplaswedstrijd tussen Donald Trump en King Jong-un – zo grondig over nadacht? Denkt u dat dit thema door meer fictie verkend zal gaan worden, of dat dat zou moeten? En hoe kan fictie ons helpen het gewicht van een nooit-eindigende nucleaire dreiging beter te contextualizeren?
Voor iemand van mijn leeftijd is dit geen nieuwe materie. Ik kende letterlijk de Koude Oorlog-logica van gegarandeerde wederzijdse vernietiging voordat ik wist dat de Tweede Wereldoorlog ooit had plaatsgevonden. Maar toen met de ineenstorting van de Soviet Unie die constante existentiële dreiging verdampte, is bij mensen een vreemde vorm van geheugenverlies ontstaan. En voor jongere mensen is dit uiteraard de ergst denkbare gereanimeerde retro-toekomst. Ik vond fictie nooit heel erg helpend met de nucleaire realiteit van de Koude Oorlog. Toen ik Neuromancer in 1981 schreef, had ik in feite het gevoel absurd optimistisch te zijn met het poneren van een toekomst na slechts een eenmalige, zeer beperkte nucleaire uitwisseling.

Denkt u dat dat is omdat er een tekort aan weldoordacht werk over dit onderwerp bestaat, of dat het vooruitzicht van nucleaire vernietiging van een schaal is die betekenisvolle fictionele behandeling overstijgt?
Er is weldoordacht werk over het onderwerp gemaakt: On The Beach, A Canticle For Leibowitz, Level Seven… Het meeste weldoordachte werk is toen vroeg in de schaduw van die realiteit gemaakt, en degradeerde vervolgens tot een handige entertainment-formule. Ik denk dat we daar de zombieplaag-meme van kregen; zelfs nadat de dreiging schijnbaar verdwenen was bleven die maar doorschuifelen. Maar ik heb Archhangel nooit beschouwd als een werk dat veel meer over nucleaire oorlog zou willen zeggen dan Dit Wil Je Niet Zien Gebeuren.

De plot geeft het besef dat ondanks de onuitsprekelijke tragedies van Hiroshima en Nagasaki, het nog zoveel erger kunnen zijn – dat er alternatieve geschiedenissen zijn vol Aardes waar nucleaire winter heerst. Construeerde u dit als een commentaar op de precaire situatie waar verschillende staten met hun beslissingen over nucleaire voorraden deze wereld, en haar miljarden onschuldige burgers, in heeft gebracht? Dat we alleen maar een haartje verwijderd zijn van een tijdlijn waarin een nucleaire ontploffing in Baltimore de menselijke beschaving tot puin brengt?
Het is zo dat ik, op een zeker niveau, altijd heb aangenomen dat dat echt het geval is. Hoe dat is. Hoe het is om te leven in een wereld met nucleaire wapens.

Wat zit er achter de titel? Wie zijn die hooggeplaatste engelen van dit verhaal? Kunnen zij ons redden van ‘Mutual Assured Destruction’?
De climax van het verhaal speelt zich af in de lucht, boven de Russische havenplaats Arkhangelsk, wat Archangel is in het Engels (en aarstengel in het Nederlands, red.) en waar Stalin in het geheim zijn militaire leiders ontmoet. Een atoombom die daarop valt zou het einde betekenen van de Soviet Unie, nemen de slechteriken van de toekomst aan.

In het screenplay waar de graphic novel op gebaseerd is, heerst er meer een besef van dat Archangel een plek is. De goede mensen moeten daar naartoe gaan in een geleende Russische vliegtuig, etcetera. Natuurlijk was ik me bewust van de mogelijkheid van de symbolische interpretatie die u noemt, maar ik voelde me daar hoogstens neutraal over. Torres, zoals ik het lees, wordt voornamelijk beziggehouden met het vernietigen van de Splitter, zodat Junior en Dad geen tweede kans in een verse tijdlijn krijgen. Ik denk dat dat ook Piloots topprioriteit is. Onze wereld die door de Splitter gecreëerd wordt is niet gelukkiger dan de onze dat vandaag is, maar nog steeds te prefereren boven die van hen.

Beeld: Butch Guice

Tussen drone-vliegen, tijdsplitters en het uitbreiden van buikbommen, markeert Archangel weer een terugkeer naar het rijk van science fiction, nadat u toekomstgerichtheid een tijdje achter u gelaten had. Komt er nog meer toekomstgerichte fictie onze kant op?
Mijn meest recente roman, The Peripheral, heeft twee toekomsten: eentje in het midden van de 21e eeuw, en eentje in het midden van de 22e. En de 22e-eeuwse is vol post-Singulariteit-gestoordheid. Het boek dat ik momenteel aan het voltooien ben, Agency genaamd, is gesitueerd in diezelfde 22e-eeuwse toekomst, maar tevens in een 2017-San Francisco, in een tijdlijn waar Trump de verkiezingen verloren heeft (maar die ook bepaald geen lolletje is).

Kunnen we het hebben over uw recente interesse in tijdreizen en alternatieve tijdlijnen; hier, in The Peripheral , en blijkbaar ook in uw nieuwe boek? Wat trekt u aan in dit mechanisme, waarin er niet op traditionele wijze wordt tijdgereisd, maar er manieren zijn om fysiek onze verledens en toekomsten te bewonen, en wellicht nieuwe voort te brengen? Wat spreekt u aan in dit concept, en wat daagde u uit om het opnieuw te benaderen in het medium van de graphic novel?
Toen ik begon met het schrijven van The Peripheral, had ik als eerst Flynne’s dichtbij-toekomstige dorpje op het oog. Ik dacht dat de ‘andere toekomst’ Miami zou kunnen zijn in dezelfde tijd, maar futuristischer omdat er rijke mensen wonen. Vervolgens kreeg ik het idee van een Londen in een verdere toekomst, maar tijdreisparadoxgedoe verveelt me immens. Toen moest ik denken aan ‘‘Mozart in Mirrorshades’’, een kort verhaal van Lewis Shiner en Bruce Sterling, waarin tijdreizen anders werkt, dus nam ik hun tijdreisregels over. Toen Michael St. John Smith en ik met de ideeën begonnen te spelen waar het screenplay van Archangel op gebaseerd is, had ik net The Peripheral voltooid maar was ik nog steeds geïntrigeerd in wat je allemaal met dat tijdreismodel kan doen.

Ik moet u ook nog even naar Twitter vragen, aangezien u een van de meest invloedrijke en geëngageerde personen uit uw veld op dat platform bent. Wat is uw relatie met sociale media deze dagen? Hoe denkt u, als iemand wiens ideeën online ruimtes hebben helpen vormen, over de platformen waar we onszelf een grootste deel van de tijd op zien inloggen?
Twitter is het enige sociale-media-platform dat ik ooit heb gebruikt. Ik ben letterlijk nooit op Facebook geweest. Twitter is een wonderbaarlijke bron van materiaal voor mij. Ooit kocht ik voor honderden dollars aan – voornamelijk buitenlandse – tijdschriften per maand voor slechts een fractie van de nieuwtjes die ik nu op een dag via Twitter kan krijgen.

Iets anders waar ik naar moet vragen, omdat het een van mijn favoriete citaten allertijden is: Waar is de toekomst nu het meest geconcentreerd? En het minst geconcentreerd? En hoe gelooft u dat we een meer gelijkwaardige gedistribueerde toekomst kunnen krijgen?
Gelijkwaardige distributie van toekomst is alleen iets goeds als het een goede toekomst betreft! En misschien zelfs dan niet. Ik denk dat we op een dag terugkijken op deze dag van ongelijk gedistribueerde toekomt met jaloerse nostalgie.

Dank voor uw tijd.
Jij ook.