Als je vanuit Nieuw-Zeeland nog een uur of vier over de Stille Oceaan vliegt, kom je op de Cook Eilanden. Dat is een kleine eilandengroep, waar zo’n zeventienduizend mensen wonen. De Cook Eilanden zijn vooral bekend vanwege de mooie stranden, maar er wordt ook gevoetbald. Daar, aan de andere kant van de wereld, werd de Nederlandse voetbaltrainer Judith Kuipers afgelopen jaar bondscoach van het nationale vrouwenelftal. We spraken haar over dit avontuur tussen de Maori’s.
Dit is haar verhaal.
Videos by VICE
Ik kan me nog goed herinneren dat ik op kerstavond 2018 een bericht binnen kreeg op Facebook, van een man die Paul heet. Hij vroeg of ik interesse had om bondscoach te worden van de Cook Eilanden. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van de Cook Eilanden gehoord. Ik dacht dat er een geintje met me werd uitgehaald.
“Joh, ik zit nu bij mijn familie, ik kom er later wel op terug,” reageerde ik. Zo is het balletje gaan rollen, want later bleek het helemaal geen grap te zijn. De man die het bericht stuurde, Paul Driessen, bemiddelt samen met een zakenpartner tussen voetbalbonden in Oceanië en trainers in Nederland. Als een bond daar een trainer nodig heeft, zoeken zij een geschikte kandidaat. Zo waren ze bij mij terechtgekomen.
Het eerste wat je ziet als je de Cook Eilanden googlet zijn fantastisch mooie plaatjes. Het ene strand is nog mooier dan het andere. Het ziet er onwerkelijk uit. Ik dacht: jeetje, als dat mijn werkplek wordt. Verder kwam ik erachter dat het een kleine eilandengroep is. Er wonen zo’n 17.000 mensen op de Cook Eilanden, vooral Maori’s, een Polynesisch volk, bekend van de haka’s die je ziet bij wedstrijden van het rugbyteam van Nieuw-Zeeland.
Het zou gaan om een aanstelling van een half jaar, tot en met augustus 2019. Dan moest het nationale vrouwenelftal van de Cook Eilanden uitkomen op de Pacific Games, een toernooi dat eens in de vier jaar wordt gehouden. Je kunt het vergelijken met de Olympische Spelen, maar dan alleen voor landen in de Stille Oceaan. Ze zochten een trainer die de Cook Eilanden door dat toernooi kon loodsen, en waren toen bij mij uitgekomen.
Op dat moment was ik hoofdtrainer van VV Alkmaar in de Eredivisie Vrouwen, daarnaast trainde ik ook het militair vrouwenelftal van Nederland. Ik zat dus goed en had eigenlijk helemaal geen reden om mijn leven om te gooien. Het was ook niet zo dat ik steenrijk zou worden van een avontuur op de Cook Eilanden. Financieel was het een prima aanbieding hoor, maar zou ik er niet echt wat aan over houden. Het zou vooral om het avontuur gaan.
Ik besloot er toch voor te gaan.
Ik pakte mijn spullen en vloog van Schiphol naar Singapore, vanaf daar naar Nieuw-Zeeland, en toen door naar de Cook Eilanden. Na die eerste twee vluchten van elk dertien uur, dacht ik dat ik er wel bijna was. Maar die laatste vlucht was nog eens vierenhalf uur. De Cook Eilanden liggen echt letterlijk helemaal aan de andere kant van de wereld. Ik vertrok op een dinsdag, en kwam op een donderdagmiddag aan op Rarotonga, het grootste van de vijftien eilanden van de Cook Eilanden.
Op Rarotonga werd ik opgevangen door de voorzitter van de Cook Island Football Association, de CIFA. Hij vertelde me wat er van me verwacht werd en liet me mijn accommodatie en auto zien. Ik had een flinke jetlag, kreeg een hoop indrukken te verwerken en moest ook behoorlijk wennen aan de temperatuur daar. Maar de omgeving was fantastisch. Ik had een leuk, geel huisje, met best een groot stuk gras eromheen, op een paar honderd meter van het strand. Omdat het regelmatig regent, is de omgeving heel groen.
Toen ik de volgende ochtend uit mijn huisje stapte, dacht ik: dit is toch wel onwerkelijk. Stond ik daar tussen de palmboompjes, uit te kijken op de bergen. Het is een fantastisch mooi eiland, en de mensen zijn verschrikkelijk aardig en open. Ze vragen je meteen mee naar de meest gekke dingen. Voordat ik het wist zat ik op een soort open kano te peddelen midden op zee, dat soort dingen. Ze verwachten overal dat je blijft eten, dat staat niet eens ter discussie. En als je niet blijft eten, dan blijf je slapen. Dat is ook normaal. Ik had drie paar schoenen mee: voetbalschoenen, hardloopschoenen en normale schoenen. Maar dat laatste paar heb ik nooit aan gehad. Ik liep er in mijn vrije tijd alleen op slippers.
Mijn eerste training zal ik nooit vergeten. Het was op de zaterdag na mijn aankomst. Ik stond op het veld en het was gruwelijk warm, echt bloedheet. Op een gegeven moment kwamen er wat donkere wolken aan. Nou, het begon te regenen, alsof ze emmers water over me heen aan het gooien waren. Bizar. Ik werd zeiknat, tot op het bot. Die meiden natuurlijk vreselijk lachen. Ik wist niet wat me overkwam. Daarna brak de zon weer door en werd het weer bloedheet. Toen ben ik ontzettend verbrand in mijn nek. Ik had er de blaren van in mijn nek staan.
Dat was mijn eerste training, lekker dan.
Bij de eerste training lagen ze na de warming-up ook al op apegapen. Ze waren kapot. Ik dacht: nou, dit wordt nog wat. Maar ze zeurden en piepten niet, dat sierde ze. Het was een geweldige groep. De leeftijd lag zo tussen de 17 en 28 jaar, en ik had meestal zo’n elf tot vijftien meiden op de training. Zij kwamen van de zeven voetbalclubs op de eilanden. Het duurde even tot ik de discipline erin had dat ze er ook echt altijd moesten zijn, maar gelukkig had een assistent, Tupou, waar ik heel veel aan heb gehad in de communicatie met de spelersgroep.
Het niveau van de vrouwen op de Cook Eilanden is niet te vergelijken met het hoogste niveau in Nederland. Ik denk dat het niveau onderaan de topklasse zat. Gelukkig zat er zeker wel wat voetbal in. Ze leerden snel en wilden graag beter worden. Dat was fijn, want daardoor zag ik veel progressie. Ik ben eerst fysiek aan de slag gegaan, want als je niet fit bent, kom je niet ver. Dat bleef een heikel punt, omdat de mensen daar erg van het leven genieten. Het eten en drinken is er lang niet altijd gezond, waardoor het gros van de bevolking overgewicht heeft.
Zeker in de laatste maanden van het toernooi stonden we elke ochtend om zes uur ‘s ochtends in de fitness. Dat vonden ze wel pittig. Ikzelf ook. Tactisch gezien was er ook veel werk aan de winkel. Ze waren gewend om de bal vanaf de keeper gewoon naar voren te rossen en erachteraan te rennen. Bizar. Opbouwen, daar deden ze niet aan. Dus we zijn vanaf het begin met positiespel aan de slag gegaan, met balbezit houden en vanuit een 4-3-3 te voetballen. We begonnen klein en probeerden dat uit te bouwen, ook al was een half jaar daarvoor kort.
In juli vertrokken we naar Samoa, waar de Pacific Games plaatsvonden. De accommodatie op Samoa was wel bijzonder, moet ik zeggen. We zaten in een gebouw met andere atleten van de Cook Eilanden, van rugbyers tot bowlers. Alle meiden zaten samen op stapelbedjes in twee grote zalen, met zo’n 35 mensen per zaal. We hadden zes douches voor alle mensen en er waren geen ruimtes voor besprekingen. Er was bijna geen privacy. Dat was wel even slikken. Zelfs de meiden hadden zoiets van: wat is dit?
Uiteindelijk kwamen we er gelukkig wel uit. De meiden waren ontzettend flexibel en vonden snel hun draai. De wedstrijden speelden we in het Joseph Blatter Stadion. Dat was helemaal gerestaureerd en zag er best goed uit. We zaten in de poule met Tahiti, Vanuatu, de Salomonseilanden en Papua Nieuw-Guinea – veel grotere landen dan de Cook Eilanden. Onze eerste wedstrijd, tegen Tahiti, wonnen we meteen met 2-0. Het was heel lang geleden dat de Cook Eilanden de eerste wedstrijd gewonnen hadden op de Pacific Games, dus de directeur hing na de wedstrijd direct aan de telefoon met de felicitaties.
Dat smaakte naar meer. Nou, de tweede wedstrijd was tegen Vanuatu, en die wonnen we ook, met 2-1. Dat was bizar. Zoiets was nog nooit gebeurd. Onze meiden waren de koning te rijk, en terecht. Dat was de grote verrassing van het toernooi. Wat krijgen we nou, dacht ik. Sommige mensen kwamen vragen wat er met de Cook Eilanden aan de hand was. Het toernooi kon na die eerste twee overwinningen eigenlijk al niet meer stuk voor ons. En na de derde wedstrijd al helemaal niet meer. Die wonnen we met 2-1 van de Salomonseilanden.
Na die drie wedstrijden stond er een zware klus te wachten, misschien wel een onmogelijke. We moesten tegen Papua Nieuw-Guinea, het land dat sinds 2003 elke keer goud heeft gepakt op de Pacific Games. Papua Nieuw-Guinea heeft bijna 500 keer zoveel inwoners als de Cook Eilanden. Op het veld waren ze ook echt een paar maatjes te groot voor ons: het werd 5-1 voor hun. In de troostfinale bleek Fiji helaas ook een maatje te groot en verloren we met 3-1. Daarmee zat het toernooi erop. De meiden zaten er ook fysiek doorheen, de tank was leeg. Ik had er vrede mee.
Toen we terugkwamen op de Cook Eilanden, was er een grote afsluiting van het toernooi, met een optocht voor alle atleten en een hoop muziek. Daar hebben ze ook de prestaties van het damesvoetbal aangehaald, omdat het de grootste verrassing van het toernooi was, ondanks dat we geen medaille hadden gehaald. De meiden waren terecht trots toen ze dat hoorden. Het was een geweldig feest. Daarna was het opeens voorbij. Dat was wel raar, want we hadden zo intensief naar het toernooi gewerkt. Opeens zat het erop.
Ik ben nog een paar weken op de Cook Eilanden gebleven, als toerist. Ik ben gaan hiken, heb uitstapjes naar andere eilanden gemaakt. Ik kon in die weken iedereen ook nog even gedag zeggen, met sommigen een hapje eten, en toen was het tijd om naar huis te gaan.
Het was wel even wennen om opeens terug in Amsterdam te zijn. Natuurlijk was ik blij om vrienden en familie te zien. Maar ik heb wel een paar weken nodig gehad om hier te aarden, omdat je daar in zo’n andere wereld zit. Alles was hier nog precies hetzelfde. Ik weet niet wat ik verwacht had, maar het was best pittig. Het grootste verschil met hier is dat ze daar zo verschrikkelijk dankbaar zijn voor alles wat ze hebben: kleding, onderdak, voedsel, vrienden en familie. Meer hoeven ze niet, dat vergeten we hier nog weleens.
Als ik nu terugkijk op dit avontuur, voel ik vooral trots. Ik ben trots op hoe het gelopen is, hoe de meiden het uiteindelijk gedaan hebben. Het was een hele mooie ervaring. Als trainers dit lezen, zou ik tegen ze willen zeggen: als je ervaring op wil doen in het buitenland of zo’n aanbieding krijgt, altijd doen. Het brengt je zoveel inzichten, niet alleen als trainer, maar als mens. Ik zou het zo weer doen, als mijn partner tenminste mee wil.
–
Naast onze geschreven verhalen en video’s hebben we nu ook een podcast: De Wereld van VICE Sports. De afleveringen zijn hier te luisteren bij Apple of hier op Spotify: