In 1977 deed NASA iets dat je zou kunnen zien als de meest ambitieuze PR-actie ooit. De ruimtevaartorganisatie stuurde twee ruimtesondes het heelal in, met aan boord een grammofoonopname met een boodschap voor buitenaardse wezens. Het was een soort ‘aarde voor dummies’: er zaten beelden en geluiden van de natuur op, maar ook een uitgebreide verzameling muziek, van Chuck Berry tot Azerbeidzjaanse doedelzakspelers.
Natuurlijk moesten die aliens maar net weten hoe je een grammofoonopname afspeelt, dus een echt serieuze poging tot contact kun je het ook weer niet noemen. Maar het roept wel een interessante vraag op: als je een buitenaards wezen zou moeten vertellen wat de aarde nou eigenlijk voor planeet is, en of aardbewoners een beetje sympathieke wezens zijn, wat zou je dan zeggen?
Videos by VICE
De Belgische kunstenaar Boccanegra (het pseudoniem van Floris Caes) zou in ieder geval een stuk bescheidener beeld van de mensheid voorschotelen dan NASA destijds deed. Want ja, we hebben inderdaad ontzettend mooie plekjes op aarde, maar we zijn ondertussen wel bezig om al die mooie plekjes compleet de vernieling in te helpen. De zee ligt vol met plastic, we stoten aan de lopende band vieze gassen de lucht in en we slagen er maar niet in om op een vreedzame manier met elkaar samen te leven. Zo leuk zijn aardbewoners eigenlijk helemaal niet! Ervan uitgaande dat die aliens hartstikke woke zijn, de economie van hun exoplaneet helemaal circulair is en dat heteronormativiteit daar al een paar lichtjaren geleden geen ding meer was.
Daarom bedacht Boccanegra een alternatieve ruimteboodschap, maar dan eentje die wél een eerlijk verhaal vertelt. Die graveerde hij in een schijf van aluminium, wat hij in het geheim op een van de grote piramiden van Gizeh in Egypte plaatste, met behulp van een drone. Hij noemde dit project The Epitaph − het grafschrift.
We spraken hem over deze actie, de gebreken van de mensheid en een zenuwslopende ontmoeting met de Egyptische douane.
Creators: Je vond de boodschap van NASA dus wat te rooskleurig. Maar proberen we naar buiten toe niet altijd de beste versie van onszelf te presenteren?
Boccanegra: Ik snap dat we als beschaving goed voor de dag moeten komen, maar het lijkt me een krachtiger signaal als je de situatie toont zoals die is, zonder iets te verbloemen. Daarnaast zou het nog tienduizenden jaren duren voordat we een antwoord kunnen verwachten. We zitten ontzettend ver van planeten verwijderd waar soortgelijke vormen van intelligentie kunnen bestaan, en als we die al bereiken moeten ze ook nog een bericht terugsturen. Tegen die tijd denk ik dat de mensheid niet eens meer bestaat, en waarschijnlijk ook nog eens door onze eigen schuld.
Daarom leek het mij interessant om ook hier op aarde een boodschap achter te laten, maar dan over wie we waren en wat er met ons gebeurd is. Conceptueel gezien dan, want ik geloof niet écht in aliens. Het is vooral een wat indirecte manier om contact te leggen met aardbewoners.
Wat wil je de aardbewoners precies vertellen?
Ik denk dat we minder moeten handelen als losse nationaliteiten, en meer als mensheid. We kampen met problemen die we op mondiaal niveau moeten aanpakken. Ik vrees alleen dat de mens van nature niet in staat is om dat te doen – in essentie blijven we dieren, die vooral aan zichzelf denken. In de oertijd was dat nog nuttig, want als je in de natuur op zoek gaat naar voedsel, moet je aan je eigen stam denken en pakken wat je pakken kunt. Maar in deze tijd moeten we juist over onze eigen stammen heen kunnen kijken.
Als je het over die grootschalige problemen hebt, doel je dan op klimaatverandering en milieuvervuiling?
Ja, maar ook op dingen als oorlog. Het uit zich in meerdere dingen. Ook de overconsumptie in de wereld: het draaiende houden van de economie lijkt het allerbelangrijkste te zijn. En zolang we het behoud van de natuur – en het voortbestaan van de mensheid – niet economisch interessant kunnen maken, zie ik ook weinig veranderen. Of we moeten bijvoorbeeld en masse vegetariër worden en structureel minder gaan vliegen.
Het grootste probleem is dat wie er verantwoordelijk zijn voor wat er mis gaat, zelf nog het minst merken van de gevolgen. Mensen die bijvoorbeeld in minder welvarende landen wonen en sterk afhankelijk zijn van de visserij, hebben het meest last van het plastic op zee. Dat we daar in rijkere landen wat minder snel wakker van liggen is goed te verklaren, want je wordt er niet dagelijks mee geconfronteerd. Dat is iets menselijks. Maar juist dat het zo menselijk is, geeft me weinig hoop.
Wat een somber verhaal. Heb je ook nog iets positiefs over de mensheid te vertellen?
Ik heb ook nog wel een beetje hoop in de mensheid, anders had ik deze actie nooit ondernomen. Het is mijn manier om een steentje bij te dragen aan de wereld, en het zou al slagen als ik een paar mensen erover na kan laten denken.
Waarom heb je je werk op een piramide geplaatst?
Het moest een plek zijn die nog vindbaar is als de mens is uitgestorven. De piramiden van Gizeh zullen niet zo snel overwoekerd raken of instorten – ze hebben al zo’n 4.500 jaar overleefd. Daarnaast is het ook een symbolische plaats: het is een oude graftombe, die laat zien waar mensen toe in staat zijn als ze samenwerken [ervan uitgaande dat de piramiden niet door joodse slavenhanden zijn gebouwd].
Wanneer ben je er geweest?
Ik ben er twee keer met het documentaireteam naartoe gevlogen. We hebben er een korte documentaire van gemaakt – met Justine Cappelle als regisseur en Jordan Vanschel als cameraman. In juni waren we er vooral om te zien wat er zoal mogelijk was. Daarna heb ik een drone gekocht, en zo afgesteld dat-ie 1,5 kilometer kon overbruggen en tot 200 meter hoogte kon komen. Half oktober zijn we weer teruggegaan om het op de piramide te plaatsen. Om vijf uur ‘s ochtends, zodat er nog zo min mogelijk mensen zouden zijn.
Want je wilde dat niemand het zou opvallen?
In Egypte is het verboden om met drones te vliegen in het openbaar – er staat zelfs een gevangenisstraf op van twee jaar. Ik heb ook expres niet om toestemming gevraagd bij de autoriteiten. Ze zouden het toch niet hebben goedgekeurd, en ik zou er ook gelijk mijn intenties mee verklapt hebben.
Het was dus hartstikke illegaal wat je deed.
Ach ja, ik zou het vooral willen houden op ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Als ik iemand ermee in gevaar had gebracht was het anders geweest, maar nu zou het puur mijn eigen probleem zijn als het zou mislukken. Ik liet de drone ook zo snel mogelijk opstijgen, want op honderd meter hoogte hoor je er nauwelijks meer wat van. En het klinkt misschien wat arrogant, maar ik denk dat mijn boodschap de wet ook wel overstijgt.
Wat vond je de grootste uitdagingen?
Het was alleen al een uitdaging om de drone het land in te smokkelen. Dat heb ik in verschillende delen gedaan – de controller al in juni, bijvoorbeeld. Toen ik in oktober weer terugkwam had ik een aantal delen in een speelgoeddoos van Meccano gedaan. Op de luchthaven werd uitgerekend ik eruit gepikt om door de metaaldetector te gaan, maar die sloeg gek genoeg niet af. Ik denk omdat de scanners alleen waren ingesteld om explosieven te detecteren. Ik had wel gewoon metalen onderdelen bij me, maar de x-rays gingen daar vlotjes doorheen. Bij de man die voor me in de rij stond ging de detector wél af. Ik heb nog nooit iemand zo grondig een koffer zien bestuderen.
Als ik trouwens zou hebben gezegd dat ik echt een Meccano-doos had gekocht, dan had ik niet eens gelogen, want de inhoud ervan heb ik gegeven aan het zoontje van de fikser die me heeft geholpen. Alleen ja, in de doos zelf zat dus eigenlijk vooral hardware van een drone. Het is niet heel moeilijk om te zien dat dat geen speelgoed is.
Vervolgens moest je het ook nog eens de top op krijgen. Hoe heb je je daarop voorbereid?
Ik heb de top nagebouwd in Roeselare, waar ik vandaan kom, dus ik had al een beetje geoefend. We hebben ook nog geoefend op de mijnbergen in Noord-Frankrijk, een soort kunstmatige heuvels van mijnafval die een beetje op piramiden lijken. Maar in Egypte was het alsnog pittig, want het gaat om een schijf van vijftien centimeter die ik uiteindelijk op de oppervlakte van een kleine badhanddoek moest laten landen. Ik koos voor een plek tussen wat rotsen, zodat-ie beschermd zou blijven tegen de wind.
En lukte dat een beetje?
Uiteindelijk heb ik drie pogingen gedaan. De eerste keer had ik de drone uit elkaar gehaald om de ledlampjes af te plakken, die zouden me anders verraden hebben, maar vergat ik vervolgens de gps met het moederbord te verbinden. De tweede keer bleek dat de drone de top niet kon bereiken – maar dat was eigenlijk niet zo erg, want ik was ook vergeten het recordknopje op de camera aan te zetten, dus die was niet eens aan het opnemen. De derde keer lukte het gelukkig wel. In tien minuten was het klusje geklaard.