Ik zit aan zo’n veel te klein tafeltje in een koffietent en door het raam geeft hij me een handkus. Ik zwaai naar hem en zie het ineens: mijn lief is man. Voor mij is hij dat al sinds dag één, als ik hem ruim een jaar geleden ontmoet als hij nog Caro heet. Maar nu, bijna anderhalf jaar testosteron later, is er ook door het raam en in de spiegel geen twijfel meer. Caro is Tijn.
Juist op zo’n moment ben ik blij dat ik foto’s van hem maak, want een transitie vang je bijna niet in woorden. De samenvatting heb ik wel: het gaat zo hard en zo langzaam tegelijk. Daarom komen er elke maand nieuwe beelden bij van Tijn. Zodat we weer zien wat er al is veranderd. En wat altijd blijft.
Videos by VICE
“Hé homo.” Dat krijgen we vorig jaar nog naar ons hoofd als ik met Tijns hand in m’n kontzak richting de supermarkt loop. En vaak. Terwijl ik me dan verbaasd afvraag waarom ze niet kiezen voor een helder meervoud als “lesbo’s”, horen we ‘m in 2019 niet meer. Missen doe ik het niet, maar het maakt me wel boos: zijn we nu ineens weer helemaal oké nu we hetero lijken? Lijken, ja: Tijn valt niet alleen op vrouwen en laat ik het zo zeggen: mijn eerste crush was op Leo én Kate.
Voor de rest van de wereld leeft Tijn nu zo’n drie jaar als man. Zelf voelt hij het eerder al – hoewel eerst bij vlagen en niet hardop. Tot hij het echt kan zeggen: “Ik ben geen meisje.” Caro voelt hij zich nu nog steeds, die naam wil hij niet kwijt. Maar vrouw? Nee. Honderd procent man? Ook niet, maar dat is wel de vorm die het best past bij wie hij is.
Na een lang voortraject bij de genderpoli start hij eind 2017 met de testosteron. Elke twee weken een shot T. In het begin zetten zijn vader en moeder ‘m, nu doe ik het soms, maar bijna altijd prikt hij zelf. Elke keer wordt mijn keel dik: een mix van verdriet omdat het moet en geluk omdat het kan.
Zijn borsten zeggen we vaarwel in de zomer van 2018. Tijdens de Onthulling van de Borstkas, een uur vroeger dan verwacht, sta ik nog op de parkeerplaats van het ziekenhuis en ik kan wel janken. Later snap ik het pas: elke keer als zijn shirt uitgaat, is er weer die opluchting. Ze zijn weg. Of ik zijn borsten mis? Ze waren goddelijk, maar niet van hem. Dat voelde ik net zo sterk als Tijn. Zijn binder (een top die je borst platdrukt) droeg hij elke dag, de hele dag. Dat ie die nu nooit meer aan hoeft, betekent vrijheid. Een middag trok ik ‘m ook even aan en geloof me: je voelt je gelijk verstikt en verstopt. Jezelf zo opsluiten doe je alleen als je je zonder binder niet vrij voelt.
Vorige week zat Tijn voor het eerst in de zon op het dakterras. Zonder shirt en met factor 50 op z’n littekens. Het herstel gaat snel, de liefde voor zijn ‘designer nipples’ – Tijns woorden – is groot. Hij begint zijn nieuwe studiejaar als Tijn en voelt zich ook zo. Maar zoals dat gaat, verschuift de focus gewoon. Zijn dysforie verplaatst langzaam naar: waar blijft die penis? Kan ik wel zonder? Doet ie ertoe?
Een operatie ziet Tijn nu niet zitten en heel eerlijk, ik ben er ronduit bang voor. Iets dat werkt en lekker voelt inruilen voor iets dat dat allemaal misschien niet doet – wat doet dat met ons, met onze relatie? Maar als Tijn in de spiegel kijkt, dan zie ik dat hij zich onaf voelt.
Heftig, zeggen mensen tegen mij, zo’n transitie. En dat klopt, een partner aan de testosteron is absoluut iets groots. Net als mijn eigen struggles trouwens: ik rouw om mijn vader, doof het laatste restje burn-out en begin eindelijk een beetje te snappen wie ik ben. En Tijn is er voor me. Het zoekende meisje en de jongen in z’n tweede puberteit – we doen dit samen.
Sinds we elkaar kennen vraag ik me af: wat maakt je eigenlijk man? Mijn beeld van De Man was klein en beperkt zie ik nu. En volgens mij houd je alle mannen daarmee klein en beperkt. In wat ze mogen voelen, in hoe ze zich uiten, zichzelf noemen en kleden. Nu ik meer leer over gender en identiteit komen er alleen maar meer vragen bij. Maar volgens mij is dat precies waar het om gaat: vragen stellen en luisteren naar de antwoorden.
Laatst las ik op Instagram iets dat voor mij zo klopt: cis of trans, “een man is mij geen mannelijkheid verschuldigd, een vrouw geen vrouwelijkheid, een non-binair persoon geen androgyniteit.” Man of vrouw, het zijn de rollen die we krijgen en spelen. Of die we zelf kiezen, door elkaar husselen en opnieuw uitvinden – zoals Tijn dat doet.
Zelf voel ik me altijd al vrouw, niet per se vrouwelijk. Maar sinds ik samen ben met Tijn omarm ik mijn vrouwelijkheid ineens meer. Ik vind het steeds leuker om ermee te spelen, van rol te wisselen. Dat ik dat nu pas durf, zegt vooral dat ik eerder het idee had dat ik niet voldeed aan het plaatje van De Vrouw. Tijn kent dit gevoel – waar hij vroeger voelde hoe hij niet klopte als meisje, ziet hij nu wat hij tekortkomt als perfecte man. Volgens Instagram dan. Geen sixpack, geen smalle heup, nog geen volle baard. Wel littekens. Jezelf goedkeuren is hard werken, maar wij leren elkaar hoe het werkt. Fuck de saaiheid van perfectie.
Man, vrouw, ertussenin – als de grenzen ergens vervagen, dan is het in onze slaapkamer. Het is de buitenwereld die zo graag wil weten: wat ben je? Maar in ons bed gaat het alleen om wie we zijn. Nieuw en vrij voelt dat voor me.
Tijn en ik krijgen vaak dezelfde vragen: over zijn uiterlijk, over seks. Of ik in bed niet wat mis bijvoorbeeld. Daar kan ik kort over zijn: een partner die jouw lijf kent als het zijne is niet verkeerd. Helemaal niet verkeerd zelfs. Ik vind het leuk als iemand z’n vragen gewoon vráágt en ik snap het totaal: zo fascinerend is een transitie ook gewoon. Voor ons ook. Maar van binnen gebeurt er eigenlijk zoveel meer. Ik zie mijn lief elke dag meer zichzelf worden. Losser, vrijer, hij verstopt zijn lijf niet meer en ook niet wie hij is. Een van mijn vriendinnen vat het samen in één vraag: “Waar is die jongen met dat grote t-shirt gebleven?”
Soms zit ik tegenover hem en zie ik zijn schouders bijna groeien. Zijn baard gaat langzamer, maar zijn snor prikt al. Zijn stem daalt en hij leert hem anders gebruiken. En minstens zo mooi: hij voelt meer rust, meer daadkracht en vooral zelfvertrouwen.
Wat komt door de testosteron en wat door meer houden van wie hij is?
Dat loopt volgens mij prachtig door elkaar. Hij is precies dezelfde Tijn: even zachtaardig, even gevoelig. Na wat oefenen met documentaires over huilende zeehondjes lukt zelfs samen janken weer. Wel heeft hij net een beetje minder ruimte voor lange lulverhalen: “Maak je punt, babe.”
Tegelijkertijd ken ik geen andere man die zo soepel kan praten over zijn gevoel. Gewoon omdat hij het mocht – van zijn ouders, zijn omgeving, van ons allemaal. We leggen elkaar regels op over hoe je moet doen, zijn en denken als man en als vrouw. Maar mijn man is opgevoed als vrouw en ik zou niet willen ruilen. Sterker nog, de wereld zou zoveel zachter zijn als álle mannen mogen voelen. Laten we ze dat elke dag vertellen, vanaf dat ze er zijn.