Ik bezocht een besloten debattraining van Forum voor Democratie

De jongerenorganisatie van Thierry Baudets Forum voor Democratie had binnen zes uur na oprichting al duizend leden. Geenstijl noemde hen de “Baudet Jugend”, Volkskrant-columnist Sarah Sluimer schreef over de JFVD-ers dat zij “met Baudet iemand hebben die hen laat dromen van een land waar zij hun studentenkamerfantasieën kunnen uitleven. Whisky in de hand. Wreed lachje om de lippen.” Zelf zegt de JFVD de “nationale zelfbeschikking en het vrije woord” te verdedigen. Wie zijn deze gasten? Ik ga naar een debattraining van het JFVD om daarachter te komen – en om mijn debatskills aan te scherpen.

Binnenkomen bij een event van de JFVD – dat momenteel 5500 leden heeft – is nog niet zo gemakkelijk. De debattraining bij de lokale JFVD-hub in Groningen is eigenlijk alleen toegankelijk voor leden. Het adres waar de bijeenkomst zal plaatsvinden wordt een paar uur van te voren bekendgemaakt (omdat locaties die aan de JFVD verhuren soms bedreigingen ontvangen, zo verklaart de lokale vertegenwoordiger na afloop van het event). De JFVD wil jongeren “weer verbinden met hun geschiedenis, tradities en cultuur” en dus ben ik niet verbaasd als de locatie een historisch pand annex semi-chic hotel blijkt te zijn.

Videos by VICE

Met een smoesje dat ik nog geen JFVD-lid ben maar dat ter plekke wel direct wil worden, lukt het om mezelf met een +1 op de gastenlijst te laten zetten. Alleen, kan ik als 30-jarige nog wel doorgaan voor 27 (de maximumleeftijd voor de jongerenorganisatie)? En hoe ziet een JFVD’er er eigenlijk uit? Ik neem als dekmantel een vriendin mee die Louboutins en een Michael Kors-tas bezit. Zij moet de aandacht afleiden van het feit dat ik er zelfs in mijn meest representatieve kleren uitzie als een armzalige journalist.

De receptioniste van het hotel vinkt onze namen af op de gastenlijst en verwijst ons naar het vergaderzaaltje waar de training zal plaatsvinden. Buiten roken een paar jonge JFVD-leden in pak nog snel een sigaret. Het lijkt alsof ze elkaar nog niet kennen, de meesten staan er wat nerveus bij. We zijn met dertien deelnemers, waarvan drie vrouwen, inclusief mijn vriendin en ik. In feite is er dus maar één legitieme vrouwelijke JFVD-er. Zij heeft ook een Michael Kors-handtas. Goed gegokt.

Wat gaan we doen vanavond? “Als JFVD-er word je dagelijks geconfronteerd door tegenstanders met onnozele argumenten die je keer op keer moet ontkrachten. Dit is jouw kans om je debatskills te oefenen!” aldus de uitnodiging op Facebook, waar iemand in de comments de hoop uitspreekt dat er ook “antifa mensjes” zullen zijn om op te oefenen. Die zijn er helaas niet. We zullen het moeten doen met Yernaz Ramautarsing, nummer twee op de kieslijst van Forum voor Democratie in de gemeente Amsterdam.

Ramautarsing staat bekend als getalenteerd debater, die bijvoorbeeld Freek de Jonge onder tafel wist te praten. Hij is fan van Donald Trump, wapenbezit en ongebreideld kapitalisme. We nemen plaats in de vergaderzaal, waar nog steeds niemand tegen elkaar praat. De vertegenwoordiger van de lokale JFVD-hub komt toesnellen om m’n vriendin en mij lid te maken. Hij pakt er een laptop bij en staat op het punt om onze gegevens in te vullen. Ramautarsing kan echter niet wachten om de training te beginnen, waardoor het JFVD-lidmaatschap aan onze neus voorbij gaat.

Ramautarsing opent de avond met de mededeling dat we proefkonijnen zijn – hij wil door heel het land JFVD’ers leren debatteren. Debatteren is zijn leven, zegt hij met een enorme lach op zijn gezicht, en ik geloof hem meteen. Hij houdt van de “spirit” van de Amerikaanse verkiezingsdebatten en vindt het doodzonde dat er in Nederland zo kort campagne gevoerd wordt bij de landelijke verkiezingen. Bij deze trainingen kan hij zijn passie botvieren. Hij is vanavond de enige die zich voorstelt. Van de andere deelnemers weet ik niet hoe ze heten, of waarom ze hier zijn.

Voordat we onze debatskills gaan trainen, geeft Ramautarsing uitleg over een aantal veelvoorkomende debatpraktijken. Allereerst het ‘what aboutism’, met misschien wel als bekendste voorbeeld ‘But her emails’ (je weet wel, Hillary Clinton en zo). Volgens Ramautarsing is het vooral een teken van zwakte als je je tegenstander probeert te pakken op inconsequenties om zo een inhoudelijk debat uit de weg te gaan. Doe dit enkel als je zelf niet hypocriet bent, adviseert hij, want anders vliegt deze boemerang terug in je gezicht.

De Renaissancevloot begint in een zaaltje in Groningen. Afbeelding via Wikimedia Commons.

Er volgen meer adviezen. Zeggen dat iets nu echt anders moet, “want het is verdomme al 2018 en dat zou nu toch niet meer mogen”, is een lege onderbouwing. Discutabel gedrag van een kandidaat verdedigen met “alle politici zijn boeven, wat had je anders verwacht” noemt hij een zwaktebod. Ik kan niet anders dan het met hem eens zijn.

Uit de zaal komt weinig feedback, totdat we het hebben over “schuld door associatie”. Als je afspreekt met iemand die ‘fout’ is, dan kan het zijn dat jij daar in een debat op gepakt wordt en als net zo ‘fout’ wordt weggezet. Onze trainer geeft als tip om de achterliggende aannames te verwerpen als dit je overkomt; de aanname dat die ander slecht is, of de aanname dat jij de standpunten van die ander deelt omdat je met hem op de foto staat.

Vanuit de zaal vertelt nota bene de enige vrouwelijke JFVD’er ons dat aannames maken eigenlijk iets heel vrouwelijks is. Waarop ze de eh… aanname baseert dat vrouwen sneller aannames maken, is me niet duidelijk.

Schuld door associatie is volgens Ramautarsing moeilijk te weerleggen. De grote roerganger Thierry Baudet kan daarover meepraten. Op 12 oktober 2017 wisselde Baudet vijf uur lang van gedachten met Jared Taylor, een 66-jarige Amerikaanse inspirator van de alt-right-beweging, die verkondigt dat het ‘blanke ras’ op het punt van uitsterven staat en dat ‘het zwarte ras’ een ‘beperkte hersenomvang’ zou hebben. Ook ging Baudet op de foto met de Amerikaanse alt-right-figuur en allround onfrisse pipo Milo Yiannopoulos en retweette hij een meme waarin alt-right-mascotte ‘Pepe the frog’ op z’n schouder gephotoshopt was. Dat kwam hem op heel wat kritiek te staan, waarna Baudet probeerde afstand te nemen van witte suprematie en extreemrechts door zijn eigen partij een ‘middenpartij’ en de ophef over zijn foute vrienden ‘gezeik’ te noemen. Alle debatskills ten spijt is hij de associatie met alt-right nog steeds niet kwijt.

De jonge volgers van Baudet zullen dit beter moeten doen, en dus geeft Ramautarsing nog enkele pro-tips mee:

  • Probeer in een debat als eerste toe te slaan
  • Laat je niet meezuigen in de aannames en framing van een ander
  • Duik meteen op vage, breed interpreteerbare woorden van je tegenstander, bijvoorbeeld als er gezegd wordt dat het ‘evident’ is dat er ‘onmiddellijk’ actie nodig is tegen klimaatverandering

Na deze uitleg pauzeren we met een drankje in de bar van het hotel. Ik wil de andere deelnemers beter leren kennen, maar Ramautarsing en de plaatselijke vertegenwoordiger komen meteen op m’n vriendin en mij af. Ze willen weten waarom we aantekeningen maken. Die aantekeningen zijn in feite nergens voor nodig – ik maak ze juist om niet op te vallen. Want als je serieus meedoet aan een training maak je aantekeningen, toch? Blijkbaar niet, en onze ijver is voor Ramautarsing reden om ons te ondervragen over hoe we zonder lidmaatschap binnengekomen zijn en welke standpunten ons precies aanspreken.

Terwijl ik met de goedlachse en charismatische Ramautarsing sta te praten vind ik het moeilijk te geloven dat deze man verkondigt dat er een verschil in IQ zou zijn tussen volkeren, zoals onlangs nog in een interview met Brandpunt: “Ik had ook graag gezien dat het anders was, dat zwarte mensen hyperintelligent waren, dat Surinamers het hoogste gemiddelde IQ van de wereld hadden. Maar het is niet zo. Je kunt iemand uit Syrië halen waar het gemiddelde IQ 84 is, en in Nederland plaatsen, waar het gemiddelde IQ 101 is. Die gaat dan inderdaad minder verdienen dan veel autochtonen. Maar is dat racisme? Nee, er is een verband tussen IQ en inkomen.”

Als Ramautarsing wegloopt verwacht ik dat ik er binnen de kortste keren uitgezet zal worden, maar ik kan m’n koffie rustig opdrinken. Naast me zie ik geen whisky over de toog gaan, enkel wat glazen Heineken.

Dan is het tijd om in groepen te debatteren. We nemen stelling in over uitspraken als: ‘intentie is belangrijker in een vriendschap dan resultaat’ en ‘vuurwapenbezit zou legaal moeten zijn voor alle winkel- en huiseigenaren’. Ramautarsing herinnert ons er voortdurend aan dat je niet moet meegaan in de framing van de vraag. Stel een tegenvraag, zoals: wat is vriendschap? Hoe definieer je resultaat? Zelf laat hij zien dat hij zo goed als elke stelling van beide kanten vurig kan verdedigen.

Ik hou me op de achtergrond en bestudeer de andere deelnemers. Wie zijn de leden van de snelst groeiende politieke jongerenclub? Op de ene vrouwelijke deelneemster na bestaat de groep vooral uit blozende jongens van een jaar of twintig. Ik spot een hoop witte hemden die scheef zitten of te groot zijn, een overdaad aan gel, zegelringen en gouden horloges. De meesten doen me denken aan Vindicaters aan de vooravond van hun ontgroening. Een beetje verloren en overweldigd door de wereld die zich als student voor je opent, op zoek naar een surrogaat voor je familie. Ze willen dolgraag bij de grote jongens horen, maar weten nog niet precies hoe je een stropdas strikt of een hemd strijkt. Waarschijnlijk hebben zij vanavond net zo lang voor de spiegel gestaan in een poging op een JFVD’er te lijken als ik.

Van hun debatskills of argumentatie ben ik weinig onder de indruk. Van de meeste aanwezigen vraag ik me af of ze zich bezighouden met politiek, of dat ze zich vooral aangetrokken voelen door het dandy-aura van Thierry Baudet. Een van hen – die inhoudelijk niet veel bijdraagt, maar die als enige deze avond een keer “linkse idioten” roept – beklaagt zich al voor de pauze dat er te veel dure woorden gebruikt worden; hij wil weten wat onze trainer bedoelt met ‘evident’. Een ander, die het grootste deel van de avond zwijgt, verzucht op het einde tegen me dat zijn hoofd vandaag niet naar debatteren staat. Ik moet denken aan een opiniestuk waarin Thierry Baudet een narcistische fopintellectueel wordt genoemd; deze jongens kunnen zelfs daar niet voor doorgaan.

Op twee heren na. Waaronder eentje die zeer overtuigend kan vertellen waarom wapenbezit legaal zou moeten zijn en die daarbij perfect gesticuleert, een dikke zilveren zegelring om de middelvinger. Hij staat zo kaarsrecht in zijn pak dat hij doet denken aan een butler die is weggelopen van de set van Downton Abbey. Maar hij is echt, en dat is zijn liefde voor wapens ook.

Ik ben blij als het gedaan is – de afsluitende borrel slaan we over. Ik bedenk dat de deelnemers van deze avond op mij overkomen zoals de standpunten van Baudet en co dat doen: variërend van enigszins onnozel tot ronduit eng. Dat neemt niet weg dat Ramautarsing weet hoe je moet debatteren. Zijn tips snijden hout. Gebruik ze in je voordeel, al dan niet tegen de aanhangers van Baudet.