BLM in Nederland
Afbeelding door de auteur
Black Lives Matter

Een jaar na de Black Lives Matter-protesten mag de politie meer geweld gebruiken

"De protesten hebben tot geen enkele verandering geleid op het gebied van Nederlandse beleidsvorming rond politiegeweld."

Vandaag is het precies een jaar geleden dat de 46-jarige Amerikaan George Floyd stierf, nadat agent Derek Chauvin tien minuten lang met zijn knie in Floyds nek had gedrukt. De dood van Floyd veroorzaakte wereldwijd een golf van verontwaardiging, en in veel landen werden Black Lives Matter-demonstraties georganiseerd. Ook in Nederland werd volop gedemonstreerd tegen institutioneel racisme en politiegeweld. Maar is die boodschap ook aangekomen bij de organisaties, politici en instituten die moeten zorgen voor een veiliger en inclusiever politiebeleid? 

Advertentie

Volgens Jair Schalkwijk van Controle Alt Delete, een Nederlandse organisatie die zich al jarenlang inzet tegen etnisch profileren en buitenproportioneel politiegeweld, is dat absoluut niet het geval. Integendeel: dit jaar zijn er wetten aangenomen die politieagenten meer bescherming bieden wanneer ze geweld gebruiken tijdens hun werk.

“Als je specifiek kijkt naar de politie, zie je dat de protesten tot geen enkele verandering hebben geleid op het gebied van Nederlandse beleidsvorming rond etnisch profileren en politiegeweld. Wel zijn er wetten aangenomen die juist volledig indruisen tegen datgene waar we vorig jaar voor demonstreerden,” vertelt Schalkwijk aan VICE. 

Twee weken geleden is bijvoorbeeld een wet aangenomen in de Eerste Kamer waardoor de agenten een betere rechtspositie krijgen om zich te verdedigen als ze worden verdacht van buitenproportioneel geweld. Tot voor kort was het zo dat agenten vervolgd kunnen worden voor mishandeling en doodslag wanneer het geweld dat ze gebruikten te gewelddadig, ongepast of buitenproportioneel was. Na het invoeren van de nieuwe wet is dat nog steeds mogelijk, maar wordt het aantal situaties waarbij de politie geweld mag gebruiken, uitgebreid – waardoor de politie bij politiegeweld vaker in z’n recht staat. Ondanks het feit dat deze wet volgens Amnesty International niet conform is met de mensenrechten, is deze toch doorgevoerd. 

Advertentie

Daarnaast is een aantal maanden geleden een nieuwe ambtsinstructie aangenomen. Dat is een beleidsstuk, maar geen officiële wet, waarin de regels staan voor wanneer politieagenten geweld mogen gebruiken. In de nieuwe ambtsinstructie is dat uitgebreid. Zo zouden alle agenten nu een taser op zak krijgen, die ze ook in meer situaties mogen gebruiken.

Volgens Schalkwijk is er weinig noodzaak voor deze nieuwe wet en ambtsinstructie. Zo zou er, volgens cijfers die door de politie zelf zijn gepubliceerd, niet meer geweld gebruikt zijn tegen de politie. Integendeel: volgens Marnix Eysink Smeets, lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid aan Hogeschool InHolland, laten die cijfers juist een lichte daling zien. Het idee dat de politie het steeds zwaarder te verduren zou hebben door onder andere de protesten, wordt dus vooralsnog niet gestaafd door feiten en cijfers. “Uit onderzoek blijkt ook dat verreweg de meeste mensen gehoorzamen wanneer de politie iets van hen eist,” vertelt Schalkwijk. “Een kleine groep mensen doet dat niet. Er is dus geen noodzaak om de politie nieuwe bevoegdheden of rechtsposities te geven.” 

Dat burgers die te maken hebben met politiegeweld een betere rechtspositie zouden moeten krijgen, is volgens Schalkwijk dan weer wel te ondersteunen met cijfers. “Volgens cijfers van de politie uit 2019 gebruikt de politie zelf 24.000 keer per jaar geweld. Maar gemiddeld komen jaarlijks maar zo’n tien tot vijftien agenten voor de rechter voor politiegeweld.” En volgens cijfers van de Nationale Politie, opgevraagd door RTL Nieuws, zijn het aantal klachten dat wordt ingediend over discriminatie door de politie dit jaar gestegen met 25 procent. Daarbij worden politieagenten zelden vervolgd als het geweld dat ze toepassen ernstige gevolgen heeft. “Sinds 2016 zijn alle zaken waarbij iemand gestorven is door toedoen van een agent geseponeerd  door het OM,” vertelt Schalkwijk.

Advertentie

Toch zijn er ook enkele lichtpuntjes. Zo is er een motie van DENK en GroenLinks aangenomen waarin gevraagd is om in kaart te brengen hoeveel agenten jaarlijks vervolgd worden voor geweldsmisbruik en hoeveel burgers in Nederland jaarlijks overlijden terwijl ze onder de verantwoordelijkheid zijn van de politie. “Dat die cijfers nu openbaar worden, is heel positief. Daar vragen we al jaren om,” vertelt Schalkwijk. Hoewel de motie op zich geen directe verandering brengt, zorgt het dus wel voor meer transparantie en inzicht in politiegeweld – iets wat cruciaal is om nieuwe wetten ter bescherming van de burger door te voeren en om misbruik aan te kaarten.

Wat ook veranderd is: de regering moet nu monitoren hoeveel agenten bekend zijn met het beleid tegen etnisch profileren. Dat beleid tegen etnisch profileren werd in 2017 ingesteld, maar uit onderzoek bleek dat veel agenten daar niet van op de hoogte zijn. Ook is er gevraagd om een Nationaal Coördinator tegen racisme en discriminatie aan te stellen, die de opdracht zou krijgen om in kaart te brengen wat de stand van zaken is van racisme en discriminatie in Nederland, en een actieplan op te stellen om dat tegen te gaan. 

Dat idee voor een Nationaal Coördinator is door de Tweede Kamer naar voren gebracht na de BLM-demonstraties, maar het komt voort uit een Europees initiatief een jaar daarvoor. “Het wordt in Den Haag wel eens gebracht als het antwoord van Nederland op de demonstraties in juni, maar het komt vanuit Europa en niet vanuit de Tweede Kamer,” vertelt Schalkwijk, “Maar het is positief dat die Coördinator er komt.”

Ook al lopen instituten nog erg achter, de protesten hebben er wel voor gezorgd dat we als burger meer op de hoogte zijn van hoe schadelijk buitenproportioneel politiegeweld is. En door de moord op George Floyd, die volledig gefilmd is, zijn we ook bewust van de kracht van beelden – en hoe je met de camera van je telefoon een machtig middel in handen hebt. “We roepen altijd iedereen op om alle interactie met politie te filmen,” vertelt Schalkwijk, “Niet per se om dat meteen op social media te slingeren, maar om bewijsmateriaal te hebben van wat er gebeurd is. Want als de politie buitenproportioneel geweld gebruikt, en je hebt daar geen filmpje van, dan sta je met lege handen.” Schalkwijk verwijst naar de 17-jarige jongen in Rotterdam die onlangs, zoals op een filmpje te zien was, door een agent op de grond geduwd werd, in het gezicht werd geslagen, op de stoep werd gesleept en vervolgens met een knie in z’n nek op de grond lag. Controle Alt Delete heeft nu contact met de vader van de jongen, die juridische stappen willen zetten. “Als het niet gefilmd was, dan had niemand dat verhaal geloofd.” Schalkwijk benadrukt dat iedereen het recht heeft om de politie te filmen, zolang je het werk niet hindert of in de weg gaat staan. 

Het overkoepelende probleem is volgens Schalkwijk dat de relatie tussen de burger en de politie – en de wetten hierover– nog steeds te veel vanuit de positie van de politie wordt bekeken. Ontzettend schadelijk, volgens Schalkwijk. “We moeten dit juist omdraaien. De politie is er om burgers te beschermen, en dat betekent ook dat we de wetten vanuit het perspectief van de burger maken,” vult Schalkwijk aan. Met andere woorden: we moeten niet kijken naar hoe we met nieuwe wetten de agenten kunnen beschermen in de rechtbank, maar vooral naar hoe we de burger kunnen beschermen tegen politiegeweld op straat.