Ik denk dat er sinds 2000 nog maar een paar echt culthelden op de Nederlandse velden hebben rondgelopen. Vitesse had er in die jaren drie: Theo Janssen, Nicky Hofs en Jhonny van Beukering. Jhonny, met een ‘h’ voor de ‘o’.
Toen ik Jhonny deze zomer belde voor een interview nam zijn moeder de telefoon op. Ze vierden vakantie in Spanje, dertig kilometer onder Malgrat del Mar. Je kunt populair zeggen dat Jhonny zo lekker gewoon is gebleven, maar ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen. Het gesprek met Jhonny van Beukering was oprecht het meest hartelijke gesprek dat ik in jaren heb gevoerd.
Videos by VICE
Ik sprak hem over Theo Bos en René van der Gijp, zijn tocht langs de drie grote Gelderse clubs, zijn gewicht, de media, zijn periode in Indonesië en over de spelers die de kont van de trainer likken. Jhonny van Beukering, een eigenwijze volkse jongen, die nog steeds overal schijt aan heeft.
VICE Sports: Ha Jhonny, wat heb je deze zomer gedaan?
Jhonny van Beukering: Ik ben net terug van vakantie, ik was met mijn vader, moeder, mijn neefje en het gezin maar Spanje. Ik ben met de auto gegaan, 1600 kilometer, zodat we daar een auto hadden.
Hebben jullie een hechte familie?
Ik heb alleen een broer en mijn ouders. Maar ik heb ook 100 tot 150 neefjes, en met iedereen hebben we goed contact. Ik ben opgegroeid in Velp-Zuid en heb een leuke jeugd gehad. Vroeger kon alles nog, een beetje kattenkwaad uithalen. Dat kan tegenwoordig allemaal niet meer. Mijn broer en ik hebben altijd Presikhaaf en AFC Arnhem samen getraind. Nu hebben we allebei een eigen club, maar we blijven een hele hechte familie.
Vorig jaar stond je met een comeback in de krant. Waar kwam dat vandaan?
Ik was een beetje zwaar geworden omdat ik een tijdje niets gedaan had en ik wilde weer trainen voor mezelf en de kinderen. Mijn broer twitterde voor de grap over een comeback, toen kwamen er meteen allerlei artikelen over. Dan kun je het krijgen ook. Iedereen wilde me interviewen, met camera’s erbij. Dat is wat de media ervan maken en hoeveel aandacht het krijgt. Voor ons was het gewoon een grap. Ergens blijft mijn naam gewoon hangen.
In Nederland heb je een bepaalde cultstatus, en een gunfactor bij de supporters.
Hadden de trainers dat maar wat meer van gehad. Ik werkte keihard en luisterde gewoon netjes naar de trainers. Maar als ik dan een keer niet scoorde, was ik meteen te dik. Dat is begonnen in dat jaar bij N.E.C.. Daarvoor hoorde je het nooit.
Je hebt in je periode bij N.E.C. de bijnaam ‘Jhonny van de Burger King’ gekregen.
Als de media iets roepen en het komt op televisie dan houd je die stempel. Bij N.E.C. scoorde ik wel wekelijks en we haalden Europees voetbal, alleen niemand kijkt daarnaar. Je kan er niets aan veranderen als de media zich daarop richten. Als ik nu een scheet laat, staat het vanavond op Hart van Nederland, terwijl ik al een hele tijd niet meer voetbal.
De mensen kunnen zoveel lullen als ze willen, maar als ik erbij ben gaan ze schijnheilig lopen praten. Dat heb ik ook ooit met René van der Gijp bij Dordrecht gehad. De hele week lopen ze grapjes te maken op televisie en een week later bij Dordrecht durft hij me niet aan te kijken. Dan kan ik hem wel een kegel op zijn oog geven, maar dat is het ook niet waard. Ik ben gewoon altijd mezelf gebleven.
Is de rest dan wel veranderd?
Bij sommige jongens lijkt het wel of ze de kont van de trainer aan het likken zijn om in het eerste elftal te komen. Ik was nooit zo en heb overal voor moeten knokken, vanaf vroeger op straat al. Ik heb twee zware blessures gehad, waar andere mensen minimaal twee jaar over doen om te herstellen. Ik heb me in negen maanden teruggeknokt om mijn oude niveau weer te kunnen halen.
Hebben trainers een hekel aan straatjochies?
Negen van de tien keer hebben ze liever wel een kontenlikker. Daar kon ik gewoon nooit tegen. Als je ouder wordt dan word je ook wat mondiger en dan floep je er weleens wat uit. Je hebt soms van die gasten die de schoenen van de trainer nog willen poetsen. Als je je er zo in moet likken dan hoeft het niet van mij. Laat dan maar zitten. Dat had ik misschien niet moeten doen.
Had je meer carrière willen maken door de schoenen van de trainer te poetsen?
Ik blijf altijd mezelf. Dan maar wat minder. Ik heb met veel geld geleefd, ik heb met minder geld geleefd, daar maak ik me allemaal niet zo druk om. Zolang er brood op tafel komt en de kinderen genoeg te eten krijgen, dan is het prima voor mij.
Je hebt als kind van Arnhem ook mooi bij alledrie de Gelderse clubs gespeeld.
Ik hou niet zo van reizen, dus ik ben meestal lekker in de buurt gebleven. Op negenjarige leeftijd werd ik gescout door De Graafschap. Die zagen wel wat in me, omdat ik eigenwijs was, eigenlijk overal schijt aan had en overal keihard inging. Op vijftienjarige leeftijd kwam Vitesse, die hadden op dat moment de beste jeugdopleiding in Nederland.
Omdat ik uit Velp-Zuid kwam, was dat een droom. Met mijn neef en mijn oom zat ik toen in Monnikenhuizen op vak CC. Naast het vak met die ‘waussies’ van de harde kern. Na twee jaar werd ik door Ronald Koeman bij de selectie gehaald. Achteraf gezien was ik er fysiek toen nog niet helemaal klaar voor.
Je ging terug naar De Graafschap en daarna naar N.E.C.. Hoe was dat als Arnhemmer?
In het begin krijg je dan wel wat gedoe omdat je uit Arnhem komt, maar ik ben gewoon mijn ding gaan doen en hard gaan werken. Toen werd ik door de meeste supporters wel geaccepteerd. Ik werd in mijn eerste seizoen clubtopscorer, het jaar erna werd ik Europees topscorer van de club. Daar heb ik echt twee goede jaren gehad. En daarna gingen ze een beetje ouwehoeren.
Dat was jammer. Ik kon naar Swansea City, maar N.E.C. boorde me die transfer door de neus. Ze vroegen een veel te hoge transfersom voor het laatste jaar. Ik ben toen maar naar De Graafschap gegaan, maar sukkelde nog met een blessure die ik bij N.E.C. op had gelopen. Die blessure is nooit meer weggegaan, daar heb ik nu nog steeds last van.
Je laatste profclub was Pelita Bandung in Indonesië. Hoe kwamen die Indonesiërs bij jou terecht?
Die wisten dat ik Indonesisch bloed had, dus die wilden mij naar Indonesië halen zodat ik ook voor het nationale elftal uit kon komen. Voor mij was dat een ideale afsluiting van mijn carrière. Uiteindelijk heb ik daar anderhalf jaar gewoond. Er werd alleen niet gevoetbald, dat was wel jammer.
Waarom niet?
Er waren twee grote competities. Een legale en een illegale, en die hadden ruzie met elkaar. Dat gaat daar allemaal om televisierechten en geld. Als je voor de legale competitie uitkomt, dan mag je ook voor het nationale elftal spelen. Na die ruzie was het weer ramadan en lag de hele competitie er weer vier weken uit, dus vloog ik maar weer naar huis. Iedere keer was er wel wat. Was ik daar, lag die competitie stil en kon ik weer naar huis. Daarna begonnen ze weer en wilden ze me weer invliegen. Toen dacht ik: bekijk het maar, straks sta ik er weer en dan kan ik weer naar huis.
Hoe is de voetbalbeleving in Indonesië?
Dat was top, dat werd wel geleefd. De stadions zitten vol. In het Bung Karno Stadion in Jakarta, waar het nationale team ook speelt, kan 80.000 man terecht. Tijdens normale wedstrijden zaten gemiddeld 10.000 tot 20.000 mensen, maar die maakten lawaai voor 100.000 mensen. Die zijn helemaal gek.
Wat ben je daarna in Nederland gaan doen?
Ik zou bij Theo Bos in Dordrecht gaan spelen. Ik was toen niet fit, maar ik kwam voor hem. Alleen werd hij toen zo ziek dat hij geen hoofdtrainer meer kon zijn. Daarna heb ik tegen de directeur, Marco Boogers, gezegd dat ik voor Theo kwam. Zonder hem had ik er ook geen zin in. Theo was mijn eerste trainer in de jeugd bij Vitesse. Toen ik bij het eerste elftal kwam, was hij ook assistent. Het overlijden van Theo was voor heel Arnhem een klap. Ik kende hem al mijn hele leven.
Mijn vader kwam vast te zitten toen ik net bij Vitesse kwam. Theo pakte dat heel goed op. Soms kon ik gewoon niet trainen, want dan moest ik bij mijn vader op bezoek. Dan ging Theo daarna extra met mij trainen. Theo is ook gewoon een jongen van De Geitenkamp, een lekkere volkse buurt in Arnhem. Bij hem was alles recht voor zijn raap, gewoon eerlijk.
Wat kunnen we komend seizoen van je verwachten?
Nu ben ik hoofdtrainer bij MASV, tegenover het Gelredome. Vorig jaar heb ik Nicky Hofs nog bij me in het elftal gehad. MASV is echt een leuke club, met veel jongens van het kamp en uit de volkswijken van Arnhem. Elke zondag hebben we er een Nederlandse zanger met alles erop en eraan. Die club komt nu langzaam in de lift.
Daarnaast train ik mijn zoontje bij SC Veluwezoom, hij gaat nu naar de D’tjes. Dat is net als MASV een geweldige club. Een beetje volks allemaal. Vorig jaar ben ik daar onterecht geschorst voor half jaar. Toen mocht ik een half jaar niet trainen, maar toen heb ik de jongens gewoon getraind. Tijdens de wedstrijden mocht ik niet in de dug-out zitten, dus dan ging ik achter de boarding staan. Je weet hoe eigenwijs ik ben, toch?
Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.