kraken

Nieuwe krakers willen een plek in de stad opeisen

In de documentaire 'Kraken gaat door' volgen we de opleving van de kraakbeweging. "Het voelde even alsof de stad weer van mij was."
hotel mokum krakers ontruiming
Untitled_Artwork 99
In de serie Broertje Dood aan Woningnood gaan we op zoek naar de beste manieren om je door de voortwoekerende wooncrisis heen te slaan.

De kraak van een leegstaand budgethotel aan de Marnixstraat, vlakbij het drukbezochte Leidseplein in het centrum van Amsterdam, was om meerdere redenen opmerkelijk. Kraken gebeurt namelijk niet meer zo vaak, zeker niet sinds de invoering van het kraakverbod in 2010. En als het wel wordt gedaan, dan gebeurt dat meestal stilletjes en op onopvallende plekken, aan de randen van de stad. Want over het algemeen geldt: hoe zichtbaarder de kraak, des te sneller en harder er wordt ingegrepen. 

Advertentie

Dat de krakers niet onmiddellijk door een stel strenge agenten uit het pand werden gehaald, daar waren ze zelf dan ook een beetje verbaasd over. “We hadden verwacht dat we meteen ontruimd zouden worden,” zei kraker Neo van actiegroep Pak Mokum Terug daar destijds over. Ze hadden hun actie uitgedacht tot aan het onthullen van de kraak, met een reusachtig spandoek en veel fakkels, tijdens een demonstratie van Amsterdam Danst Ergens Voor (ADEV). Dat ze daarna nog weken de tijd zouden krijgen om in het gebouw te vertoeven, daar hadden ze eigenlijk geen rekening mee gehouden. “Door het strenge kraakbeleid dachten we: we kraken het, en daarmee is ons statement gemaakt. Maar toen begon het eigenlijk pas,” aldus kraker Lana. 

Pak Mokum Terug kon anderhalve maand lang in het gebouw blijven. Die tijd werd gebruikt om duivenpoep weg te krabben, gaten in de houten vloeren dicht te spijkeren en het pand, dat al snel ‘Hotel Mokum’ werd genoemd, te veranderen in een culturele vrijplaats. In de documentaire Kraken gaat door volgt VICE kraakactivisten terwijl ze in de kelder van het gebouw een bar runnen, een expositie opzetten, demonstraties organiseren en uiteindelijk, op een regenachtige novemberdag, door de ME bij het pand vandaan worden geduwd en gesleept.

Advertentie

Je kan natuurlijk de vraag stellen: waarom zou je tegenwoordig nog willen kraken? Het is meestal veel werk om een leegstaand pand enigszins comfortabel te maken, het risico dat je ontruimd of zelfs gearresteerd wordt is aanzienlijk, en omdat de reputatie van krakers de afgelopen jaren flink is verslechterd, gaat de gemiddelde Nederlander ervan uit dat je een luiwammes bent die niet van douchen houdt.

Maar je kunt je evengoed afvragen waarom er niet veel meer wordt gekraakt. De wooncrisis raakt inmiddels zo’n beetje iedereen die geen vastgoed of steenrijke ouders heeft. Zeker in grote steden als Amsterdam is het bestaan voor veel mensen, waaronder veel jongeren, daarom peperduur en enorm lastig geworden. Huren is zonder goedbetaalde voltijdbaan onmogelijk, aan sociale huur is een enorm tekort. En niet alleen wonen is duur, ook simpelweg bestaan in de stad wordt voor steeds minder mensen mogelijk. Er zijn nog maar bar weinig plekken waar je zonder drankjes te bestellen of een uurtarief af te rekenen tijd kan doorbrengen om iets te maken, om plezier te hebben of om gewoon een tijdje doelloos rond te hangen. Zo bezien is kraken een van de allerlaatste manieren waarop je als jongere ruimte in de stad kunt claimen. “Toen we Hotel Mokum hadden voelde de stad ineens anders,” zei een van de krakers na de ontruiming. “Het voelde voor het eerst alsof er ook een plek voor mij was.” 

Advertentie

Er was een tijd dat de situatie heel anders was. Begin jaren tachtig, de hoogtijdagen van de kraakbeweging, waren er meer dan 206 kraakpanden in Amsterdam. Als ik met hem door het centrum van de stad loop, wijst socioloog en oud-kraker Eric Duivenvoorden me op een aantal van die voormalige kraakpanden. Ze zijn nog steeds te herkennen aan een lange rij deurbellen en naamplaatjes langs de voordeur, want de kraakbeweging zorgde ervoor dat er veel mensen in gebouwen konden worden gehuisvest. De kraakbeweging streefde ernaar om de binnenstad kleinschalig en leefbaar te houden, vertelt Duivenvoorden. “Het kraken was nooit doel op zich, het was een middel,” zegt hij daarover. Hij schetst een beeld van een stad vol vrijplaatsen, kraakcafé’s, ateliers en grote lege ruimtes waar allerlei wilde plannetjes konden worden verwezenlijkt. Dat zorgde voor een hoop culturele activiteit en vernieuwing. Inmiddels is dat naar de uiterste randen van de stad verdreven of verdwenen, volgens Duivenvoorden. “De binnenstad is dood.” 

Of een kraakopleving weer nieuw leven de stad in kan blazen, dat is de vraag. Volgens historicus Bart van der Steen zijn er een vier dingen nodig voor een bloeiende kraakcultuur. “Je hebt heel veel leegstaande panden nodig, heel veel woningnood, heel veel jongeren die willen kraken en mensen die de krakers willen ondersteunen,” zegt hij.  Op dit moment zijn er een stuk minder leegstaande gebouwen in de stad dan in de jaren zeventig en tachtig. Volgens Van der Steen is het daarom onwaarschijnlijk dat kraken als manier om jezelf aan goedkope woon- of werkruimte te helpen weer populair wordt. Daarvoor is het simpelweg te moeilijk en te riskant geworden. Maar de andere ingrediënten – woningnood, veel kraaklustige jongeren en een groeiende groep mensen die voor kraken sympathie kan opbrengen – zijn er wel. Voor kraken als politieke actie ziet hij zeker dan ook mogelijkheden. “Als je een punt op de agenda wil zetten of het gesprek over een onderwerp jouw kant op wil sturen, dan denk ik dat kraken juist heel effectief kan zijn. En dat hebben de mensen van Hotel Mokum ook laten zien,” aldus Van der Steen. 

Advertentie

Kraken lijkt inderdaad te worden omarmd als actiemiddel in het bredere verzet tegen de wooncrisis. In het Woonmanifest, opgesteld door de verschillende actiegroepen en organisaties die betrokken waren bij de drukbezochte woonprotesten, wordt opgeroepen om het kraakverbod af te schaffen, omdat het kraken van leegstaande panden tijdens een wooncrisis “logisch en legitiem” is. De Amsterdamse afdeling van BIJ1, die bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen drie zetels haalde, wil van Amsterdam een “kraakvriendelijke stad” maken. 

De krakers van Pak Mokum Terug zijn ondertussen opgegaan in het collectief Mokum Kraakt, en hebben een nieuw onderkomen gevonden aan de Kinkerstraat, in een voormalige stomerij. Vergeleken met het imposante hotel aan de Marnixstraat is de ruimte beperkter, maar ook hier zien ze mogelijkheden. Bij de onthulling van het pand zei kraker Neo: “Dit is de volgende stap om de beweging in leven te houden, om te zorgen dat het niet bij één mooi moment blijft.” 

Bekijk onze documentaire Kraken gaat door en lees meer over de woningcrisis op VICE.